NL8900477A

NL8900477A - Reflecting and housing assembly for fluorescent lamp - has shortened cross laminae and central auxiliary reflector to provide even illumination

Info

Publication number: NL8900477A
Application number: NL8900477A
Authority: NL
Original assignee: Simon Cornelis Van Putten
Priority date: 1989-02-27
Filing date: 1989-02-27
Publication date: 1990-09-17

Abstract

The rectangular section housing (1) has three main reflectors: two (8, 9) on the sides of the fluorescent tube (7) and one (10) above it. The auxiliary reflector (17, 18, 19) is supported by cross laminae (13) and by pins (30) which fit into tee-shaped apertures (20) in the end walls of the housing.$ The auxiliary reflector consists of two curved reflectors (18, 19) which run the length of the housing and are approximately parallel to the main reflectors (8, 9). The curved reflectors are supported by cross laminae (17) at intervals along their length.$ ADVANTAGE : Eliminates visible reflections from tops of cross laminae. @(9pp Dwg.No.1/1)@.

Description

Korte aanduiding: Verlichtingsarmatuur met ingekorte dwarslamellen.Short designation: Lighting fixture with shortened cross blades.

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsarmatuur, omvattende een bakvormige behuizing met een rechthoekige bodemplaat en met een eerste en tweede tweetal evenwijdige, met de bodemplaat verbonden, een rechthoekige verlichtingsopening bepalende zijplaten, ten minste één, op ten minste één positie aan de binnenkant van ten minste één van de zijplaten van het eerste tweetal bevestigbare lamphouder voor een in hoofdzaak langwerpige lichtbron, twee tussen een respectieve zijplaat van het eerste tweetal en de bodemplaat opgenomen zijreflectoren, en evenwijdig met de zijplaten van het eerste tweetal aangebrachte reflecterende dwars lamellen.The invention relates to a lighting fixture, comprising a box-shaped housing with a rectangular bottom plate and with a first and second pair of parallel side plates, at least one of which are connected to the bottom plate and define a rectangular lighting opening, at least one position at least on the inside of at least one of the side plates of the first pair of attachable lamp holder for a substantially elongated light source, two side reflectors included between a respective side plate of the first pair and the bottom plate, and reflective transverse lamellas arranged parallel to the side plates of the first pair.

Een verlichtingsarmatuur van de genoemde soort is bekend. Bij het bekende verlichtingsarmatuur valt de onderkant van de dwarslamellen samen met de verlichtingsopening en zijn de dwarslamellen hetzij aan de zijreflectoren bevestigd, hetzij opgenomen in een lamellenrooster met enerzijds (in langsdoorsned^ evenwijdig met de zijplaten van het tweede tweetal en anderzijds evenwijdig met de verlichtingsopening in de behuizing aangebrachte, gekromde, reflecterende langslamellen. In het laatstgenoemde geval vormen de langslamellen een voortzetting van de respectieve zijreflec-toren, hetgeen inhoudt dat hun kromming daardoor vastligt.A lighting fixture of the said type is known. In the known luminaire, the bottom of the transverse slats coincides with the illumination opening and the transverse slats are either attached to the side reflectors or incorporated in a slat grille with (in longitudinal section parallel to the side plates of the second pair and parallel to the lighting opening in curved, reflective longitudinal lamellae arranged in the housing In the latter case, the longitudinal lamellae form a continuation of the respective side reflectors, which means that their curvature is thereby fixed.

Een ongewenst verschijnsel, dat in het bekende verlichtingsarmatuur met de hierboven geschetste opbouw optreedt, is dat ten gevolge van reflectie van door de lichtbron(nen) uitgezonden licht op de bovenkant van de dwarslamellen zich langs een bepaald traject lichtsporen op de zij reflectoren voordoen, welke lichtsporen voor een waarnemer zichtbaar zijn. Dit verschijnsel wordt ook wel deprojectie genoemd.An undesirable phenomenon, which occurs in the known luminaire with the above-described structure, is that as a result of reflection of light emitted by the light source (s) on the top of the transverse lamellas, light trails appear on the side reflectors along a certain range. light trails are visible to an observer. This phenomenon is also known as deprojection.

