NL8802310A - Amusementsinrichting. - Google Patents

Description

Korte Aanduiding: Amusementsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een amusementsinrichting voorzien van een bouwwerk,waarin een of meer personenvoertuigen Langs een om een denkbeeldige as gekromde baan kunnen worden verplaatst.

Dergelijke amusementsinrichtingen zijn algemeen bekend,en de enige sensatie bij deze bekende inrichtingen is gelegen in het feit,dat de de personen bevattende voertuigen met een gevoelsmatig hoge snelheid worden gevoerd langs een baan,die op een aantal punten verrassend van richting verandert.

Met de uitvinding wordt beoogd een amusementsinrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij met behulp van eenvoudige middelen een extra dimensie aan de beoogde sensatie kan worden toegevoegd.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt,doordat,langs de denkbeeldige as gemeten,op afstand van de gekromde baan een gekromd projectiescherm is opgesteld,zodanig,dat het krommingsmiddelpunt van dit scherm aan dezelfde zijde van het scherm is gelegen als de gekromde baan, terwijl een installatie is aangebracht met behulp waarvan vanaf de gekromde baan zichtbare bewegende beelden op het scherm kunnen worden opgewekt.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan men, door het projecteren van de juiste beelden op het scherm,voor de passagiers de indruk wekken,dat de passagiers bijvoorbeeld bewegen in een mysterieuze en/of angstaanjagende omgeving.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht op een amusementsinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.1,gezien volgens de pijl II in f i g -1.

Fig. 3 toont schematisch een dwarsdoorsnede over in de figuren 1 en 2 weergegeven amusementsinrichting.

Fig. 4 toont schematisch een bovenaanzicht op delen van de amusementsinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een opengewerkt aanzicht op de amusementsinrichting volgens de uitvinding,

Fig. 6 toont op grotere schaal een deel van de in fig.5 weergegeven amusementsinrichting.

Fig. 7 toont een uit een aantal voertuigen opgebouwde trein bestemd voor gebruik in de amusementsinrichting volgens de uitvinding.

De amusementsinrichting volgens de uitvinding omvat een gebouw 1 voorzien van bij voorkeur ondoorzichtige buitenwanden 2 en een ondoorzichtig dak 3 .

In het inwendige van het gebouw is een zich tussen het grondoppervlak en het dak uitstrekkende ondoorzichtige tussenwand 4 opgesteld, zodat de inwendige ruimte in het gebouw is onderverdeeld in een centrale ruimte 5 en een deze centrale ruimte omgevende en van de centrale ruimte 5 door de wand 4 gescheiden ruimte 6.

Verder omvat de amusementsinrichting een eindloze spoorbaan,welke een eerste op enige afstand boven het grondniveau gelegen baangedeelte 7 omvat aan weerszijden waarvan perrons 8 zijn gelegen,die vanaf de buitenzijde van het gebouw 1 toegankelijk zijn voor het publiek via trappen 9.

Het horizontale gedeelte 7 van de spoorbaan sluit via'een aansluitdeel 10 aan op een in de omsloten ruimte 5 gelegen spoorbaangedeelte 11, dat zich spiraalvormig (windingen 11'- 11 Ivj om een denkbeeldig,door de hartlijn 12 van het gebouw 1 gevormde as uitstrekt.

Het van het aansluitdeel 10 afgekeerde uiteinde van het spiraalvormige spoorbaangedeelte 11 sluit aan op een spirlaavormig spoorbaangedeelte 12, dat zich in de vorm van enige windingen 12' - 12'" uitstrekt in de ruimte 6 tussen de tussenwand 4 en de buitenwand 2 van het gebouw.

Het spiraalvormige gedeelte 12 sluit dan weer via een aansluitdeel 13 aan op het spoorbaangedeelte 7. Over deze eindloze spoorbaan kunnen voertuigen,bij voorkeur een aantal met elkaar gekoppelde voertuigen 14 zoals afgebeeld in fig.7 worden rondgereden zoals aangeduid met behulp van de pijlen A. Daarbij kan de aandrijving van een dergelijk voertuig voorzien zijn van op zich bekende aandrijfmiddelen,

Zoals schematisch in figuur 4 is weergegeven zijn in de wanden 4 en 6 openingen 15 aangebracht waardoorheen de voertuigen onbelemmerd in en uit de ruimtes 5 en 6 kunnen rijden.

Zoals verder in de figuren is aangegeven zijn zowel nabij de bovenzijde van de ruimte 5 als nabij de onderzijde van de ruimte 5 projectieschermen 16 resp. 17 opgesteld,zodanig,dat het spiraalvormige baange-deelte 11 tussen deze projectieschermen is gelegen. Daarbij is het krom-temiddelpunt van ieder projectiescherm aan dezelfde zijde van dit projectiescherm gelegen als het spiraalvormige baangedeelte 11.

