NL8901823A - Versterkerschakeling. - Google Patents

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Versterkerschakeling.

De uitvinding heeft betrekking op eenversterkerschakeling omvattende een eerste versterker voor hetversterken van een ingangssignaal, waarbij de eerste versterker voorzienis van een eerste klem voor het voeren van een tilspanning, welke klemgekoppeld is door middel van een unidirectioneel element met een eerstevoed.ingsspanningsklem voor het toevoeren van een eerstevoedingsspanning, een tweede klem, welke gekoppeld is met een tweedevoedinsspanningsklem voor het toevoeren van een tweede voedingsspanning,een eerste ingangsklem voor het toevoeren van het ingangssignaal en eeneerste uitgangsklem voor het afnemen van een eerste uitgangssignaal opeen zeker gelijkspanningsniveau, en een tweede versterker voor hetvariëren van de tilspanning op de eerste klem afhankelijk van hetingangssignaal, waarbij de tweede versterker voorzien is van een derdeen een vierde klem, welke respektievelijk gekoppeld zijn met de eersteen de tweede voedingsspanningsklem, een tweede ingangsklem voor hettoevoeren van een maat van het ingangssignaal en een tweede uitgangsklemvoor het afnemen van een tweede uitgangssignaal, welke uitgangsklemgekoppeld is door middel van een condensator met de eerste klem.

Een dergelijke versterkerschakeling is geschikt voor hetvergroten van het uitgangsvermogen van een versterker, die bedrevenwordt bij een klein spanningsverschil tussen de beidevoedingsspanningsklemmen, zoals deze bijvoorbeeld toegepast wordt inautoradio's.

Een dergelijke versterkerschakeling is bekend uit UnitedStates Patent 4.752.747. Daarin wordt een gelijk ingangssignaalaangeboden aan zowel de eerste als de tweede ingangsklem. Ditingangssignaal wordt door de eerste versterker versterkt naar de eersteuitgangsklem, welke gekoppeld is met een belasting. De tweede versterkerdaarentegen versterkt het ingangssignaal slechts naar de tweedeuitgangsklem, wanneer dit een drempelwaarde overschrijdt. Doordat detweede uitgangsklem gekoppeld is met de eerste klem via een condensator,zullen de variaties van het tweede uitgangssignaal gevolgd worden door de tilspanning op de eerste klem. Deze tilspanning bepaalt in relatietot de tweede voedingsspanning het spanningsverschil, waarbij de eersteversterker bedreven wordt. De koppeling van de eerste klem met de eerstevoedingsspanningsklem via het unidirectionele element legt hierbij aande tilspanning een minimale waarde op, welke ongeveer gelijk is aan deeerste voedingsspanning. De tilspanning is gelijk aan deze minimalewaarde bij een ingangssignaal, welk de drempelwaarde niet overschrijdt,en zal variëren, wanneer het eerste uitgangssignaal dreigt vast telopen tegen de eerste voedingsspanning en het ingangssignaal derhalve dedrempelwaarde overschrijdt. Hierbij kan de tilspanning maximaal gelijkworden aan twee maal het spanningsverschil tussen de eerste en de tweedevoedingsspanningsklem. Dit resulteert in een verviervoudiging van hetmaximale uitgangsvermogen. Om dit maximale uitgangsvermogen te bereiken,dient het gelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem gelijk te zijnaan de eerste voedingsspanning, zodat een centrale ligging in hetmaximale uitstuurbereik van het eerste uitgangssignaal verkregen wordt.Een dergelijk gelijkspanningsniveau heeft echter in geval van relatiefkleine ingangssignalen het nadeel, dat gedurende gemiddeld de helft vande tijd het uitgangssignaal onnodig dreigt vast te lopen tegen de eerstevoedingsspanning en dat dientengevolge variaties van de tilspanningoptreden, welke gepaard gaan met een relatief hoge vervorming. Eenandere instelling van het gelijkspanningsniveau op de eerste klemvermindert dit, maar resulteert in een lager maximaal uitgangsvermogen,omdat de centrale ligging in het uitstuurbereik verloren gaat.

