NL8901832A - Heen- en weergaande transporteur. - Google Patents

Description

Heen- en weergaande transporteurACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op heen- en weergaande transporteursvan de lattensoort, en meer in het bijzonder op een verbetering van der¬gelijke heen- en weergaande transporteurs die kenmerkend zijn op ditterrein, en meer in het bijzonder op een verbetering in de constructieen het totale rendement van vroeger door aanvrager ontwikkelde heen- enweergaande transporteursystemen.

Tot nu toe verschafte heen- en weergaande lattentransporteurs heb¬ben in het algemeen gebruikt gemaakt van groepen latten die voor zowelverticale als in langsrichting plaatsvindende beweging zijn ingericht,of zijn ingericht voor een gelijkmatige beweging in één langsrichting enop eenvolgende beweging in de tegengestelde richting. Voor de meeste ma¬terialen veroorzaken deze transporteurs gewoonlijk een stapsgewijzevoortbeweging van materiaal, gevolgd door een gedeeltelijke terugtrek¬kende beweging van materiaal als de teruggaande beweging van de lattenplaatsvindt gedurende die fase van de werking. Deze inrichtingen zijndaarom langzaam gebleken en veel tijd en aandrijfvermogen verspillend.

Eerdere door aanvrager ontwikkelde heen- en weergaande transpor¬teurs beschreven in US-A-3.534.875 en 4.143.760 vermeden de nadelen enbeperkingen van vroegere heen- en weergaande lattentransporteurs. Er isechter ontdekt dat de vroegere constructies van aanvrager structurelekenmerken bevatten die niet altijd nodig zijn bij alle soorten vantransportbehoeften, en die daarom bij bepaalde transport toepassingenminder efficiënt zijn.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Voor wat betreft het basisconcept wordt volgens de uitvinding eenheen- en weergaande transportsysteem van de lattensoort verschaft ge¬vormd uit eerste afwisselende, zijdelings op afstand van elkaar lig¬gende, in langsrichting heen- en weergaande langwerpige latten, die tezamen zijn verbonden met één aandrijfmiddel voor het gelijktijdig be¬wegen daarvan, en tweede afwisselende zijdelings op afstand van elkaarliggende, in lengterichting heen- en weergaande langwerpige latten, diesamen zijn verbonden met een tweede aandrijfmiddel voor gelijktijdigebeweging onafhankelijk van de eerste latten, en een permanent bevestig¬de, langwerpige lat die is geplaatst tussen de eerste en tweede heen- enweergaande latten, waarbij alle eerste en tweede heen- en weergaandelatten gelijktijdig te zamen kunnen worden bewogen in een lasttranspor- terende richting door het bedienen van beide aandrijvingen, terwijl deeerste of tweede beweegbare latten kunnen worden teruggetrokken in detegengestelde richting terwijl de tweede of eerste latten respectie¬velijk stil blijven staan, en daardoor een last stil blijft staan door¬dat deze wordt ondersteund door de vaste latten en een of andere van destilstaande eerste of tweede beweegbare latten terwijl de andere beweeg¬bare latten worden teruggetrokken.

Ten gevolge van het hiervoor beschreven basisconcept wordt hethoofddoel van de uitvinding bereikt namelijk, het verschaffen van eenheen- en weergaande transporteur van de lattensoort welke alleen maartwee stellen heen- en weergaande transporteurs vereist voor het trans¬porteren van materiaal in één richting zonder dat het materiaal in detegengestelde richting wordt bewogen gedurende de terugtrekkende werkingvan de heen- en weergaande latten in de werkcyclus van de inrichting.

