NL8901772A

NL8901772A - Sluis met automatische schuif.

Info

Publication number: NL8901772A
Application number: NL8901772A
Authority: NL
Original assignee: Waterschap Kromme Rijn
Priority date: 1989-07-10
Filing date: 1989-07-10
Publication date: 1991-02-01
Also published as: DE69014585D1; DE69014585T2; EP0439568A1; WO1991000940A1; EP0439568B1; ATE114760T1; AU6051190A

Description

Sluis net automatische schuif.

De uitvinding betreft een sluis met een automatisch werkende, om eenhorizontale as draaibare, cylindervormige schuif. De grootte van deschuifopening wordt geregeld met een of meerdere drijvende contra¬gewichten die via een overbrengingsmechanisme de schuif bewegen. Elkdrijvend contragewicht bevindt zich in een ruimte die öf met hetbovenpeil öf met het benedenpeil in verbinding staat. Doordat hetzwaartepunt van de schuif zich verplaatst tijdens het draaien van deschuif kan een gedifferentieerde werking verkregen worden bij wisselen¬de water aan- en afvoeren.

Een sectorvormige schuif is bekend uit aanvrage EP-A-249558. Dezeschuif is afhankelijk van een voldoende niveauverschil om het benodigdevacuum te verkrijgen voor de regeling. Doordat de regelopeningen indirect contact staan met het buitenwater kunnen deze gemakkelijk vervuilen.

De uitvinding voorziet in een betrouwbare en eenvoudige schuif metbijzonder gunstige eigenschappen ten aanzien van de te verwerken water-hoeveelheden, Dit wordt bereikt door gebruik te maken van een cylinder¬vormige schuif welke om een horizontale as draaibaar is. De schuifopent aan de onderzijde en wordt versteld met behulp van een drijvendcontragewicht. Door verstelling van de boogvormige cyün der wand tenopzichte van de as van de schuif is het mogelijk met behulp van deresultante van de hydrostatische krachten de karakteristiek van deschuif te beinvloeden.

De uitvinding wordt beschreven aan de hand van de tekeningen waarbij devolgende figuren:

Fig. 1 geeft een doorsnede van de schuif in de lengterichting van dewaterloop gezien volgens de letters B-B uit figuur 2.

Fig. 2 geeft een dwarsdoorsnede van de schuif gezien volgens deletters A-A uit figuur 1.

Fig. 3 geeft de constructie voor het geval dat de regeling afhankelijkis van het bovenpeil.

Fig. 4 geeft de constructie van de verstelbare cylinderwand.

De schuif <1> bestaat uit een gebogen plaat (2) die de vorm heeftvan een deel van een cylinder, cylindrische wand (2) genoemd, die isbevestigd aan de draaibare horizontale as (3) welke gelagerd is inlagers (4). De hartlijn van de cylindrische wand (2) ligt in of nabijde draaibare as <3>. De schuif (1) kan voorzien worden van eenbeplating (5). Deze beplating is voorzien van openingen (6) teneindeeen open verbinding tussen de ruimte in de schuif <1> met hetbenedenpeil (7) te hebben, De schuif (1) heeft een zodanige diameterdat de schuif gelijk aan of boven het hoogste toelaatbare of «optredendebovenpeil (8) reikt. Op de bodem van de waterloop (9) is een drempel(10) geplaatst waartegen de onderrand (11) van de schuif (1) kanaanslaan. De waterloop ter plaatse van de schuif wordt begrensd doortwee vertikale wanden (12), (13). Een loopbrug (14) verbindt beidewanden. De schuif (Dis zijdelings afgedicht met twee platen (15) welkede as (3) verbinden met de cylindrische wand (2). Afdichtingsstroken(16) vormen de afdichting tussen de vertikale wanden (12), (13) en deschuif (1).

Het drijvende contragewicht (17) is opgehangen in een behuizing (18)met inspectieluik (19). De as (3) reikt door de wand van de behuizing(18) en is voorzien van een schijf (20). Deze schijf (20) wordt aan¬gedreven met behulp van een kabel (21) door schijf (22). Schijf (22) isvast gemonteerd op as (23) welke is gelagerd in lagers (24). Op as(23) is een schijf (25) aangebracht die te koppelen is met een vast opde as (23) gemonteerde schijf (26). Het drijvende contragewicht (17)is met een kabel (27) verbonden aan schijf (25). De opening (28)verbindt de behuizing (18) met het benedenpeil (7). Deoverbrenging tussen schijf (22) en (20) kan ook geschieden middels eenketting of tandriem.

Door de asymetrische vorm van de schuif (1) zal het zwaartepunt van deschuif (1) ergens tussen de cylinderische wand (2) en de as (3) liggen.Het gewicht van de schuif (1) zal deze dan ook doen sluiten, Deresultante van de hydrostatische krachten zal door de cylindervormvan de wand (2) door de as (3) van de schuif (1) gaan en daardoor geenkoppel op de schuif (1) uitoefenen. Het drijvende contragewicht (17) isdoor de schijven (25),(26), (22) en (20) en via as (23) en kabels (27)en (21) met de as (3) van de schuif (1) verbonden. Door de koppeling tussen schijf (25) en (26) te verstellen kan het drijvende contrage¬wicht (17) zover uit het water getild worden dat de schuif (1) in ba¬lans is. Vanneer het benedenpeil (7) zakt zal het drijvende contra¬gewicht (17) de schuif (1) openen en zal er water van de bovenloop naarde benedenloop stromen. Bij het opendraaien van de schuif (1) zal hetzwaartepunt van de schuif (1) zich in horizontale zin naar de as (3)bewegen waardoor de onbalans van de schuif vermindert en het drijvendecontragewicht (17) de schuif (1) verder opent. Op deze wijze zal bijeen voortgaande doch geringe peildaling de schuif (1) progressiefopenen en zich zo aan een nieuwe evenwichtsituatie aanpassen. De in¬stelling van het benedenpeil (7) geschiedt met behulp van de koppelingtussen schijf (25) en (26). De verstelling kan bijvoorbeeld gebeurenmet een (niet getekende) worm en wormwiel overbrenging. De schuifver-stelling is afhankelijk van de diameterverhouding van de kabelschijven(20), (22) en (25).

In fig. 3 is een constructie aangegeven voor het geval dat hetbovenpeil (6) bepalend is voor de regeling van de opening van de schuif (1) . Het drijvende contragewicht (17) wordt verbonden met een druk-stang (35) waaraan twee kabelverbindingsstukken (36) zijn bevestigd.

Op as (23) is een schijf (37) instelbaar verbonden met schijf (26).Tussen de kabelverbindingsstukken (36) is een kabel (38) gespannen dieom schijf (37) is geslagen en daarmee slipvrij verbonden is. De flenzen(39) dienen ter geleiding van drukstang (35). Het drijvende contragewicht (17) wordt zover in het water gedrukt dat het drijfver-mogen de onbalans van schuif (1) compenseert. Vanneer het bovenpeil(8) stijgt zal het drijvende contragewicht (17) de schuif (1) openen.De hier beschreven kabelconstructie kan ook uitgevoerd worden met eentandheugel of tandriemen.

In fig. 4 is een variant aangegeven. Hiermee is het mogelijk dekarakteristiek van de sluis te wijzigen tijdens het bedrijf. De wand (2) is scharnierend bevestigd aan de beplating (5) met scharnier (29).Bij (30) is een verstelmechanisme met scharnierpunten (31) en (32).Door een verplaatsing van de hartlijn van de cylinder naar (33)zal de resultante van de hydrostatische krachten (34iv§ie schuif (1)meewerken met het openen van de schuif. Dit betekent dat het bovenpeil(8) mede invloed op de werking heeft. Bij een grote wateraanvoer zal het hogere bovenpeil (8) de schuif Cl) verder doen openen. Deze uitvoe¬ring maakt het magelijk dat een nagenoeg constant peilverschil tussenonder- (7) bovenpeil (8) gehandhaafd kan worden.

De eenvoudige vormgeving van de drempel (10) en schuif (1) voorkomenopeenhoping van vuil en obstructies. Het is niet nodig roosters aan tebrengen waardoor het onderhoud vermindert en de betrouwbaarheid toe¬neemt .

Claims

41 Sluis met automatisch werkende schuif volgens conclusie 1, 2 en 3met het kenmerk dat een of meer drijvende contragewichten zich bevindenin een ruimte welke met het bovenpeil verbonden is. 5] Sluis met automatisch werkende schuif volgens conclusie 1, 2, 3en 4 met het kenmerk dat de cylinderwand minder is dan een halvecylinder en dat het zwaartepunt can de schuifconstructie tussen decylinderwand en de draaiingsas ligt.