De uitvinding beoogt het optreden van de genoemde, hinderlijke lichtsporen ten minste te verminderen en zij voorziet hiertoe in een verlichtingsarmatuur van de in de aanhef genoemde soort, dat het kenmerk heeft, dat de dwarslamellen op afstand van de zij reflectoren zijn aangebracht.The object of the invention is to at least reduce the occurrence of said annoying light trails and for this purpose it provides a luminaire of the type mentioned in the preamble, which is characterized in that the transverse lamellae are arranged at a distance from the side reflectors.

Door de maatregel van het als het ware inkorten van de dwarslamellen kan het door de lichtbron(nen) uitgestraalde licht niet meer door de, nu ontbrekende, einddelen van de dwarslamellen worden gereflecteerd, waardoor in de zij reflectoren de lichtsporen in kwestie ten min- ste in mindere mate zullen optreden.Due to the measure of shortening the transverse lamellae, as it were, the light emitted by the light source (s) can no longer be reflected by the now missing end parts of the transverse lamellae, so that at least the light trails in question are reflected in the side reflectors. will occur to a lesser extent.

Bovendien wordt er door vermindering of voorkoming van deprojectie een lagere optische helderheid verkregen, hetgeen met name van voordeel is bij het werken met beeldschermapparatuur en wordt door de genoemde inkorting een hoger armatuurrendement bereikt, zonder dat dit ten koste van de afschermhoek gaat.In addition, by reducing or preventing projection, a lower optical clarity is obtained, which is particularly advantageous when working with screen equipment and the aforementioned shortening achieves a higher luminaire efficiency, without this being at the expense of the screen angle.

De voorkeur hebbend zijn volgens de uitvinding de dwars lamel ten op afstand van de verlichtingsopening in de behuizing aangebracht.According to the invention, the transverse lamella is preferably arranged at a distance from the lighting opening in the housing.

Door de maatregel van het als het ware dichter bij de tichtbron(nen) plaatsen van de ingekorte dwarslametlen kan de deprojectie volledig worden opgeheven.By the measure of placing, as it were, closer to the source source (s) of the shortened cross lamellae, the deprojection can be completely eliminated.

Bij voorkeur vormen de ingekorte dwarslamellen met op afstand van de zij reflectoren gelegen langs lamellen wat hier een brug-reflector zal worden genoemd, dat wil zeggen als het ware een versmald lamellenrooster, dat resulteert in een hoger verlichtingsrendement, dankzij de reflecterende langs lamellen van de brugreflector, waarbij er voor zorg kan worden gedragen dat een afbuiging naar lagere uitstralingshoeken van maximaal en absoluut 45 graden ten opzichte van de verticaal kan worden verkregen, waardoor onnodige kwadratische afnameverliezen kunnen worden voorkomen. Hierbij kunnen de langslamellen onafhankelijk van de kromming van de zijreflectoren (in dwarsdoorsnede) geschikt worden gekromd. Hierbij wordt opgemerkt dat de configuratie van de dwars- en langslamellen op de gebruikelijke wijze kan worden uitgevoerd, zoals aan een vakman op dit gebied van de techniek duidelijk zal zijn.Preferably, the shortened transverse slats with spaced from the side reflectors located along slats what will be referred to herein as a bridge reflector, i.e. form, as it were, a narrowed slat grille, which results in a higher illumination efficiency, thanks to the reflective longitudinal slats of the bridge reflector, where it can be ensured that a deflection to lower beam angles of maximum and absolutely 45 degrees from the vertical can be obtained, thus avoiding unnecessary quadratic loss. The longitudinal blades can be suitably curved independently of the curvature of the side reflectors (in cross section). It is noted here that the configuration of the transverse and longitudinal blades can be carried out in the usual manner, as will be apparent to a person skilled in the art.