Een ander belangrijk doel van de uitvinding is een heen- en weer¬gaande transporteur van de beschreven soort te verschaffen waarin hetaandrijfmechanisme van de transporteur slechts twee aandrijfmiddelenbevat terwijl de aandrijfmiddelen zijn van de in de handel verkrijgbaresoort, waardoor een minimum aan kosten nodig is.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van eenheen- en weergaande transporteur van de beschreven soort die kan wordengebruikt voor het verschaffen van een vrachtwagenonderbouw waarmede ma¬teriaal op een vrachtwagen kan worden geladen en materiaal van devrachtwagen kan worden afgeladen alsmede een transporteur die kan wordengebruikt bij de gebruikelijke industriële transporteurtoepassingen.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een heen-en weergaande transporteur van de beschreven soort die de beperkingen ennadelen van de bekende heen- en weergaande transporteurs vermijdt.

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van eenheen- en weergaande transporteur welke een vereenvoudigde constructiebezit voor een economische vervaardiging, een betrouwbare werking en dieeen gemakkelijk onderhoud vergt.

De voorgaande en andere doeleinden en voordelen van de uitvindingzullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving aande hand van de bijgaande tekeningen van een voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 1 geeft fragmentarisch een schematisch aanzicht weer van eendeel van een heen- en weergaand transporteursysteem met de kenmerken vande uitvinding, waarbij overigens verborgen delen zijn weergegeveen instreeplijnen.

Fig. 2 geeft een fragmentarisch eindaanzicht weer op vergrootte schaal van de transporteur van Fig. 1 waarbij een deel van de nieuwe,vereenvoudigde constructie van de transporteur-onderbouw en de draag¬constructie daarvan zijn weergegeven.

Fig. 3 geeft een fragmentarisch eindaanzicht weer van een lager-bevestiging voor de heen- en weergaande latten van de transporteur vol¬gens de uitvinding, waarbij de streeplijnen de geïnstalleerde bedrijfs-positie van het lager weergeeft voor de montering van een heen- en weer¬gaande lat daarop.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORM

De heen- en weergaande transporteur volgens de uitvinding kan wor¬den gebruikt in een aantal verschillende industriële toepassingen, zoalslangwerpige aflevertransporteur of als vrachtwagen-onderbouwen voor hetvergemakkelijken van de beweging van materiaal op en vanaf een vracht¬wagen. Onafhankelijk van de toepassing echter wordt de transporteur on¬dersteund door een stel dat in lengterichting op afstand van elkaar lig¬gende, zich in zijdelingse richting uitsrekkende steunbalken 10 bevatwaaraan tegenover elkaar liggende vaste zijwanden 12 kunnen zijn beves¬tigd als dit nodig is of gewenst. De draagbalken 10 zijn hier uitgevoerdals I-balken en zijn indien nodig op afstand van elkaar aangebrachtlangs de lengte van de transporteuronderbouw.

Een aantal zich in lengterichting uitstrekkende vaste latten 14zijn bevestigd aan de draagbalken 10 in zijdelingse richting op afstandvan elkaar liggende posities over de breedte van de transporteur, waar¬bij de latten zich uitstrekken over de lengte van de transporteur-onder¬bouw. De zich in lengterichting uitstrekkende ruimten die zijn gevormdtussen de vaste latten 14 ontvangen eerste en tweede heen- en weergaandelatten 16, 18 die zijn ingericht voor het uitvoeren van een in langs-richting plaatsvindende glijbeweging in beide richtingen tussen detegenover elkaar liggende langseinden van de transporteur. In de weer¬gegeven uitvoeringsvorm zijn de vaste latten 14 voorzien van zich inzijdelingse richting uitstrekkende verlengingen die zodanig zijn gevormddat latverbindingsorganen kunnen worden gemonteerd in de vorm van com-binatielagers en vasthouders voor de heen- en bewegende latten 16, 18zoals nu zal worden beschreven.

