NL8900512A - Samenklapbaar zit- en ligmeubel. - Google Patents

Samenklapbaar zit- en ligmeubel. Download PDF

Info

Publication number
NL8900512A
NL8900512A NL8900512A NL8900512A NL8900512A NL 8900512 A NL8900512 A NL 8900512A NL 8900512 A NL8900512 A NL 8900512A NL 8900512 A NL8900512 A NL 8900512A NL 8900512 A NL8900512 A NL 8900512A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seating
reclining furniture
furniture according
profile
profile parts
Prior art date
Application number
NL8900512A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sicommerce Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sicommerce Ag filed Critical Sicommerce Ag
Priority to NL8900512A priority Critical patent/NL8900512A/nl
Priority to NL8903030A priority patent/NL191529C/nl
Priority to CA 2030801 priority patent/CA2030801A1/en
Priority to PCT/NL1990/000019 priority patent/WO1990009749A1/en
Priority to AU51663/90A priority patent/AU5166390A/en
Publication of NL8900512A publication Critical patent/NL8900512A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C1/00Chairs adapted for special purposes
    • A47C1/14Beach chairs ; Chairs for outdoor use, e.g. chairs for relaxation or sun-tanning
    • A47C1/143Chaise lounges
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C4/00Foldable, collapsible or dismountable chairs
    • A47C4/28Folding chairs with flexible coverings for the seat or back elements
    • A47C4/286Folding chairs with flexible coverings for the seat or back elements foldable side to side and front to back, e.g. umbrella type

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)

