NL8901369A - Kolom met sleufgaten voor het inhaken van met de kolom te koppelen delen. - Google Patents

Description

Kolom met sleufgaten voor het inhaken van met de kolom te koppelen delen

De uitvinding betreft een kolom met vertikale rijen, van buitenaf toegankelijke vertikale sleufgaten voor het inhaken van haken, die aanwezig zijn aan beugels, draagarmen, legborden, draagpoten of andere met de kolom te koppelen delen.

Een dergelijke kolom is in vele uitvoeringen bekend en kan dienen als onderdeel voor het, desgewenst in combinatie met andere gelijke kolommen opbouwen van een wandstelling of een vrij in de ruimte staand rek, ook wel als "gondola" aangeduid.

Doel van de uitvinding is, een kolom van het genoemde type zodanig uit te voeren, dat de kolom zich leent voor een eenvoudige vervaardigingswijze, goedkoop is en niettemin een zeer grote sterkte bezit.

Daartoe vertoont de kolom volgens de uitvinding het kenmerk dat de kolom een aantal met elkaar gekoppelde segmenten omvat, die een zone gemeen hebben, waarin ze een in hoofdzaak prismatische figuur vormen.

Een zeer eenvoudige assemblage van de kolom volgens de uitvinding wordt bereikt met een uitvoering die de bijzonderheid vertoont dat de kolom elkaar omtreksgewijs afwisselende eerste en tweede segmenten omvat, welke eerste segmenten omgezette langszones met rijen haken vertonen, die samenwerken met in de tweede segmenten aanwezig sleufgaten.

Met een gereduceerd aantal gaten en daarmee een aanzienlijk vereenvoudigde en goedkopere voorbewerking kan worden volstaan met een uitvoering, die het kenmerk vertoont dat de in de tweede segmenten aanwezige sleufgaten zo breed zijn, dat tussen elk paar haken van naburige eerste segmenten een sleufgat overblijft voor het inhaken van een haak van een met de kolom te koppelen deel.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid dat de langszones van naburige eerste segmenten in onderling evenwijdige hoofdvlakken zijn gelegen. Bijvoorbeeld kunnen de omgezette langszones van naburige eerste segmenten tegen elkaar gelegen zijn, hetgeen ruimtebesparing geeft. Ook kan in een andere uitvoering de kolom het kenmerk vertonen dat de genoemde langszones een gekozen onderlinge afstand vertonen. De betreffende gekozen onderlinge afstand kan voldoende zijn voor het opnemen van een plaatvormig wand- of scheidingselement.

Een voorkeursuitvoeringsvorm, die het kenmerk vertoont dat de van buitenaf toegankelijke steufgaten van de kolom op dezelfde steekcirkel liggen, heeft het voordeel, dat onafhankelijk van de hoekstand van de kolom alle voorafgekozen moduulmaten passen bij de gekozen hoekpositie. Hierdoor heeft de ontwerper van een stelling of rek op basis van de kolom volgens de uitvinding een aanzienlijk verbeterde ontwerpvrijheid.

In het bijzonder kan in dit geval de kolom de bijzonderheid vertonen dat de vlakken waarin zich de sleufgaten bevinden een dwarsdoorsnede bezitten met de vorm van een regelmatige veelhoek.

Opgemerkt wordt dat door de gesegmenteerde opbouw de kolom uitneembaar kan zijn uitgevoerd, hetgeen bijvoorbeeld met het oog op opslag of transport van voordeel kan zijn.

Ook kan desgewenst om voor zover nog nodig de integriteit van de constructie te verzekeren, de kolom zijn uitgevoerd, dat de segmenten tenminste plaatselijk met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door lassen.

De constructie volgens de uitvinding maakt het mogelijk om ruggelings aan elkaar grenzende schappen met een zeer geringe tussenruimte aan elkaar te doen grenzen. De tussenruimte kan bijvoorbeeld worden opgevuld door de reeds genoemde scheidingswanden, die bijvoorbeeld een breedte van 10 mm kunnen bezitten. Bij bekende kolommen voor het opbouwen van rekken is gewoonlijk een onderlinge afstand tussen de betreffende schappen in de orde van 100 mm vereist.

Door de grote flexibiliteit, bijvoorbeeld met betrekking tot de mogelijke hoekstanden van de respectieve kolommen behoeft de uiterlijke contourlijn van een aan de hand van de kolom opgebouwd of stelling niet recht te zijn, i maar kan bijvoorbeeld uitstekende of inspringende delen vertonen, hetgeen in een winkelbedrijf de attentiewaarde kan verbeteren.