Door het genoemde dichter bij de lichtbron(nen) plaatsen van de brugreflector wordt een betere afscherming van de lichtbron Cnen) in dwarsrichting verkregen. Een korte steek van de dwarslamellen zorgt in langsrichting voor een afschermhoek van 45 graden. Daarbij kan de dwarslamelspatiëring afhankelijk van de hoogte van de dwarslamel variëren.By placing said bridge reflector closer to the light source (s), a better shielding of the light source (s) in the transverse direction is obtained. A short pitch of the transverse blades provides a shielding angle of 45 degrees in the longitudinal direction. The cross-blade spacing can vary depending on the height of the cross-blade.

Wanneer een kopspiegel aanwezig is, kan deze in het midden worden geprofileerd, dat wil zeggen (in dwarsdoorsnede) aan weerszijden van en aansluitend aan de middellijn naar de lichtbron(nen) worden toegebogen.When a front mirror is present, it can be profiled in the center, i.e. (in cross-section) on either side of and then bent towards the light source (s) along the centerline.

Door het gebruik van langslamellen is een optimale lichtstroomafbuiging mogelijk naar de lagere uitstralingshoeken, hetgeen een hoger verlichtingsrendement tot gevolg heeft, alsmede uitsluiting van verblinding.The use of longitudinal lamellae allows optimum luminous flux deflection to the lower beam angles, which results in higher illumination efficiency and exclusion of glare.

De lichtsterkteverdeling is variabel, enerzijds door het kunnen verplaatsen van een lichtbron(nen) en anderzijds door het kunnen verplaatsen van de brugreflector. Aldus kunnen asymmetrische of dubbele lichtbronposities worden gerealiseerd.The light intensity distribution is variable, on the one hand by being able to move a light source (s) and on the other by being able to move the bridge reflector. Thus, asymmetrical or double light source positions can be realized.

Ter verwezenlijking van deze variabele instelling heeft een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding het verdere kenmerk dat dit voorts is voorzien van middelen voor het instellen van de afstand tussen de verlichtingsopening en de onderkant van de lamellen.In order to realize this variable setting, a lighting fixture according to the invention has the further feature that it is further provided with means for adjusting the distance between the lighting opening and the bottom of the slats.

Zo kan de brugreflector zijn voorzien van een in/op-legnokconstructie, waartoe in het eerste tweetal zijplaten van de behuizing inhangopeningen zijn aangebracht.For example, the bridge reflector can be provided with an in / on-ridge construction, for which suspension openings are provided in the first two side plates of the housing.

Door de verstelbaarheid van de brugref lector in een aantal, bijvoorbeeld drie, posities kan het relatief hoge armatuurrendement worden getransformeerd naar een hoog verlichtingsrendement of is bij- of instelling van de brugreflector naar de ruimtelijke coördinaten in kwestie voor het behalen van een zo goed mogelijk verlichtingsresultaat mogelijk. Het verlichtingsarmatuur werkt hierdoor bij verschillende plafondhoogten en onderling verschillende verlichtingsarmatuurafstanden optimaal.Due to the adjustability of the bridge reflector in a number of, for example three, positions, the relatively high luminaire efficiency can be transformed into a high lighting efficiency or adjustment of the bridge reflector to the spatial coordinates in question to achieve the best possible lighting result. possible. The luminaire therefore works optimally at different ceiling heights and mutually different luminaire spacing.

Eventueel kan de brugrefLector in een van horizontaal afwijkende positie worden aangebracht, waardoor een asymmetrische lichtsterkteverdeling wordt verkregen.Optionally, the bridge reflector can be arranged in a position that deviates from horizontal, so that an asymmetrical light distribution is obtained.

De dwarslamellen kunnen parabolisch zijn gevormd, gestructureerd of vlak zijn. De langslamellen kunnen wigvormig, paraboolvormig of vlak zijn.The cross slats can be parabolic, structured or flat. The longitudinal blades can be wedge-shaped, parabolic or flat.

De dwars- en langslamellen kunnen gematteerd of hoogglanzend zijn uitgevoerd.The transverse and longitudinal slats can be matt or high-gloss.

Tenslotte kunnen de radii van de zij reflectoren verstelbaar zijn..Finally, the radii of the side reflectors can be adjusted.

