NL8803049A - Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. - Google Patents
Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8803049A NL8803049A NL8803049A NL8803049A NL8803049A NL 8803049 A NL8803049 A NL 8803049A NL 8803049 A NL8803049 A NL 8803049A NL 8803049 A NL8803049 A NL 8803049A NL 8803049 A NL8803049 A NL 8803049A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ignition
- semiconductor switching
- ignition pulse
- circuit
- current
- Prior art date
Links
- 230000006698 induction Effects 0.000 title claims description 24
- 230000005611 electricity Effects 0.000 title claims description 10
- 230000008878 coupling Effects 0.000 title claims description 5
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 title claims description 5
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 title claims description 5
- 239000004065 semiconductor Substances 0.000 claims description 17
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 claims description 12
- 230000001360 synchronised effect Effects 0.000 claims description 10
- 230000001939 inductive effect Effects 0.000 claims 1
- 230000010355 oscillation Effects 0.000 description 5
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 4
- 230000001133 acceleration Effects 0.000 description 2
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 2
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 230000006378 damage Effects 0.000 description 1
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 1
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 1
- 230000005284 excitation Effects 0.000 description 1
- 238000002474 experimental method Methods 0.000 description 1
- 230000010363 phase shift Effects 0.000 description 1
- 108090000623 proteins and genes Proteins 0.000 description 1
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02J—CIRCUIT ARRANGEMENTS OR SYSTEMS FOR SUPPLYING OR DISTRIBUTING ELECTRIC POWER; SYSTEMS FOR STORING ELECTRIC ENERGY
- H02J3/00—Circuit arrangements for ac mains or ac distribution networks
- H02J3/38—Arrangements for parallely feeding a single network by two or more generators, converters or transformers
- H02J3/40—Synchronising a generator for connection to a network or to another generator
- H02J3/42—Synchronising a generator for connection to a network or to another generator with automatic parallel connection when synchronisation is achieved
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F03—MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F03D—WIND MOTORS
- F03D9/00—Adaptations of wind motors for special use; Combinations of wind motors with apparatus driven thereby; Wind motors specially adapted for installation in particular locations
- F03D9/20—Wind motors characterised by the driven apparatus
- F03D9/25—Wind motors characterised by the driven apparatus the apparatus being an electrical generator
- F03D9/255—Wind motors characterised by the driven apparatus the apparatus being an electrical generator connected to electrical distribution networks; Arrangements therefor
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F05—INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
- F05B—INDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
- F05B2220/00—Application
- F05B2220/70—Application in combination with
- F05B2220/706—Application in combination with an electrical generator
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/70—Wind energy
- Y02E10/72—Wind turbines with rotation axis in wind direction
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02E—REDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
- Y02E10/00—Energy generation through renewable energy sources
- Y02E10/70—Wind energy
- Y02E10/76—Power conversion electric or electronic aspects
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Sustainable Development (AREA)
- Sustainable Energy (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Control Of Eletrric Generators (AREA)
Description
f> NL 35.264-dV/pa 4
Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet, in het bijzonder voor toepassing bij windturbines, voorzien van halfgeleiderschakelelementen voor het aan-5 sluiten van de inductiegenerator op het elektriciteitsnet, een ontstekingsschakeling voor het leveren van ontstekings-impulsen aan de halfgeleiderschakelelementen en een toeren-detector, die bij een voorafbepaald toerental van de as van de inductiegenerator beneden het synchrone toerental een 10 vrijgeefsignaal aan de ontstekingsschakeling levert.
Inductiegeneratoren of asynchrone draaistroomgene-ratoren, die in windturbines zijn aangebracht, kunnen als motor of als generator werkzaam zijn, afhankelijk van het toerental van de generator. Bij snelheden groter dan de 15 synchrone snelheid van de inductiegenerator is de generator in generatorbedrijf en levert stroom aan het net. Bij snelheden beneden de synchrone snelheid is de generator in motor-bedrijf en neemt stroom uit het net op. Onder alle omstandigheden vloeit daarbij afhankelijk van de belasting een stroom, 20 die bij volle belasting nominaal is. De bovengenoemde inrichting dient de koppeling van de inductiegenerator met het elektriciteitsnet zodanig te doen plaatsvinden, dat de inductiegenerator zo min mogelijk in motorbedrijf is. Hiertoe dient de ontstekingsschakeling juist onder het synchrone toe-25 rental ontstekingsimpulsen aan de halfgeleiderschakelelementen te leveren, teneinde de inductiegenerator met het elektriciteitsnet te koppelen. Hierbij doet zich het probleem voor, dat tijdens het op snelheid komen van de windturbine bij het overschrijden van het synchrone toerental de stroom 30 zeer snel in fase verschuift ten opzichte van de spanning.