Het is dan ook een doel van de uitvinding om eenversterkerschakeling aan te geven, die over een maximaaluitgangsvermogen beschikt, terwijl de vervorming ten gevolge van hetvariëren van de tilspanning tot een minimum beperkt blijft.

Een versterkerschakeling volgens de uitvinding wordtgekenmerkt, doordat de versterkerschakeling voorts voorzien is van eensignaalvolgerschakeling voor het instellen van het gelijkspanningsniveauop de eerste uitgangsklem afhankelijk van de tilspanning op de eersteklem.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat hetgelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem voortdurend ingesteldmoet zijn op een gunstig niveau tussen de tilspanning en de tweedevoedingsspanning. Dit is bereikt door een koppeling te realiseren van de tilspanning naar het gelijkspanningsniveau. Een relatief klein eersteuitgangssignaal, waarbij het ingangssignaal de drempelwaarde nietoverschrijdt, zal geen variaties van de tilspanning veroorzaken enderhalve het gelijkspanningsniveau niet beïnvloeden. Zodra hetingangssignaal echter de drempelwaarde overschrijdt, leidt dit totvariaties van de tilspanning, alsmede tot een evenredig meelopen van hetgelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem.

Een eerste uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat hetgelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem nagenoeg gelijk is aande helft van een som van de tilspanning op de eerste klem en de tweedevoedingsspanning. Hiermede wordt voortdurend een centrale ligging vanhet gelijkspanningsniveau in het uitstuurbereik van het eersteuitgangssignaal gerealiseerd, waardoor het variëren van de tilspanningtot een minimum beperkt wordt en waarbij het maximale uitgangsvermogenverkregen kan worden.

Een tweede uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat designaalvolgerschakeling voorzien is van eerste middelen voor hetgenereren van een eerste signaal, welk gerelateerd is aan de tilspanningop de eerste klem, een stroomspiegelschakeling met een derde ingangsklemvoor het toevoeren van het eerste signaal en een derde uitgangsklem voorhet afnemen van een tweede signaal, en tweede middelen voor hetgenereren van het gelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem, welkgerelateerd is aan het tweede signaal. In deze uitvoeringsvorm stuurthet eerste signaal de stroomspiegelschakeling aan, welke dientengevolgehet tweede signaal genereert.. Dit is bijvoorbeeld eenvoudig terealiseren door een uitgangsstroom van de stroomspiegelschakeling teregelen met een spanning over een als diode geschakelde transistor.

Een derde uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat de eerste middelenten minste voorzien zijn van een unidirectioneel element en eenweerstand, welke serieel gekoppeld zijn tussen de eerste klem en dederde ingangsklem. De spanningsval over het unidirectionele element,welk in veelvoud opgenomen kan worden, en de waarde van de weerstandbepalen hierbij, afhankelijk van de tilspanning, het eerste signaal, datde stroomspiegelschakeling aanstuurt ter generatie van het tweede signaal.

Een vierde uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat de tweede middelenten minste voorzien zijn van een weerstand, welke gekoppeld is tussen deeerste uitgangsklem en de derde uitgangsklem. De waarde van de weerstandbepaalt hierbij afhankelijk van het tweede signaal, zijnde bijvoorbeeldde uitgangsstroom van de stroomspiegelschakeling, hetgelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklem.