Description

Samenklapbaar zit- en ligmeubel
De uitvinding heeft betrekking op een samenklapbaar zit- en ligmeubel met een onderstel voor plaatsing op een ondergrond en een door het onderstel ondersteund bovenstel met langszijden die elk tenminste drie door scharnieren verbonden profieldelen omvatten, die een rugleuningeinddeel, een middendeel en een voeteneinddeel vormen, waarvan de einddelen tijdens het gebruik in verschillende standen ten opzichte van het middendeel vergrendelbaar zijn en buiten gebruik met het middendeel samenklapbaar zijn, waarbij het meubel voorts is uitgevoerd met een buigzame bekleding voor inspanning tussen de profieldelen van de langszijden van het bovenstel.
Zit- en ligmeubelen van deze soort zijn in vele uitvoeringen bekend en worden benut als veldbed of als ligstoel voor in de tuin, op de camping of het strand. Nadeel van deze bekende zit- en ligmeubelen is, dat zij in samengeklapte toestand nog veel plaats innemen, zodat de opslag voorafgaande aan de verkoop hiervan kostbaar is, terwijl bij het gebruik van het zit- en ligmeubel dit lastig is te vervoeren en bijvoorbeeld in de kofferbak van een auto zeer veel ruimte inneemt.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een samenklapbaar zit- en ligmeubel te verschaffen, waarbij deze bezwaren op doeltreffende wijze zijn opgeheven.
Hiertoe wordt het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de tegenover gelegen profieldelen van de beide langszijden van het bovenstel onderling zijn verbonden door samenklapbare, in uitgezette stand door vergrendelmiddelen vergrendelbare dwarsverbindingen.
Door deze maatregelen kan het zit- en ligmeubel ook in de dwarsrichting worden samengeklapt, waardoor het volume in samengeklapte toestand ten opzichte van bekende zit- en ligmeubelen aanzienlijk is verkleind. Voorts kan het zit- en ligmeubel gemakkelijk worden gedragen, wanneer dit in een draagzak of dergelijk omhulsel wordt opgeborgen.
Het is van voordeel indien het onderstel is voorzien van met de profieldelen van de langszijden van het bovenstel verbonden profieldelen, die paarsgewijs onderling zijn verbonden door één van de samenklapbare dwarsverbin dingen, waarbij bij voorkeur de profieldelen van het onderstel zijn verbonden met de bijbehorende profieldelen van het middendeel van het bovenstel.
Op deze wijze wordt de dwarsverbinding van het middendeel gevormd door de dwarsverbinding of dwarsverbindingen van het onderstel, zodat geen afzonderlijke samenklapbare dwarsverbinding voor het middendeel van het bovenstel noodzakelijk is.
Hierbij is het gunstig wanneer de dwarsverbinding tussen de profieldelen van het onderstel een aantal schar-nierbaar met elkaar verbonden profielelementen omvat, die vanuit de samengeklapte toestand voorbij een dode stand tot een door een aanslag bepaalde vergrendelde eindstand beweegbaar zijn.
Deze maatregelen waarborgen een vergrendelde stand van de samenklapbare dwarsverbinding van het onderstel, doordat de in het middendeel van het bovenstel gespannen bekleding ook een drukkracht in de dwarsverbinding van het onderstel veroorzaakt, waardoor een zekere kracht nodig is om de samenklapbare dwarsverbinding weer door de dode stand heen samen te klappen. Hierdoor wordt een onbedoeld samenklappen van de dwarsverbinding in het onderstel verhinderd.
Bij voorkeur bestaan de dwarsverbindingen tussen de profieldelen van de langszijden van de beide einddelen van het bovenstel uit twee in de uitgeklapte toestand van het zit- en ligmeubel de dwarszijden van het bovenstel vormende scharnierbare profieldelen.
Op deze wijze vormen de profieldelen van de samenklapbare dwarsverbindingen van de beide einddelen van het zit- en ligmeubel tezamen met de profieldelen van de langszijden van het bovenstel in de uitgezette toestand van het zit- en ligmeubel een in zichzelf gesloten stabiel raamwerk, waarin de bekleding, bij voorkeur langs alle zijden kan worden ingespannen.
Een zeer gunstige uitvoering van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de hoek van het middendeel ten opzichte van de horizontaal door verstelling van het onderstel instelbaar is.
Door deze maatregel worden de gebruiksmogelijkheden van het zit- en ligmeubel aanzienlijk verhoogd. Het is hiermede namelijk mogelijk het middendeel van het bovenstel bij gebruik van het zit- en ligmeubel als veldbed tezamen met de einddelen horizontaal te stellen, zodat een vlak bovenstel wordt gevormd, terwijl in het geval het zit- en ligmeubel als gewone stoel of als ligstoel wordt gebruikt, het middendeel enigszins schuin achterover hellend kan worden geplaatst, waardoor een zeer confortabele zit ontstaat. Hierbij wordt opgemerkt, dat weliswaar bij bekende zit- en ligmeubelen de beide einddelen zodanig kunnen worden versteld, dat behalve een veldbed ook een ligstoel of een gewone stoel zou kunnen worden gevormd, doch hierbij blijft het middendeel steeds horizontaal, waardoor altijd het probleem onstaat dat een in de stoel zittende persoon steeds naar voren glijdt en niet confortabel kan zitten. Anderzijds zijn natuurlijk zit- en ligstoelen bekend met een onder een hoek verlopend zitting-deel, doch deze zit- en ligstoelen kunnen niet als veldbed worden gebruikt. In principe zou deze maatregel volgens de uitvinding betreffende de hoekverstelling van het middendeel van het bovenste! ook los van de voorgaande maatregelen toe te passen zijn.
Bij voorkeur zijn nabij de overgang tussen het middendeel en de einddelen verzwenkbare voor- respectievelijk achterpoten aangebracht, die als onderstel fungeren en waarbij de voor- en/of achterpoten zijn uitgevoerd met vergren-delmiddelen voor het in verschillende zwenkstanden vergrendelen van de voor- en/of achterpoten van het onderstel.
Op deze wijze is door het eenvoudig verzwenken van de voor- en/of achterpoten van het onderstel een verstelling van het middendeel van het bovenstel te bewerkstelligen. Uiteraard zou een verstelling van het middendeel ook op andere wijze mogelijk zijn, bijvoorbeeld met behulp van in lengte verstelbare voor- en/of achterpoten van het onderstel.
Het is zeer gunstig wanneer het zit- en ligmeubel is uitgevoerd met armleuningen, omdat deze bij het gebruik van een zit- en ligmeubel als stoel extra comfort verschaffen.
Bij voorkeur zijn hierbij de armleuningen door een parallellogramgeleiding met het middendeel en het als rugleu- ning fungerende einddeel van het bovenstel verbonden, daar hierdoor in alle standen van het als rugleuning fungerende einddeel een zelfde stand van de armleuningen ten opzichte van het middendeel van het bovenstel wordt gehandhaafd.
Wanneer het als rugleuning fungerende einddeel van het bovenstel voor het samenklappen van het meubel onder het middendeel vouwbaar is, terwijl de armleuningen in de omlaag-gevouwen standen van het als rugleuning fungerende einddeel althans ongeveer evenwijdig hieraan blijven, kan de lengte van één van de zijden van de parallellogramgeleiding verstelbaar zijn uitgevoerd.
Door deze maatregel kunnen, ondanks de aanwezigheid van de parallelgeleidingen, de armleuningen bij het samenklappen van het zit- en ligmeubel op een niet-uitstekende en weinig plaatsruimte innemende wijze langs het als rugleuning fungerende einddeel worden geplaatst.
In de uitvoering van het zit- en ligmeubel, waarbij de bekleding tenminste met de de langszijden van het bovenstel vormende profieldelen zijn verbonden door over de lengte van de bekleding verdeeld aangrijpende verbindingsmiddelen, is het bijzonder gunstig wanneer de verbindingsmiddelen aan elke langszijde van de bekleding zijn voorzien van een uit één stuk gevormd langgerekt zigzag-vormig verlopend verbindingsorgaan, dat op elke hoek van de zigzag-vorm is uitgevoerd met een bevestigingsorgaan voor de afwisselende bevestiging aan de bekleding en de profieldelen.
Dit verbindingsorgaan biedt de mogelijkheid van een automatisch inspannen van de bekleding in het bovenstel van het zit- en ligmeubel, waardoor een aanzienlijke tijdsbesparing kan worden bereikt ten opzichte van de bekende inspan-wijze met behulp van een rijgkoord, dat met de hand wordt ingeregen.