De uitvinding zal nu onder verwijzing naar de tekening worden toegelicht, welke tekening bestaat uit een enkele figuur die schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een verlichtingsarmatuur laat zien, waarop de onderhavige uitvinding is toegepast.The invention will now be explained with reference to the drawing, which drawing consists of a single figure which schematically shows a possible embodiment of a lighting fixture to which the present invention has been applied.

In de figuur is met het verwijzingscijfer 1 een bakvormige behuizing van een schematisch in dwarsdoorsnede weergegeven ver- lichtingsarmatuur volgens de uitvinding aangegeven. De bakvormige behuizing 1 heeft een rechthoekige bodemplaat 2, een eerste tweetal onderling en aan het vlak van de figuur evenwijdige zijplaten, waarvan er één is aangegeven met het verwijzingscijfer 3, en een tweede tweetal evenwijdige zij-; platen 4, 5, welke vier zijplaten met de bodemplaat 2 zijn verbonden en een rechthoekige verlichtingsopening 6 bepalen. Met zwarte stippen zijn mogelijke posities aan de binnenkant van ten minste één van de zijplaten, in dit geval zijplaat 3, van het eerste tweetal aangegeven voor een in hoofdzaak langwerpige lichtbron 7. Deze lichtbron 7 kan een fluorescentielamp zijn, een gebruikelijke of een modernere compacte, in welk geval aan beide zijplaten van het eerste tweetal, waarvan alleen zijplaat 3 is getoond, één of meer (niet-getoonde) lamphouders zullen zijn bevestigd voor het op één of meer van de met zwarte stippen aangegeven posities opnemen van één of meer lichtbronnen 7. Natuurlijk hoeft bij Lichtbronnen 7 met de aansluitingen aan één einde van de lichtbron 7 er slechts in één lamphouder op één van de zijplaten, bijvoorbeeld 3, van het eerste tweetal te zijn voorzien.In the figure, reference numeral 1 denotes a box-shaped housing of a lighting fixture according to the invention schematically shown in cross section. The box-shaped housing 1 has a rectangular bottom plate 2, a first pair of side plates which are parallel to each other and to the plane of the figure, one of which is indicated by the reference numeral 3, and a second pair of parallel side plates; plates 4, 5, which four side plates are connected to the bottom plate 2 and define a rectangular lighting opening 6. Black dots indicate possible positions on the inside of at least one of the side plates, in this case side plate 3, of the first pair for a substantially elongated light source 7. This light source 7 may be a fluorescent lamp, a conventional or a more modern compact in which case one or more lamp holders (not shown) will be attached to both side plates of the first pair, of which only side plate 3 is shown, for receiving one or more light sources at one or more of the positions indicated by black dots 7. Of course, with Light sources 7 with the connections at one end of the light source 7, only one lamp holder on one of the side plates, for example 3, must have the first pair.

Met de verwijzingscijfers 8 en 9 zijn de zijreflec-toren aangegeven, die aan één einde, in dit geval het onderste, aan de behuizing 1 zijn bevestigd. De tegengestelde einden, in dit geval de bovenste, kunnen vast aan de behuizing 1_ zijn bevestigd, of door middel van een (niet-getoond) instelorgaan, waardoor a'an de zijreflectoren 8, 9 verschillende, ook ten opzichte van elkaar, krommingen kunnen worden gegeven.Reference numerals 8 and 9 indicate the side reflectors, which are attached to the housing 1 at one end, in this case the bottom one. The opposite ends, in this case the top ones, can be fixedly attached to the housing 1_, or by means of an adjusting member (not shown), so that the side reflectors 8, 9 can have different curvatures, also with respect to each other Be given.

Met het verwijzingsgetal 10 is een kopspiegel aangegeven, die is gevormd zoals in de beschrijvingsinleiding als mogelijkheid is aangegeven, wat echter voor de uitvinding niet noodzakelijk is.Reference numeral 10 denotes a head mirror, which is formed as indicated in the description introduction as possible, but which is not necessary for the invention.