Een verdere uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding kan worden gekenmerkt, doordat de schakelingvoorts voorzien is van een derde en een vierde versterker, welke op eenovereenkomstige wijze gekoppeld zijn als de eerste en de tweedeversterker, waarbij de derde versterker dientengevolge voorzien is vaneen vijfde klem voor het voeren van een verdere tilspanning en een derdeuitgangsklem voor het afnemen van een derde uitgangssignaal op eenverder gelijkspanningsniveau, en dat de signaalvolgerschakeling voortsingericht is voor het instellen van het gelijkspanningsniveau op dederde uitgangsklem afhankelijk van de tilspanning op de vijfde klem.Hierin vormen de eerste en de derde versterker eenbrugversterkerschakeling, waarvan de gelijkspanningsniveau's op deuitgangsklemmen ingesteld worden door de signaalvolgerschakelingafhankelijk van de beide tilspanningen.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van eenversterkerschakeling volgens de uitvinding kan worden gekenmerkt,doordat de signaalvolgerschakeling voorzien is van eerste middelen voorhet genereren van ten minste een eerste signaal, welk gerelateerd is aande tilspanning op de eerste klem en de tilspanning op de vijfde klem,ten minste één stroomspeigelschakeling met ten minste een derde.ingangsklem voor het toevoeren van het eerste signaal en een derde eneen vierde uitgangsklem voor het afnemen van respectievelijk een tweedeen een derde signaal, en tweede middelen voor het genereren van hetgelijkspanningsniveau op zowel de eerste als de derde uitgangsklem,welke gerelateerd zijn aan de tilspanning op respectievelijk de eersteen de vijfde klem. De beide tilspanningen kunnen in deze uitvoeringsvormgebruikt worden om gezamenlijk een stroomspiegelschakeling aan testuren, die dientengevolge twee signalen genereert. Ook is het mogelijkde beide tilspanningen elk te gebruiken voor het aansturen van twee stroomspiegelschakelingen, die dientengevolge elk een signaal genereren.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand vanbijgaande tekeningen, waarin figuur 1 een uitvoeringsvorm van een versterkerschakelingvolgens de uitvinding weergeeft, figuur 2 een uitvoeringsvorm van eenbrugveraterkerschakeling volgens de uitvinding weergeeft, enfiguur 3 een verdere uitvoeringsvorm van eenbrugversterkerschakeling volgens de uitvinding weergeeft.

In deze figuren zijn gelijke onderdelen met dezelfdeverwijzingscijfers aangegeven.

