NL8802946A - Ligstoel. - Google Patents

Description

j' -1- 4

Ligstoel.

De uitvinding heeft betrekking op een ligstoel met een zitting, die in een scharnierpunt boven de zitting is toegevoegd aan samenkomende poten, met een via een paar scharnieren met de zitting verbonden rugleuning, 5 met tussen de rugleuning en het scharnierpunt boven de zitting instelbaar aangebrachte armleuningen en met middelen voor het instellen van de rugleuning ten opzichte van de zitting.

Ligstoelen worden vooral voor het leven in de 10 openlucht gebruikt, omdat ze licht en eenvoudig inklapbaar zijn, om met bijzonder geringe benodigde ruimte naar de gebruiksplaatsen, bijvoorbeeld badplaatsen, in de bergen liggende of andere plaatsen, gemakkelijk te worden getransporteerd.

15 Een van de meest gewaardeerde gelegenheden van het leven in de openlucht is de mogelijkheid zich door de zon te laten bruinen, wat voor de gezondheid bijzonder bevorderlijk is.

Zoals bekend is het echter voor een goed bruin 20 worden zeer belangrijk zich in de juiste ligging bloot te stellen aan de zonbestraling om deze zo veel mogelijk te benutten.

De in de handel gebruikelijke ligstoelen staan echter de gebruiker geen geheel uitgestrekte lighouding 25 toe, zodat men gedwongen is - wanneer men goed bruin wil worden zonder af te zien van het comfort - draagbare rustbedden te gebruiken, die weliswaar inklapbaar zijn en uit licht materiaal zijn vervaardigd,maar helaas steeds zwaarder zijn dan een ligstoel en meer ruimte 30 innemen.

Aan de uitvinding ligt daarom het probleem ten grondslag een ligstoel te verschaffen, die gemakkelijk kan worden gedragen en een juiste zonbestraling zonder de bovengenoemde nadelen toestaat.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding door 35 een ligstoel opgelost, die een zitting, die in een scharnierpunt boven de zitting aan bijeenkomende poten is .880*94« f % -2- toegevoegd/ een rugleuning, die via een paar scharnieren met de zitting is verbonden, armleuningen, die in een instelbare stand tussen de rugleuning en het scharnierpunt boven de zitting zijn aangebracht, en middelen 5 voor het instellen van de stand van de rugleuning ten opzichte van de zitting omvat/ met het kenmerk, dat de rugleuning zolang kan worden geheld tot hij in een volledig gehelde stand een ligvlak vormt, dat evenwijdig loopt met het ligvlak van de zitting.

10 De ligstoel volgens de uitvinding biedt het voordeel, dat hij de voor dergelijke stoelen typische eigenschappen van lichtheid, eenvoudige inklapbaarheid en bijzonder geringe benodigde ruimte behoudt en het de gebruiker tegelijk toestaat geheel uitgestrekt te 15 liggen, zoals het tot nu toe slechts door gebruik van rustbedden mogelijk was.

De mogelijkheid geheel uitgestrekt te liggen, is niet slechts - zoals gezegd - voor zonnebaden belangrijk, maar kan ook indien nodig nuttig zijn voor pro-20 visorische slaapgelegenheden.

De uitvinding wordt hieronder nader beschreven aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld, dat in de figuren van de tekeningen is weergegeven. Daarin tonen: 25 Fig. 1 een aanzicht in perspektief van een lig stoel volgens de uitvinding, fig. 2 een aanzicht in perspektief van de ligstoel van fig. 1 in geheel gehelde stand en fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III 30 van fig. 1.

De ligstoel, die in de figuren in zijn geheel met 1 is aangeduid, heeft een zitting 2 en een rugleuning 3, die door scharnieren 4 met elkaar zijn verbonden.

35 De zitting heeft een baan 6 van kunststof, die tussen een paar tegenover elkaar liggende buisprofielen 5 is gespannen en gehouden.

De rugleuning 3 heeft daarentegen een tweede // . stofbaan 8, die aan de einden van de benen van een .8802348 «r -3- enkel ü-vorxnig buisprofiel 7 is gespannen en gehouden.

Het buisprofiel 7 is in het bovenste gebied zodanig omgebogen, dat het een steun 9 vormt, waarvan de oplegging rechthoekig ten opzichte van het ligvlak van de 5 rugleuning 3 loopt.

Een versterkingsstang 10 verbindt de beide benen van het buisprofiel 7 in het bovenste gebied van de rugleuning 3 met elkaar.

De zitting 2 staat via een paar ü-vormige poten 10 11 op de bodem, die in een punt 13 boven de zitting 2 en in de nabijheid van de ondervlakken van de armleuningen 14 scharnierend zijn aangebracht.

Eén van de poten 11 is bij 12 ook met de profielen 5 van de zitting 2 scharnierend verbonden. Het ondervlak 15 van de armleuningen 14 heeft een rij in één lijn liggende blindgaten 15, waarin de pennen 16 grijpen, die ontstaan uit de verlenging van de plaatjes 13A, die de scharnieren 13 vormen.

Iedere pen 16 heeft een boring 25, waardoor 20 een geleiding 26 loopt, die de pen 16 in de nabijheid van de blindgaten 15 vasthoudt. De plaatjes 13A, de armleuningen 14, de blindgaten 15, de pennen 16, de boringen 25 en de geleidingen 26 zijn de middelen voor het instellen van de stand van de rugleuning 3 ten opzichte 25 van de zitting 2.

Ieder scharnier 4 heeft een U-vormig om het ene eind van het korresponderende buisprofiel 5 gebogen winkelhaak 17, die een paar benen 17A bezit. De benen 17A van de winkelhaak 17 zijn scharnierend verbonden 30 met de einden van het buisprofiel 7 van de rugleuning 3.

De beide winkelhaakbenen 17A van de scharnieren 4 zijn verbonden met de einden van het korresponderende buisprofiel 5 via één enkele stang 20, die doorgaand 35 is aangebracht om draagpennen 21 van de rugleuning 3 en van de zitting 2 ten opzichte van één van de beide poten 11 te vormen.

De pennen 21 worden door met de einden scharnierend verbonden stangen 24 in de nabijheid van de poot .8802^49 -4- 11 gehouden.

Om het uitvallen te vermijden, heeft de stang 20 in het gebied van de winkelhaakbenen 17A uitbreidingen 22 en beschrijft een kromme naar omlaag om met het lichaam 5 van de gebruiker niet in aanraking te komen.

In zittende houding (zie de fig. 1 en 3) grijpt iedere pen 16 in één of ander blindgat 15 van het ondervlak van de armleuningen 14.

Om de helling van de rugleuning 3 ten opzichte 10 van de zitting 2 te veranderen, gaat men als volgt te werk : men trekt de beide armleuningen 14 gelijktijdig omhoog, waarbij de pennen 16 uit de korresponderende gaten 15 treden; men verschuift de armleuningen 14, die zijn gehouden door de geleidingen 26, die in de 15 boringen 25 grijpen, tot de pennen 16 telkens met een ander dan het voorafgaande blindgat 15 in ingrijping komen.

Om de rugleuning 3 volledig te hellen, is het voldoende de beide armleuningen 14 gelijktijdig omhoog 20 te heffen, waarbij het gewicht van de rugleuning deze automatisch in de horizontale stand brengt tot de steun 9 de bodem treft (zie fig. 2) ,

In deze stand grijpen de pennen 16 telkens in het blindgat 15, dat zich ten opzichte van de andere 25 gaten in het gebied van het buitenste eind bevindt.

De rugleuning 3 komt in een ligvlak, dat evenwijdig loopt met het ligvlak van de zitting 2, waarbij deze vlakken afhankelijk van de lengte van de benen Ï7A van de winkelhaak 17 een afstand d van elkaar zijn verwij-30 derd. De grootte van de afstand d wordt bepaald op grond van ergonomische overwegingen, die kortheidshalve niet worden beschreven.

Wanneer de ligstoel 1 niet wordt gebruikt, kan hij natuurlijk zodanig worden ingeklapt, dat de zitting 35 2 en de rugleuning 3 over elkaar en de poten 11 alsmede de armleuningen 14 coplanair ten opzichte van de delen 2 en 3 zoals bij een gebruikelijke ligstoel komen te liggen.

-conclusies- .8802946

Claims (6)

1. Ligstoel met een zitting (2), die in een scharnierpunt (13) boven de zitting (2) aan samenlopende poten (11) is toegevoegd, met een rugleuning (3), die 5 via een paar scharnieren (4) met de zitting (2) is verbonden, met armleuningen (14), die in een instelbare stand tussen de rugleuning (3) en het scharnierpunt (13) boven de zitting (2) zijn aangebracht, en met middelen (13A, 14, 15, 16, 25, 26) voor het instellen van 10 de stand van de rugleuning (3) ten opzichte van de zitting (2) ,met het kenmerk, dat de rugleuning (3) zolang kan worden geheld tot hij in de volledig gehelde stand een ligvlak vormt, dat evenwijdig loopt met het ligvlak van de zitting (2). 15

2. Stoel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de zitting (2) een eerste baan van stof (6) heeft, die tussen een paar tegenover elkaar liggende buisprofielen (5) is gespannen en gehouden, 20 en de rugleuning (3) êên enkel ü-vormig buisprofiel (7) heeft, tussen de benen waarvan een tweede stofbaan (8) is gespannen.

3. Stoel volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m er k, dat het buisprofiel (7) in het bovenste gebied van de rugleuning (3) zodanig is omgebogen, dat het een steun (9) vormt, waarvan de oplegging rechthoekig ten opzichte van het ligvlak van de rugleuning 30 (3) loopt.

4. Stoel volgens conclusie 1 en 2, m e t het kenmerk, dat elk scharnier (4) een om de einden van telkens het buisprofiel (5) U-vormig omgebogen winkel-35 haak (17) heeft, waarvan de beide benen (17A) met de einden scharnierend zijn verbonden met de einden van het buisprofiel (7), waarbij de beide winkelhoekbenen .8802946 \ Γ -6- (17A) van de scharnieren (4) van de stoel (1) zijn ver-den met de einden van het buisprofiel (5) via één enkele stang (20), die zodanig door de buisprofielen (5) loopt, dat pennen (21) worden gevormd, die met één van de poten 5 (11) via met de einden scharnierend verbonden stangen (24) zijn verbonden.

5. Stoel volgens conclusie 1, 2 en 4, met het kenmerk, dat het ligvlak van de zitting 10 (2) van het ligvlak van de rugleuning (3) over een afstand (d) is verwijderd, die van de lengte van de benen (17A) van de winkelhaken (17) van de scharnieren (4) afhangt.

6. Stoel volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat de middelen voor het instellen van de stand van de rugleuning ten opzichte van de zitting in één lijn liggende rijen blindgaten (15) omvatten, die in het ondervlak van de armleuningen (14) zijn aangebracht en waarin pennen (16) als verlenging van de plaatjes 20 (13A) grijpen, waaruit de scharnieren (13) bestaan, waarbij iedere pen (16) een boring (25) heeft waardoorheen * een geleiding (26) loopt. .8802946