In het hart van het projectiescherm 16 is een niet nader weergegeven kleine opening aangebracht zodanig dat met behulp van schematisch aangeduide projectiemiddelen 18 een film kan worden geprojecteerd op het projectiescherm 17. Op soortgelijke wijze is in het hart van het scherm 17 een niet nader weergegeven kleine opening aangebracht via welke met behulp van schematisch aangeduidë projectiemiddelen 19 een film kan worden geprojecteerd op het scherm 16.

Bij toepassing van deze constructie kan men ,terwijl de voertuigen met de passagiers over de spiraalvormige baan rijden beelden op een of beiden schermen projecteren om voor de passagiers de indruk te wekken, dat zij zich in een bepaalde mysterieuzeen/of angstaanjagende omgeving bevinden.

Uiteraard kan men hierbij alte mogelijke situaties scheppen. Men kan bijvoorbeeld de indruk wekken,dat stenen vanaf het bovenste scherm naar beneden worden gegooid,waarbij deze stenen op het onderste scherm terecht komen,zodat de passagiers de indruk zullen hebben ,dat zij zich in een stenen regen bevinden. Ook andere situaties kan men bijvoorbeeld voorstellen zoals het zich bevinden in het gebied waar een natuurramp plaatsvindt of dergelijke.

Deze effecten kan men versterken door via op geschikte plaatsen aangebrachte geluidsinstallatie bijbehorende geluiden op te wekken.

Ook is het denkbaar om de sensatie te versterken door het verhogen of verlagen van de temperatuur en/of het veroorzaken van Luchtstromingen in de ruimte 5.

Door het op geeigende plaatsen opstellen van geschikte projectieschermen in de doorgang 6 kunnen ook hier sensationele effecten worden bewerkstelligd. Men kan bijvoorbeeld op een scherm een de passagiers tegemoetkomende trein projecteren ,zodat men de indruk zal hebben,dat een botsing onvermijdelijk is-,totdat op het laatste moment het de passagiers bevattende voertuig voor het scherm wegdraait.In de ruimte 6 kunnen verschillende schermen worden opgehangen/waarop men verschillende sensatie wekkende beelden kan projecteren. Na eerst door de ruimte 5 te zijn gereden en vervolgens door de ruimte 6 zal men uiteindelijk weer op het spoor 7 terugkomen waar de voertuigen tot stilstand worden gebracht voor en in-en uitladen van de passagiers.

Een verhoging van de beoogde effecten kan nog worden bereikt door de tussenwand 4 geheel of gedeeltelijk uit spiegelend materiaal te vervaardigen.

Uiteraard is het ook mogelijke de voertuigen in de richting tegengesteld aan pijl A te laten rijden dus eerst in de ruimte 6 langs de spiraalvormige baan omhoog waarop vervolgens in de ruimte 5 een afdaling plaatsvindt langs de spiraalvormige baan.

Claims (8)

1. Amusementsinrichting voorzien van een bouwwerk,waarin een of meer personenvoertuigen Langs een om een denkbeeldige as gekromde baan kunnen worden verplaatst,met het kenmerk,dat langs de as gemeten,op afstand van de gekromde baan een gekromd projectiescherm is opgesteld,zodanig,dat het krommingsmiddelpunt van dit scherm aan dezelfde zijde van het scherm is gelegen als de gekromde baan,terwijl een installatie is aangebracht met behulp waarvan vanaf de gekromde baan zichtbare bewegende beelden op het scherm kunnen worden opgewekt.

2. Amusementsinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de gekromde baan is opgesteld tussen een tweetal projectieschermen.

3. Amusementsinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de gekromde baan is opgesteld in een ruimte,die rondom is omgeven door een tweede ruimte,waarin een op de gekromde baan aangesloten verdere gekromde baan is opgesteld alsmede een of meer projectieschermen en pro-jectiemiddelen met behulp waarvan op de desbetreffende schermen beelden kunnen worden opgewekt.

4. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor'het opwekken van geluiden.

5. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van middelen voor het beïnvloeden van de temperatuur in het inwendige van de inrichting.

6. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor het opwekken van een luchtstroming in het inwendige van de inrichting.

7. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de gekromde baan in meerdere boven elkaar gelegen windingen verloopt.

8. Amusementsinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat tenminste een deel van de gekromde baan verloopt in een ruimte welke wordt begrensd door een althans gedeeltelijk uit spiegelend materiaal vervaardigde wand.