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van eenversterkerschakeling volgens de uitvinding weergegeven. De schakelingbevat een eerste versterker A1, die voorzien is van een klem 1 en eenklem 2, welke respektievelijk gekoppeld zijn met eenvoedingsspanningsklem Vdd door middel van een diode D1 en eenvoedingsspanningsklem Vss, alsmede van een ingangsklem 5 voor hettoevoeren van een ingangssignaal Vin1 en een uitgangsklem 6 voor hetafnemen van een uitgangssignaal Vuitl, en een tweede versterker A2, dievoorzien is van een klem 3 en een klem 4, welke respektievelijkgekoppeld zijn met de voedingsspanningsklemmen Vdd en Vss, alsmede vaneen ingangsklem 7 voor het toevoeren van een ingangssignaal Vin1' en eenuitgangsklem 8 voor het afnemen van het uitgangssignaal Vuit2. Deuitgangsklem 8 is door middel van een condensator C1 gekoppeld met deklem 1, die een tilspanning Vt1 voert. Voorts bevat de schakeling eensignaalvolgerschakeling bestaande uit eerste middelen M1, die enerzijdsmet de klem 1 en anderzijds via een klem 17 met eenstroomspiegelschakeling S gekoppeld zijn, tweede middelen M2, dieenerzijds met de uitgangsklem 6 en anderzijds via een klem 18 met destroomspiegelschakeling S gekoppeld zijn, en de genoemdestroomspiegelschakeling S, welke voorts gekoppeld is met devoedingsspanningsklem Vss. De ingangssignalen Vin1 en Vin1' zijngerelateerd aan elkaar. Vin1' kan daarbij nagenoeg gelijk zijn aan V.in1of een gelijkgerichte representatie van Vin1 vormen. De versterker A1versterkt het ingangssignaal V.in1 naar het uitgangssignaal Vu.it1, datvia de uitgangsklem 6 toegevoerd wordt aan een belasting. De versterkerA2 daarentegen versterkt het ingangssignaal Vin1' slechts naar het uitgangssignaal Vuit2, wanneer een drempelwaarde overschreden wordt. Hetuitgangssignaal Vuit2 wordt daarbij via de condensator C1 toegevoerd aande klem 1, welke derhalve variaties van het uitgangssignaal Vuit.2 zalvolgen. Indien het ingangssignaal VinT de genoemde drempelwaarde nietoverschrijdt, zal de versterker A1 het uitgangssignaal Vuitl leverenzonder vast te lopen tegen de voedingsspanning Vdd of Vss. Hiertoe ishet gelijkspanningsniveau op de uitgangsklem 6 centraal gelegen tussende tilspanning Vt1 en de voedingsspanning Vss. Zo kan de versterker A1reeds een behoorlijk deel van het uitstuurbereik bereiken, zondervariaties van de tilspanning Vt1 te veroorzaken. Bij een toename van hetingangssignaal Vin1' zal de drempelwaarde overschreden worden, waardoorhet uitgangssignaal Vu.it2 ongelijk aan nul wordt en de tilspanningevenredig varieert. Om de uitgangsspanning Vuit.1 niet te laten vastlopentegen de voedingsspanning Vss zal ook het gelijkspanningsniveau moetenvariëren. Hiertoe worden variaties van de tilspanning Vt.1 via demiddelen M1 doorgegeven aan een signaal V1 op de klem 17, welk signaalde stroomspiegelschakeling S aanstuurt, hetgeen resulteert in evenredigevariaties van een signaal V2 op de klem 18. Via de middelen M2realiseert het signaal V2 een instelling van het gelijkspanningsniveauop de uitgangsklem 6. In figuur 1 is tevens een mogelijke invulling vande middelen M1 en M2 gegeven, alsmede van de stroomspiegelschakeling S.De middelen M1 bevatten serieel gekoppeld een diode D3 en een weerstandR1. De diode D3 is opgenomen om een spanningsval te realiserengerelateerd aan die in de versterker A1 tussen de klem 1 en de klem 2.Daartoe kunnen meerdere diodes toegepast worden, die tevens een gelijketemperatuur afhankelijkheid ten aanzien van de sturing van hetgelijkspanningsniveau en de versterker A1 bewerkstelligen. De weerstandR1 is in grote mate bepalend voor de grootte van het signaal V1. Demiddelen M2 bevatten een weerstand R2, die verantwoordelijk is voor hetgelijkspanningsniveau op de uitgangsklem 6 afhankelijk van het signaalV2. Tevens kan via de middelen M2 een terugkoppeling van hetuitgangssignaal Vu.it1 naar het ingangssignaal Vin1 gerealiseerd worden.Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het ingangssignaal Vin1 toe te voerenaan een ingangsbuffer, dat via een verdere weerstand gekoppeld is met deklem 18. De weerstand R2 bepaalt dan met de verdere weerstand deterugkoppelfaktor. De stroomspiegelschakeling S is opgebouwd met tweeals stroomspiegel geschakelde transistoren T1 en T2, waarbij transistor T1 als diode gekoppeld is. De tilspanning Vt1 op de klem 1 brengt via dediode D3 en de weerstand R1 het signaal V1 voort, waartoe de genoemdeelementen tesamen met de als diode gekoppelde transistor T1 eenspanningsdeling realiseren. Het signaal V1 stuurt de stroomspiegel (T1,T2) aan, welke dientengevolge het signaal V2 genereert. Met dit signaalV2 wordt via de weerstand R2 het gelijkspanningsniveau op deuitgangsklem 6 ingesteld. Door de oppervlaktes van de transistors T1 enT2 ongelijk te kiezen is zowel de verhouding tussen als de grootte vande weerstanden R1 en R2 te optimaliseren.

