NL8900153A

NL8900153A - Middel ter reiniging van irrigatie- of bevloeiingssystemen, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw.

Info

Publication number: NL8900153A
Application number: NL8900153A
Authority: NL
Original assignee: Avf Chemische Ind En Handelson
Priority date: 1989-01-23
Filing date: 1989-01-23
Publication date: 1990-08-16
Also published as: DE69002334D1; ES2043238T3; EP0380171A1; DE69002334T2; EP0380171B1

Description

AVF Chemische Industrie en Handelsonderneming B.V. te Zwanenburg

MIDDEL TER REINIGING VAN IRRIGATIE- OF BEVLOEIINGSSY-STEMEN, BIJVOORBEELD IN DE LAND- EN TUINBOUW

De uitvinding heeft betrekking op een middel ter reiniging van irrigatie- of bevloeiingssystemen, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw.

Een dergelijk middel is algemeen bekend. In de land- en tuinbouw is het gebruikelijk om bij substraatteelt, waarbij planten of bloemen in een substraat van bijvoorbeeld steenwol, veenbalen of tot matten geperste schuimvlokken worden geteeld, het substraatsysteem, met behulp waarvan water, al dan niet aangevuld met bijvoorbeeld voedingsstoffen, aan de planten of bloemen wordt toegevoerd, na de teelt te reinigen met bijvoorbeeld chloor-bleekmiddel (natriumhypochloriet (NaCIO)). Tevens is men in de land-en tuinbouw gewoon om, bij teelt van planten of bloemen in de grond, het druppelsysteem, met behulp waarvan eventuele voedingsstoffen bevattend water boven de planten of bloemen wordt "uitgedruppeld", na de teelt eveneens te reinigen met bijvoorbeeld bovengenoemd chloor-bleekmiddel. Een dergelijke reiniging van het substraat- of druppelsysteem blijkt telkens na de teelt noodzakelijk te zijn, doordat, tijdens bedrijf in leidingen van bovengenoemde systemen, algen, bacteriën, ook wel organische vervuiling genoemd, respectievelijk zouten als calciumsulfaat, calciumfosfaat, ijzerfosfaat, aluminiumsilicaat en ijzersilicaat, ook wel anorganische vervuiling genoemd, zich afzetten. Ter reiniging van bovengenoemde systemen wordt naast chloor-bleekmiddel, dat afhankelijk van de sterkte ook wel chloor-bleekloog en chloor-bleekwater wordt genoemd, tevens bijvoorbeeld salpeterzuur gebruikt, met name ter losweking van afgezette sulfaten en fosfaten. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer een substraat- of druppelsysteem niet wordt gereinigd, een dergelijk systeem althans gedeeltelijk verstopt kan raken, hetgeen zeer nadelige invloeden kan hebben op de teelt van planten of bloemen, met alle nadelige financiële consequenties voor de land- en tuinbouw van dien.

Een bezwaar van het bekende middel, bijvoorbeeld in de vorm van natriumhypochloriet (NaCIO) in water, is dat dit als sterk oxydatiemiddel doorgaans zeer heftig reageert met brandbare en reducerende stoffen en dat dit als sterke base meestal zeer heftig reageert met zuren onder vorming van het zeer giftige chloorgas (Cl2). Met name dit laatste is een groot bezwaar, daar -zoals al eerder is vermeld - naast het chloor-bleekmiddel tevens bijvoorbeeld salpeterzuur ter reiniging van een substraat- of druppelsysteem wordt gebruikt, zodat bij onoordeelkundig na elkaar toevoeren van deze twee stoffen, dat wil zeggen zonder het tussentijds doorspoelen van bovengenoemde systemen met water, zeer gemakkelijk het zeer giftige chloorgas ontstaat. Indien dit chloorgas met waterstofgas (H2) of met ammoniakgas (NH3) dat in een aantal in de tuinbouw gebruikte mest-of voedingsstoffen aanwezig is, in contact komt, kan het aldus ontstane gasmengsel, zelfs al bij zonlicht, tot explosie komen. Verder geldt als bezwaar van het bekende chloor-bleekmiddel dat dit tevens heftig reageert ten opzichte van organische stoffen en dat dit alle metalen, vooral aluminium en zink, aantast. Verder wordt nog als bezwaar van het bekende chloor-bleekmiddel opgemerkt dat dit bij direct contact de menselijke huid en ogen beschadigt, zodat bij het verwerken van chloor-bleekmiddel in de land- en tuinbouw het dragen van handschoenen, een gelaatsscherm en geschikte kleding noodzakelijk is. Opgemerkt wordt dat, in het licht van de chemische agressiviteit van natriumhypochloriet, het nemen van allerlei preventieve maatregelen voor de land- en tuinbouw uiteraard bezwaarlijk is. Op grond van bovengenoemde bezwaren brengen de chemische agressiviteit en toxiciteit van natriumhypochloriet met zich mede dat dit middel slechts na de teelt ter reiniging van bovengenoemde systemen, dat wil zeggen ter losweking van reeds in deze systemen afgezette stoffen, kan worden aangewend.