Fig. 2 geeft het best de bevestigingsrichting weer voor de bewe¬gende latten van de transporteur volgens de uitvinding. Zoals weerge¬geven is elke vaste lat 14 voorzien van zich in zijdelingse richtinguitstrekkende horizontale eindorganen 14' met naar boven uitstekendeuiteinden 14". Een lattenverbindingsorgaan (Fig. 3) is zodanig gevormddat deze kan worden geplaatst in de groef die kan worden gevormd door organen 14’ en 14" zoals weergegeven, terwijl een hoekijzer 20 ligt o-ver het tussengedeelte 22 van het verbindingsorgaan in de groef om debevestiging daarvan te versterken. Met elkaar in lijn liggende boringen(niet weergegeven) strekken zich uit door het hoekijzer 20, het tussen¬gedeelte 22, het eindorgaan 14' van de lat en de draagbalk 10 zodateen bout 24 losmaakbaar elk samenstel op zijn plaats aan elke draagbalkkan bevestigen.

Zoals duidelijk zal zijn uit Figuren 2 en 3 is het daarin uitge¬voerde latverbindingsorgaan het best vervaardigd door extrusie uit eenkunsthars met een lage wrijvingscoëfficient en in de vorm zoals in ge¬trokken lijnen kan worden gezien in Figuur 3. Bij voorkeur bevat het degroef 26 die zodanig is geplaatst dat het uitstekende draaggedeelte 28naar beneden kan worden gevouwen in de hoekvormige vorm zoals weer¬gegeven in streeplijnen in Fig. 3. In deze stand verschaft het draag¬gedeelte 28 een hoekvormig ondersteunend draagoppervlak voor de bui¬tenste, tapse randen van de heen- en weergaande latten 16, 18.

Het verbindingsorgaan bevat ook een tegenoverliggend eindsegment 30met een in hoofdzaak omgekeerde U-vorm dat is bevestigd aan het op¬staande uiteinde 14". Het bovenste gesloten deel van het eindsegment 30vormt een dragende ondersteuning voor een heen- en weer bewegende lat 16of 18 terwijl het buitenste, zich naar beneden uitstrekkende hoekvormigeeindgedeelte 30' een geleiding vormt voor de heen- en weer bewegendelat. Voor dit doel is de heen- en weergaande lat voorzien van een paarzich naar beneden uitstrekkende geleidingsribben 32 die overeenkomen metde vorm van de hoekvormige einddelen.

Vergrendelingslippen 34 aan de ondereinden van de ribben 32 vanheen- en weerbewegende latten 16, 18 zijn zodanig aangebracht dat dezeliggen onder de ondereinden van de hoekvormige einddelen 301 waardoorzij de heen- en weergaande lat borgen tegen bovenwaartse verplaatsing.Bevestiging wordt aldus tot stand gebracht door een benedenwaartse drukuit te oefenen op de lat om de lippen 34 langs de veerkrachtige hoekvor¬mige einddelen 30' te drukken, waarna de laatstgenoemde terugveren zo¬dat zij over de lippen 34 komen te liggen.

Zoals kan worden gezien in Fig. 2 zijn de vaste latten 14 en deheen- en weerbewegende 16, 18 alle zodanig gevormd dat de bovenste op¬pervlakken daarvan op dezelfde hoogte liggen, waardoor een in hoofdzaakvlak bodemoppervlak wordt gevormd waarop materiaal kan worden geplaatst.Ook kan worden gezien dat de breedte van het bovenste, materiaaldragendeoppervlak van de vaste latten 14 zodanig is gevormd dat deze een klei¬nere breedte bezitten dan de breedte van het bovenoppervlak van de heen- en weergaande latten 16 en 18. Het doel van dit constructiekenmerk zallater in detail worden uiteengezet.

Weer verwijzend naar Fig. 1 van de tekeningen is elke eerste heen-en weerbewegende lat 16 via een vberbindingsorgaan 16 bevestigd aan eengemeenschappelijke aandrijfverbindingsmiddel hier weergegeven als eendwarse verbindende aandrijfbalk 38. De andere heen- en weerbewegendelatten, tweede latten 18, zijn op dezelfde wijze met elkaar verbondenvia een tweede verbindingsorgaan 40 met een gemeenschappelijke dwarseverbindende aandrijfbalk 42. Aldus is gelijktijdig een beweging van alleeerste latten 16 in beide richtingen mogelijk onafhankelijk van de ge¬lijktijdige beweging van de tweede heen- en weer bewegende latten 18 enomgekeerd.