Met de verwijzingsgetallen 11 en 12 zijn twee langs-lamellen aangegeven, die respectievelijk de zijreflectoren 9 en 8 voortzetten. Hierdoor kunnen de reflecterende eigenschappen van enerzijds zijref Lectoren 8 en 9 en anderzijds langslamellen 11 en 12 verschillend worden gekozen. Ook dit is weer niet noodzakelijk voor de uitvinding, waarbij de zijreflectoren 8 en 9 zich tot de verlichtingsopening 6 kunnen uitstrekken. Wanneer de langslamellen 11, 12 aanwezig zijn, is hun configuratie in principe bepaald door die van de zijreflectoren 8 en 9, waarvan zij de voortzetting vormen.Reference numerals 11 and 12 denote two longitudinal lamellae which continue the side reflectors 9 and 8, respectively. As a result, the reflective properties of side ref Lectors 8 and 9 on the one hand and longitudinal blades 11 and 12 on the other hand can be chosen differently. Again, this is not necessary for the invention, wherein the side reflectors 8 and 9 can extend to the lighting opening 6. When the longitudinal lamellas 11, 12 are present, their configuration is basically determined by that of the side reflectors 8 and 9, of which they are the continuation.

Terloops wordt opgemerkt, dat ofschoon in de figuur een inbouwverlichtingsarmatuur is getoond, de uitvinding onder behoud van dezelfde voordelen in andere verlichtingsarmaturen, zoals opbouwverlich-tingsarmaturen wordt toegepast.It should be noted in passing that although a recessed lighting fixture is shown in the figure, the invention is used while retaining the same advantages in other luminaires such as surface mounted luminaires.

Met het verwijzingsgetal 13 is een dwarslamel aangegeven, die in een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding niet aanwezig zal zijn. Bij aanwezigheid van de dwarslamel 13 zal een met het verwijzings-getal 14 aangegeven lichtstraal vanaf de lichtbron 7 reflecteren op de bovenkant van de dwarslamel 13 en een lichtspoor op de zijreflector 8 veroorzaken. Verschillende (niet-getoonde) lichtstralen onder verschillende hoeken zullen trajecten 15 en 16 op respectievelijk de zijreflectoren 8 en 9 veroorzaken, waarbij deprojectie optreedt.Reference numeral 13 denotes a transverse blade which will not be present in a luminaire according to the invention. In the presence of the transverse lamella 13, a light beam indicated by the reference numeral 14 will reflect from the light source 7 on the top of the transverse lamella 13 and cause a light trail on the side reflector 8. Different beams of light (not shown) at different angles will cause trajectories 15 and 16 on side reflectors 8 and 9, respectively, with deprojection occurring.

In een verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding zijn in plaats van de dwarslamellen 13 ingekorte dwarslamellen aanwezig, waarvan er één is aangegeven met het verwijzingsgetal 17. Ook zijn, in dwarsdoorsnede, twee langslamellen 18 en 19 getoond, die nu zowel ten opzichte van de zij reflectoren 9 en 8 alsmede onderling verschillende krommingen kunnen hebben. Dit geldt dan ook voor de linker en rechter zijkanten van de ingekorte dwarslamel 17. De aanwezigheid van de langslamellen 18 en 19 is niet noodzakelijk. Zoals getoond zijn de ingekorte dwarslamellen 17 enerzijds op afstand van de zijreflectoren 8 en 9 en anderzijds op afstand van de verLichtingsopening 6 aangebracht. Eventueel kunnen de ingekorte dwarslamellen 17 onder een hoek met de horizontaal zijn aangebracht. Met het verwijzingsgetal 20 is één van de T-vormige gaten in zij plaat 3 van de behuizing 1 aangegeven waarin de (niet-getoonde) draagconstructie van de brugreflector 17, 18, 19 kan worden ingestoken, waarbij met het verwijzingsgetal 30 de draagstiften zijn aangegeven. Daardoor is de positie van de brugreflector instelbaar. Zoals in de figuur is aangegeven kunnen in dwarsdoorsnede de langslamellen 18, 19 voorbij de dwarslamellen 17 uitsteken. Anders dan getoond kan dit ook één langslamel 18 of 19 betreffen en kan het uitsteken alleen aan de bovenkant of alleen aan de onderkant van de dwarslamel 17 zijn.In a luminaire according to the invention, instead of the transverse lamellae 13, there are shortened transverse lamellae, one of which is indicated with the reference number 17. Also, in cross section, two longitudinal lamellae 18 and 19 are shown, which are now both relative to the side reflectors 9 and 8 and have mutually different curves. This also applies to the left and right sides of the shortened cross blade 17. The presence of the longitudinal blades 18 and 19 is not necessary. As shown, the shortened transverse slats 17 are arranged on the one hand at a distance from the side reflectors 8 and 9 and on the other hand at a distance from the lighting opening 6. Optionally, the shortened transverse slats 17 can be arranged at an angle to the horizontal. Reference numeral 20 denotes one of the T-shaped holes in side plate 3 of the housing 1 into which the (not shown) supporting construction of the bridge reflector 17, 18, 19 can be inserted, wherein the reference numeral 30 indicates the supporting pins . This makes the position of the bridge reflector adjustable. As indicated in the figure, the longitudinal blades 18, 19 can protrude in cross section beyond the cross blades 17. Other than shown, this may also be one longitudinal slat 18 or 19 and the projection may be only at the top or only at the bottom of the transverse slat 17.