De schappen of schapdelen behoeven ook niet rechthoekig te zijn, maar kunnen elke gewenste vorm bezitten en een naar keuze variabele diepte vertonen.

De schappen kunnen een geperforeerd bovenvlak bezitten. In dit geval kan een afhangende voorrand bijvoorbeeld een TL-balk aan het rechtstreekse gezicht van het publiek onttrekken, maar wel het effect hebben, dat de op het schap gepresenteerde artikelen op esthetisch zeer fraaie wijze worden gepresenteerd.

De kolom volgens de uitvinding leent zich ook uitstekend om draagpoten, -voeten of dergelijke slechts een zeer geringe effectieve hoogte van de kolom in beslag te doen nemen. Dit betekent dat ten opzichte van bekende kolommen een winst in de bruikbare hoogte van de stelling.

Zoals gezegd, kan de kolom bestaan uit ten minste twee segmenten, die losneembaar met elkaar zijn gekoppeld, lokaal met elkaar permanent of losneembaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door lassen, of zelfs door een geschikte bewerking naadloos aan elkaar zijn verbonden, hetgeen ook weer door een geschikte lasbewerking kan plaatsvinden.

De eerste en tweede segmenten, als boven omschreven kunnen desgewenst van elkaar uiterlijk worden onderscheiden door ze elk een eigen oppervlaktebewerking te geven, bijvoorbeeld ze in verschillende kleuren te lakken. Deze uitvoering blijkt esthetisch zeer aantrekkelijk te zijn.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een rek met kolommen volgens de uitvinding;

Fig. 2 het detail II uit fig. 1;

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht overeenkomstig het detail III volgens fig. 2 van een eerste type segment;

Fig. 4 een perspectivisch aanzicht overeenkomstig het detail IV volgens fig. 2 van een tweede type segment;

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht vanaf de onderzijde, waarin men bevestigingsbeugels voor het dragen van driehoekige schappen ziet;

Fig. 6 een perspectivisch, gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een voetconstructie;

Fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een alternatieve wandstelling;

Fig. 8 een opengewerkt perspectivisch aanzicht van het detail VIII in fig. 1;

Fig. 9 een dwarsdoorsnede van de kolom volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoering;

Fig. 10 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een voetconstructie;

Fig. 11 op vergrote schaal het detail XI uit fig. 10;

Fig. 12 een doorsnede langs de lijn XII uit fig. 11;

Fig. 13 een plof-aanzicht van een voet volgens fig.

10;

Fig. 14 een zijaanzicht van de voetconstructie volgens fig. 10;

Fig. 15 een aantal uitvoeringen van schappen; de figuren 16, 17, 18 en 19a, 19b, 19c, 19d, 19e, 19f, 19g, 19h, 19i, 19j, 19k, 191, 19m een aantal ontwerpvoorbeelden van stellingen of rekken, die zijn opgebouwd op basis van een kolom volgens de uitvinding;

Fig. 20 een eenvoudig alternatief van een kolom volgens de uitvinding;

Fig. 21 een uitgebreidere uitvoering daarvan; en

Fig. 22 een nog verdere uitwerking daarvan.

Fig. 1 toont een stelling l met vier kolommen 2 volgens de uitvinding. Deze kolommen 2 zullen hierna meer in detail worden beschreven.

De kolommen 2 worden door hierna te beschrijven voetconstructies 3 gedragen en dragen samen een aantal

λ Λ Λ 4 7 G O

algemeen met 4 aangeduide draagborden of -schappen.

Fig. 2 toont de gesegmenteerde opbouw van een kolom 2. De kolom 2 bestaat uit twee groepen van verschillende segmenten. Een eerste type segment 5, dat individueel in fig. 3 is weergegeven, vertoont omgezette langszones 6, met rijen haken 7. Deze haken 7 kunnen inhakend samenwerken met in twee de typen segmenten 8, zie fig. 4, aanwezige sleufgaten 9. De samengestelde constructie is in fig. 2 weergegeven.

Zoals fig. 2 en fig. 3 tonen, vertonen de eerste segmenten 5 elk een vertikale rij in langsrichting verlopende sleufgaten 10 voor het inhaken van haken die aanwezig zijn aan met de kolom te koppelen delen.