Aandrijfmiddelen, hier weergegeven als een paar dubbel werkende hy¬draulische cylinders 44 en 46 zijn elk bevestigd aan één einde met eenvast gedeelte van het gestel zoals één van de zijdelingse draagbalken10. De tegenoverliggende einden van de hydraulische cylinders zijn ver¬bonden met de respectieve aandrijfbalken. Aldus is de hydraulische cy-linder 44 verbonden met de aandrijfbalk 38 terwijl de hydraulische cy-linder 46 is verbonden met de aandrijfbalk 42. Dienovereenkomstig wordenbij uitzetting of intrekking van de zuigcylinder 44 alle eerste heen- enweer bewegende latten 16 gelijkmatig en tegelijkertijd bewogen in eenlangsrichting of de andere langsrichting, terwijl dezelfde onafhanke¬lijke werking van de andere hydraulische cylinder 46 een gelijkmatige,gelijktijdige beweging van de tweede heen- en weerbewegende latten 18 inde een of de andere richting tot gevolg heeft.

Tussen aangrenzende bewegende latten 16 en 18 is een vaste lat 14geplaatst die op geen enkel tijdstip beweegt. De aldus beschreven trans¬porteur kan dan zo breed als gewenst is worden uitgevoerd door eenvoudiggebruik te maken van extra heen- en weerbewegende latten 16, 18 en vastelatten 14 als nodig kan zijn, waarbij alle extra latten 16 en 18 zijnverbonden met de overeenkomstige van 2 hydraulische cylinders 44 en 46via de de daarbij behorende dwarse aandrijfbalken 38 en 42.

Aldus is, met een last zoals een doos (niet weergegeven) geplaatstop de transporteurbodem aan het aanvoereinde daarvan, bijvoorbeeld debodem in Fig. 1, de werking van de transporteur volgens de uitvindingals volgt: eerst worden de hydraulische cylinders 44 en 46 beide te za-men bediend voor het terugtrekken van de zuigers, waarbij tegelijkertijdde aandrijfbalken 38 en 42 worden bewogen en daardoor alle heen- enweerbewegende latten, in de richting van de bovenzijde in Fig. 1. Omdatde oppervlakte van het oppervlak van de heen- en weerbewegende latten 16 en 18 tegen de doos aanzienlijk groter is dan de oppervlakte van het op¬pervlak van de vaste latten 14 tegen de doos, is de wrijving van de doostegen de vaste latten niet groot genoeg om te voorkomen dat deze met debewegende latten meebeweegt, en daardoor wordt de doos naar voren ge¬voerd.

Als de terugtrekkende slag van de cylinders is beëindigd wordt demediumstroom van één cylinder, bijvoorbeeld 44, omgekeerd, en wordt dezuiger daarvan volledig uitgezet, waardoor alle latten 16 in de tegen¬gestelde richting worden bewogen (naar de onderzijde in Fig. 1) terwijlde vaste latten 14 en de heen- en weerbewegende latten 18 stil blijvenstaan. Omdat het gecombineerde oppervlaktegebied van de niet-bewegendelatten 14 en 18 tegen de doos groter is dan de oppervlakte van het op-pevlak van de bewegende latten 16, is de wrijving van de doos tegen deniet-bewegende laten zodanig dat deze voorkomt dat de doos naar achterenwordt bewogen als de latten 16 naar achteren bewegen. Als de latten 16eenmaal volledig zijn teruggetrokken, blijven zij met de latten 14stilstaan terwijl de latten 18 dan worden teruggetrokken. De doos be¬weegt niet naar achteren toe om dezelfde reden als juist hierboven indetail uiteengezet.

Als de latten 18 zijn teruggetrokken worden de cylinders weer ge¬meenschappelijk bediend om alle heen- en weergaande latten 16 en 18 ge¬lijkmatig naar voren te bewegen. De hier juist beschreven cyclus wordtvoortdurend herhaald om de doos vanaf het toevoereinde van de transpor¬teur te bewegen naar het afvoereinde.