Dienovereenkomstig omvat de onderhavige uitvinding ook een werkwijze voor het aanbrengen van een bekleding in een bovenstel van een zit- en ligmeubel met uit profieldelen opgebouwde langszijden, die wordt gekenmerkt doordat de bekleding en de langszijden van het bovenstel in een vooraf-bepaalde stand ten opzichte van elkaar worden vastgehouden en een zigzagvormig langgerekt verbindingsorgaan afwisselend aan de langszijden van de bekleding en aan de de langszijden van het bovenstel vormende profieldelen wordt bevestigd.
Deze werkwijze en het genoemde verbindingsorgaan kunnen behalve bij het zit- en ligmeubel volgens de onderhavige uitvinding uiteraard ook bij bekende zit- en ligmeubelen volgens de stand van de techniek worden toegepast.
De uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van de tekeningen, die schematisch een aantal uitvoe-ringsvoorbeelden van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding weergeven.
Fig. 1 is een zeer schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding, waarbij de verschillende gebruiksmogelijkheden hiervan zijn geïllustreerd.
Fig. 2 en 3 zijn zijaanzichten van het samengeklapte, in een draagzak opgeborgen zit- en ligmeubel van fig. 1.
De fig. 4-7 zijn vier aanzichten van het samengeklapte zit- en ligmeubel van fig. 1, waarbij duidelijkheidshalve de dwarsafmetingen van sommige onderdelen van het meubel overdreven groot zijn weergegeven, terwijl in fig. 7 de bekleding is verwijderd.
Fig. 8, 9 en 10 tonen zijaanzichten van het zit- en ligmeubel in verschillende stadia van het in de lengterichting uitklappen daarvan.
Fig. 11, 12 en 13 zijn drie verschillende aanzichten van het zit- en ligmeubel in de in de lengterichting in ligstand uitgeklapte, doch in de dwarsrichting nog samengeklapte toestand.
De fig. 14 en 15 zijn een zijaanzicht respectievelijk een bovenaanzicht van het zit- en ligmeubel in de geheel uitgeklapte toestand als veldbed of stretcher.
Fig. 16 is een gedeeltelijk vooraanzicht van het onderstel van het zit- en ligmeubel in de in de dwarsrichting samengeklapte toestand.
Fig. 17 en 18 is een vooraanzicht, respectievelijk bovenaanzicht van het onderstel van fig. 16 in de uitgeklapte toestand.
Fig. 19 is een op grotere schaal weergegeven doorsnede volgens de lijn XIX-XIX in fig. 17.
Fig. 20 is een schematisch gedeeltelijk bovenaanzicht van het bovenstel van het zit— en ligmeubel in de samengeklapte toestand, waarbij duidelijkheidshalve de bekleding is weggelaten.
Fig. 21, 21a en 22 zijn een gedeeltelijk bovenaanzicht, zijaanzicht, respectievelijk vooraanzicht van het bovenstel van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding.
Fig. 23 en 24 zijn een zijaanzicht respectievelijk een achteraanzicht van het zit- en ligmeubel als relexstoel.
Fig. 25 en 26 zijn een zijaanzicht respectievelijk een achteraanzicht van het zit- en ligmeubel als gewone stoel.
Fig. 27 en 28, respectievelijk 29 en 30 zijn twee verschillende doorsneden van de verbinding tussen het bovenstel en de achterste poot van het onderstel, op grotere schaal en in twee verschillende standen.
De fig. 31 en 32, respectievelijk 33 en 34 zijn met de fig. 27, 28 respectievelijk 29, 30 overeenkomende doorsneden van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 35 en 36 zijn gedeeltelijke schematische zijaanzichten van het zit- en ligmeubel als relex stoel, respectievelijk als veldbed.
Fig. 37 is een op grotere schaal weergegeven gedeeltelijke doorsnede van de verbinding tussen de voorste poot van het onderstel en het bovenstel.
Fig. 38 en 39 zijn twee uitvoeringen voor een parallellogramgeleiding voor een armleuning van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding.
Fig. 40 en 41 zijn op verschillende schaal weergegeven zeer schematische zijaanzichten van het zit- en ligmeubel ter illustratie van de werking van de parallellogram-geleiding voor de armleuning volgens fig. 38.
Fig. 42 en 43 zijn een bovenaanzicht respectievelijk een zijaanzicht van een verbindingsorgaan volgens de uitvinding voor het verbinden van de bekleding met het bovenstel van het zit- en ligmeubel.
Fig 44 en 45 tonen in doorsnede twee uitvoeringen van de bevestiging van het verbindingsorgaan met een buis van het bovenstel van het zit- en ligmeubel.
Fig. 1 van de tekening toont schematisch de con- stuctie van een uitvoeringsvoorbeeld van het zit- en lig-meubel volgens de uitvinding. Dit zit- en ligmeubel omvat in principe een uit voorpoten 1 en achterpoten 2 bestaand onderstel en een uit drie hoofddelen bestaand bovenstel, namelijk een als rugleuning of hoofddeel dienend einddeel 3, een middendeel 4 en een als voeteneind dienend einddeel 5. De einddelen 3, 5 zijn door scharnierelementen 6 respectievelijk 7 scharnierbaar met het middendeel 4 verbonden en in verschillende standen ten opzichte hiervan vergrendelbaar. De voorpoten 1 en de achterpoten 2 zijn door scharnieren 8 respectievelijk 9 scharnierbaar aan het middendeel 4 bevestigd. Uiteraard kunnen de verschillende delen 3, 4 en 5 van het bovenstel in verdere gedeelten zijn verdeeld of met extra delen zijn uitgevoerd, terwijl in principe ook het onderstel van het zit- en ligmeubel anders of met meer poten kan zijn uitgevoerd. Een met het als rugleuning dienende einddeel 3 samenwerkende armleuning 10 aan elke langszijde van het zit-of ligmeubel is eveneens aangebracht. De constructie van de in het voorgaande genoemde onderdelen van het zit- en ligmeubel zal aan de hand van meer gedetailleerde figuren later worden beschreven.
In fig. 1 zijn de verschillende gebruiksstanden van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding schematisch aangeduid. Indien de het bovenstel vormende delen 3, 4 en 5 in lijn met elkaar horizontaal zijn opgesteld kan het zit- en ligmeubel als veldbed of stretcher worden gebruikt. Indien het rugleuning-einddeel 3 en de daarmee samenwerkende armleuningen 10 om het scharnierelement 6 omhoog worden geklapt, terwijl het middendeel 4 door verstelling van de poten 1 en/ of 2 van het onderstel in een schuin achteroverhellende stand wordt gezet, kan het zit- en ligmeubel als stoel dienen. Hierbij kan het voeteneinddeel 5 onder een hoek schuin benedenwaarts ten opzichte van het middendeel 4 worden vergrendeld, zodat een relex- of ligstoel ontstaat. Ook kan het voeteneinddeel 5 met het middendeel 4 worden dubbelgeklapt, zodat het einddeel 5 als zitting dient en van het zit- en ligmeubel een gewone camping- of tuinstoel is gevormd.
Een belangrijk onderdeel van de onderhavige uitvinding is de mogelijkheid van het tot een zeer klein pakket samenklappen van het onder- en bovenstel van het zit- en lig-meubel, waardoor dit gemakkelijk kan worden vervoerd en opgeslagen zonder veel ruimte in te nemen.
De fig. 2 en 3 tonen het samengeklapte zit- en lig-meubel in een als draagzak uitgevoerd omhulsel 11. Op deze wijze is het samengeklapte zit- en ligmeubel zeer gemakkelijk te dragen aan het handvat of de schouderriem.
De fig. 4-7 tonen het zit- en ligmeubel in de samengeklapte toestand zonder het omhulsel 11. Hierin is te zien, dat de beide einddelen 3 en 4 ter weerzijden van het middendeel 4 zijn samengeklapt, terwijl de voor- en achterpoten 1, 2 van het onderstel tussen het middendeel 4 en het rugleuningeinddeel 3 zijn gevouwen. In de samengeklapte toestand bevinden de armleuningen 10 zich althans ongeveer naast en evenwijdig aan het einddeel 3. Een bekleding 12 van het zit- en ligmeubel blijft in de samengeklapte toestand hiervan althans gedeeltelijk aan het bovenstel van het zit- en ligmeubel bevestigd, zoals later nog nader zal worden toegelicht. In fig. 7 is nog schematisch aangeduid, dat het zit-en ligmeubel ook in dwarsrichting kan worden samengeklapt met behulp van speciale scharnierende dwarsverbindingen 13, respectievelijk 14, waarvan de constructie nog in detail zal worden beschreven. Duidelijk is dat voor het samenklappen van het zit- en ligmeubel geen onderdelen behoeven te worden gedemonteerd, hetgeen een belangrijk voordeel is omdat geen onderdelen kunnen kwijtraken.