De bekende inrichtingen, waarbij de ontstekingsschakeling een gebruikelijke ontstekingsimpuls of impulsreeks levert, kunnen deze faseverschuiving van de stroom niet volgen, waardoor de halfgeleiderschakelelementen niet in geleiding 35 gaan en grote instabiliteiten en mechanische belastingen kunnen optreden.
.8803049 11 -2 -
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij onder alle omstandigheden wordt gewaarborgd, dat de inductiegenerator zonder instabiliteiten met het elektriciteitsnet wordt 5 gekoppeld.
Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de ontstekingsschakeling middelen omvat voor het vormen van een enkele ontstekingsimpuls voor elk halfgeleiderschakelelement per halve cyclus van de netspan-10 ning, waarbij de duur van elke ontstekingsimpuls vanaf een
O
180 fasehoek van de bijbehorende fasespanning toeneemt naar een voorafbepaalde kleinere fasehoek van deze fasespanning.
Op deze wijze wordt bereikt, dat op de gate-elek-trode altijd een ontstekingsimpuls aanwezig is, wanneer de 15 stroom door nul gaat, zodat de halfgeleiderschakelelementen altijd in geleiding zullen gaan.
Bij voorkeur vormen de genoemde middelen elke ontstekingsimpuls met een relatief hoge aanvangswaarde en een lagere waarde gedurende het overige deel van de ontstekings-20 impuls. Hierdoor wordt de gate van de halfgeleiderschakelele-menten als het ware snel in verzadiging gebracht, terwijl voor het overige deel van de ontstekingsimpuls een thermische overbelasting van de halfgeleiderschakelelementen wordt voorkomen, doch niettemin het in geleiding gaan wordt gewaar-25 borgd.
Bij windsnelheden, die tot een toerental van de inductiegenerator leiden, dat rond het synchrone toerental ligt, treden bij het ontkoppelen van de generator oscillaties op. Teneinde deze oscillaties te elimineren is volgens een 30 gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding een tweede instel-orgaan aangebracht voor het instellen van de voorafbepaalde kleinere fasehoek waar elke ontstekingsimpuls aanvangt en is een stroomdetectieschakeling aangebracht, die de ontstekings-impulsduur vergelijkt met de tijd, gedurende welke een stroom 35 door het bijbehorende halfgeleiderschakelelement loopt, waarbij de genoemde middelen een compensatietrap omvatten, die ontstekingsimpulsduur vergroten tot de halve cyclustijd van de netspanning.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de . 8803049 i -3 - hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.
Fig. 1 toont de aansluiting van een inductiegenera-tor op het driefasenet.
5 Fig. 2 is een sterk vereenvoudigd blokschema van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 3 is een diagram, waarin enkele signalen ter toelichting van de werking van de inrichting volgens fig. 2 zijn weergegeven.
10 Fig. 4 toont twee spanning/stroomdiagrammen met een ontstekingsimpuls volgens de uitvinding.
In de fig. 1 en 2 is een blokschema van een inrichting voor het koppelen van een drie-fase inductiegenerator 1 met een drie-fase elektriciteitsnet weergegeven, waarvan de 15 aansluitleidingen met R, S, en T zijn aangeduid. De inrichting omvat voor elke fase twee in tegengestelde richting geschakelde thyristors 2 en 3. Voorts wordt elk thyristorpaar 2, 3 overbrugd door een contact van een elektromagnetische schakeleenheid 4, zoals met streeplijnen is aangeduid. Ten-20 slotte is in elke fase-aansluiting van de inductiegenerator 1 een schematisch aangeduide stroomtransformator 5 opgenomen.
Zoals in fig. 2 schematisch is aangeduid zijn de faseleidingen R, S en T aangesloten op transformatoren 6, die de netspanning op een geschikte lage waarde brengen. De 25 beschreven inrichting omvat een ontstekingsinrichting voor het ontsteken van de verschillende thyristors 2, 3. Teneinde de juiste thyristor 2 of 3 op het juiste tijdstip te ontsteken, wordt in fasedetectoren 7 van de gekoppelde spanning, dat wil zeggen de spanning tussen de fasen R, S, T, een blok-30 golf gemaakt. In fig. 3 is bij a een gekoppelde spanning en het bijbehorende uitgangssignaal van de fasedetector 7 afge-beeld. De uitgang van de fasedetector 7 is aangesloten op een zaagtandgenerator 8, die van het blokgolfsignaal een zaag-tandsignaal maakt, dat in fig. 3 bij c is afgebeeld. Dit 35 signaal wordt toegevoerd aan de positieve ingang van een comparator 9.