In figuur 2 is een uitvoeringsvorm van eenbrugversterkerschakeling volgens de uitvinding weergegeven. Deschakeling bevat naast de elementen als vermeld in figuur 1 eenversterker A3, een versterker A4, een diode D2 en een condensator C2. Deversterker A3 is voorzien van een klem 9 en een klem 10, welkerespektievelijk gekoppeld zijn met de voedingsspanningsklem Vdd doormiddel van de diode D2 en de voedingsspanningsklem Vss, alsmede van eeningangsklem 13 voor het toevoeren van een ingangssignaal Vin2 en eenuitgangsklem 14 voor het af nemen van een uitgangssignaal Vu.it3, en deversterker A3 is voorzien van een klem 11 en een klem 12, welkerespektievelijk gekoppeld zijn met de voedingsspanningsklemmen Vdd enVss, alsmede van een ingangsklem 15 voor het toevoeren van eeningangssignaal V.in2' en een uitgangsklem 16 voor het af nemen van eenuitgangssignaal Vuit4. De uitgangsklem 14 is gekoppeld met deuitgangsklem 6 door middel van een belasting Rb en de uitgangsklem 16 isgekoppeld met klem 9 door middel van de condensator C2. De middelen M1bestaan in figuur 2 uit twee nagenoeg gelijke delen, evenals de middelenM2. Zo zijn de middelen M1 tevens gekoppeld met enerzijds de klem 9 enanderzijds de stroomspiegelschakeling S via een klem 19. De middelen M2zijn tevens gekoppeld met enerzijds de uitgangsklem 14 en anderzijds destroomspiegelschakeling S via een klem 20. De stroomspiegelschakeling Sis in dit figuur opgebouwd met twee nagenoeg gelijke delen. Omdat dezeuitvoeringsvorm overeenkomt met een brugversterkerschakeling gevormddoor twee schakelingen als weergegeven in figuur 1, is de werking van debeide deelschakelingen analoog aan de uitleg bij figuur 1. Afhankelijkvan de ingangssignalen Vin1, Vin1', Vin2 en Vin2' zullen degelijkspanningsniveau's op de klemmen 6 en 14 al dan niet gelijkvariëren. Een signaal V3, dat via de middelen M1 afgeleid is van de tilspanning Vt2 op de klem 9, stuurt hierbij de stroomspiegelschakelingS aan, welke dientengevolge een signaal V4 op de klem 19 genereert, viade tweede middelen M2 stelt het signaal V4 het gelijkspanningsniveau opde uitgangsklem 14 in.

In figuur 3 is een verdere uitvoeringsvorm van eenbrugversterkerschakeling volgens de uitvinding weergegeven. Het is eenalternatief voor de schakeling uit figuur 2, waarbij de beidegelijkspanningsniveau's via de stroomspiegelschakeling S nagenoeggelijk aangestuurd worden. De middelen M1 zijn hierbij gekoppeld met deklemmen 1 en 9, welke klemmen de beide tilspanningen Vt1 en Vt2 voeren,alsmede met de klem 17. De middelen M2 zijn gekoppeld met deuitgangsklemmen 6 en 14, welke klemmen de beidegelijkspanningsniveau's voeren, alsmede met de klemmen 18 en 19. Destroomspiegelschakeling S wordt in deze uitvoeringsvorm aangestuurd viahet signaal V1 op de klem 17 en genereert de signalen V2 en V4 oprespektievelijk de klemmen 18 en 19. Zij is daartoe uitgevoerd metéén stroomspiegel en gekoppeld met de voedingsspanningsklem Vss. Omnagenoeg gelijke gelijkspanningsniveau's op de uitgangsklemmen 6 en 14te verkrijgen worden de beide tilspanningen Vt1 en Vt2 elk via tenminste een diode toegevoerd aan een weerstand, welke gekoppeld is met deklem 17. De in figuur 3 getekende diodes vormen derhalve een of-poort.

Zo zal ten minste een der tilspanningen Vt1 en Vt.2 destroomspiegelschakeling S via de middelen M1 aansturen, in geval deuitgangsspanning Vuitl of Vuit3 dreigt vast te lopen. De werking vandeze uitvoeringsvorm is voorts overeenkomstig de uitleg bij figuur 1.

Ook hier kunnen de uitgangsspanningen Vuitl en Vui2 teruggekoppeldworden naar respectievelijk de ingangsspanningen Vin1 en Vin2 viabijvoorbeeld de klemmen 18 en 20.

De uitvinding is niet beperkt tot de getoondeuitvoeringsvoorbeelden. Binnen het kader van de uitvinding zijn voor devakman een aantal variaties te bedenken. Zo zijn de middelen op velemanieren uit te voeren evenals de stroomspiegelschakeling. Hierbij iszowel stroomsturing als spanningssturing mogelijk.