Met lichtstraal 22 is de directe uitstraling (maximaal 45 graden met de verticaal) aangegeven, waaruit de optimale afscherming van de lichtbron 7 blijkt. Met lichtstraal 23 is de indirecte uitstraling weergegeven, die eveneens maximaal 45 graden met de verticaal mag zijn. Ook de hoek met de verticaal in het midden van de lichtbron 7 met lichtstraal 21 mag maximaal 45 graden zijn. Dit kan zoals duidelijk zal zijn worden beïnvloed door de hoogt-instelling van de brugreflector 17, 18, 19. Ook voor directe lichtstraal 24 geldt een maximale lichtuittredingshoek met de verticaal van 45 graden. Met het verwijzingsgetal 25 is een voorbeeld van nieuwe reflectiemogelijkheden door de ingekorte dwarslamel 17 aangegeven.The direct radiation (maximum 45 degrees from the vertical) is indicated by light beam 22, which shows the optimum shielding of the light source 7. The indirect radiation, which may also be a maximum of 45 degrees with the vertical, is shown with light beam 23. The angle with the vertical in the center of the light source 7 with light beam 21 may also be a maximum of 45 degrees. This can, as will be clear, be influenced by the height setting of the bridge reflector 17, 18, 19. Also for direct light beam 24 a maximum light emission angle with the vertical of 45 degrees applies. The reference numeral 25 indicates an example of new reflection possibilities by the shortened transverse blade 17.

Claims

1. Lighting fixture, comprising a box-shaped housing with a rectangular bottom plate and with a first and second pair of parallel side plates defining a rectangular lighting opening connected to the bottom plate, at least one, in at least one position on the inside of at least one of the side plates of the first pair of attachable lamp holders for a substantially elongated light source, two side reflectors arranged between a respective side plate of the second pair and the bottom plate, and reflective transverse lamellas arranged in the housing parallel to the side plates of the first pair that the transverse lamellae are arranged at a distance from the side reflectors.

Lighting fixture according to claim 1, characterized in that the transverse blades are arranged in the housing at a distance from the lighting opening.

Lighting fixture according to claim 1 or 2, comprising (in longitudinal section) parallel to the side plates of the second pair, reflective longitudinal blades connected to the ends of the transverse blades, characterized in that the longitudinal blades are spaced from the side reflectors are mounted in the housing and form a bridge reflector with the transverse blades.

Lighting fixture according to claim 3, characterized in that the curvature (in cross section) of the longitudinal blades differs from that of the side reflectors.

Lighting fixture according to claim 3 or 4, characterized in that at least one longitudinal slat (in cross section) protrudes beyond at least one of the top and bottom of the cross slats.

Lighting fixture according to any one of the preceding claims, characterized in that it further comprises means for adjusting the distance between the lighting opening and the bottom of the slats. Eindhoven, February 1989.