Het is het doel van de uitvinding een chemisch niet-agressief en niet-toxisch middel voor het eventueel ook tijdens de teelt reinigen van irrigatie- of bevloei-ingssystemen, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw, te verschaffen, waardoor enerzijds wordt verhinderd dat stoffen, zoals algen, bacteriën en zouten, zich in bovengenoemde systemen afzetten en anderzijds wordt bewerkstelligd dat in bovengenoemde systemen reeds afgezette stoffen worden losgeweekt.

Hiertoe heeft een middel van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding het kenmerk dat het middel een polyelectrolyt met een kristal verstorende en een dispergerende werking bevat, welk middel, eventueel opgenomen in de irrigatie- of bevloeiingsvloeistof, ook tijdens de teelt kan worden aangewend. In dit verband wordt opgemerkt dat hier onder een polyelectrolyt wordt verstaan een gepolymeriseerde, organische verbinding die zijn electrolytische dissociatie geheel of gedeeltelijk heeft behouden. Een polyelectrolyt is derhalve een polymerische verbinding die ionen uitwisselende gedeelten heeft in het moleculaire skelet. Juist door de kristal verstorende en de dispergerende werking van een polyelectrolyt wordt verhinderd dat stoffen zich in een substraat- of druppelsysteem afzetten respectievelijk wordt bewerkstelligd dat hierin reeds afgezette stoffen worden losgeweekt.

Een verdere uitvoeringsvorm van een middel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de polyelectrolyt een homopolymeer van acrylzuur is.

Een verdere uitvoeringsvorm van een middel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de polyelectrolyt een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat is.

Een verdere uitvoeringsvorm van een middel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de polyelectrolyt een zout is van een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur en een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat.

Een verdere uitvoeringsvorm van een middel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het middel een mengsel bevat van ten minste een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur, een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat respectievelijk een zout van een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur en een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat.

Een verdere uitvoeringsvorm van een middel volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het molecuulgewicht van de polyelectrolyt ten minste 1.000 . 1,66 . 10-27 kg bedraagt.

Ter illustratie volgen hieronder de structuurformules van enkele van de bovengenoemde stoffen.

homopolymeer van acrylzuur

copolymeer van acrylzuur en alkyl-acrylaat

Claims

1. Middel ter reiniging van irrigatie- of bevloeiings-systemen, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouw, met het kenmerk dat het middel een polyelectrolyt met een kristal verstorende en een dispergerende werking bevat, welk middel, eventueel opgenomen in de irrigatie- of bevloeiingsvloeistof, ook tijdens de teelt kan worden aangewend.

2. Middel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de polyelectrolyt een homopolymeer van acrylzuur is.

3. Middel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de polyelectrolyt een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat is.

4. Middel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de polyelectrolyt een zout is van een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur en een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat.

5. Middel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het middel een mengsel bevat van ten minste een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur, een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat respectievelijk een zout van een der stoffen uit de groep van een homopolymeer van acrylzuur en een copolymeer van acrylzuur en alkylacrylaat.

6. Middel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het molecuulgewicht van de polyelec-trolyt ten minste 1.000 . 1,66 . 10“27 kg bedraagt.