De fig. 8-10 tonen schematisch de verschillende met pijlen aangeduide uitklapbewegingen van het onder- en bovenstel voor het in de lengterichting uitklappen van het zit- en ligmeubel vanuit de geheel samengeklapte toestand volgens fig. 8 naar de veldbedstand volgens fig. 10.
De fig. 11-13 tonen deze veldbedstaand volgens fig. 10 nogmaals, waarbij het zit- en ligmeubel in de dwarsrichting nog is samengeklapt en de dwarsverbindingen 13 en 14 van het onderstel respectievelijk het bovenstel nog zijn samengevouwen .
De fig. 14 en 15 tonen de gebruiksklare toestand van het zit- en ligmeubel als veldbed. Vanuit deze stand kan het zit- en ligmeubel ook in de andere stoelstanden worden versteld.
De fig. 16-19 tonen de speciale dwarsverbinding 13 die is aangebracht voor het samenklappen en uitzetten van de voor- en achterpoten 1 en 2 van het onderstel van het zit- en ligmeubel. Deze dwarsverbinding 13 is aangebracht tussen evenwijdige buizen 15 van de voor- respectievelijk achterpoten 1, 2, welke buizen 15 aan hun onderste uiteinde over
O
90 zijn omgebogen teneinde een groter grondvlak te vormen, terwijl de eindvlakken van de omgebogen uiteinden van de buizen 15 als aanslag kunnen dienen bij het samenklappen.
De geheel symmetrisch uitgevoerde dwarsverbinding 13 omvat twee aan een buitenste uiteinde scharnierend met het onderste uiteinde van de bijbehorende buis 15 bevestigde langgerekte profielelementen 16, die aan hun binnenste, naar elkaar toegekeerde uiteinden scharnierbaar met elkaar zijn verbonden. Op een afstand boven het onderste uiteinde van de buizen 15 zijn profielelementen 17 met hun ene uiteinde scharnierbaar bevestigd, terwijl het andere uiteinde van de profielelementen 17 scharnierbaar aansluiten op profielelementen 18, die aan hun van de profielelementen 17 afgekeerde uiteinden scharnierbaar met elkaar zijn verbonden. Op een afstand van hun binnenste met elkaar verbonden uiteinden zijn de profielelementen 18 scharnierbaar met de bijbehorende profielelementen 16 verbonden, zodat een stangen vierhoek hiertussen ontstaat. De profielelementen 16 en 17 zijn, zoals fig. 19 toont, uit dubbele platte profielstukken gevormd, terwijl de profielelementen 18 enkelvoudig en plat zijn uitgevoerd en derhalve tussen de beide delen van de profielelementen 16 en 17 kunnen verlopen, waardoor een compacte samen-vouwing van de profielelementen 16, 17 en 18 mogelijk is. Tevens verschaffen de op deze wijze gevormde profielelementen 16-18 een stijve en toch lichte constructie.
De profielelementen 18 zijn aan hun naar de profielelementen 17 toegekeerde uiteinden elk uitgevoerd met een onder een stompe hoek aangezet einddeel 19, dat samenwerkt met een aanslagpen 20 op het bijbehorende profielelement 17.
Met behulp van de scharnierende dwarsverbinding 13 kunnen de beide buizen 15 van de voor- en achterpoten 1, 2 van het zit- en ligmeubel vanuit de stand volgens fig. 16 evenwijdig uit elkaar worden bewogen, waarbij de profielele-menten 16, 17 en 18 scharnier- of schaarbewegingen uitvoeren, zoals met streeplijnen in fig. 16 is aangeduid. De einddelen 19 van profielelementen 18 en de aanslagen 20 van de profiel-elementen 17 laten toe, dat de profielelementen 17 en 18 voorbij hun dode punt kunnen worden gescharnierd, zodat wanneer de einddelen 19 tegen de aanslagen 20 zijn komen aan te liggen een lichte knik tussen de profielelementen 17 en 18 is ontstaan, die voor een stabiele stand van de dwarsverbinding 13 van het onderstel zorgen. Daar de in het bovenstel van het zit- en ligmeubel gespannen bekleding 12 in de in dwarsrichting uitgezette stand onder spanning staat, die ook op het onderstel en derhalve ook op de voor- en achterpoten 1, 2 hiervan doorwerkt, is een zekere kracht noodzakelijk om de profielelementen 17 en 18 weer voorbij het dode punt te drukken teneinde een samenklappen van de voor- en achterpoten 1, 2 te bewerkstelligen. Hierdoor is zekerheid verschaft tegen een onbedoeld samenklappen van de voor- of achterpoten 1, 2. Doordat de profielelementen 16 en 17 op aanzienlijke afstand van elkaar op de buizen 15 aangrijpen ontstaat een stabiele dwarsverbinding. Anderzijds verlopen de profielelementen 16 en 18 in het dwarsmidden van het onderstel op aanzienlijke afstand onder het bovenstel, waardoor de bekleding 12 van het bovenstel zonder problemen door het gewicht van een op het zit— en ligmeubel zittende of liggende persoon kan doorzakken.
De fig. 20 en 21 tonen één van de einddelen 3, 5 van het bovenstel van het zit- en ligmeubel. Eenvoudigheids-halve wordt aangenomen, dat in fig. 20 en 21 het als voeteneind fungerende einddeel 5 is weergegeven, terwijl moet worden aangenomen dat het einddeel 3 overeenkomstig is uitge- . Het einddeel 5 omvat twee in de langsrichting van het bovenstel aan beide zijden hiervan verlopende buizen 21, die aan hun ene uiteinde via de scharnierelementen 7 met het middendeel 4 zijn verbonden en die aan hun andere uiteinde onderling zijn verbonden door de scharnierbare en samenklapbare dwarsverbinding 14. Deze scharnierbare dwarsverbinding 14 omvat twee in hoofdzaak gelijke buiselementen 22 die aan hun ene uiteinde met het over 90° omgezette uiteinde van de bijbehorende buis 21 scharnierbaar zijn verbonden door middel van scharnieren 23 en aan hun andere uiteinde scharnierbaar aan elkaar zijn bevestigd via een kort scharnierbaar tussenstuk 24.
In de samengeklapte toestand van het einddeel 5 liggen de beide buiselementen 22 althans ongeveer evenwijdig naast elkaar, hetgeen mogelijk wordt gemaakt door het korte tussenstuk 24, zoals fig. 20 toont. In de uitgeklapte toestand volgens fig. 21 en 22 liggen de buiselementen 22 en het korte tussenstuk 24 in eikaars verlengde dwars op de langs-richting van het bovenstel van het zit- en ligmeubel en aansluitend op de omgebogen uiteinden van de buizen 21. In deze stand worden de buiselementen 22 ten opzichte van elkaar vergrendeld door een als vergrendelmiddel dienende schuifmof 25, die dan over de beide binnenste eindgedeelten van de buiselementen 22 en het tussenstuk 24 is geschoven tot aan een aanslag 26 op één van de buiselementen 22. In de samengeklapte toestand volgens fig. 20 is de schuifmof 25 op het buisele-ment 22 zonder de aanslag 26 geschoven.
In fig. 21 is de in fig. 20 duidelijkheidshalve weggelaten bekleding 12 geheel in het door het bovenstel gevormde raamwerk ingespannen weergegeven. In alle standen blijft de bekleding 12 met zijn langszijden aan de langszij -den van het bovenstel van het zit- en ligmeubel bevestigd door middel van de rijgkoorden 27, die door ogen 28 respectievelijk openingen 29 in de bekleding 12 respectievelijk in flenzen van de buizen 21 zijn geregen. In de weergegeven uitvoering wordt echter ten behoeve van het samenklappen van het bovenstel in de dwarsrichting een verbinding tussen de dwars-zijde van de bekleding 12 en de bijbehorende dwarszijde van het bovenstel losgenomen, welke verbinding in de geheel uitgeklapte toestand van het zit- en ligmeubel de bekleding 12 in de langsrichting gespannen houdt. Deze verbinding bestaat uit een elastisch koord 30, dat door ogen 31 in de bekleding 12 is geregen en in de uitgeklapte stand van het zit- en ligmeubel om de buiselementen 22 is geslagen en in haken 32 aan de bekleding is gehaakt (zie ook fig. 21a). Voor het losmaken van het koord 30 behoeft dit slechts uit de haken 32 te worden gelicht. Deze verbinding tussen de dwarszijde van de be- kleding 12 en de dwarszijde van het bovenstel van het zit- en ligmeubel is uiteraard niet altijd noodzakelijk, doch vooral bij in de langsrichting rekbare bekledingen wel aan te bevelen.
De fig. 23-26 tonen het zit- en ligmeubel in verschillende stoelstanden, waarbij duidelijk is te zien dat de schuine zithoek van het middendeel 4, respectievelijk het middendeel 4 en het einddeel 5 is bereikt door de verstelling van de voor- en achterpoten 2 ten opzichte van hun stand bij gebruik van het zit- en ligmeubel als veldbed, zoals in fig. 14 is weergegeven. In de stand volgens de fig. 23 en 25 verlopen de voorpoten 1 van het onderstel althans ongeveer loodrecht op het vlak van het middendeel 4 van het bovenstel, terwijl de achterpoten 2 juist onder een schuinere hoek ten opzichte van het middendeel 4 respectievelijk de horizontaal is gesteld. Hierdoor is de dwarszijde van het middendeel 4 nabij de rugleuning 3 verlaagd en de dwarszijde van het middendeel 4 nabij het voeteneinddeel 5 verhoogd ten opzichte van de veldbedstand, waardoor een zeer confortabele zithoek van bij voorkeur 15 wordt verschaft die voorkomt, dat de in de stoel zittende persoon van de zitting glijdt.
