NL8803091A - Verwarmingstoestel. - Google Patents

Description

VERWARMINGSTOESTEL

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een verwarmingstoestel voor een centrale verwarming en een warmwatertoestel, een zogenaamde boiler.

Dergelijke combinaties zijn bekend. Het bezwaar van dergelijke verwarmingsinstallaties is dat, met name bij laag verbruik, in het voor- en naseizoen, het rendement uitermate laag is. Dit is het gevolg van het feit dat bijvoorbeeld de gas- of oliebrander slechts gedurende korte perioden in bedrijf is.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en een installatie te leveren met een relatief hoog rendement. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting ten gebruike als centrale verwarmingsketel en als warmwatertoestel, bestaande uit een dubbelwandig vat, waarbij de tus-senwandruimte op een zonnecollector is aangesloten, in het vat een warmtewissselaar voor aansluiting op een centraal verwarmingssysteem is aangebracht, het vat met een verwar-mingsorgaan in warmteoverdracht staat, de tussenwandruimte naar de omgeving open is en de expansieleiding van het vat met de tussenwandruimte is verbonden.

Naast een voorverwarming van het water in het vat met behulp van de zonnecollector, welke reeds een rendements-verbetering bij vol bedrijf oplevert, wordt met name een verbetering van het rendement bereikt bij een lage warmtebehoefte. De zonnecollector zal het water voldoende verwarmen zodanig dat verdere verwarming met behulp van eén brander niet noodzakelijk is.

De verbinding met de atmosfeer maakt het zonnecol- lectorcircuit drukloos. Derhalve behoeven geen extra maatregelen genomen te worden teneinde te voorkomen dat door over-hitting en derhalve de sterke expansie schade ontstaat. Een open verbinding echter brengt verdamping met zich mee, die onder omstandigheden aanzienlijk kan zijn. Door de koppeling van de expansieleiding van het vat met de tussenwandruimte vindt voortdurend bijvulling van de hoeveelheid vloeistof in de tussenwandruimte plaats. Derhalve wordt voorkomen dat de circulatiepomp van het zonnecollectorcircuit wordt beschadigd ten gevolge van droogstand.

Als verwarmingsorgaan kan een brander worden gebruikt, bijvoorbeeld een gasbrander. Deze ligt bij voorkeur op twee-derde van de hoogte van het vat. Het onderste gedeelte van het vat waar het koude water zich bevindt, wordt derhalve verwarmd door het zonnecollectorcircuit, terwijl het bovenste gedeelte door het verwarmingsorgaan wordt verwarmd. De warmtewisselaar van het centrale verwarmingssysteem bevindt zich bij voorkeur in het bovenste deel van het vat.

Als verwarmingselement kan ook een elektrisch verwarmingselement worden gebruikt.

De uitvinding wordt aan de hand van de figuren nader verduidelijkt.

Fig. 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, en fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm.

De inrichting 1 volgens de uitvinding bestaat uit een dubbelwandig vat, dat aan de buitenkant met behulp van materiaal (2) is geïsoleerd. Het onderste gedeelte van het vat vertoont een tussenwandruimte (3) die via de leiding (4) aangesloten is enerzijds op de zonnecollector (6) en anderzijds op de retourleiding (7) van de zonnecollector (6) via de circulatiepomp (8). De binnenruimte’ (9) van een vat is gevuld met water en heeft een toevoer voor koud water (5) en anderzijds een afvoer (12) van warm water. Aan de bovenzijde zijn elektrische verwarmingselementen (10) aangebracht, die het water verwarmen. Het warmste deel van het water bevindt zich bovenin het vat. In de praktijk kan een warmtegradiënt van 10° C onderin het vat en 80° C bovenin het vat optreden.

De tussenwandruimte (3) is voorzien van een overloop (11). De tussenwandruimte is via de leiding (13) voorts verbonden met de expansieleiding (14) van het vat.

Volgens de inrichting van fig. 2 is bovenin het vat een warmtewisselaar (15) geplaatst, die aangesloten is op een centraal verwarmingsstelsel (16). Door de wand van het vat steekt een brander (17), bijvoorbeeld een gasbrander, die van een aanjager (18) is voorzien voor de afvoer van de verbrandingsgassen. Door het direkte contact met het water wordt door de brander (17) een sterke verwarming van het water tot stand gebracht, terwijl de warmtewisselaar (15) de warmte aan het water onttrekt.

Claims (3)

1. Inrichting ten gebruike als centrale verwarmingsketel en als warmwatertoestel, bestaande uit een dubbelwandig vat, waarbij de tussenwandruimte op een zonnecollector is aangesloten, in het vat een warmtewissselaar voor aansluiting op een centraal verwarmingssysteem is aangebracht, het vat met een verwarmingsorgaan in warmteoverdracht staat, de tussenwandruimte naar de omgeving open is en de expansielei-ding van het vat met de tussenwandruimte is verbonden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verwarmingsorgaan een brander is en de verbinding met de brander op ongeveer 2/3 van de hoogte van het vat ligt.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verwarmingsorgaan een elektrisch verwarmingselement is.