Er wordt dus gezien dat de onderhavige uitvinding een transporteurverschaft waarbij gebruik wordt gemaakt van een veel eenvoudiger con¬structie die alleen maar twee vermogensbronnen nodig heeft en twee stel¬len van heen- en weerbewegende latten om eenvolledig bevredigend trans¬port van materiaal te bereiken. Het systeem vereist alleen de inlengterichting plaatsvindende glijdende beweging van de twee stellenheen- en weerbewegende latten, terwijl alle teruggaande bewegingen vanmateriaal dat door de transporteur wordt getransporteerd wordt vermeden.Ook is het duidelijk dat de transporteur volgens de uitvinding verschil¬lende structurele wijzigingen kan bevatten als mogelijke andere uitvoe¬ringsvormen voor onderdelen die zijn weergegeven in de voorkeursuitvoe¬ringsvorm. Zo kunnen, hoewel dubbelwerkende hydraulische cylinders alsaandrijfmiddelen de voorkeur verdienen door hun eenvoudigheid en effi¬ciënte werking, andere gebruikelijke aandrijvingen worden gebruikt voorhet aangrijpen aan de twee aandrijfbalken 38 en 42 voor onafhankelijkevoorwaartse en achterwaartse beweging. Ook kunnen als andere mogelijk¬ heid met betrekking tot de toevoeging van meer rijen heen- en weergaandeen stilstaande latten voor het vergroten van de breedte van de transpor¬teur, de latten breder worden uitgevoerd om een minimum aantal bodemlat-ten die nodig zijn voor een gewenst gebruik te handhaven.

Ook kunnen, hoewel de latondersteuning, bevestiging en lagersamen-stellen die zijn weergegeven de voorkeur verdienen ten gevolge van huneenvoudigheid, sterkte en betrouwbaarheid, verschillende andere trans-porteurtoepassingen andere mogelijke samenstellen vereisen die meer spe¬ciaal geschikt zijn voor bijzondere doeleinden, terwijl toch de basis¬constructie van de heen- en weergaande lattentransporteur volgens deuitvinding wordt verschaft die kan werken op de hier juist beschrevenwijze.

Ook verdient het, hoewel de vaste en heen- en weerbewegende lattenkunnen worden vervaardigd op een aantal verschillende wijzen uit eenaantal verschillende materialen, de voorkeur vanwege eenvoudigheid en minimale kosten om deze te vervaardigen door extrusie van aluminium ofander geschikt extrudeerbaar materiaal.

Uit het voorgaande zal het daarom duidelijk zijn dat de onderhavigeuitvinding een heen- en weergaande lattentransporteur verschaft die, tengevolge van de nieuwe constructie daarvan, gebruikmaakt van een zeervereenvoudigde bodemconstructie, aandrijfmiddelen en verbindingen die opeenvoudige wijze werken voor het verschaffen van een transport van mate¬riaal zonder overbodige bewegingen van het materiaal gedurende de trans-portwerking en met een minimum aan vermogen. Ook zal het duidelijk zijndat verschillende wijzigingen, andere dan die welke reeds zijn bespro¬ken, kunnen worden aangebracht voor wat betreft de afmeting, vorm,soort, aantal en inrichting van hiervoor beschreven delen, zonder tetreden buiten het kader van de uitvinding.

Claims (8)

1. Heen- en weergaande transporteur van de lattensoort, met hetkenmerk, dat deze omvat: a) een langwerpig gestel, b) ten minste één zich in lengterichting uitstrekkende langwerpige eenmet een lading in aanraking staande vaste lat die is bevestigd aan hetgestel en die zich uitstrekt over de gewenste lengte van een transpor-teurbodem, c) eerste en tweede in lengterichting schuifbare langwerpige met ladingin aanraking staande heen- en weergaande latten die zijn geplaatst aantegenover elkaar liggende aan de zijkant liggende zijden van en evenwij¬dig aan de zich in lengterichting uitstrekkende vaste latten, waarbijelk van de vaste en heen- en weerbewegende latten een zich in lengte¬richting uitstrekkend met lading in aanraking staand oppervlak bezitten,waarbij de met de lading in aanraking staande oppervlakken van de vasteen heen- en weerbewegende latten zich in hetzelfde zich in lengterich¬ting uitstrekkende vlak bevinden ten alle tijde gedurende de werking vande transporteur, d) draagmiddelen aan het gestel voor het ondersteunen van de heen- enweerbewegende latten voor het uitvoeren van in lengterichting lopendeglijbeweging ten opzichte van de vaste latten, e) vergrendelingsmiddelen die grijpen tussen het gestel en de heen- enweerbewegende latten voor het bevestigen van heen- en weer bewegendelatten tegen verticale verplaatsing ten opzichte van de vaste lat, en f) eerste en tweede aandrijfmiddelen aan het gestel verbonden met res¬pectievelijk de genoemde eerste en tweede heen- en weerbewegende latten,voor het tegelijkertijd in lengterichting bewegen van de eerste en twee¬de latten in een ladingtransporterende richting en onafhankelijk van el¬kaar in de tegengestelde, latterugtrekkende richting.

2. Heen- en weerbewegende transporteur volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat deze een aantal zich in lengterichting uitstrekkende vastelatten bevat die in zijdelingse richting op afstand van elkaar dwars o-ver het gestel zijn geplaatst, terwijl een heen- en weerbewegende lat isgeplaatst tussen elk van de genoemde vaste latten, waarbij de heen- enweerbewegende latten afwisselend zijn aangeduid als eerste en tweedelatten over de breedte van de transporteur, waarbij elk van de eersteheen- en weerbewegende latten is verbonden met het eerste aandrijfmiddelen elk van de tweede heen- en weerbewegende latten is verbonden met hettweede aandrijfmiddel.

3. Heen- en weerbewegende transporteur volgens conclusie 2, met hetkenmerk, dat elke eerste heen- en weerbewegende lat is verbonden met eengemeenschappelijke eerste aandrijforgaan dat op zijn buurt is verbondenmet het genoemde eerste aandrijfmiddel, terwijl elk van de genoemdetweede heen- en weerbewegende latten is verbonden met een gemeenschap¬pelijke tweede aandrijforgaan dat op zijn buurt is verbonden met eengenoemd tweede aandrijfmiddel, waardoor bij bediening van elk aandrijf -middel de daarmee verbonden heen- en weerbewegende latten worden bewo¬gen.

4. Heen- en weergaande tyransporteur volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het eerste en het tweede aandrijfmiddel elk bestaat uit eendubbelwerkende zuiger-cylinder, die ieder onafhankelijk van de ander kanworden bediend voor gelijktijdige beweging in een lading transporterenderichting en voor een andere beweging in de tegengestelde, latterugtrek-kende beweging.

5. Heen- en weergaande transporteur volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de breedte van het bovenste materiaaldragende oppervlak vande genoemde ten minste ene vaste lat kleiner is dan de breedte van hetbovenste materiaaldragende oppervlak van elke heen- en weerbewegendelat.

6. Heen- en weergaande transporteur volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het draagmiddel bestaat uit een materiaal met een lagewrijvingscoëfficient.

7. Heen- en weergaande transporteur volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het vergrendelingsmiddel een zeer krachtig orgaan bevat datuit een stuk is gevormd met het draagmiddel en vergrendelende lipmid-delen en elk heen- en weergaande lat zodanig is gevormd dat deze inaangrijping staat met het vergrendelingsmiddel, waardoor verplaatsing inbovenwaartse richting van de heen- en weerbewegende lat wordt voorkomen.

8. Heen- en weergaande transporteur volgens conclusie 7, met hetkenmerk, dat deze een verlenging in zijdelingse richting van elke vastelat bevat welke het draagmiddel en het uit een stuk daarmee gevormdeveerkrachtige orgaan draagt.