De fig. 27-30 tonen de verbinding tussen één van de achterpoten 2 van het onderstel met het bijbehorende scharnierelement 6 tussen het einddeel 3 en het middendeel 4 van het bovenstel van het zit- en ligmeubel. Deze verbinding is zodanig, dat de achterpoten 2 in twee zwenkstanden kunnen worden gesteld. De fig. 27 en 28 tonen de eerste hoogste stand van de achterpoten 2, waarbij het zit- en ligmeubel als veldbed wordt gebruikt. In deze stand is elke buis 15 van de achterpoten 2 ten opzichte van het scharnierelement 6 vergrendeld door een scharnierbaar op het bovenste uiteinde van de buis 15 aangebrachte pal 33, die in een opening 34 in een bovenflens 43 van het scharnierelement 6 steekt en met de van de buis 15 afgekeerde rand tegen de bovenflens 43 rust. Een uitstekende lip 35 rust op het bovenvlak van het scharnierelement 6 aangrenzend aan de opening 34 en verhindert een benedenwaarts verzwenken van de pal 33. Op deze wijze zijn de achterpoten 2 van het onderstel in hun bovenste stand vergrendeld.
Fig. 29 en 30 tonen de onderste stand van de achterpoten 2 van het onderstel, waarin het zit- en ligmeubel als stoel kan worden gebruikt. De buis 15 van de achterpoten 2 kan in deze stand worden gebracht door de pal 33 vanuit de stand volgens fig. 27 bovenwaarts te zwenken om het scharnierpunt met de buis 15, zodat het bovenste uiteinde van de buis 15 in staat is om het scharnier 9 benedenwaarts te ver-zwenken totdat deze tegen een aanslagpen 36 van het schar-nierelement 6 komt te liggen.
De fig. 31-34 tonen een alternatieve uitvoering van de vergrendeling voor de buis 15 van de achterpoten 2 van het onderstel. Deze vergrendeling bestaat uit een nok 37, die verdraaivast op een scharnierpen 38 is aangebracht, welke scharnierpen 38 verdraaibaar in het scharnierelement 6 is gelegerd. Aan één uiteinde is de scharnierpen 38 uitgevoerd met een haaks aangebrachte verlenging 39 die als hendel dient. In de onderste stand van de nok 37 steunt de buis 15 met zijn bovenste uiteinde aan een zijde tegen de nok 37, terwijl aan de andere zijde van het bovenste uiteinde van de buis 15 een aanslagpen 40 in het scharnierelement 6 is aangebracht, zodat de buis 15 is opgesloten tussen de nok 37 en de aanslagpen 40. Door het met behulp van de hendel 39 bovenwaarts ver-zwenken van de nok 37 komt deze buiten ingrijping met het bovenste uiteinde van de buis 15, zodat de buis 15 in staat is om het scharnier 9 naar de onderste stand te zwenken waarin deze aanligt tegen de aanslagpen 36. Op deze wijze is een gemakkelijke en zeer veilige ontgrendeling van de achterpoten 2 mogelijk.
De vergrendelingen van de achterpoten 2 in de hoogste stand daarvan zijn in beide uitvoeringen zodanig, dat bij een belasting van het onderstel, dat wil zeggen wanneer een persoon in het zit- en ligmeubel is gezeten, de vergrendeling niet bediend kan worden, zodat een onbedoeld ontgrendelen van de achterpoten 2 van het onderstel niet mogelijk is. Slechts in ontlaste toestand hiervan kan een ontgrendelen en verstellen plaatsvinden.
De fig. 27, 29, 31 en 33 tonen nog de verbinding tussen een buis 41 aan één van de langszijden van het bovenstel van het middendeel 4 van het zit- en ligmeubel met het scharnierelement 6. De buis 41 is aan. zijn uiteinde door een scharnier 42 scharnierbaar aan het scharnierelement 6 bevestigd, terwijl de buis 41 in de weergegeven stand steunt tegen de aanslagpen 36 en de bovenste flens 43 van het scharnier— element 6. Een halfronde borgpen 44 borgt de buis 41 in de weergegeven uitgeklapte stand. Door het schuingebogen eind— gedeelte van de buis 41 van het middendeel 4 ontstaat een plaatsbesparende inrichting van de onderdelen in het scharnierelement 6.
De fig. 35 en 36 illustreren de stand van de voorpoten 1 van het onderstel bij het gebruik van het zit- en ligmeubel als stoel (fig. 35) en als veldbed (fig. 36), waarbij de voorpoten 1 in de stoelstand steiler (hoek 1) zijn opgesteld dan in de veldbedstand (hoek 2). Fig. 37 toont meer gedetailleerd de constructie van de verbindingen van de voorpoten 1 met het middendeel 4 en de scharnierverbinding tussen het middendeel 4 en het voeteneinddeel 5 van het bovenstel van het zit- en ligmeubel.
Elk scharnier 8 van de voorpoten 1 van het onderstel verloopt door de bijbehorende buis 41 van het middendeel 4 en een kopstuk 44, dat in het boventse uiteinde van de bijbehorende buis 15 van de voorpoten 1 is bevestigd. Een gren-delschuif 45, die verschuifbaar is langs de buis 41 van het middendeel 4 en die vastzetbaar is met behulp van vleugel-schroeven 46 dient voor het verschaffen van een aanslag voor de hoogste stand van de voorpoten 1 (fig. 37) en door het voorwaarts verschuiven hiervan voor het verschaffen van een aanslag voor de voorpoten 1 in hun onderste stand, waarbij het bovenste uiteinde van de buis 15 tegen een schuin vlak 47 van de grendelschuif 45 rust. Elke buis 15 van de voorpoten 1 van het onderstel wordt bovenwaarts belast door een trekveer 48, die aan zijn onderste uiteinde in de buis 15 grijpt en aan zijn andere uiteinde is verbonden met een uiteinde van een hefboom 49. Deze hefboom 49 is met behulp van een scharnier 50 verdraaibaar om een scharnierdeel 51, dat tezamen met een scharnierdeel 52 het scharnierelement 7 vormt. Het scharnierdeel 51 is in het voorste uiteinde van de buis 41 van het middendeel 4 gestoken, terwijl het scharnierdeel 52 in het achterste uiteinde van de buis 21 van het voeteneinddeel 5 is geborgd. De beide scharnierdelen 51 en 52 zijn scharnierbaar verbonden door een scharnierpen 53. Het scharnierdeel 52 is voorzien van een vertanding 54 waarin een grendelorgaan 55 aan de hefboom 49 kan grijpen, teneinde het scharnierdeel 52 en derhalve het voeteneinddeel 5 in verschillende standen in benedenwaartse richting ten opzichte van het scharnierdeel 51 en derhalve ten opzichte van het middendeel 4 te vergrendelen. Hierbij wordt het grendelorgaan 55 aan de hefboom 49 door de aan het andere uiteinde van de hefboom 49 aangrijpende trekveer 48 in ingrijping gehouden met de vertanding 54.
De scharnierdelen 51 en 52 zijn zodanig uitgevoerd, dat het scharnierdeel 52 en derhalve het voeteneinddeel 5 vanuit de o stand volgens fig. 37 over 180 ten opzichte van het scharnierdeel 51 en derhalve ten opzichte van het middendeel 4 van
O
het zit- en ligmeubel over 180 kan worden omgeklapt, enerzijds ten behoeve van het vormen van een zitvlak in de gewone stoelstand en anderzijds ten behoeve van het samenklappen van het zit- en ligmeubel.
Fig. 38 toont een parallellogramgeleiding voor de armleuning 10 die er voor zorgt dat de hoek tussen de armleuning 10 en het middendeel 4 gelijk blijft bij het verstellen van het rugleuningeinddeel 3, alsmede de verstelling en vergrendeling van het als rugleuning fungerende einddeel 3 van het zit- en ligmeubel. De parallellogramgeleiding aan elke zijde van het zit- en ligmeubel wordt in principe gevormd door de buis 21 van het rugleuningeinddeel 3, het evenwijdig daaraan verlopende buisdeel 56, de tussen het rugleuningeinddeel 3 en het buisdeel 56 verlopende hefbomen 57 en 58, die in de stoelstand van het zit- en ligmeubel evenwijdig verlopen aan de armleuning 10, en als vierde zijde van de parallellogramgeleiding een tussen het onderste uiteinde van het buisdeel 56 en het onderste uiteinde van het rugleuningeinddeel 3 verlopende twee-armige hefboom 59. De hefboom 57 grijpt in het midden tussen scharnieren 67 en 68 op de hefboom 58 aan. Het buisdeel 56 is aan zijn bovenste uiteinde scharnierbaar verbonden met de armleuning 10 op een afstand van het rugleuningdeel 3 en aan zijn onderste uiteinde scharnierbaar verbonden met de hefboom 59, die scharnierbaar om het scharnier 9 met het scharnierelement 6 is verbonden. Het van het buisdeel 56 afgekeerde uiteinde van de hefboom 59 is uitgevoerd met een grendelorgaan 60, dat in de stoelstand van het zit- en ligmeubel in ingrijping is met een vertanding aan een eindstuk 62, dat in het onderste uiteinde van de bijbehorende buis 21 van het rugleuningeinddeel 3 is gestoken. Het eindstuk 62 is scharnierbaar om een scharnier 63 met het scharnierelement 6 verbonden. Een tussen het scharnier 9 en het buisdeel 56 op de hefboom 59 aangrijpende trek veer 64, die aan zijn onderste uiteinde met de bijbehorende buis 15 van de achterpoten 2 is verbonden, houdt het grendelorgaan 60 in ingrijping met de vertanding 61. Door het in de stoelstand van het zit- en ligmeubel omhoog zwenken van de armleuning 10 om de scharnierverbinding met het rugleuningeinddeel 3 ver-zwenkt de hefboom 59 om het scharnier 9 en komt het grendelorgaan 60 buiten ingrijping met de vertanding 61, zodat het rugleuningeinddeel 3 om het scharnier 63 kan worden ver-zwenkt. Door het loslaten van de armleuning 10 wordt de hefboom 59 door de trekveer 64 terugverzwenkt, waardoor het grendelorgaan 60 weer in de vertanding 61 grijpt en het rugleuningeinddeel weer in achterwaartse richting ten opzichte van het scharnierelement 6 en derhalve ten opzichte van het middendeel 4 van het zit- en ligmeubel is vergrendeld.
Fig. 39 toont een alternatieve uitvoering voor de parallellogramgeleiding van de armleuning 10, waarbij de hefbomen 57 en 58 zijn weggelaten, en derhalve de armleuning 10 direct met de bijbehorende buis 21 van het rugleuningeinddeel 3 is verbonden. Het buisdeel 56 bestaat in deze uitvoering uit twee telescoperende buisgedeelten 56’ en 56", die in hun meest uitgetrokken stand met behulp van een bekende druk-knopvergrendeling 65 ten opzichte van elkaar vergrendelbaar zj_jn. De buisgedeelten 56' en 56" behoeven slechts ten opzichte van elkaar te worden ontgrendeld, wanneer het zit-en ligmeubel wordt samengeklapt ten behoeve waarvan het rugleuningeinddeel 3 geheel naar onderen moet worden omgeklapt naar een stand evenwijdig aan het middendeel 4. Daar vanaf de stand, waarin het rugleuningeinddeel 3 in het verlengde ligt van het middendeel 4 de armleuning 10 evenwijdig blijft aan het rugleuningeinddeel 3 wordt de parallellogram vierhoek tussen de armleuning 10, het rugleuningeinddeel 3, het buis- deel 56 en de hefboom 59 verstoord, zodat één van de zijden van het parallellogram in lengte veranderd moet worden, teneinde een verdere verdraaiing van het rugleuningeinddeel 3 mogelijk te maken. In de uitvoering volgens fig. 39 is dit bewerkstelligd door het telescoperende buisdeel 56.
In de uitvoering volgens fig. 38 wordt de aanpassing van de parallellogramgeleiding voor de armleuning 10 bereikt met behulp van de beide hefbomen 57 en 58, zoals wordt geïllustreerd door de fig. 40 en 41. In fig. 41 geeft het cirkelsegment X de draaiing van het scharnier 66 tussen het buisdeel 56 en de armleuning 10 om het onderste scharnierpunt van het buisdeel 56 weer, terwijl het cirkelsegment Y de draaiing van het scharnier 67 tussen de hefboom 58 en de bijbehorende buis 21 van het rugleuningeinddeel 3 om het scharnier 63 aangeeft. Bij verdraaiing van het rugleuningeinddeel 3 van een vertikale stand naar een horizontale stand blijft de verbindingslijn tussen de scharnieren 66 en 67 in fig. 41 horizontaal, zodat hun onderlinge afstand gelijk blijft. Doordat bij verdere verdraaiing van het rugleuningeinddeel 3 vanuit de horizontale stand in fig. 41 de armleuning 10 met dit rugleuningeinddeel 3 meeverdraaid om het scharnier 63 wordt de afstand tussen de scharnieren 66 en 67 kleiner, hetgeen in deze uitvoering wordt gecompenseerd doordat de hefboom 58 om het scharnier 67 omklapt, zodat het scharnier 68 tussen de hefboom 58 en de armleuning 10 in de stand volgens detail B vanaf het scharnier 66 gezien voorbij het scharnier 67 is gelegen. Door deze beweging verschuift de armleuning 10 als het ware langs het rugleuningeinddeel 3.
De fig. 42-45 tonen een verbindingsorgaan 69, dat kan dienen voor het vervangen van het rijgkoord 27 (fig. 21) voor het inspannen van de bekleding 12 in het bovenstel van het zit- en ligmeubel. Het verbindingsorgaan 69 dat is bedoeld voor het verbinden van één langszijde van de bekleding 12 met de bijbehorende langszijde van het bovenstel van het zit- en ligmeubel is uit één stuk gevormd. Door een in de techniek bekend discontinu proces kunnen een reeks van ver-bindingsorganen 69 in één geheel met elkaar worden gevormd, waarbij twee opeenvolgende verbindingsorganen 69 door een brugdeel 70 met elkaar zijn verbonden, dat na het vormen van de verbindingsorganen 69 wordt afgesneden, zodat een aantal losse verbindingsorganen 69 ontstaat. Elk verbindingsorgaan 69 bezit een zigzag-vorm, waarbij op elk hoekpunt tussen de zigzaggedeelten 71 een snaporgaan 72 is gevormd. Bij voorkeur zijn de zigzaggedeelten 71 van het verbindingsorgaan 69 elas-tich, terwijl de snaporganen 72 harder zijn. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het verbindingsorgaan 69 uit nylon te vormen, waarbij ter plaatse van de snaporganen 72 een extra hoeveelheid verharder wordt toegevoegd, waardoor de snaporganen 72 harder worden dan de overige gedeelten van het verbindingsorgaan 69.
De snaporganen 72 worden om en om in een oog 8 van de bekleding 12 respectievelijk in een opening 29 in een langszijde van het bovenstel gestoken. Deze openingen 29 kunnen in een aan een buis 21, 41 van het bovenstel gevormde flens zijn aangebracht (fig. 44), doch het is eveneens mogelijk dat de openingen 29 direct in een het bovenstel van het zit— en ligmeubel vormende buis 74 met aangepaste dwarsdoorsnede is gevormd (fig. 45). Het aanbrengen van het verbindingsorgaan 69 tussen de bekleding 12 en het bovenstel van het zit- en ligmeubel kan geheel automatisch plaatsvinden met behulp van een daarvoor ontworpen inrichting, waardoor een aanzienlijke tijdsbesparing wordt bereikt ten opzichte van het met de hand inrijgen van een rijgkoord 27 door de ogen 28 van de bekleding 12 en de openingen 29 in het bovenstel. In principe is het ook mogelijk één enkel verbindingsorgaan 69 voor de hele omtrek van de bekleding 12 toe te passen in het geval het niet nodig is de dwarszijden van de bekleding 12 los te kunnen nemen van het bovenstel van het zit- en ligmeubel. De toepassing van het verbindingsorgaan 69 is eveneens niet beperkt tot het hierin geopenbaarde zit- en ligmeubel, doch is ook toepasbaar op bekende zit- en ligmeubelen of veldbedden.
Het in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van het zit- en ligmeubel volgens de uitvinding is zodanig geconstrueerd, dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van gelijke buisdelen, zodat zo weinig mogelijk verschillende buizen voor het zit- en ligmeubel nodig zijn, hetgeen een eenvoudige produktie met zich meebrengt. Uiteraard zijn behalve metalen buizen met ronde dwarsdoorsnede ook buizen met andere dwarsdoorsnedevormen of andersoortige (kunststoffen) profieldelen voor het onder- en bovenstel toepasbaar. De meeste van de uitdrukkelijk genoemde of in de tekeningen weergegeven scharnieren bestaan uit eenvoudige klinknagels die goedkoop zijn en gemakkelijk zijn aan te brengen.
Volgens de uitvinding is een zit- en ligmeubel verschaft die vele gebruiksmogelijkheden bezit en in elke gebruikstoestand comfortabel en stabiel kan worden ingesteld, terwijl desondanks een eenvoudige constructie van het zit- en ligmeubel is gehandhaafd. Ook kan het zit- en ligmeubel tot een zeer klein volume worden samengeklapt, waardoor het zit-en ligmeubel zowel tijdens het opslaan voorafgaande aan de verkoop als tijdens het buiten gebruik zijn weinig plaatsruimte inneemt en gemakkelijk is te vervoeren. Doordat de constructie eenvoudig is gehouden en weinig extra buizen zijn toegepast in vergelijking met bekende zit- en ligmeubelen kan een laag gewicht worden gehandhaafd.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoe-ringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (26)