De ontstekingsschakeling is voorzien van een vrijgeef -ingang 10, waarop een niet-weergegeven toerendetector is aangesloten, die bij een vooraf bepaald toerental, dat in .8803049 * -4 - ί elk geval juist onder het synchrone toerental van de induc-tiegenerator 1 ligt, de ontstekingsschakeling vrijgeeft door een positieve spanning aan de ingang 10 te leveren. De ingang 10 is aangesloten op een integratortrap 11, waarvan de uitgang derhalve bij vrijgegeven ingang 10 een in de tijd toe-5 nemende spanning levert, welke in fig. 3 bij d is aangeduid.
De integratortrap 11 heeft twee instelorganen 12 resp. 13, waarmee de maximale waarde van het uitgangssignaal resp. de snelheid waarmee deze maximale waarde wordt bereikt kunnen worden ingesteld. De integratortrap 11 is aangesloten 10 op een compensatietrap 14, welke via een invertor 15 op de negatieve ingang van de comparator 9 is aangesloten. Het uitgangssignaal van de invertor 15 is in fig. 3 bij e aangeduid, terwijl het uitgangssignaal van één comparator 9 bij f is weergegeven.
15 De onderdelen 7, 8 en 9 zijn voor elke fase in tweevoud aanwezig, waarbij elke comparator 9 op een selectie-schakeling 16 is aangesloten, die voor het kiezen van de juiste twee thyristors 2 en 3 zorgt. De selectieschakeling 16 is via niet-weergegeven optocouplers gekoppeld met 20 impulsvormers 17, die een differentiërende werking hebben, waardoor de bij g in fig. 3 aangeduide impulsvorm ontstaat, welke impulsen aan de gate-elektrode van de thyristors 2, 3 wordt geleverd. Door de relatief hoge aanvangswaarde van de ontstekingsimpulsen wordt een snelle verzadiging van de gate 25 van de thyristors 2, 3 bereikt, terwijl de lagere waarde gedurende het overige deel van de impuls een thermische overbelasting voorkomt, doch niettemin een in geleiding gaan van de thyristor waarborgt. De impulsvormers 17 hebben een van het overige deel van de beschreven schakeling onafhanke-30 lijke voeding, waardoor een zeer goede galvanische scheiding wordt bereikt.
Zoals in fig. 4 is weergegeven, wordt door de relatief langdurende ontstekingsimpuls bereikt, dat ook bij een snelle verschuiving van de fase van de stroom, de stroom 35 door nul gaat op het moment, dat nog een ontstekingsimpuls aan de thyristor wordt geleverd, zodat de ontsteking van de thyristor is gewaarborgd. Hierdoor worden instabiliteiten en hoge mechanische belastingen van de windturbine vermeden.
<8803049 -5 - 9 i
Wanneer het instelorgaan 12 is ingesteld op een
O
met een fasehoek 0 overeenkomende eindwaarde voor de uit-gangsspanning van de integratortrap 11, worden de thyristors O o op gebruikelijke wijze van 180 naar 0 opengestuurd. Daarbij 5 is het instelorgaan 13 zodanig ingesteld, dat de stijgsnel-heid altijd groter is dan de versnelling van de inductiegene-rator 1.
Nadat de inductiegenerator 1 volledig met het elektriciteitsnet is gekoppeld, kunnen de thyristors 2, 3 worden 10 overbrugd door de schakeleenheid 4. Hiertoe is een bewakings-schakeling 18 aangebracht, die de uitgangsspanning van de integratortrap 11 bewaakt en wanneer deze de maximale, met
O
een uitstuurhoek van 0 overeenkomende waarde heeft bereikt, de schakeleenheid 4 bekrachtigt.