Claims (8)

1. Versterkerschakeling omvattende een eerste versterker voor het versterken van een ingangssignaal, waarbij de eerste versterkervoorzien is van een eerste klem voor het voeren van een tilspanning,welke klem gekoppeld is door middel van een unidirectioneel element meteen eerste voedingsspanningsklem voor het toevoeren van een eerstevoedingsspanning, een tweede klem, welke gekoppeld is met een tweedevoedinsspanningsklem voor het toevoeren van een tweede voedingsspanning,een eerste ingangsklem voor het toevoeren van het ingangssignaal en eeneerste uitgangsklem voor het afnemen van een eerste uitgangssignaal opeen zeker gelijkspanningsniveau, en een tweede versterker voor hetvariëren van de tilspanning op de eerste klem afhankelijk van hetingangssignaal, waarbij de tweede versterker voorzien is van een derdeen een vierde klem, welke respektievelijk gekoppeld zijn met de eersteen de tweede voedingsspanningsklem, een tweede ingangsklem voor hettoevoeren van een maat van het ingangssignaal en een tweede uitgangsklemvoor het afnemen van een tweede uitgangssignaal, welke uitgangsklemgekoppeld is door middel van een condensator met de eerste klem, met hetkenmerk,'dat de versterkerschakeling voorts vóórzien is van eensignaalvolgerschakeling voor het instellen van het gelijkspanningsniveauop de eerste uitgangsklem afhankelijk van de tilspanning op de eersteklem.

2. Versterkerschakeling volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het gelijkspanningsniveau op de eerste uitgangsklemnagenoeg gelijk is aan de helft van een som van de tilspanning op deeerste klem en de tweede voedingsspanning.

3. Versterkerschakeling volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat de signaalvolgerschakeling voorzien is van eerste middelenvoor het. genereren van een eerste signaal, welk gerelateerd is aan detilspanning op de eerste klem, een stroomspiegelschakeling met een derdeingangsklem voor het toevoeren van het eerste signaal en een derdeuitgangsklem voor het afnemen van een tweede signaal, en tweede middelenvoor het. genereren van het gelijkspanningsniveau op de eersteuitgangsklem, welk gerelateerd is aan het tweede signaal.

4. Versterkerschakeling volgens conclusie 3, met hetkenmerk, dat de eerste middelen ten minste voorzien zijn van eenunidirectioneel element en een weerstand, welke serieel gekoppeld zijntussen de eerste klem en de derde ingangsklem.

5. Versterkerschakeling volgens conclusie 3 of 4, niet hetkenmerk, dat de tweede middelen ten minste voorzien zijn van eenweerstand, welke gekoppeld is tussen de eerste uitgangsklem en de derdeuitgangsklem.

6. Versterkerschakeling volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat de schakeling voorts voorzien is van een derde en eenvierde versterker, welke op een overeenkomstige wijze gekoppeld zijn alsde eerste en de tweede versterker, waarbij de derde versterkerdientengevolge voorzien is van een vijfde klem voor het voeren van eenverdere tilspanning en een derde uitgangsklem voor het afnemen van eenderde uitgangssignaal op een verder gelijkspanningsniveau, en dat designaalvolgerschakeling voorts ingericht is voor het instellen van hetgelijkspanningsniveau op de derde uitgangsklem afhankelijk van detilspanning op de vijfde klem.

7. Versterkerschakeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het gelijkspanningsniveau op de derde uitgangsklem nagenoeggelijk is aan de helft van een som van de tilspanning op de vijfde klemen de tweede voedingsspanning.

8. Versterkerschakeling volgens conclusie 6 of 7, met hetkenmerk, dat de signaalvolgerschakeling voorzien is van eerste middelenvoor het genereren van ten minste een eerste signaal, welk gerelateerdis aan de tilspanning op de eerste klem en de tilspanning op de vijfdeklem, ten minste één stroomspeigelschakeling met ten minste een derde ingangsklem voor het toevoeren van het eerste signaal en een derdeen een vierde uitgangsklem voor het afnemen van respectievelijk eentweede en een derde signaal, en tweede middelen voor het genereren vanhet gelijkspanningsniveau op zowel de eerste als de derde uitgangsklem,welke gerelateerd zijn aan de tilspanning op respectievelijk de eersteen de vijfde klem.