NL8900015A

NL8900015A - Combined hay harvester and tedder - has rotating tined wheels on which are pivoted arms with drive crank and rollers (NL091176)

Info

Publication number: NL8900015A
Application number: NL8900015A
Authority: NL
Original assignee: Kuhn Sa
Priority date: 1975-05-05
Filing date: 1989-01-04
Publication date: 1989-05-01

Abstract

The drive-cranks (16) have rollers (17) on and are joined by a link (19) in the form of a universal joint, to the arms (13) supporting the implements (14). The angle formed between the geometric axes of the drive cranks (16) and the geometric axes of the implement-support arms (13) varies when the arms change from a swathe-turning position to a tedding-position and vice versa. The rollers (17) fixed to the drive cranks (16) touch the control curve (18) of the corresponding tined-wheel. The arms rotate about axes (6, 7) spaced so that the tines intermesh in a centre position. The attachment is used for hay harvesting, tedding and swathe-turning.

Description

V.O.1288V.O.1288

Hooimachine voor het schudden en zwaden van fourage.Hay machine for shaking and windrowing forage.

De uitvinding heeft betrekking op een hooimachine voor het schudden en zwaden van fourage voorzien van ten minste een draaiend aan te drijven harkwiel waaraan draagarmen voor werktuigen zijn gemonteerd, en welke draagarmen draai-5 baar zijn bevestigd in steunlagers die beweegbaar verbonden zijn met de bijbehorende harkwielen, waarbij elk van de draagarmen aan zijn einde gericht naar de rotatie-as van zijn harkwiel een bedieningskruk met een rol omvat die zich tijdens het zwaden zodanig verplaatst in een groef dat de 10 werktuigen over een deelgebied van hun omwentelingsbaan naar omhoog worden gedraaid in de richting tegengesteld aan de draairichting tijdens het zwaden en waarbij tijdens het verstellen van de zwadstand naar de schudstand het zwenken van het gereedschap op de harkwielen wordt geblokkeerd door het 15 verplaatsen van de draagarmen en hun steunlagers ten opzichte van de groef.The invention relates to a forage shaking and windrowing hay machine provided with at least one rotatably driven rake wheel to which support arms for tools are mounted, and which support arms are pivotally mounted in support bearings movably connected to the associated rake wheels each of the carrying arms facing at its end towards the axis of rotation of its rake wheel comprises an operating crank with a roller which, during swathing, moves in a groove such that the implements are turned upwards in a part area of their rotation path in the direction opposite to the direction of rotation during windrowing, and during the adjustment from the swath position to the rocking position, the pivoting of the tool on the rake wheels is blocked by moving the carrying arms and their support bearings relative to the groove.

Een dergelijke hooimachine is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6907606.Such a haymaking machine is known from Dutch patent application 6907606.

Om een doeltreffende schudwerking te verkrijgen is het 20 wenselijk om vanuit de zwadstand naar de schudstand de diameter van het traject van de werktuig dragende armen te vergroten. Bij deze bekende hooimachine wordt dit wijzigen van de diameter vekregen door het toepassen van een telescoopvormig raam. Een dergelijke constructie is omslachtig en 25 kostbaar.In order to obtain an effective shaking action, it is desirable to increase the diameter of the range of the tool-carrying arms from the swath position to the shaking position. In this known haymaking machine, this change of the diameter is obtained by using a telescopic window. Such a construction is laborious and expensive.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een verbeterde hooimachine die de nadelen in hoofdzaak ondervangt.The object of the invention is to provide an improved haying machine which substantially obviates the drawbacks.

Het doel wordt bereikt doordat volgens de uitvinding het steunlager van elke draagarm voorzien is van een 30 boring door middel waarvan de draagarm beweegbaar verbonden is met een as van een aandrijfnaaf waarvan de hartlijn naar omhoog gericht is en onder een hoek staat met de hartlijn van het bijbehorende harkwiel, dat elk steunlager is voorzien van een instelorgaan waarbij de instelorganen van de 35 steunlagers van eenzelfde harkwiel met elkaar zijn verbonden 8900015 t -2- door middel van stangen voor het vormen van een instel- en blokkeersamenstel teneinde een gelijktijdige draaiing mogelijk te maken van de draagarmen rond de bijbehorende assen voor het verstellen van de zwadstand, waarin de draagarmen 5 in hoofdzaak tangentiaal staan ten opzichte van een cirkel waarvan het middelpunt zich bevindt op de rotatie-as van het harkwiel, naar de schudstand waarin de draagarmen in hoofdzaak radiaal staan en omgekeerd.The object is achieved in that, according to the invention, the support bearing of each support arm is provided with a bore by means of which the support arm is movably connected to a shaft of a drive hub, the center line of which is directed upwards and is at an angle to the center line of the associated rake wheel, each support bearing provided with an adjusting member, the adjusting members of the 35 supporting bearings of the same rake wheel being connected to each other 8900015 t -2- by means of rods for forming an adjusting and locking assembly in order to enable simultaneous rotation from the support arms around the associated axes for adjusting the swath position, in which the support arms 5 are substantially tangential to a circle centered on the axis of rotation of the rake wheel, to the rocking position in which the support arms are substantially radial and vice versa.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van enkele 10 uitvoeringsvoorbeelden en onder verwijzing naar de tekening nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments and with reference to the drawing.

Fig. 1 stelt een vooraanzicht van een machine volgens de uitvinding in de zwadstand voor; fig. 2 stelt een bovenaanzicht van de machine weerge-15 geven in fig. 1 voor; fig. 3 stelt een verticale doorsnede van de machine weergegeven in fig. 1 voor; fig. 4 stelt een verticale doorsnede van een machine volgens de uitvinding in de schudstand voor; 20 fig. 5 stelt een vooraanzicht van de machine weerge geven in fig. 4 voor; fig. 6 stelt een bovenaanzicht van de machine weergegeven in de figuren 4 en 5 voor; fig. 7 stelt op een grotere schaal een doorsnede van 25 een harkwiel in de zwadstand volgens het verticale vlak VII-VII van fig. 2 voor; fig. 8 stelt een doorsnede volgens het horizontale snijvlak VIII-VIII van fig. 7 voor; fig. 9 stelt op een grotere schaal een doorsnede van 30 een harkwiel in de schudstand volgens het verticale snijvlak IX-IX van fig. 6 voor; fig. 10 stelt een doorsnede volgens het horizontale snijvlak X-X van fig. 9 voor; fig. 11 stelt op grotere schaal een doorsnede van een 35 eerste uitvoeringsvorm van de verbinding tussen de, het werktuig dragende armen en de bedieningskrukken in de zwad- 8900015.Fig. 1 shows a front view of a machine according to the invention in the swath position; Fig. 2 represents a top view of the machine shown in Fig. 1; FIG. 3 represents a vertical section of the machine shown in FIG. 1; Fig. 4 shows a vertical section of a machine according to the invention in the shaking position; Fig. 5 represents a front view of the machine shown in Fig. 4; FIG. 6 represents a top view of the machine shown in FIGS. 4 and 5; Fig. 7 shows on a larger scale a cross-section of a rake wheel in the swath position according to the vertical plane VII-VII of Fig. 2; Fig. 8 represents a section according to the horizontal cutting plane VIII-VIII of Fig. 7; FIG. 9 is a larger-scale sectional view of a rake wheel in the rocking position along the vertical cutting plane IX-IX of FIG. 6; Fig. 10 represents a section according to the horizontal cutting plane X-X of Fig. 9; FIG. 11 is a larger-scale sectional view of a first embodiment of the connection between the implement carrying arms and the operating cranks in the swath 8900015.

-3- stand volgens het vlak XI-XI van fig. 7 voor? fig. 12 stelt op grotere schaal een doorsnede van de eerste uitvoeringsvorm van de verbinding tussen de, het werktuig dragende armen en de bedieningskrukken in de 5 schudstand volgens het vlak XII-XII van fig. 9 voor; fig. 13 stelt een doorsnede analoog aan die weergegeven in fig. 11 van een tweede uitvoeringsvorm van de verbinding tussen de het werktuig dragende armen en de bedieningskrukken voor; 10 fig. 14 stelt een doorsnede analoog aan die weerge geven in fig. 12 van de tweede uitvoeringsvorm van de verbinding tussen de, het werktuig dragende armen en de bedieningskrukken voor; fig. 15 stelt een doorsnede door de verbinding volgens 15 het doorsnedevlak XV-XV van fig. 13 voor; fig. 16 stelt een doorsnede analoog aan die weergegeven in fig. 9 van een harkwiel met een derde uitvoerings-voorbeeld van de, het werktuig dragende armen en de bedieningskrukken voor; 20 fig. 17 stelt op grotere schaal een doorsnede voor volgens het vlak XVII-XVII van fig. 16 van het derde uitvoe-ringsvoorbeeld van de verbinding voor tussen een bedienings-kruk en een het werktuig dragende arm voor, welke arm zich in de schudstand bevindt; 25 fig. 18 stelt een vooraanzicht van het harkwiel weer gegeven in fig. 16 voor wanneer dit zich in de zwadstand bevindt; fig. 19 stelt op grotere schaal een doorsnede volgens het vlak XIX-XIX van fig. 18 van de verbinding tussen een bedieningskruk en een, het werktuig dragende arm voor, welke 30 arm zich in een zwadstand bevindt en de kruk hiervan zich in de lage stand bevindt; fig. 20 stelt op grotere schaal een doorsnede van een vergrendelingsinrichting van de het werktuig dragende armen in de schudstand of in de zwadstand volgens het verticale 35 vlak XX-XX van fig. 8 voor.-3- position according to the plane XI-XI of fig. 7 for? FIG. 12 is an enlarged cross-sectional view of the first embodiment of the connection between the tool-carrying arms and the operating cranks in the rocking position along plane XII-XII of FIG. 9; Fig. 13 represents a cross-section analogous to that shown in Fig. 11 of a second embodiment of the connection between the tool-carrying arms and the operating cranks; Fig. 14 represents a cross-section analogous to that shown in Fig. 12 of the second embodiment of the connection between the tool-carrying arms and the operating cranks; Fig. 15 represents a cross-section through the joint according to cross-sectional plane XV-XV of Fig. 13; Fig. 16 represents a cross-section analogous to that shown in Fig. 9 of a rake wheel with a third exemplary embodiment of the implement carrying arms and the operating cranks; Fig. 17 is an enlarged sectional view taken along plane XVII-XVII of Fig. 16 of the third embodiment of the connection between an operating crank and an arm carrying the tool, which arm is in the shaking position is located; Fig. 18 represents a front view of the rake wheel shown in Fig. 16 when it is in the swath position; Fig. 19 is a larger-scale section along plane XIX-XIX of Fig. 18 of the connection between an operating crank and an implement carrying arm, which arm is in a swath position and the crank thereof is in the low stand; Fig. 20 is an enlarged cross-sectional view of a locking device of the arms carrying the tool in the rocking position or in the swath position according to the vertical plane XX-XX of Fig. 8.

8900015.8900015.

-4- fig. 21 stelt in een gedeeltelijke doorsnede een bovenaanzicht van de vergrendelingsinrichting weergegeven in fig. 20 voor.Fig. 21 shows in partial cross section a top view of the locking device shown in Fig. 20.

De hooimachine voor het schudden en voor het zwaden 5 volgens de uitvinding die is weergegeven in de figuren 1-6 is bij wijze van een niet beperkend voorbeeld voorzien van twee harkwielen 1 en 2, die met elkaar zijn verbonden door een dwarsbalk 3. Deze machine kan aan een niet weergegeven trekker bijvoorbeeld met behulp van een disselboom 4 worden 10 bevestigd. Elk harkwiel 1, 2 rust op de grond met behulp van een wieltje 5 dat onder het harkwiel is aangebracht.The shaking and windrowing haying machine 5 according to the invention shown in Figures 1-6 is, by way of non-limiting example, provided with two rake wheels 1 and 2, which are connected by a cross beam 3. This machine can be attached to a tractor (not shown), for example, by means of a drawbar 4. Each rake wheel 1, 2 rests on the ground with the aid of a wheel 5 arranged under the rake wheel.

De harkwielen 1, 2 worden op een bekende wijze draaiend aangedreven om hun respectievelijke as 6 en 7 door niet weergegeven aandrijforganen, die vanaf de aandrijving van de trek-15 ker naar de aandrijfnaven 8 en 9 van de harkwielen 1, 2, die over de carters 10, 11 en 12 lopen zodanig dat zij in tegengestelde zin of in identieke zin draaien. In het, in de figuren 2 en 6 weergegeven voorbeeld draaien bij wijze van een niet beperkend voorbeeld, de harkwielen 1, 2, conver-20 gerend naar voren gezien in de voortbewegingsrichting.The rake wheels 1, 2 are rotated in a known manner about their respective axis 6 and 7 by drive members, not shown, which run from the drive of the tractor to the drive hubs 8 and 9 of the rake wheels 1, 2, which run over the crankcases 10, 11 and 12 run in such a way that they rotate in the opposite sense or in an identical sense. In the example shown in Figures 2 and 6, by way of a non-limiting example, the rake wheels 1, 2 rotate convergingly seen in the direction of forward movement.

Op elk harkwiel 1, 2 zijn werktuigen 14, zoals hooivorken, tanden of dergelijke elementen in lagers 15 draaibaar gemonteerd. Elke arm 13 bevat aan het einde dat naar de draaias 6 of 7 van het overeenkomstige harkwiel 1,2 is ge-25 keerd een bedieningskruk 16 voorzien van een rol 17, die in een leinok 18 zodanig wordt verplaatst, dat de werktuigen 14 over een deelgebied van hun omwentelingsbaan naar omhoog en naar de richting tegengesteld aan de draairichting van het desbetreffende harkwiel 1 of 2 tijdens het zwaden (zie 30 fig. 7) worden gedraaid. Hierdoor is het mogelijk de fourage die door de genoemde werktuigen 14 is verzameld in de vorm van een zwad te deponeren.Tools 14 such as pitchforks, tines or the like are rotatably mounted in bearings 15 on each rake wheel 1, 2. Each arm 13 has an operating crank 16 provided with a roller 17, which is moved in a guide cam 18, in such a way that the tools 14 move over a position at the end which faces the rotary axis 6 or 7 of the corresponding rake wheel 1,2. partial area of their rotation path upwards and in the direction opposite to the direction of rotation of the relevant rake wheel 1 or 2 during swathing (see 30 fig. 7). This makes it possible to deposit the forage collected by said tools 14 in the form of a swath.

Volgens de uitvinding zijn de bedieningskrukken 16 die van rollen 17 zijn voorzien verbonden met de het werk-35 tuig dragende armen 13 met behulp van een verbinding 19 en de hoek K gevormd tussen de geometrische assen 20 van de bedie- 89 000 f5.4 -5- ningskrukken 16 en de geometrische assen 21 van de armen 13, die de werktuigen 14 dragen - van boven gezien-varieert, wanneer de draagarmen 13 vanuit de zwadstand in de schudstand en omgekeerd worden omgezet, terwijl de rollen 17, die deel 5 uitmaken van de bedieningskrukken 16 met de leikam 18 van het desbetreffende harkwiel 1 of 2 zowel tijdens het zwaden als tijdens het schudden in ingrijping zijn. De as, die als geometrische as 20 van de bedieningskrukken 16 wordt beschouwd is in feite de geometrische as van de rollen 17, die 10 deel uitmaken van de bedieningskrukken. Deze uitvoering maakt het mogelijk de invloed van de leinok 18 en van de rollen 17 die deel uitmaken van de bedieningskrukken 16 op de armen 13, die de werktuigen 14 dragen, te wijzigen zonder dat delicate regelingen moeten worden uitgevoerd of de lei-15 nok hierbij is betrokken hetgeen een groot voordeel betekent.According to the invention, the operating cranks 16 provided with rollers 17 are connected to the work-carrying arms 13 by means of a connection 19 and the angle K formed between the geometric axes 20 of the controls. 5-cranks 16 and the geometric axes 21 of the arms 13, which carry the tools 14 - seen from above, vary when the supporting arms 13 are converted from the swath to the rocking position and vice versa, while the rollers 17, which are part 5 of the operating cranks 16 with the guide comb 18 of the relevant rake wheel 1 or 2 are engaged both during swathing and during shaking. The axis, which is considered as geometric axis 20 of the operating cranks 16, is in fact the geometric axis of the rollers 17, which are part of the operating cranks. This embodiment makes it possible to change the influence of the guide cam 18 and of the rollers 17 which form the operating cranks 16 on the arms 13 carrying the tools 14 without having to make delicate adjustments or the guide cam is involved which means a great advantage.

Aldus vormen - van boven gezien - de geometrische assen 21 van de armen 13 die de gereedschappen 14 dragen met de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16 hoekenoC die groter zijn, wanneer de draagarmen 13 de schudstand 20 (figuur 6) innemen, dan wanneer zij de zwadstand (fig. 2) innemen. Hierdoor wordt de draaiende beweging van de werktuigen 14 in de schudstand verminderd en de fourage wordt niet meer in een zwad gedeponeerd doch wordt opgeheven, gekeerd en achter de harkwielen 1, 2 gezien in de voortbewegingsrichting 25 uitgespreid.Thus, viewed from above, the geometric axes 21 of the arms 13 carrying the tools 14 with the geometric axes 20 of the operating cranks 16 form angles oC that are larger when the supporting arms 13 assume the rocking position 20 (Figure 6) than when they take the swath position (fig. 2). This reduces the rotational movement of the tools 14 in the rocking position and the forage is no longer deposited in a swath, but is lifted, turned and spread behind the rake wheels 1, 2 in the direction of travel 25.

Op de machine volgens de figuren 6, 9 en 10, waarop de armen 13, die de werktuigen 14 dragen de schudstand innemen, zijn de geometrische assen 21 van de draagarmen 13 en de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16 aan-30 merkelijk uitgelijnd. In deze stand slingeren de bedieningskrukken 16 vrij ten opzichte van de draagarmen 13 door de werking van de rollen 17 zonder echter de armen 13, die de werktuigen 14 dragen, gedurende het schudden te laten draaien. Aldus ondergaat de fourage een krachtige behandeling en 35 wordt gelijkmatig achter de harkwielen 1 en 2 uitgespreid, waardoor het drogen hiervan wordt versneld.On the machine of Figures 6, 9 and 10, on which the arms 13 carrying the tools 14 assume the rocking position, the geometric axes 21 of the carrying arms 13 and the geometric axes 20 of the operating cranks 16 are markedly aligned. In this position, the operating cranks 16 swing freely relative to the carrying arms 13 by the action of the rollers 17 without, however, rotating the arms 13 carrying the tools 14 during shaking. Thus, the forage undergoes vigorous treatment and is spread evenly behind the rake wheels 1 and 2, thereby accelerating its drying.

8900015.1 -6-8900015.1 -6-

In een eerste uitvoeringsvoorbeeld dat op grotere schaal in de figuren 11 en 12 is weergegeven, is de verbinding 19 tussen de armen 13, die de werktuigen 14 dragen, en de bedieningskrukken 16 van het cardangewricht type.In a first exemplary embodiment shown on a larger scale in Figures 11 and 12, the connection 19 between the arms 13 carrying the tools 14 and the operating cranks 16 is of the cardan joint type.

5 Hiertoe zijn de draagarmen 13 en de bedieningskrukken 16 aan hun einden nabij de vorken 22 en 23 die scharnierend zijn bevestigd aan de einden van de armen 24 en 25 van een kruis 26 voorzien. Tijdens de omzetting van de draagarmen 13 van de zwadstand in de schudstand en omgekeerd draaien laatstge-10 noemde om de geometrische assen 27 van de armen 24 van het kruis 26. De genoemde geometrische assen 27 lopen - van bovenaf gezien - door de snijpunten 28 tussen de geometrische assen 21 van de draagarmen 13 en de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16.For this purpose the carrying arms 13 and the operating cranks 16 are provided with a cross 26 at their ends near the forks 22 and 23 which are hinged to the ends of the arms 24 and 25. During the conversion of the support arms 13 from the swath position to the rocking position and the reverse rotation, the latter mentioned about the geometric axes 27 of the arms 24 of the cross 26. Said geometric axes 27 - seen from above - pass through the intersections 28 between the geometric axes 21 of the carrying arms 13 and the geometric axes 20 of the operating cranks 16.

15 In de schudstand (fig. 12) slingeren de van rollen 17 voorziene bedieningskrukken 16 vrij onder de werking van deze rollen 17 om de geometrische assen 29 van de armen 25 van het kruis 26 zonder de armen te laten draaien, die het werktuig dragen.In the rocking position (Fig. 12), the operating cranks 16 provided with rollers 17 swing freely under the action of these rollers 17 about the geometric axes 29 of the arms 25 of the cross 26 without rotating the arms carrying the tool.

20 Volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld op grotere schaal weergegeven in de figuren 13, 14 en 15 is de verbinding 19 tussen de armen 13, die het werktuig 14 dragen, en de van rollen 17 voorziene bedieningskrukken 16 voorzien van een vork 30, die enerzijds scharnierend is verbonden met de 25 twee einden van een arm 31, die deel uitmaakt van de desbetreffende draagarm 13 en anderzijds wordt geleid in een glijbaan 32 van de desbetreffende bedieningskruk 16, De genoemde vork 30 neemt ten minste gedeeltelijk de vorm van de glijbaan 32 aan en kan hierin om een geometrische as 33 30 draaien. Deze vork 30 kan bij voorkeur worden gemaakt van een kunststof om de wrijvingen te beperken. Tijdens de omzetting van de draagarmen 13 vanuit de zwadstand (fig. 13) in de schudstand (fig. 14) of omgekeerd, draaien de armen om de geometrische assen 33 dank zij de vorken 30 die in de glij-35 banen 32 van de bedieningskrukken 16 worden verplaatst. Gezien van bovenaf lopen deze geometrische assen 33 door de 8900015c1 -7- snijpunten 28 tussen de geometrische assen 21 van de draag-armen 13 en de geometrische assen 20 van de bedieningskruk-ken 16. In de schudstand slingeren de van de rollen 17 voorziene bedieningskrukken 16 vrij onder de werking van de rol-5 len 17 om de geometrische assen 34 van de armen 31, die deel uitmaken van de draagarmen 13 zonder de het werktuig dragende armen te laten draaien.According to a second exemplary embodiment, shown on a larger scale in Figures 13, 14 and 15, the connection 19 between the arms 13 carrying the tool 14 and the operating cranks 16 provided with rollers 17 is provided with a fork 30, which is hinged on the one hand connected to the two ends of an arm 31, which forms part of the respective supporting arm 13 and on the other hand is guided in a slide 32 of the respective operating crank 16, said fork 30 takes at least partly the shape of slide 32 and can rotate about a geometric axis 33 30. This fork 30 can preferably be made of a plastic to limit friction. During the conversion of the carrying arms 13 from the swath position (fig. 13) to the rocking position (fig. 14) or vice versa, the arms rotate about the geometric axes 33 thanks to the forks 30 which slide in the sliding tracks 32 of the operating cranks 16 are moved. Seen from above, these geometric axes 33 pass through the 8900015c1 -7 intersections 28 between the geometric axes 21 of the carrying arms 13 and the geometric axes 20 of the operating cranks 16. In the rocking position, the operating cranks provided with the rollers 17 swing 16 freely under the action of the rollers 17 about the geometric axes 34 of the arms 31, which form part of the support arms 13 without rotating the tool-carrying arms.

In de twee bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeelden worden de armen 13 die de werktuigen 14 dragen vanuit de 10 zwadstand in de schudstand en omgekeerd omgezet door het draaien van hun resp. lager 15 om een as 35 die deel uitmaakt van de overeenkomstige aandrijfnaaf 8 of 9.In the two embodiments described above, the arms 13 carrying the tools 14 are converted from the swath position to the rocking position and vice versa by rotating their resp. bearing 15 about a shaft 35 which is part of the corresponding drive hub 8 or 9.

Teneinde de stijfheid van de machine in de verschillende werkstanden alsmede gedurende de standwijzigingen te 15 verzekeren, zijn de bedieningskrukken 16 verbonden aan de armen 13, die de werktuigen dragen scharnierend bevestigd aan en worden geleid in vaste lagers 38, die deel uitmaken van de aandrijfnaaf 8 of 9 onder tussenkomst van de draaiassen 35 van de lagers 15 van de draagarmen 13 (figuren 7, 8 en 9). 20 In het derde uitvoeringsvoorbeeld van de verbinding 19 weergegeven in de figuren 16 tot 19 zijn de armen 13, die de werktuigen 14 dragen draaibaar in de lagers 15 gemonteerd en worden, wat hun evenwijdige verschuiving ten opzichte van de lagers 15 betreft, door twee aanslagen 50 en 51 geblok-25 keerd die aan weerszijden van de lagers 15 zijn gelegen. De lagers zijn resp. door een steunbout 52 verbonden met een buis 53, die om de as 35 draait, die deel uitmaakt van de aandrijfnaaf 9. Aan het benedeneinde van deze as 35 is met zijn kortste gedeelte een L-vormige steun 54 bevestigd. Het 30 langste gedeelte van deze steun 54 strekt zich naar omlaag uit in een vlak evenwijdig met het vlak begrensd door de geometrische as 20 van de bedieningskruk 16 en haar rol 17 en de geometrische as 21 van de arm 13, wanneer deze zich in de schudstand bevindt. Het benedeneinde van het langste gedeelte 35 van de steun 54 is voorzien van een aseinde 55, waarvan de hartlijn loodrecht staat op de geometrische as 36 van de 89 00 015 -8- draaias 35 en op het vlak begrensd door de reeds eerder genoemde geometrische assen 20 en 21. Elk aseinde (55) werkt samen met de bedieningskruk 16 en maakt het mogelijk haar te laten slingeren, wanneer de rol 17 het profiel van de lei-5 nok 18 van het harkwiel volgt. Elke bedieningskruk 16 is voorzien van drie lagers 56, 57 en 58. De as van de rol 17 bevindt zich in het eerste lager 56 en een tap 59 is draaibaar in het tweede lager 57 gemonteerd. In het uitvoerings-voorbeeld weergegeven in de figuren 16 en 17, waarin de ver-10 bindingen 19 zijn weergegeven in de schudstand, maakt de geometrische as 20 van de bedieningskruk 16 en haar rol 17 met de geometrische as 60 van de tap 59 een hoek die iets kleiner is dan 90°. De hartlijn van het derde lager 58 van de bedieningskruk 16 gaat over in de hartlijn van het as-15 einde 55 en is gelegen in een vlak loodrecht op het vlak begrensd door de bovengenoemde geometrische assen 20 en 60.In order to ensure the rigidity of the machine in the various working positions as well as during the position changes, the operating cranks 16 are connected to the arms 13, which carry the tools, are hinged to and guided in fixed bearings 38, which are part of the drive hub 8 or 9 through the rotation axes 35 of the bearings 15 of the carrying arms 13 (Figures 7, 8 and 9). In the third exemplary embodiment of the connection 19 shown in Figures 16 to 19, the arms 13 carrying the tools 14 are rotatably mounted in the bearings 15 and, as regards their parallel displacement with respect to the bearings 15, are arranged by two stops 50 and 51 block-25 located on either side of the bearings 15. The bearings are resp. connected by a support bolt 52 to a tube 53, which rotates about the shaft 35, which forms part of the drive hub 9. At the lower end of this shaft 35 an L-shaped support 54 is attached with its shortest part. The longest portion of this support 54 extends downward in a plane parallel to the plane bounded by the geometric axis 20 of the operating crank 16 and its roller 17 and the geometric axis 21 of the arm 13 when in the rocking position located. The lower end of the longest part 35 of the support 54 is provided with a shaft end 55, whose axis is perpendicular to the geometric axis 36 of the rotary axis 35 and on the plane delimited by the aforementioned geometric axes. 20 and 21. Each shaft end (55) cooperates with the operating crank 16 and allows it to swing when the roller 17 follows the profile of the guide cam 18 of the rake wheel. Each operating crank 16 is provided with three bearings 56, 57 and 58. The shaft of the roller 17 is located in the first bearing 56 and a pin 59 is rotatably mounted in the second bearing 57. In the exemplary embodiment shown in Figures 16 and 17, in which the connections 19 are shown in the rocking position, the geometric axis 20 of the operating crank 16 and its roller 17 with the geometric axis 60 of the pin 59 form an angle which is slightly less than 90 °. The centerline of the third bearing 58 of the operating crank 16 merges into the centerline of the shaft end 55 and is located in a plane perpendicular to the plane delimited by the above-mentioned geometric shafts 20 and 60.

De drie hartlijnen van deze lagers 56, 57 en 58 snijden elkaar op eenzelfde punt 28 in het vlak begrensd door het snijpunt van de geometrische as 20 van de bedienings-20 kruk 16 en haar rol 17 en de geometrische as 60 van de tap 59. Dit punt 28 is tevens het snijpunt van de geometrische assen 21 van de armen 13 en van de genoemde geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16 en hun rollen 17.The three axes of these bearings 56, 57 and 58 intersect at the same point 28 in the plane bounded by the intersection of the geometric axis 20 of the actuating crank 16 and its roller 17 and the geometric axis 60 of the pin 59. This point 28 is also the point of intersection of the geometric axes 21 of the arms 13 and of the said geometric axes 20 of the operating cranks 16 and their rollers 17.

De tap 59, waarvan het einde 61 cilindervormig is, 25 kan in het lager 57 draaien. Het andere einde 62 van deze zelfde tap 59 is bolvormig en bevat een spleet 63, waarvan de flanken zich in twee evenwijdige vlakken uitstrekken, welke flanken eveneens evenwijdig lopen aan de geometrische as 60 van de tap 59. Het midden van het bolvormige einde 62 30 van de tap 59 is gelegen op het snijpunt 28 van de hartlijnen van de lagers 56, 57 en 58.The pin 59, the end 61 of which is cylindrical, 25 can rotate in the bearing 57. The other end 62 of this same spigot 59 is spherical and contains a slit 63, the flanks of which extend in two parallel planes, which flanks are also parallel to the geometric axis 60 of the spigot 59. The center of the spherical end 62 of the pin 59 is located at the intersection point 28 of the centerlines of the bearings 56, 57 and 58.

De armen 13, die de werktuigen dragen zijn resp. aan hun naar het harkwiel gerichte einde voorzien van een afgerond gedeelte 64 met twee afvlakkingen, waarvan de flanken 35 zich in twee evenwijdige vlakken uitstrekken, welke vlakken eveneens evenwijdig zijn aan de geometrische as 21 van de -9- armen 13. Het afgeronde gedeelte 64 van elke arm 13 heeft een straal, die overeenkomt met de straal van het bolvormige einde 62 van de tap 59. Hierdoor kunnen de afgeronde gedeelten 64 van de armen 13 grijpen in de spleten 63 van de tap-5 pen 59 en hierin draaien.The arms 13 carrying the tools are resp. at their end facing the rake wheel provided with a rounded section 64 with two flanges, the flanks 35 of which extend in two parallel planes, which planes are also parallel to the geometric axis 21 of the arms 9. The rounded section 64 each arm 13 has a radius corresponding to the radius of the spherical end 62 of the pin 59. This allows the rounded portions 64 of the arms 13 to engage and rotate in the slits 63 of the pin 59.

De inrichting volgens het derde uitvoeringsvoorbeeld werkt als volgt.The device according to the third embodiment works as follows.

Indien verondersteld wordt, dat de machine zich in de schudstand bevindt, zoals dit in fig. 16 is weergegeven dan 10 ziet men in fig. 17 dat de geometrische assen 21 van de armen 13 zich resp. in hetzelfde vlak bevinden als de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16 en van hun rollen 17 en de geometrische assen 60 van de tappen 59. Wanneer de machine voor het schudden wordt gebruikt en de armen 13 om 15 de as 7 van het harkwiel draaien, slingeren hierdoor de bedieningskrukken 16 om het aseinde 55 dank zij hun lager 58, terwijl de rollen 17 van deze bedieningshefbomen 16 het profiel van de leinok 18 volgen. Deze slingering heeft geen invloed op de armen 13, die niet om hun geometrische assen 21 20 kunnen draaien, omdat het afgeronde gedeelte 64 van elke arm 13 zich in de gleuf 63 van de desbetreffende tap 59 bevindt, dat de geometrische as 60 van elke tap 59 met de geometrische as 21 van elke arm 13 een hoek maakt die kan worden veranderd tijdens het draaien van het harkwiel, welke hoek echter 25 steeds kleiner is dan 180°, dat de flanken van de spleet 63 van de tap 59 en die van de afvlakkingen van het afgeronde gedeelte 64 alle zijn gelegen in het vlak van de slingering van de kruk 16 en dat de hartlijnen van de lagers 56, 57 en 58 elkaar kruisen op het snijpunt 28 van de geometrische 30 assen 21 van de armen 13 en de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16 en hun rollen 17, welk snijpunt tevens het midden van het bolvormige gedeelte 62 van de tappen 59 en dat van de afgeronde gedeelten 64 van de einden van de armen 13 is.If it is assumed that the machine is in the rocking position, as shown in Fig. 16, then it is seen in Fig. 17 that the geometric axes 21 of the arms 13 are respectively. in the same plane as the geometric axes 20 of the operating cranks 16 and their rollers 17 and the geometric axes 60 of the spigots 59. When the machine is used for shaking and the arms 13 rotate about axis 7 of the rake wheel, As a result, the operating cranks 16 swing around the shaft end 55 thanks to their bearing 58, while the rollers 17 of these operating levers 16 follow the profile of the guide cam 18. This runout does not affect the arms 13, which cannot rotate about their geometric axes 21, because the rounded portion 64 of each arm 13 is located in the slot 63 of the respective stud 59, which is the geometric axis 60 of each stud 59 makes an angle with the geometric axis 21 of each arm 13 which can be changed during the rotation of the rake wheel, which angle, however, is always smaller than 180 °, that the flanks of the gap 63 of the pin 59 and those of the flattenings of the rounded portion 64 are all located in the plane of the runout of the crank 16 and that the axes of the bearings 56, 57 and 58 intersect at the intersection point 28 of the geometric axes 21 of the arms 13 and the geometric shafts 20 of the operating cranks 16 and their rollers 17, which intersection is also the center of the spherical portion 62 of the studs 59 and that of the rounded portions 64 of the ends of the arms 13.

35 Indien men een zwadwerk wenst uit te voeren duwt men tegen of trekt men aan de armen 13, die de werktuigen 14 8900015.If one wishes to carry out a swath work, one pushes or pulls on the arms 13, which are the tools 14 8900015.

-10- dragen, zodat zij met hun resp. lagers 15 om de draaiassen 35 draaien, die deel uitmaken van de aandrijfnaaf 9 onder een hoek, die nagenoeg gelijk is aan 90° zonder op hunzelf te draaien (figuren 18 en 19). Alleen de armen 13, waarvan 5 de rollen 17 van de bedieningskrukken 16, zich in het hoge gedeelte van de leinok 18 bevinden, draaien om hun resp. geometrische assen 21, zodat de werktuigen van deze armen (13) omhoog komen, de stand van deze werktuigen komt dan overeen met die, waarin van de fourage wordt afgezien voor 10 het vormen van een zwade.-10-, so that with their resp. rotate bearings 15 about the pivot shafts 35, which are part of the drive hub 9, at an angle substantially equal to 90 ° without rotating on themselves (Figures 18 and 19). Only the arms 13, of which the rollers 17 of the operating cranks 16, are located in the high part of the guide cam 18, rotate about their resp. geometric axes 21, so that the tools of these arms (13) rise, the position of these tools then corresponds to that in which the forage is waived to form a windrow.

Wanneer de machine gereed is voor het zwaden, blijkt meer in het bijzonder uit de figuren 18 en 19, dat de geometrische assen 21 van de armen 13, niet meer samenvallen en niet meer door de hartlijn 7 van het harkwiel lopen. Deze 15 armen nemen een stand in, waarin hun hartlijnen een cirkel raken, die zich in een vlak loodrecht op de hartlijn 7 van het harkwiel uitstrekt, waarbij het midden van deze cirkel samenvalt met deze hartlijn 7. De tappen 59 zijn eveneens over 90° gedraaid, zodat de flanken van hun spleten 63 nu 20 gelegen zijn in een vlak loodrecht op de flank begrensd door de geometrische hartlijnen 20 van de bedieningskrukken 16 en hun rollen 17 en de geometrische assen 60 van de tappen 59. Wanneer derhalve de krukken 16, waarvan de rollen 17 het profiel van de nok 18 volgen, slingeren in het vlak 25 begrensd door de genoemde hartlijnen 20 en 60 en daarbij om de resp. aseinden 55 draaien, ontstaat er een draaiing van de armen 13 om hun geometrische assen 21, waarbij het draaien van deze armen wordt geleid en een evenwijdige verschuiving in de resp. lagers 15 wordt geblokkeerd, waarvan de 30 geometrische assen 21 de hartlijnen van de aseinden 55 op punten 28 snijden.More specifically, when the machine is ready for windrowing, it can be seen from Figures 18 and 19 that the geometric axes 21 of the arms 13 no longer coincide and no longer run through the center line 7 of the rake wheel. These 15 arms assume a position in which their centerlines touch a circle, which extends in a plane perpendicular to the centerline 7 of the rake wheel, the center of this circle coinciding with this centerline 7. The spigots 59 are also at 90 ° rotated so that the flanks of their slits 63 are now located in a plane perpendicular to the flank delimited by the geometric axes 20 of the operating cranks 16 and their rollers 17 and the geometric axes 60 of the trunnions 59. Therefore, when the cranks 16, the rollers 17 of which follow the profile of the cam 18, swing in the plane 25 bounded by the said center lines 20 and 60 and thereby around the resp. rotating shaft ends 55, rotation of the arms 13 about their geometric axes 21 occurs, the rotation of these arms being guided and a parallel shift in the resp. bearings 15 are blocked, the geometric axes 21 of which intersect the axes of the shaft ends 55 at points 28.

Echter begint dit draaien van de armen 13 alleen, wanneer de rollen 17 met de helling van de leinok 18 in aanraking komen, waarbij de armen in hun uitgangsstand worden 35 teruggebracht wanneer de rollen deze helling verlaten.However, this rotation of the arms 13 only starts when the rollers 17 come into contact with the slope of the guide cam 18, the arms being returned to their initial position when the rollers leave this slope.

De verbinding 19 tussen de armen 13 die de werktuigen 89 000 15 » -11- 14 dragen en de bedieningskrukken 16 kan eveneens een bolvormige verbinding of een scharniergewricht zijn, zonder dat het kader van de uitvinding wordt verlaten.The connection 19 between the arms 13 carrying the tools 89 and the operating cranks 16 can also be a spherical connection or a hinge joint, without departing from the scope of the invention.

Volgens een belangrijk kenmerk van de uitvinding 5 loopt de geometrische as 36 van de assen 35, die deel uitmaken van de aandrijfnaaf 8 of 9 en waarom de lagers 15 van de draagarmen 13 draaien, van bovenaf gezien, door het snijpunt 28 tussen de geometrische assen 21 van de draagarmen 13 en de geometrische assen 20 van de bedieningskrukken 16. Dit ken-10 merk maakt het aan de draagarmen 13 mogelijk vanuit de schud-stand in de zwadstand of omgekeerd te draaien zonder het vastlopen of beschadigingen op het niveau van de verbindingen 19 te veroorzaken (figuren 7-10 en 16).According to an important feature of the invention 5, the geometric axis 36 of the shafts 35, which form part of the drive hub 8 or 9 and why the bearings 15 of the support arms 13 rotate, seen from above, through the intersection 28 between the geometric axes 21 of the carrying arms 13 and the geometric axes 20 of the operating cranks 16. This characteristic allows the carrying arms 13 to rotate from the rocking position to the swath position or vice versa without jamming or damage at the level of the connections 19 (Figures 7-10 and 16).

Wanneer de machine volgens de uitvinding in de schud-15 stand wordt omgezet, waarin de bedieningskrukken 16 vrij slingeren zonder de armen (13) die de werktuigen 14 dragen te laten draaien, blokkeren de krukken 16 en de rollen 17 de werktuigen 14 in een vlak dat nagenoeg vertikaal ten opzichte van de grond is. Deze uitvoering maakt het mogelijk 20 speciale inrichtingen te vermijden voor het blokkeren van de schudwerktuigen.When the machine according to the invention is converted to the shaking position, in which the operating cranks 16 swing freely without turning the arms (13) carrying the tools 14, the cranks 16 and the rollers 17 block the tools 14 in a plane that is almost vertical to the ground. This embodiment makes it possible to avoid special devices for blocking the shaking tools.

Anderzijds brengt het draaien van de armen 13 die de werktuigen 14 dragen van de zwadstand naar de schudstand een aanzienlijkevergroting van de diameter van de door deze 25 werktuigen 14 beschreven banen met zich mede. Immers de afstand tussen de werktuigen 14 en de draaias 6 of 7 van het desbetreffende harkwiel 1 of 2 is veel groter in de schudstand (fig. 6) dan in de zwadstand (fig. 2). Deze vergroting van de diameter van de door de werktuigen 14 beschreven ba-30 nen verzekert een schudden van uitstekende kwaliteit, omdat in het geval van een machine met twee of meer harkwielen, de afstand tussen de banen beschreven door de werktuigen 14 van de aangrenzende twee harkwielen aanzienlijk kleiner is geworden; deze banen kunnen elkaar zelfs aanzienlijk bedek-35 ken tussen de draaiassen 6 en 7 van de aangrenzende harkwielen.On the other hand, turning the arms 13 carrying the tools 14 from the swath position to the rocking position involves a substantial increase in the diameter of the tracks described by these tools 14. After all, the distance between the tools 14 and the rotary axis 6 or 7 of the relevant rake wheel 1 or 2 is much greater in the rocking position (Fig. 6) than in the swath position (Fig. 2). This increase in the diameter of the webs described by the tools 14 ensures excellent quality shaking because, in the case of a machine with two or more rake wheels, the distance between the webs described by the tools 14 of the adjacent two rake wheels have become significantly smaller; these webs can even cover each other considerably between the rotational axes 6 and 7 of the adjacent rake wheels.

8900015/ -12-8900015 / -12-

Volgens de uitvinding zijn de draaiassen 35 van de armen 13 die de werktuigen 14 dragen, hellend zodanig dat hun geometrische as 36 de draaias 6 of 7 van het betreffende harkwiel 1 of 2 snijdt. Deze helling veroorzaakt een ophef-5 fing ten opzichte van de grond van de draagarmen 13 wanneer deze vanuit de zwadstand in de schudstand draaien. In de schudstand (fig. 4) kan men aldus, door een bepaalde regeling van de hellingshoek van de harkwielen 1 en 2 ten opzichte van de grond, met behulp van een inrichting zoals een 10 van schroefdraad voorziene kruk 37 die de dwarsbalk 3 ten opzichte van de disselboom 4 laat draaien de werktuigen 14 in een stand brengen, die nagenoeg loodrecht op de grond aan de voorkant staat, gezien in de voortbewegingsrichting. Deze inrichting maakt het mogelijk een goed grijpen van de fourage 15 door de werktuigen 14 te verkrijgen, die alle met de grond v66r de harkwielen 1 en 2 in aanraking zijn en een goed losmaken van deze fourage aan de achterkant van de harkwielen 1 en 2, gezien in de voortbewegingsrichting (fig. 4).According to the invention, the rotary axes 35 of the arms 13 carrying the tools 14 are inclined such that their geometric axis 36 intersects the rotary axis 6 or 7 of the relevant rake wheel 1 or 2. This slope causes a lift relative to the ground of the support arms 13 when they rotate from the swath position to the rocking position. In the rocking position (fig. 4) one can thus, by a certain adjustment of the angle of inclination of the rake wheels 1 and 2 with respect to the ground, with the aid of a device such as a threaded crank 37 that connects the cross beam 3 with respect to of the tiller arm 4 rotate the tools 14 to a position substantially perpendicular to the ground at the front, viewed in the direction of travel. This device makes it possible to obtain a good gripping of the forage 15 by the tools 14, all of which are in contact with the ground before the rake wheels 1 and 2, and a good loosening of this forage at the rear of the rake wheels 1 and 2, seen in the direction of travel (fig. 4).

Volgens een kenmerk van de uitvinding zijn alle la-20 gers 15 van de draagarmen 13 van een zelfde harkwiel 1 of 2 met elkaar verbonden; bijvoorbeeld met behulp van stangen 39, die in platen 44 zijn gehaakt, die deel uitmaken van de lagers 15 zodat de armen 13 die de werktuigen 14 dragen van eenzelfde harkwiel 1 of 2 gelijktijdig om de draaiassen 35 25 draaien, wanneer de machine vanuit de zwadstand in de schudstand en omgekeerd wordt omgezet (figuren 8 en 10).According to an inventive feature, all bearings 15 of the support arms 13 of the same rake wheel 1 or 2 are connected to each other; for example with the aid of rods 39, which are hooked into plates 44, which form part of the bearings 15, so that the arms 13 carrying the tools 14 of the same rake wheel 1 or 2 rotate simultaneously about the rotary shafts 35 when the machine is moved from the swath position in the rocking position and vice versa (figures 8 and 10).

Het spreekt vanzelf dat men andere middelen kan gebruiken dan die welke bovenstaand werden beschreven om de verbinding tussen de lagers 15 van de armen 13 die de werk-30 tuigen 14 dragen, te verzekeren zonder dat het kader van de uitvinding wordt verlaten.It goes without saying that one may use means other than those described above to ensure the connection between the bearings 15 of the arms 13 carrying the tools 14 without departing from the scope of the invention.

Alle armen 13, die de werktuigen 14 van eenzelfde harkwiel 1 of 2 dragen, kunnen in de schudstand of in de zwadstand worden geblokkeerd met behulp van een verende gren-35 del 40 die in openingen 41 of 42 grijpt, die in een instel-plaat 43 zijn aangebracht, die deel uitmaakt van de desbe- 89 00015.’ -13- treffende aandrijfnaaf 8 of 9 (figuren 20 en 21).All arms 13, which carry the implements 14 of the same rake wheel 1 or 2, can be locked in the rocking position or in the swath position by means of a resilient bolt 40 engaging openings 41 or 42, which engage in an adjustment plate 43, which is part of disclosed 89 00015. -13- related drive hub 8 or 9 (Figures 20 and 21).

De omzetting vanuit de zwadstand in de schudstand geschiedt als volgt. De draagarmen 13 van eenzelfde hark-wiel 1 of 2 worden uit de zwadstand vrijgemaakt door een 5 druk naar omlaag op de verende grendel 40 uit te oefenen, die zich in de uitsparing 41 van de instelplaat 42 bevindt. Vervolgens wordt een druk of trek uitgeoefend op een van de draagarmen 13, welke arm dan dankzij het lager 15 om de overeenkomstige draaias 35 draait en alle andere armen 13, die 10 de werktuigen 14 dragen in haar beweging meeneemt met behulp van de stangen 39, die de lagers 15 met elkaar verbinden. Zodra de draagarmen 13 in de schudstand aankomen, komt de verende grendel 40 automatisch in de uitsparing 42 in de instelplaat 43 door de werking van haar veer en blokkeert de 15 draagarmen 13 in de schudstand.The conversion from the swath position to the rocking position takes place as follows. The support arms 13 of the same rake wheel 1 or 2 are released from the swath position by exerting a pressure downwards on the resilient latch 40, which is located in the recess 41 of the adjusting plate 42. A pressure or pull is then exerted on one of the carrying arms 13, which arm then rotates about the corresponding pivot axis 35 thanks to the bearing 15, and moves all other arms 13 carrying the tools 14 in its movement with the aid of the rods 39, connecting the bearings 15 together. As soon as the support arms 13 arrive in the rocking position, the spring-loaded latch 40 automatically enters the recess 42 in the adjustment plate 43 by the action of its spring and blocks the support arms 13 in the rocking position.

De omzetting van de machine vanuit de schudstand in de zwadstand geschiedt op een soortgelijke wijze.The conversion of the machine from the rocking position to the swath position takes place in a similar manner.

Het spreekt vanzelf dat men aan de beschreven soorten verbindingen verschillende vervolmakingen, wijzigingen of 20 toevoegingen kan aanbrengen zonder dat het kader van de uitvinding wordt verlaten.It goes without saying that various perfections, modifications or additions can be made to the types of compounds described without leaving the scope of the invention.

8900D15.'8900D15. "

Claims

1. Forage shaking and windrowing hayer provided with at least one rotatably driven rake wheel to which implement carrying arms are mounted, and which carrying arms are pivotally mounted in support bearings movably connected to the associated rake wheels, each of the wishbones at its end directed towards the axis of rotation of its rake wheel comprise an operating crank with a roller which, during windrowing, moves in a groove in such a way that the tools are turned upwards over a partial area of their revolving path in the opposite direction to the direction of rotation during windrowing, and during the adjustment from the swath position to the rocking position, the pivoting of the tool on the rake wheels is blocked by moving the supporting arms and their support bearings relative to the groove, characterized in that the support bearing (15) of each support arm (13) is provided with a bore through which the support arm moves is connected to a shaft (35) of a drive hub (9, 10, 11, 12. whose centerline (36) faces upwards and is at an angle to the centerline (6; 7) of the associated rake wheel (1; 2), each support bearing (15) being provided with an adjusting member (44), the adjusting members of the support bearings (15) of the same rake wheel being connected to each other by means of rods (39) for forming an adjustment and blocking assembly to enable simultaneous rotation of the support arms (13) about the associated axes (35) for adjusting the swath position, wherein the support arms are substantially tangential to a circle of which the center point is on the rotational axis of the rake wheel (1; 2), to the rocking position in which the carrying arms are substantially radial and vice versa. 89000 15. ' -15-

Haymaking machine according to claim 1, characterized in that the axes (36) of the pivot axes (35) of the carrying arms (13) and the rotation axis (6; 7) of the associated rake wheels (1; 2) cut above the groove (18). 89 00015