15 Als alternatief kan het bekrachtigen van de scha keleenheid 4 en daarmede het overbruggen van de thyristors 2, 3 ook plaatsvinden door de stroom door de thyristors 2, 3 te bewaken. Hiertoe zijn de stroomtransformatoren 5 eveneens op de bewakingsschakeling 18 aangesloten. Wanneer de maximaal 20 toelaatbare stroom door de thyristors 2, 3 is bereikt, wordt na het verstrijken van een instelbare tijd de schakeleenheid 4 bekrachtigd.
Het bekrachtigen van de schakeleenheid 4 door bewakingsschakeling 18 kan naar keuze in afhankelijkheid van de 25 volledige uitsturing van de thyristors 2, 3 of op maximale stroom door deze thyristors plaatsvinden.
Tijdens proefnemingen met de beschreven schakeling is gebleken, dat de inductiegenerator 1 zonder instabilitei-ten en onnodige mechanische belastingen met het elektrici-30 teitsnet wordt gekoppeld. De compensatietrap 14 behoeft daarbij nog niet te worden toegepast. Het ontkoppelen van de inductiegenerator 1 vindt daarbij in feite plaats via de toerenschakelaar, doordat deze bij een beneden het synchrone toerental gelegen toerental opent, zodat de uitgangsspanning 35 van de integratortrap 11 afneemt. De bewakingsschakeling 18 schakelt afhankelijk van de instelling door de af nemende stroom of uitstuurhoek de schakeleenheid 4 af, terwijl door de dalende spanning op de uitgang van de integratortrap 11 de thyristors 2, 3 geleidelijk worden gesloten.
.8803049 -6 - *
In de praktijk blijken juist bij het uitschakelen bij windsnelheden rond het synchrone toerental oscillatiever-schijnselen te kunnen optreden. Volgens de uitvinding kunnen deze oscillatieverschijnselen worden opgeheven door middel 5 van de compensatietrap 14, die wordt bestuurd door een stroomdetectieschakeling 19.
De stroomdetectieschakeling 19, die voor elke fase R, S, T is aangebracht, is enerzijds aangesloten op de bijbehorende stroomtransformator 5 en anderzijds op de bijbehoren-10 de uitgangen van de comparators 9. De stroomdetectieschakeling 19 vergelijkt daarbij de duur van de ontstekingsimpulsen met de tijd, gedurende welke feitelijk een stroom door de thyristors 2, 3 loopt. Indien de duur van de ontstekingsimpulsen langer is dan deze tijd, wordt een stuursignaal aan 15 de compensatietrap 14 geleverd, waardoor volgens een eerste
O
alternatief de impulsduur tot de maximale waarde van 0 wordt verhoogd. Hierdoor blijken de oscillatieverschijnselen volledig te worden geëlimineerd. Een nadeel van deze oplossing is, dat de volledige bekrachtigingsstroom aan de inductiegenera-20 tor 1 wordt geleverd, zodat het rendement enigszins wordt verlaagd. Volgens een tweede alternatief kan de stroomdetectieschakeling 19 de compensatietrap 14 zodanig besturen, dat de duur van de ontstekingsimpulsen althans nagenoeg gelijk wordt gemaakt aan de tijd, gedurende welke daadwerkelijk een 25 stroom door de thyristors 2, 3 loopt. Hierdoor wordt het rendement verbeterd, doch anderzijds moeten maatregelen worden genomen om netvervuiling door de "aangesneden" bekrachtigingsstroom te voorkomen.
Bij toepassing van de stroomdetectieschakeling 19 30 en de compensatietrap 14 wordt de eindwaarde voor de uit-gangsspanning van de integratortrap 11 niet ingesteld op een
O
met 0 overeenkomende maximumwaarde, maar bijvoorbeeld op
O
een maximum van 120 , zodat een regelbereik voor de compensatietrap 14 beschikbaar is. De bewakingsschakeling 18 is in 35 dit geval ingesteld op bewaking van de stroom door de thyristors 2, 3.
De beschreven inrichting zal niet funktioneren indien een netfase ontbreekt. Het is derhalve noodzakelijk te controleren of alle drie netfasen aanwezig zijn. Hiertoe con- c8803049 -7 - Λ' Ψ troleert de bewakingsschakeling 18 de aanwezigheid van de drie netfasen en wordt het wegvallen van een fase via geschikte middelen gesignaleerd. Voorts kan hierdoor worden voorkomen dat de thyristors 2, 3 worden uitgestuurd.