Zoals fig. 2 en fig. 4 tonen, vertonen ook de tweede segmenten 8 sleufgaten 9, die blijkens fig. 2 zodanig breed zijn, dat na het samenstellen van de kolom 2 er voldoende ruimte overblijft tussen de langszones 6, dat de resterende ruimte van de sleufgaten 6 nog beschikbaar is voor het inhaken van haken van met de kolom te koppelen delen. De ruimte tussen de met elkaar evenwijdige langszones 6 is voldoend groot voor het opnemen van bijvoorbeeld een scheidingswand, zoals hierna aan de hand van fig. 8 zal worden getoond.

Fig. 5 toont, op welke wijze schappen 4 kunnen worden gedragen door de kolom 2. Daartoe wordt gebruik gemaakt van driehoekige draagbeugels 13 met van haken voorziene, dicht bij elkaar gelegen uiteinden, die inhakend kunnen samenwerken met respectievelijk de rijen sleufgaten 9 en 10. De hiernavolgende beschrijving van fig. 6 verduidelijkt een en ander.

Fig. 6 toont een voetconstructie. De kolom 2 wordt in deze uitvoering gesteund door acht ongeveer driehoekige voetbeugels 15, die met instelbare steunen 11 op de grond kunnen steunen. De voetbeugels 15 vertonen ieder twee, elk van twee haken 12 voorziene uiteinden, waarmee ze kunnen inhaken in respectievelijk de rij sleufgaten 10 aan de eerste segmenten 5 en de verdiept gelegen sleufgaten 9 in de tweede segmenten 8. Duidelijk zal zijn aan de hand van fig.

6, dat de beugels 15 twee aan twee strak tegen elkaar liggen.

Fig. 7 toont een stelling 14 met twee kolommen 2 volgens de uitvinding, die een aantal schappen 4 dragen. De voetconstructie 3 is identiek aan die volgens fig. l en fig. 6.

Uit de tot nu gegeven beschrijving aan de hand van de figuren 1-7 zal reeds duidelijk zijn, welk een grote flexibiliteit en vrijheid in vormgeving de kolom volgens de uitvinding biedt.

Fig. 8 toont een met fig. 2 corresponderend aanzicht van de kolom 2, die schappen 4 draagt door middel van de draagbeugels 13 volgens fig. 5.

Zoals boven reeds beschreven is in elk in deze constructie gebruikt sleufgat 9, 10 een tweetal haken van aangrenzende beugels 13 aangebracht. Deze beugels 13 dragen de schappen 4. Tussen de omgezette langszones 6 van de eerste segmenten 5, welke langszones met elkaar evenwijdig verlopen, is voldoende ruimte aanwezig voor het opnemen van scheidingswanden 17, die op deze wijze zeer gemakkelijk plaatsbaar en wegneembaar zijn.

Fig. 9 toont een dwarsdoorsnede door de kolom 2. Dit aanzicht toont in het bijzonder duidelijk de onderlinge positionering van de sleufgaten 10 in de eerste segmenten 5 en de sleufgaten 9 in de tweede segmenten 8. Zoals met pijlen 16 is aangeduid, vertonen de gaten 9 en 10 alle dezelfde afstand tot de middellijn 16 van de kolom 2. De gaten liggen anders uitgedrukt op dezelfde steekcirkel. In verband met het gebruik van vaste moduulmaten is dit een buitengewoon praktisch aspect van de kolom volgens de uitvinding.

Fig. 10 toont een alternatieve voetconstructie. De kolom 2 wordt in deze uitvoering gedragen door een viertal schoren 18. Deze schoren haken op de op dezelfde wijze in de sleufgaten 9 in als hiervoor beschreven.

Fig. 11 toont dit meer in detail.

Zoals uit fig. 12 duidelijk zal zijn, bestaan de schoren 18 uit twee omgezette plaatdelen 19, 20. Deze plaatdelen vertonen haken 21, waarmee ze rond de onderrand van het betreffende tweede segment 8 haken. Aan de onderzijde zijn de plaatdelen 19, 20 met elkaar gekoppeld door een brug 22, waarmee tevens de instelbare steunen 11 samenwerken.

Fig. 13 toont de schoor 18 in plofaanzicht.

Fig. 14 toont de inherente stabiliteit van de constructie volgens de figuren 10-13 aan. De door de kolom en de daardoor gedragen delen op de schoren 8 over te brengen gewichtskracht 34 neigt er toe, de schoren 18 ten opzichte van het door de haken 21 bepaalde scharnierpunt te laten kantelen in de met pijlen 22 aangeduide richting. In deze richting zijn de schoren 18 voor verdere verplaatsing geblokkeerd, en bovendien zijn ze in hun vlak volledig voor zijdelingse verplaatsing geborgd door de vertikale uitsparing, die wordt gevormd door de evenwijdige omgezette langszones 6 van de eerste segmenten 5.

Fig. 15 toont bij wijze van voorbeeld een aantal verschillende vormen van schappen, die kunnen worden gebruikt in samenhang met de kolom volgens de uitvinding. Anders dan bij bekende kolommen behoeven de schappen niet rechthoekig van vorm te zijn, maar kunnen binnen de ontwerpvrijheid alle denkbare vormen bezitten, bijvoorbeeld trapeziumvormig of driehoekig zijn.

Fig. 16 toont een opstelling in een grootwinkelbedrijf op basis van de kolom volgens de uitvinding. Uit deze figuur blijkt de grote flexibiliteit die de interieurarchitect ten dienste staat.

Ook de figuren 17, 18, en 19 tonen in willekeurige voorbeelden de grote speelsheid en de buitengewone ruime variatiemogelijkheden die de stelling volgens de uitvinding biedt.

Fig. 20 toont in dwarsdoorsnede een zeer eenvoudige kolom 23 volgens de uitvinding. Deze bestaat uit een rechthoekige buis, aan de smalle eindvlakken waarvan rijen sleufgaten 24 zijn aangebracht.

Fig. 21 toont een gecompliceerdere kolom 25, die een kolomsegment 23 omvat, waaraan een tweede segment 29 is vastgelast. Dit segment 29 omvat sleufgaten 26. Zoals pijlen 27 tonen, liggen deze gaten 26 en 24 alle op dezelfde steekcirkel.

Fig. 22 toont een kolom 28, bestaande uit een kolomdeel 23, waaraan twee extra segmenten 29 conform fig.

21 zijn vastgelast. Deze segmenten 29 vormen samen met het basissegment 23 de kolom 28. Zoals duidelijk zal zijn liggen evenals in de uitvoeringen volgens de figuren 20 en 21, alle sleufgaten 24, 26 op dezelfde steekcirkel.

Zonder nadere toelichting zal nu duidelijk zijn, dat ook een andere constructie van de kolom 2 volgens in het bijzonder fig. 9 binnen het kader van de uitvinding mogelijk is. Een belangrijk aspect van de kolom 2 is de onderlinge tussenruimte tussen de langszones 6 van de eerste segmenten 5. Een dergelijke opbouw behoeft niet speciaal met haak/sleufgatverbinding te worden gerealiseerd, maar kan ook door bewerkingen van buizen, het met elkaar verbinden van plaatdelen of op andere geschikte wijze worden uitgevoerd.

Claims (6)

1. Kolom met vertikale rijen, van buitenaf toegankelijke vertikale sleufgaten voor het inhaken van haken, die aanwezig zijn aan beugels, draagarmen, legborden, draagpoten of andere met de kolom te koppelen delen, met het kenmerk, dat de kolom een aantal met elkaar gekoppelde segmenten omvat, die een zone gemeen hebben, waarin ze een in hoofdzaak prismatische figuur vormen.

2. Kolom volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de kolom elkaar omtreksgewijs afwisselende eerste en tweede segmenten omvat, welke eerste segmenten omgezette langszones met rijen haken vertonen, die samenwerken met in de tweede segmenten aanwezig sleufgaten.

3. Kolom volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de in de tweede segmenten aanwezige sleufgaten zo breed zijn, dat tussen elk paar haken van naburige eerste segmenten een sleufgat overblijft voor het inhaken van een haak van een met de kolom te koppelen deel.

4. Kolom volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de langszones van naburige eerste segmenten in onderling evenwijdige hoofdvlakken zijn gelegen. 5r Kolom volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de genoemde langszones een gekozen onderlinge afstand vertonen.

6. Kolom volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de van buitenaf toegankelijke steufgaten van de kolom op dezelfde steekcirkel liggen.

7. Kolom volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vlakken waarin zich de sleufgaten bevinden een dwarsdoorsnede bezitten met de vorm van een regelmatige veelhoek.