1. Samenklapbaar zit- en ligmeubel met een onderstel (1, 2) voor plaatsing op een ondergrond en een door het onderstel ondersteund bovenstel met langszijden die elk tenminste drie door scharnieren (6, 7) verbonden profieldelen (21, 21, 41) omvatten, die een rugleuningeinddeel (3), een middendeel (4) en een voeteneinddeel (5) vormen, waarvan de einddelen (3, 5) tijdens het gebruik in verschillende standen ten opzichte van het middendeel (4) vergrendelbaar zijn en buiten gebruik met het middendeel (4) samenklapbaar zijn, waarbij het meubel voorts is uitgevoerd met een buigzame bekleding (12) voor inspanning tussen de profieldelen van de langszijden van het bovenstel, met het kenmerk, dat de tegenover gelegen profieldelen (21, 21, 41) van de beide langszijden van het bovenstel onderling zijn verbonden door samenklapbare, in uitgezette stand door vergrendelmidde-len (19, 20, 25) vergrendelbare dwarsverbindingen (13, 14).
2. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 1, waarbij het onderstel (1, 2) is voorzien van met de profieldelen (21, 21, 41) van de langszijden van het bovenstel verbonden profieldelen (15), die paarsgewijs onderling zijn verbonden door één (13) van de samenklapbare dwarsverbindingen (13, 14).
3. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 2, waarbij de profieldelen (15) van het onderstel (1, 2) zijn verbonden met de bijbehorende profieldelen (41) van het middendeel (4) van het bovenstel.
4. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de dwarsverbinding (13) tussen de profieldelen (15) van het onderstel een aantal scharnierbaar met elkaar verbonden profielelementen (16-18) omvat, die vanuit de samengeklapte toestand voorbij een dode stand tot een door een aanslag (20) bepaalde vergrendelde eindstand beweegbaar zijn.
5. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 4, waarbij de profielelementen (16-18) van elke dwarsverbinding (13) van het onderstel (1, 2) zodanig scharend ten opzichte van elkaar scharnieren, dat in de uitgeklapte toestand hiervan de profielelementen (16-18) in het dwarsmidden van het onderstel (1, 2) aanzienlijk lager verlopen dan buiten het dwarsmidden.
6. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 4 of 5, waarbij een aantal profielelementen (16, 17) van elke dwarsverbinding (13) uit dubbele platte profielstukken bestaan, terwijl hiermede kruisende profielelementen (18) uit een enkelvoudig plat profielstuk bestaat, dat tussen de beide profielstukken van het gekruiste profielelement (16, 17) doorloopt.
7. Zit- en ligmeubel volgens een der conclusies 1-6, waarbij de dwarsverbindingen (14) tussen de profieldelen (21) van de langszijden van de beide einddelen (3, 5) van het bovenstel bestaan uit twee in de uitgeklapte toestand van het zit- en ligmeubel de dwarszijden van het bovenstel vormende scharnierbare profieldelen (22).
8. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 7, waarbij de profieldelen (22) van de dwarsverbinding (14) onderling zijn verbonden door een kort scharnierbaar tussenstuk (24).
9. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 7 of'8, waarbij de vergrendelmiddelen van de dwarsverbinding (14) bestaan uit een over de profieldelen (22) verschuifbare schuifmof (25), die in de uitgeklapte toestand van de dwarsverbinding (14) over de beide profieldelen (22) schuifbaar is en deze met elkaar in lijn houdt.
10. Zit- en ligmeubel volgens één der conclusies 7-9, waarbij de bekleding (12) hiervan in de uitgeklapte toestand aan zijn dwarszijde met de profieldelen (22) van de dwarsverbinding (14) is verbonden en ten behoeve van het samenklappen van het zit- en ligmeubel daarvan kan worden losgemaakt.
11. Zit- en ligmeubel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoek van het middendeel (4) ten opzichte van de horizontaal door verstelling van het onderstel (1, 2) instelbaar is.
12. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 11, waarbij nabij de overgang tussen het middendeel (4) en de einddelen (3, 5) verzwenkbare voor- respectievelijk achterpoten (1, 2) zijn aangebracht, die als onderstel fungeren en waarbij de voor- en/of achterpoten zijn uitgevoerd met vergrendelmiddelen (33, 37, 45) voor het in verschillende zwenkstanden vergrendelen van de voor- en/of achterpoten (1, 2) van het onderstel.
13. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 12, waarbij de achterpoten (1) verstelbaar zijn tussen een hoogste stand en een laagste stand, terwijl de vergrendelmiddelen zijn voorzien van een door een hendel (39) om een scharnierpen (38) scharnierbare grendelnok (37), waartegen de bijbehorende achterpoten in hun hoogste stand steunen, of zijn voorzien van een scharnierbaar met het bovenste uiteinde van de achterpoten (2) verbonden pal (33), die in de hoogste stand van de achterpoten in een opening (34) in het middendeel (4) vergrendelbaar is.
14. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 12, waarbij de voorpoten verstelbaar zijn tussen een hoogste stand en een laagste stand, terwijl de vergrendelmiddelen zijn voorzien van een langs het bovenstel tussen twee standen verschuifbare grendelschuif (43), waartegen de bijbehorende voorpoten in hun hoogste en laagste stand steunen.
15. Zit- en ligmeubel volgens één der voorgaande conclusies, dat voorts is uitgevoerd met armleuningen (10).
16. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 15, waarbij de armleuningen (10) door een parallellogramgeleiding met het middendeel (4) en het als rugleuning fungerende einddeel (3) van het bovenstel zijn verbonden.
17. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 16, waarbij het als rugleuning fungerende einddeel (3) van het bovenstel voor het samenklappen van het meubel onder het middendeel (4) vouwbaar is, terwijl de armleuningen (10) in de omlaag gevouwen standen van het als rugleuning fungerende einddeel (3) althans ongeveer evenwijdig hieraan blijven, waartoe de lengte van een van de zijden van de parallellogramgeleiding verstelbaar is.
18. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 17, waarbij elke parallellogramgeleiding een tussen de betreffende armleuning (10) en het middendeel (4) scharnierend aangebrachte, evenwijdig aan het als rugleuning fungerende einddeel (3) verlopend buisdeel (56) omvat, dat ten behoeve van de lengte-verstelling uit twee telescoperende in de gebruiksstand van het meubel ten opzichte van elkaar vergrendelbare buisgedeel-ten (56', 56") bestaat.
19. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 17, waarbij één van de zijden van elke parallellogramgeleiding voor de armleuningen (10) bestaat uit twee scharnierbare hefbomen (57, 58), die het bovenste uiteinde van een de armleuning (10) ondersteunend buisdeel (56) verbinden met het als rugleuning fungerende einddeel (3) van het bovenstel en in de stoelstand van het zit- en ligmeubel één geheel met de armleuning (10) vormen, doch bij het samenklappen van het als rugleuning fungerende einddeel (3) en het middendeel (4) ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de armleuning (10) kunnen scharnieren.
20. Zit- en ligmeubel volgens één der conclusies 15-19, waarbij vergrendelmiddelen (60, 61) tussen het als rugleuning fungerende einddeel (3) en het middendeel (4) van het bovenstel voor het in verschillende standen vergrendelen van de rugleuning door de armleuningen (10) bedienbaar zijn.
21. Zit- en ligmeubel bij voorkeur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bekleding (12) tenminste met de de langszijden van het bovenstel vormende profieldelen (21, 41, 74) zijn verbonden door over de lengte van de bekleding (12) verdeeld aangrijpende verbindingsmiddelen, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen aan elke langszijde van de bekleding zijn voorzien van een uit één stuk gevormd langgerekt zigzag-vormig verlopend verbindings-orgaan (69), dat op elke hoek van de zigzag-vorm is uitgevoerd met een bevestigingsorgaan (72) voor de afwisselende bevestiging aan de bekleding (21) en de profieldelen (21, 41, 74).
22. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 21, waarbij de bevestigingsorganen (72) bestaan uit snaporganen, die in, in een randdeel van de bekleding (12) respectievelijk in de profieldelen (21, 41) aangebrachte openingen (28, 29) zijn gesnapt.
23. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 22, waarbij de openingen (29) direct in de buisvormig uitgevoerde profieldelen (74) zijn aangebracht.
24. Zit- en ligmeubel volgens conclusie 22, waarbij de profieldelen (21, 41) bestaan uit buizen, waaraan flenzen zijn gevormd, waarin de openingen (29) voor de snaporganen (72) zijn aangebracht.
25. Verbindingsmiddelen voor de verbinding tussen de bekleding (12) en de langszijden van het bovenstel van een zit- en ligmeubel volgens één der conclusies 21-24.
26. Werkwijze voor het aanbrengen van een bekleding (12) in een bovenstel (3, 4, 5) van een zit- en ligmeubel met uit profieldelen (21, 41) opgebouwde langszijden, waarbij de bekleding (12) en de langszijden van het bovenstel in een voorafbepaalde stand ten opzichte van elkaar worden vastgehouden en een zigzagvormig langgerekt verbindingsorgaan (69) afwisselend aan de langszijde van de bekleding (12) en aan de, de langszijde van het bovenste! vormende profieldelen (21, 41) wordt bevestigd.
NL8900512A 1989-03-02 1989-03-02 Samenklapbaar zit- en ligmeubel. NL8900512A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900512A NL8900512A (nl) 1989-03-02 1989-03-02 Samenklapbaar zit- en ligmeubel.
NL8903030A NL191529C (nl) 1989-03-02 1989-12-08 Inklapbaar zit- en ligmeubel.
CA 2030801 CA2030801A1 (en) 1989-03-02 1990-02-23 Collapsible chaise longue
PCT/NL1990/000019 WO1990009749A1 (en) 1989-03-02 1990-02-23 Collapsible chaise longue
AU51663/90A AU5166390A (en) 1989-03-02 1990-02-23 Collapsible chaise longue