5 Behalve asymmetrieën in de spanning kunnen ook door verschillende oorzaken stroomasymmetrieën optreden. Het signaal van de reeds eerder genoemde drie stroomtransformators 5 wordt in de bewakingsschakeling 18 zeer nauwkeurig gelijkgericht en gemiddeld. De topwaarden van minimum en maximum 10 signaal zijn bij normaal bedrijf aan elkaar gelijk. Bij het wegvallen of veranderen van één of twee van de signalen zullen minimum en maximum verschillend zijn. Dit wordt gemeten en op geschikte wijze gesignaleerd.
In het algemeen is in de inductie generator 1 een 15 thermistorpakket gemonteerd. Deze temperatuurgevoelige weerstand neemt bij een bepaalde thermische waarde zeer progressief toe. De temperatuur van de generator is dan te hoog.
Deze weerstandstoename van het thermistorpakket wordt bewaakt en op geschikte wijze gesignaleerd.
20 Kortsluiting in de generator 1 of aansluitleidingen tussen de beschreven inrichting en de generator kan leiden tot vernieling van de thyristors 2, 3. Ter beveiliging kunnen zeer snelle zekeringen worden aangebracht, hetgeen in fig. 1 met een streeplijn is aangeduid.
25 De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor gaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.
t .61103 049
Claims (7)
1. Inrichting voor het koppelen van een inductie-generator met het elektriciteitsnet, voorzien van halfgelei-derschakelelementen voor het aansluiten van de inductiegene-rator op het elektriciteitsnet, een ontstekingsschakeling 5 voor het leveren van ontstekingsimpulsen aan de halfgeleider-schakelelementen en een toerendetector, die bij een vooraf-bepaald toerental van de as van de inductregenerator beneden het synchrone toerental een vrijgeefsignaal aan de ontstekingsschakeling levert, met het kenmerk, dat de 1Ö ontstekingsschakeling middelen omvat voor het vormen van een enkele ontstekingsimpuls voor elk halfgeleiderschakelelement per halve cyclus van de netspanning, waarbij de duur van elke O ontstekingsimpuls vanaf een 180 fasehoek van de bijbehorende fasespanning toeneemt naar een voorafbepaalde kleinere fase- 15 hoek van deze fasespanning.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde middelen elke ontstekingsimpuls vormen met een relatief hoge aanvangswaarde en een lagere waarde gedurende het overige deel van de ontstekingsim- 20 puls.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat een instelorgaan is aangebracht voor het instellen van de snelheid waarmee de impulsduur toeneemt.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat een tweede instelorgaan is aangebracht voor het instellen van de voorafbepaalde kleinere fasehoek waar elke ontstekingsimpuls aanvangt en dat een stroomdetectieschakeling is aangebracht, die de ont- 30 stekingsimpulsduur vergelijkt met de tijd, gedurende welke een stroom door het bijbehorende halfgeleiderschakelelement loopt, waarbij de genoemde middelen een compensatietrap omvatten, die ontstekingsimpulsduur vergroten tot de halve cyclustijd van de netspanning.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de compensatietrap omschakelbaar is in een stand, waarin de ontstekingsimpulsduur wordt verkleind . 8603049 i -9 - « tot een met de tijd, gedurende welke een stroom door het bijbehorende halfgeleiderschakelelement loopt, overeenkomende waarde.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclu- 5 sies 1-4, met het kenmerk, dat een bewakingsschakeling is aangebracht, die een schakeleenheid kan bedienen, welke de halfgeleiderschakelelementen overbrugt, waarbij de bewakingsschakeling de schakeleenheid sluit, zodra de ont-stekingsimpulsdliur overeenkomt met de halve cyclustijd van 10 de netspanning.
7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een bewakingsschakeling is aangebracht, die een schakeleenheid kan bedienen, welke de halfgeleiderschakelelementen overbrugt, waarbij de bewakingsschakeling 15 de schakeleenheid sluit wanneer de stroom door de halfgeleiderschakelelementen een voorafbepaalde maximumwaarde overschrijdt. .88 03 049
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8803049A NL8803049A (nl) | 1988-02-19 | 1988-12-13 | Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. |
EP89200395A EP0329258A1 (en) | 1988-02-19 | 1989-02-17 | Apparatus for coupling an induction generator to ac power lines |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8800426A NL8800426A (nl) | 1988-02-19 | 1988-02-19 | Electronische schakel- en stuurunit om a-synchrone draaistroomgeneratoren, o.a. voorwindturbines, zacht op het elektriciteitsnet te schakelen, en in het lagere deellastgebied op een verlaagde spanning zodat een hoger rendement verkregen wordt. |
NL8800426 | 1988-02-19 | ||
NL8803049 | 1988-12-13 | ||
NL8803049A NL8803049A (nl) | 1988-02-19 | 1988-12-13 | Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8803049A true NL8803049A (nl) | 1989-09-18 |
Family
ID=26646350
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8803049A NL8803049A (nl) | 1988-02-19 | 1988-12-13 | Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0329258A1 (nl) |
NL (1) | NL8803049A (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK171689B1 (da) * | 1993-09-01 | 1997-03-10 | Dancontrol Eng As | Fremgangsmåde til regulering af en elektrisk kobling for sammenkobling af et vekselspændingsnet med en asynkron generator samt kobling |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2030223A1 (de) * | 1970-06-19 | 1971-12-23 | Inst Schiffbau | Schaltungsanordnung zur Synchroni sierung unruhiger elektrischer Netze |
US4032834A (en) * | 1972-10-24 | 1977-06-28 | Danfoss A/S | Method for triggering a controlled rectifier and for keeping it conductive and a generator for that purpose |
US4473792A (en) * | 1981-03-16 | 1984-09-25 | The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration | Coupling an induction motor type generator to A.C. power lines |
DK189381A (da) * | 1981-04-29 | 1982-10-30 | O Droenen | Indkoblingsanordning for trefaset kortslutningsgenerator |
US4438341A (en) * | 1982-01-29 | 1984-03-20 | Harold Winterbotham | Method of an apparatus for varying the load on an A.C. generator |
EP0111524A1 (en) * | 1982-06-16 | 1984-06-27 | DRONEN, Olav | A system for electrically coupling a three phase generator |
-
1988
- 1988-12-13 NL NL8803049A patent/NL8803049A/nl not_active Application Discontinuation
-
1989
- 1989-02-17 EP EP89200395A patent/EP0329258A1/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0329258A1 (en) | 1989-08-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4434376A (en) | Method and means for damping subsynchronous oscillations and DC offset in an AC power system | |
CA1131309A (en) | Method and means for damping subsynchronous oscillations and dc offset in an ac power system | |
EP0166052B1 (en) | Method and system for reconnecting inverter to rotating motors | |
EP0572729B1 (en) | Apparatus and three phase induction motor starting and stopping control method | |
US5617012A (en) | Power converter protecting apparatus for electric power system | |
KR20120012470A (ko) | 교류 전력망에 태양광 발전 장비를 접속시키기 위한 방법 및 장치 | |
US4656413A (en) | Stabilized control system and method for coupling an induction generator to AC power mains | |
GB1600690A (en) | Phase controlled rectifier systems | |
JPH04230986A (ja) | 誘導電気炉電源のための位相差制御回路 | |
CN102223126A (zh) | 用于风力发电低电压穿越的变电阻Crowbar结构及其实现方法 | |
US4758771A (en) | Apparatus for driving AC motor | |
US4417191A (en) | Method and circuit for D.C. braking a three-phase asynchronous machine | |
NL8803049A (nl) | Inrichting voor het koppelen van een inductiegenerator met het elektriciteitsnet. | |
JPS62285615A (ja) | Ac回路遮断器 | |
US4639845A (en) | Voltage inverter | |
NL8800426A (nl) | Electronische schakel- en stuurunit om a-synchrone draaistroomgeneratoren, o.a. voorwindturbines, zacht op het elektriciteitsnet te schakelen, en in het lagere deellastgebied op een verlaagde spanning zodat een hoger rendement verkregen wordt. | |
JP4756758B2 (ja) | 商用電源系統連系式発電装置 | |
EP0194400A1 (en) | A method of starting an asynchronous motor and an apparatus for carrying said method into effect | |
NO174908B (no) | Fremgangsmåte og anordning ved detektering av asynkronisme ved synkron start av synkronmaskiner | |
SU983869A2 (ru) | Устройство защиты шахтных электроустановок от перегрузки | |
JPH06153566A (ja) | 三相誘導電動機の速度制御装置 | |
EP0195390A2 (en) | Method and device for preventing an electric alternating current generator from falling out of step | |
RU1786589C (ru) | Способ защиты тиристорного преобразовател частоты | |
SU1037403A1 (ru) | Способ управлени асинхронным электродвигателем и устройство дл его осуществлени | |
RU1782332C (ru) | Устройство дл автоматического управлени асинхронным электродвигателем в режиме рекуперативного торможени |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |