NL8900080A - Correlatiepulsgenerator. - Google Patents

Description

* VO 1391

Titel: Correiatiepulsgenerator.

De uitvinding heeft betrekking op een ontvanger, welke wordt toegepast bij een communicatiestelsel met een gespreid spectrum, en meer in het bijzonder op een correla-tiepulsgenerator, welke geschikt is om bij een dergelijke 5 ontvanger te worden gebruikt.

Bij een communicatiestelsel met een gespreid spectrum is het essentieel, dat men een juiste drempelwaarde overeenkomstig een eventuele verandering in het correla-toruitgangssignaal kan verkrijgen teneinde nooit te falen 10 bij het detecteren van een vereist correlatieuitgangssignaal.

Een bekend type stelsel is bijvoorbeeld aangegeven in JP-P-60-5639B.

Dit stelsel is zodanig ingericht, dat pieken van positieve en negatieve gecorreleerde tanden van een uit-15 gangssignaal van een aangepast filter respectieve door een piek vasthoudketen worden vastgehouden en daarna bij elkaar worden opgeteld. Een drempelketen, welke een drempelwaarde opwekt , die evenredig is met de resulterende piekvasthoudwaarde maakt het mogelijk, dat correlatietanden deze keten passeren 20 teneinde een informatiedemodulatie te verschaffen. Een schakeling daarvan is weergegeven in fig. 3, waarbij 21 betrekking heeft op een correlator, 22 een piekvasthoudketen, 23 een rekenketen, 24 een flip-flop, 25 een verschuivings-klokgeneratorketen, 26 een verschuivingsketen, 27 een 25 PN-codeerketen, 28 een vertragingsketen en 29 en 30 vermenigvuldigers, welke zich hier als invertors gedragen doordat zij een vermenigvuldiging met -1 uitvoeren. Dat wil zeggen, dat de piekvasthoudketen 31 een positieve piek vasthoudt terwijl de piekvasthoudketen 32 een negatieve piek vasthoudt.

30 Men verkrijgt uit een dergelijke piekwaarde via een variabele weerstand R3 een drempelwaarde, welke kan worden gebruikt als de drempelwaarde voor het detecteren van een positieve correlatietand in een vergelijkingsinrichting 33 en het detecteren van een negatieve correlatietand in een verge-35 lijkingsinrichting 34.

8300080.' - 2 -

De bekende schakeling vertoont evenwel de volgende problemen. Opdat de piekvasthoudketen 22 de piek van een correlatietand volledig vasthoudt, moeten de inwendige weerstand van de diode Dl of D2 en de tijdconstante van een 5 condensator Cl of C2 zeer klein zijn omdat de breedte van de correlatietand zeer gering is. Dat wil zeggen, dat de laadtijdconstante klein moet zijn.

In tegenstelling daarmede moet in het geval van het vasthouden van de piekwaarde gedurende een tijd, welke 10 overeenkomt met ongeveer één periode van de correlatietand, de door de weerstand Rl of R2 en de condensator Cl of C2 bepaalde tijdconstante groot zijn om een afname van de vasthoudwaarde te beletten, welke een "droop" wordt genoemd. Dat wil zeggen, datde ontlaadtijdconstante groot moet zijn. 15 Verwijzende naar de schakeling volgens fig. 3 ten einde een drempelwaarde te verschaffen, welke variabel is in responsie op veranderingen in de correlatietand φ(t), de ontlaadtijdconstante R1C1 of R2C2 van de piekvasthoudketen groot zijn, zoals blijkt uit fig. 4.

20 Wanneer men de volgeigenschap ten aanzien van een verandering in de piekvasthoudwaarde beschouwt vertoont een piekvasthoudketen met bijzonder goede vasthoudeigenschappen dat wil zeggen een grote ontlaadtijdconstante een slechte volgeigenschap bij een afnemende piekwaarde. Dit zal later 25 onder verwijzing naar fig. 5 nader worden toegelicht.

Wanneer een correlatietand <|>(t) (in dit geval informatie overeeenkomende met 1,1,0,0), welke de in fig. 5 aangegeven niveauveranderingen vertoont, aan de piekvasthoudketen 22 wordt toegevoerd, zijn de waarden van de piekvast-30 houdketens 31 en 32 SA en SB bij b) en c).

Indien een correlatietand 2, welke kleiner is dan een negatieve correlatietand 1 of een correlatietand 4, welke groter is dan een negatieve correlatietand 3 wordt verkregen, wordt de condensator Cl of C2 niet geladen en wordt de ont-35 lading voortgezet. Dat wil zeggen, dat in het geval, dat de 8900080.

h - 3 - piekwaarde meer afneemt dan de door de ontlading veroorzaakte "droop", de piekwaarde niet kan worden gedetecteerd.

Voorts wordt wanneer een drempelwaarde Sc en een drempelwaarde Sp, verkregen door de drempelwaarde Sc met -1 in 5 de vermenigvuldiger 30 te vermenigvuldigen, waarden hebben, zoals aangegeven in fig. 5a), de correlatietand 1 alleen gedetecteerd en worden de correlatietanden 2, 3 en 4 niet gedetecteerd.

Dientengevolge is de gedemoduleerde informatie d(t) 10 foutieve informatie ten aanzien van de toegevoerde informatie. In figuur 5 geven a) en e) golfvormen van SE respectievelijk d(t) van figuur 3 aan.

Dat wil zeggen, dat wanneer de correlatietand Φ(t) op de in figuur 5 aangegeven wijze varieert, het lastig is 15 correlatietanden te detecteren in zoverre constante positieve en negatieve drempelwaarden Sc en SQ worden gebruikt.

Voorts is het, als aangegeven in fig. 6, ook wanneer het ontvangen signaalniveau niet wordt gewijzigd, soms lastig correlatietanden te detecteren onder gebruik van 20 drempelwaarden Sc en SD, welke via de piekvasthoudketen 22 wordt verkregen in verband met de aard van de toegepaste ketens en elementen, bijvoorbeeld een niveauverschil tussen positieve en negatieve correlatietanden (in fig. 6 is de positieve correlatietand steeds groter dan de negatieve 25 correlatietand).

De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een piekvasthoudketen, die veranderingen in het correlatoruit-gangssignaal, veroorzaakt door veranderingen in het ontvangen signaalniveau, op een betrouwbare wijze kan volgen.

30 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een keten, die in staat is om op een betrouwbare wijze informatie te demoduleren doordat nooit wordt gefaald een geschikt drempelsignaal op te wekken en een correlatiepuls te verkrijgen, onafhankelijk van een eventuele verandering in 35 het correlatoruitgangssignaal, welke wordt veroorzaakt door 8900080.' * ... * ’ - 4 - een verandering in het ontvangen signaalniveau.

Weer een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een keten, welke in staat is om informatie op een betrouwbare wijze te demoduleren doordat nooit wordt ge-5 faald een juiste drempelwaarde tot stand te brengen en een correlatiepuls te verkrijgen, zelfs wanneer het correlator-uitgangssignaal varieert tengevolge van veranderingen in het ontvangen signaalniveau en een niveauverschil aanwezig is tussen positieve en negatieve correlatietandniveaus van 10 het correlatoruitgangssignaal.

Teneinde het bovenstaande doel te bereiken voorziet de uitvinding in een correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal om een correlatietand te verkrij-15 gen voor het opwekken van de correlatiepuls, gebaseerd op de correlatietand, welke generator is voorzien van eerste piekvasthoudorganen voor het vasthouden van de piekwaarde ’ van de correlatietand, tweede piekvasthoudorganen voor het vasthouden van de piekwaarde, welke door de eerste piekvast-20 houdwaarden wordt vastgehouden, een drempelinstelketen, die in responsie op een signaal, dat in de tweede piekvasthoudorganen wordt vastgehouden, een drempelsignaal levert, en een vergelijkingsketen om dit drempelsignaal met de correlatietand te vergelijken en de correlatiepuls op te wekken.

25 Om hetzelfde doel te bereiken voorziet de uitvinding in een correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van de corre-30 latietand, welke generator is voorzien van eerste piekvasthoudorganen om de piekwaarde van de correlatietand vast te houden, tweede piekvasthoudwaarden om de piekwaarde, vastgehouden door de eerste piekvasthoudorganen, vast te houden, en drempelinstelketen, welke in responsie op een in de tweede 35 piekvasthoudorganen vastgehouden signaal op een drempel- S3 0 0 0 8 0 Γ ► - 5 - signaal levert, een vergelijkingsketen om dit drempelsignaal met een correlatietand te vergelijken en de correlatiepuls op te wekken, en besturingsorganen, die in responsie op een uitgangssignaal van de vergelijkingsketen de piekwaarde-5 vasthoudbeweging van de tweede piekvasthoudorganen besturen.

Om het verdere oogmerk te bereiken voorziet de uitvinding in een correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal teneinde' een correlatietand te 10 verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van de correlatietand, welke generator is voorzien van een A/D-omzetketen om de correlatietand in een digitale puls om te zetten, een eerste grendelketen om een uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergrendelen, een eerste vergelij-15 kingsketen om een uitgangssignaal van de eerste grendelketen met een uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergelijken en de grendelbeweging van de eerste grendelketen te besturen, een tweede grendelketen om het uitgangssignaal van de eerste grendelketen vast te houden, een drempelinstelketen voor 20 het leveren van een drempelsignaal op basis van een signaal, dat door de tweede grendelketen wordt vastgehouden, en een tweede vergelijkingsketen om het drempelsignaal met het uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergelijken en de correlatiepuls op te wekken.

25 Om het verdere oogmerk te bereiken, voorziet de uitvinding in een correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op 30 basis van de correlatietand, welke generator is voorzien van eerste piekvasthoudorganen om een eerste piekwaarde van een positieve correlatietand vast te houden, een eerste drempelinstelketen voor het opwekken van een eerste drempel, gebaseerd op de eerste piekwaarde, een eerste vergelijkings-35 keten om de eerste drempel met een correlatietand te verge- 88 00 08 0.

- 6 - lijken en een eerste correlatiepuls op te wekken, een tweede piekvasthoudketen voor het vasthouden van een tweede piekwaarde van een negatieve correlatietand, een tweede drempel-instelketen voor het opwekken van een tweede drempel, op 5 basis van de tweede piekwaarde, en een tweede vergelijkings-keten om de tweede drempel met een correlatietand te vergelijken en een tweede correlatiepuls op te wekken.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening." Daarbij toont: 10 fig. 1 een blokschema van een correlatiepulsgene- ratorketen, gebruikt bij een ontvanger met gespreid spectrum volgens de uitvinding; fig. 2 een tijddiagram van signalen in de respectieve punten van de keten volgens fig. 1; 15 fig. 3 een schakeling van een bekende correlatie- pulsgeneratorketen; fig. 4 spanningsgolfvormen bij een kleine ontlaad-tijdconstante bij (a) en een grote ontlaadtijdconstante bij (b) ; 20 fig. 5 golfvormen van signalen in respectieve punten van de keten volgens fig. 3; en fig. 6 golfvormen van signalen in respectieve punten van de keten volgens fig. 3 in aanwezigheid van een niveauverschil tussen correlatietanden.

25 De uitvinding zal hierna gedetailleerd worden be schreven onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm. De uitvoeringsvorm dient niet in beperkende zin voor de uitvinding te worden beschouwd aangezien binnen het kader van de uitvinding verschillende 30 modificaties en verbeteringen mogelijk zijn.

Fig. 1 toont een blokschema van een correlatiepuls-generatorketen, gebruikt in een ontvanger met gespreid spectrum volgens de uitvinding, en fig. 2 toont een tijddiagram van signalen in respectieve punten van de keten vol-35 gens fig. 1. In fig. 1 is 1 een correlatie/PDI (nadetectie 8900080; * - 7 - integratie: integratieketen), 2 een A/D-omzetketen, 3 een invertorketen, 4, 5, 8 en 11 grendelketens, 6, 7, 14 en 15 vergelijkingsketens, 9 en 10 poortketens, 12 en 13 drempel-ketens en 16 en 17 piekvasthoudketens.

5 De A/D-omzetketen 2 zet een correlatietand a om in een digitaal signaal, op basis van een steekproefsignaal b, waarbij een uitgangssignaal c wordt verkregen. Resultaten van het bemonsteren van de periode, welke de correlatie-tand a omvat, zijn aanwezig in de 'gearceerde gedeelten van het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2.

Het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 wordt vervolgens over de banen 1 en 2 gesplitst. De baan 1 wordt gebruikt voor het detecteren van positieve correlatietanden, terwijl de baan 2 wordt gebruikt voor het detecteren van 15 negatieve correlatietanden.

De baan 2 kan door dezelfde schakeling als de baan 1 worden verkregen door de polariteit van de informatie van N bits van het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 te inverteren. Derhalve voert na de A/D-omzetketen 2 de baan 2 20 naar de invertorketen 3. Aangezien de schakelingen van de in-vertorketen 3 en volgende van de baan 2 identiek zijn aan die van de baan 1, zal alleen de werking van de baan 1 worden toegelicht.

Het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 wordt 25 aan de grendelketen 4 en de vergelijkingsketen 6 toegevoerd.

De vergelijkingsketen 6 vergelijkt het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 met in de grendelketen 4 opgeslagen informatie f. Wanneer wordt beoordeeld, dat het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 het grootst is, wordt een 30 puls d verkregen. De grendelketen 4 wordt door de puls d getrokken om de informatie van het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 op te slaan, zodat de informatie f van de grendelketen 4 wordt vernieuwd.

Om het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 35 achtereenvolgens met de informatie f van de grendelketen 4 89000807 *· - 8 - te vergelijken en de in de grendelketen 4 opgeslagen informatie f te vernieuwen, dient de piekvasthoudketen 16 voor het verkrijgen van een maximale waarde van het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2.

5 De grendelketen 4 geeft het opgeslagen signaal f daarvan in responsie op een vrijgeefsignaal e bij elke periode van de correlatietand vrij en houdt een nieuwe piek van de laatste periode van de correlatietand vast. De puls-periode van het vrijgeefsignaal e „is gelijk aan de periode 10 van de correlatietand. Dat wil zeggen, dat de piekvasthoudketen met deze schakeling op een betrouwbare wijze de piekwaarde van één periode van de correlatietand kan vasthouden.

Hierna wordt voordat de grendelketen 4 door het vrij-geefsignaal e wordt vrijgegeven, de maximale waarde van het 15 uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2, overeenkomende met één periode van de in de grendelketen 4 opgeslagen correlatietand, in de grendelketen 8, getrokken door een signaal h opgeslagen. Wanneer hierbij een positieve correlatiepuls j aan de poortketen 9 wordt toegevoerd voordat de 20 puls van het vrijgeefsignaal e wordt toegevoerd, maakt de poortketen 9 het mogelijk, dat een inschakelsignaal g deze keten kan passeren en wordt veroorzaakt, dat het signaal h aan de grendelketen 8 wordt toegevoerd.

Wanneer de positieve correlatiepuls j niet aanwezig 25 is is de poort gesloten, wordt het signaal h niet geleverd en ontvangt de grendelketen 8 geen trekpuls. Derhalve treedt in het uitgangssignaal i van de grendelketen 8 geen verandering op.

De grendelketen 8 houdt de piekwaarde van één periode 30 van de correlatietand vast en in aanwezigheid van een positieve correlatiepuls beoordeelt deze keten of de piekwaarde-informatie van één periode van de correlatietand, welke daarin eerst was opgeslagen, al dan niet in een volgende periode van de correlatietand moet worden vernieuwd.

35 Door gebruik te maken van deze schakeling kan de &900080.

* - 9 - keten de piekwaarde van een correlatietand binnen één periode van de correlatietand a op een betrouwbare wijze vasthouden, veranderingen in de piekwaarde op een betrouwbare wijze volgen, en foutieve handelingen bij veranderingen in de po-5 lariteit van de correlatietand belemmeren.

De uitgangsinformatie i van de grendelketen 8 wordt toegevoerd aan de drempelketen 12, welke een berekening van de uitgangsinformatie i van de grendelketen 8 en een bestu-ringssignaal k indicatief voor de vermenigvuldigingsfactor, 10 uitvoert en een drempel 1 opwekt. De drempel 1 bestaat uit een digitaal signaal van N bits, en het besturingssignaal k kan bijvoorbeeld worden opgewekt in een CPU, enz.

De drempel 1, verkregen in de drempelketen 12, wordt toegevoerd aan de vergelijkingsketen 14. De vergelijkings-15 keten 14 vergelijkt het uitgangssignaal c van de A/D-omzet-keten 2 met de drempel 1 en wanneer het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2 groter is dan de drempel 1, treedt een uitgangssignaal j op. Derhalve wordt de correlatie-puls j, overeenkomende met de correlatietand, verkregen.

20 Meer in het bijzonder verkrijgt men door in de gren delketen 8 de piekwaarde van het uitgangssignaal c van de A/D-omzetketen 2, overeenkomende met één periode van de correlatietand, verkregen door de piekvasthoudketen 16, op te slaan, de drempel 1 van de volgende periode. Zelfs indien 25 er geen uitgangssigaal c van de A/D-omzetketen 2 aanwezig is, dat boven de drempel 1 van deze ene periode ligt en geen correlatiepuls j wordt verkregen, wordt de informatie i van de grendelketen 8 onderhouden en gaat deze niet verloren, zodat de drempel 1 ook in de volgende periode op dezelfde 30 waarde wordt ingesteld.

Derhalve treedt, als aangegeven in fig. 2, ofschoon de informatie f, opgeslagen is in de grendelketen 4 van de piekvasthoudketen 16 in de periode, welke de negatieve correlatietand omvat, een ruisniveau vertoont, geen foutieve 35 detectie van de correlatiepuls j in de vergelijkingsketen 14 8900080.

-10- op omdat de grendelketen 8 de piekwaarde van de voorafgaande periode vasthoudt.

Voorts de drempel 1 voor het detecteren van de cor-relatietand in de volgende periode ten opzichte van de ne-5 gatieve correlatietand, worden verkregen door het uitgangssignaal i van de grendelketen 8, en is het derhalve .mogelijk alleen correlatietanden te detecteren.

Zoals boven is beschreven,voeren door de keten na de A/D-omzetketen 2 te splitsen in baan 1 en baan 2, de 10 twee banen de piekvasthoudhandelingen daarvan onafhankelijk uit en brengen zij op een onafhankelijke wijze de drempels 1 tot stand, zodat geen detectiefout optreedt zelfs bij veranderingen in de correlatietand a of in aanwezigheid van een niveauverschil tussen positieve en negatieve polaritei-15 ten van de correlatietand a.

Ofschoon de weergegeven piekvasthoudketen een schakeling bezit, welke is gebaseerd op een digitale signaalverwerking, kan de uitvinding worden gebruikt bij een analoge signaalverwerkingsschakeling door de grendelketen te 20 vervangen door een vasthoudketen.

Zoals boven is beschreven wordt volgens de uitvinding, ook bij veranderingen in het correlatieuitgangssignaal, veroorzaakt door veranderingen in het ingangsniveau, of in aanwezigheid van een niveauverschil tussen positieve en 25 negatieve tandniveaus van het correlator.uitgangssignaal, een nauwkeurige piekvasthoudwerking en een nauwkeurige informatiedemodulatie verzekerd.

&S 0 0 0 8 0

Claims (13)

1. Correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van 5 de correlatietand, gekenmerkt door eerste piekvasthoudorganen om de piekwaarde van de correlatietand vast te houden, tweede piekvasthoudorganen om de door de eerste piekvasthoudorganen vastgehouden piekwaarden vast te houden, een drempelinstelketen, die in responsie op een in de tweede 10 piekvasthoudorganen vastgehouden signaal een drempelsignaal levert,en een vergelijkingsketen om het drempelsignaal met een correlatietand te vergelijken en de correlatiepuls op te wekken.

2. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 1 met het 15 kenmerk, dat de eerste piekvasthoudorganen zodanig zijn uitgevoerd, dat de piekwaarde met een gewenste tempering door een vrijgeefsignaal wordt vrijgegeven.

3. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drempelinstelketen een uitgangssignaal 20 opwekt waarvan de waarde overeenkomt met een uitgangswaarde van de tweede piekvasthoudorganen, vermenigvuldigd met een vermenigvuldigingsfactor.

4. Correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een refe- 25 rentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van de correlatietand gekenmerkt door eerste piekvasthoudorganen om de piekwaarde van een correlatietand vast te houden, tweede piekvasthoudorganen om de door de eerste piekvast-30 houdorganen vastgehouden piekwaarde vast te houden, drempelinstelketen, welke in responsie op een in de tweede piekvasthoudorganen vastgehouden signaal een drempelsignaal SS 0 0 080 > - 12 - levert, een vergelijkingsketen om het drempelsignaal met de correlatietand te vergelijken en de correlatiepuls op te wekken, en besturingsorganen, die in responsie op een uitgangssignaal van de vergelijkingsketen de piekwaarde-5 vasthoudbeweging van de tweede piekvasthoudorganen besturen.

5. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de besturingsorganen zijn voorzien van een poortketen, welke het passeren van een trekkersignaal bestuurt, welk signaal veroorzaakt, dat de tweede piekvast- 10 houdorganen de piekwaarde al dan niet vasthouden.

6. Correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een referentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van de 15 correlatietand gekenmerkt door een A/D-omzetketen om de correlatietand in een digitaal signaal om te zetten, een eerste grendelketen om een uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergrendelen, een eerste vergelijkingsketen om een uitgangssignaal van een eerste grendelketen met een 20 uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergelijken en de grendelbeweging van de eerste grendelketen te besturen, een tweede grendelketen om het uitgangssignaal van de eerste grendelketen vast te houden, een drempelinstelketen om een drempelsignaal te leveren op basis van een door de 25 tweede grendelketen vastgehouden signaal, en een tweede vergelijkingsketen om het drempelsignaal met het uitgangssignaal van de A/D-omzetketen te vergelijken en een correlatiepuls op te wekken.

7. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 6, met 30 het kenmerk, dat de eerste grendelketen zodanig is uitgevoerd, dat de daarin opgeslagen inhoud met het gewenste tempering wordt vrijgegeven.

8. Correlatiepulsgenerator voorzien van een correlator voor het correleren van een ontvangen signaal met een refe- 35 rentiesignaal teneinde een correlatietand te verkrijgen 8900080. - 13 - voor het opwekken van een correlatiepuls op basis van de correlatietand gekenmerkt door eerste piekvasthoud-organen om een eerste piekwaarde van een positieve correlatietand vast te houden, een eerste drempelinstelketen 5 voor het opwekken van een eerste drempel op basis van de eerste piekwaarde, een eerste vergelijkingsketen om de eerste drempel met de correlatietand te vergelijken en een eerste correlatiepuls op te wekken, een tweede piekvasthoud-keten om een tweede piekwaarde vah een negatieve correlatie-10 tand vast te houden, een tweede drempelinstelketen voor het opwekken van een tweede drempel op basis van de tweede piekwaarde, en een tweede vergelijkingsketen om de tweede drempel met de correlatietand te vergelijken en een tweede correlatiepuls op te wekken.

9. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de eerste piekvasthoudorganen zijn voorzien van een eerste grendelketen om de correlatietand te vergrendelen en een tweede grendelketen om een uitgangssignaal van de eerste grendelketen te vergrendelen, waarbij de 20 tweede piekvasthoudorganen zijn voorzien van een derde grendelketen om de correlatietand te vergrendelen en een vierde grendelketen om een uitgangssignaal van de derde grendelketel te vergrendelen.

10. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 8 met 25 het kenmerk, dat de eerste en tweede piekvasthoudorganen elk zodanig zijn uitgevoerd dat de daarin vastgehouden piekwaarde met een gewenste tempering wordt vrijgegeven.

11. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de eerste en tweede drempelinstelketens waarden 30 opwekken, welke overeenkomen met uitgangswaarden van de eerste en tweede vasthoudketens, vermenigvuldigd met een vermenigvuldigingsfactor.

12. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat de tweede grendelketen wordt bestuurd door 35 een uitgangssignaal van de eerste vergelijkingsketen ten- 6300080. - 14 - einde het uitgangssignaal van de eerste grendelketen al dan niet vast te houden, waarbij de vierde grendelketen wordt bestuurd door een uitgangssignaal van de tweede vergelijkingsketen omhet uitgangssignaal van de derde 5 grendelketen al dan niet vast te houden.

13. Correlatiepulsgenerator volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de vermenigvuldigingsfactor wordt bestuurd door een CPU. &90D080