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900512A NL8900512A (nl) 1989-03-02 1989-03-02 Samenklapbaar zit- en ligmeubel.
NL8900512 1989-03-02
NL8903030A NL191529C (nl) 1989-03-02 1989-12-08 Inklapbaar zit- en ligmeubel.
NL8903030 1989-12-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900512A true NL8900512A (nl) 1990-10-01

Family

ID=26646498

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900512A NL8900512A (nl) 1989-03-02 1989-03-02 Samenklapbaar zit- en ligmeubel.
NL8903030A NL191529C (nl) 1989-03-02 1989-12-08 Inklapbaar zit- en ligmeubel.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8903030A NL191529C (nl) 1989-03-02 1989-12-08 Inklapbaar zit- en ligmeubel.

Country Status (4)

Country Link
AU (1) AU5166390A (nl)
CA (1) CA2030801A1 (nl)
NL (2) NL8900512A (nl)
WO (1) WO1990009749A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5947553A (en) * 1997-11-18 1999-09-07 Shin Yen Enterprise Co., Ltd. Folding chair
EP1243204A1 (en) * 2001-03-21 2002-09-25 Baschild S.r.l. Sun-bed
GB0329395D0 (en) * 2003-12-19 2004-01-21 Jrc Products Ltd Improvements in and relating to folding seats
US8449026B1 (en) * 2010-05-07 2013-05-28 Gilbert Michael Gutierrez Convertible seating assembly
CN208318773U (zh) * 2018-03-09 2019-01-04 浙江泰普森创意设计有限公司 一种折叠椅及折叠椅架
US20220022654A1 (en) * 2018-12-04 2022-01-27 Mark Andrew Fraser A collapsible chair
CN210471557U (zh) 2018-12-11 2020-05-08 浙江泰普森实业集团有限公司 一种折叠椅

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1387154A (en) * 1917-11-14 1921-08-09 Arthur O Hubbard Cot-bed
US3709454A (en) * 1970-10-29 1973-01-09 Strolee Of California Brace assembly
US4773708A (en) * 1987-03-16 1988-09-27 Greg Nastu Folding chaise lounge

Also Published As

Publication number Publication date
NL8903030A (nl) 1990-10-01
CA2030801A1 (en) 1990-09-03
AU5166390A (en) 1990-09-26
NL191529C (nl) 1995-09-04
WO1990009749A1 (en) 1990-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6264271B1 (en) Adjustably reclinable folding chair
US7207622B2 (en) Reversible lounge chair
US8864222B2 (en) Unifoldable reclining chair
US7416248B2 (en) Adjustable configuration seating
US7063380B1 (en) Collapsible easy chair
US20090072592A1 (en) Recliner with locking mechanism
US11109682B2 (en) Folding chair, folding recliner and folding chair frame thereof
US20120286544A1 (en) Collapsible Lounge Chair with Backpack Straps
US20190150624A1 (en) Articulated back sofa bed
US10881211B1 (en) Collapsible chair
NL9101352A (nl) Tot ligmeubel uitklapbaar zitmeubel.
US5327591A (en) Three frame convertible futon sofa bed
US6676206B2 (en) Rocking, reclining, folding chair
US3432203A (en) Bed-sofa
NL8900512A (nl) Samenklapbaar zit- en ligmeubel.
US5257424A (en) Foldable bed
US20070236057A1 (en) Handle supported and height adjustable lounge chair
US5110180A (en) Convertible chair-bed for indoor and outdoor use
US5094509A (en) Deck chair to transform into a sun bed
KR20210050341A (ko) 등받이 각도 조절기능을 갖는 접이식 릴렉스 체어
US1386612A (en) Folding bed and/or chair
EP0252905A1 (en) Mechanism for a sofa sleeper
GB2044086A (en) Improvements in or relating to seating arrangements
AU2021203740B2 (en) A collapsible chair
AU2021103158B4 (en) A collapsible chair

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed