NL8801848A - Werkwijze en inrichting voor het bereiden van melk met een voorafbepaald vetgehalte. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het bereiden van melk met een voorafbepaald vetgehalte.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van melk en room met een vooraf bepaald vetgehalte, waarbij rauwe melk door een centrifuge wordt gescheiden in een vetrijke fractie (room) en een vetarme fractie (tapte melk), waarbij het vetgehalte in de vetrijke fractie wordt bepaald en het vetgehalte in de vetarme fractie op een verwaarloosbaar laag niveau wordt gehouden, de volumestroom van de vetarmefractie wordt bepaald en vervolgens een bepaald deel van de vetrijke fractie wordt toegevoegd aan de vetarme fractie voor het verkrijgen van melk met het gewenste vetgehalte (gestandaardiseerde melk) en het resterende gedeelte van de vetrijke fractie (room) wordt afgevoerd via een regelklep.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Nederlandse octrooi 180715. Bij deze bekende werkwijze wordt het vetgehalte van zowel de vetrijke fractie als de vetarme fractie op een gewenste waarde gehouden door middel van gescheiden regelcircuits die door de dichtheid, respectievelijk door de druk geregelde kleppen bevatten en wordt het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie geregeld met behulp van de regelklep voor het afvoeren van het resterende gedeelte van de vetrijke fractie, welke regelklep wordt gestuurd aan de hand van de waarden van de volumestroom van de vetarme fractie en van de volumestroom van het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie. Deze bekende werkwijze heeft het nadeel dat het verstellen van de regelklep drukvariaties in de leiding-secties van de vetrijke fractie met zich meebrengt. Deze drukvariatis kunnen het werkgebied en de instelling van de centrifuge beïnvloeden. Bij verandering van de druk moet de centrifuge zodoende een nieuw werkpunt vinden, hetgeen enige tijd vergt, zodat het regelproces dientengevolge traag is.

Daarnaast is het regelgebied beperkt, omdat teneinde een deel van de vetrijke fractie bij de vetarme fractie te kunnen voegen, een bepaald drukverschil aanwezig dient te zijn tussen de vetrijke en de vetarme fractie. Bij de bekende werkwijze is dit drukverschil mede afhankelijk van de stand van de regelklep, en is het gevaar aanwezig dat de druk in de vetrijke fractie te laag wordt om een voldoende hoeveelheid van de vetrijke fractie bij de vetarme fractie te kunnen voegen.

De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen voor het bereiden van melk en room met een voorafbepaald vetgehalte, waarbij een snellere regeling mogelijk is dan bij de bekende werkwijze.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie wordt geregeld door middel van een regelklep, die in combinatie met de regelklep voor de afvoer van het resterende gedeelte van de vetrijke fractie wordt gestuurd aan de hand van de volumestroom van de vetarme fractie, van de volumestroom van het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie en aan de hand van de dichtheidsme-ting van de vetrijke fractie en wel zodanig dat de dichtheid van de vetrijke fractie en dus het vetgehalte op een ingestelde waarde wordt gehandhaafd.

Met behulp van deze twee regelkleppen kan zodoende de verhouding tussen de hoeveelheid aan de vetarme fractie toe te voegen room en de hoeveelheid af te voeren room worden ingesteld zonder dat de druk in de vetrijke fractie hierdoor wordt beïnvloed. De druk in de vetrijke fractie wordt door de beide kleppen geregeld aan de hand van de dichtheidsmeting, die weer een maat aangeeft van het vetgehalte. Doordat de druk in de vetrijke fractie zodoende constant wordt gehouden, blijft de centrifuge in hetzelfde werkpunt.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de volumestroom van de vetrijke fractie gemeten en worden de regelkleppen mede aan de hand van deze gemeten waarde gestuurd. Een verandering van de volumestroom van de vetrijke fractie gaat namelijk gepaard met een verandering van het vetgehalte van deze fractie. Daar de dichtheidsmeter met enige tijdsvertraging reageert op een verandering van het vetgehalte, wordt deze verandering reeds geanticipeerd door de waargenomen verandering van de volumestroom. Hierdoor kan de stand van de regelkleppen sneller worden aangepast aan de veranderende situatie.

Indien de gestandaardiseerde melk naar een homogenisator wordt geleid is het volgens de uitvinding voordelig dat de rauwe melk naar de centrifuge wordt geleid via een regelklep, die zodanig wordt gestuurd dat de druk in de vetarme fractie constant blijft. Bij het gebruik van een homogenisator is het een vereiste dat de volumestroom naar de homogenisator ) constant is. Met behulp van deze regelbare klep wordt de druk in de vetarme fractie zodoende gestabiliseerd.

De uitvinding is tevens belichaamd in een inrichting voor het toepassen van de werkwijze, omvattende een centrifuge met een aanvoerleiding voor de rauwe melk en een afvoerleiding voor de vetrijke fractie en een afvoerleiding voor de vetarme fractie, een verbindingsleiding die de afvoerleiding voor de vetrijke fractie verbindt met de afvoerleiding voor de vetarme fractie, een dichtheidsmeter in de leiding voor de vetrijke fractie in het gebied tussen de centrifuge en de verbindingsleiding en een in de stromingsrichting voorbij de aansluiting van de verbindings-leiding aangebrachte regelklep in de afvoerleiding voor de vetrijke fractie, een volumestroommeter in de verbin-dingsleiding alsmede een volumestroommeter in de afvoerleiding voor de vetarme fractie in het gebied tussen de centrifuge en de aansluiting van de verbindingsleiding, welke inrichting zich onderscheidt doordat de verbindingsleiding is voorzien van een regelklep, die gezamenlijk met de regelklep in de afvoerleiding van de vetrijke fractie is aangesloten op een regelorgaan, dat de beide regelkleppen stuurt aan de hand van de gemeten waarde van de beide volurnestroommeters en van de dichtheidsmeter in de leiding voor de vetrijke fractie, zodanig dat de dichtheid en dus het vetgehalte in de vetrijke fractie constant blijft.

In een bij voorkeur uitgevoerde uitvoeringsvorm van de uitvinding is in de afvoerleiding voor de vetrijke fractie een volumestroommeter aangebracht, die een signaal afgeeft aan het regelorgaan.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die in een enkele fig. een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft.

In de fig. is met het verwijzingscijfer 1 een centrifuge aangegeven waarop een toevoerleiding 2 voor rauwe melk en een afvoerleiding 3 voor de vetrijke fractie (room) en een afvoerleiding 4 voor de vetarme fractie is aangesloten. De afvoerleidingen 3 en 4 staan met elkaar in verbinding door middel van een verbindingsleiding 5, die elk van de afvoer-l leidingen 3 en 4 verdeelt in twee secties respectievelijk 3,3' en 4,4'.

In de afvoerleiding 3 is tussen de centrifuge 1 en de aansluiting van de verbindingsleiding 5 een volumestroommeter 6 en een dichtheidsmeter 7 opgenomen, terwijl na de verbindingsleiding 5 een regelklep 8 is aangebracht.

In de afvoerleiding 4 voor de vetarme fractie is tussen de centrifuge en de aansluiting van de verbindingsleiding een druk geregelde klep 9 voor het instellen van het werkpunt van de centrifuge en een volumestroommeter 10 aangebracht.

Tenslotte is in de verbindingsleiding 5 een volumestroommeter 11 en een regelklep 12 opgenomen.

De inrichting is voorzien van een regelorgaan 13 dat de beide regelkleppen 8 en 12 stuurt aan de hand van meetwaarden die afkomstig zijn van de volumestroommeter 10 en 11 en van de dichtheidsmeter 7. De beide regelkleppen hebben zodoende een dubbele werking. Enerzijds wordt hiermee geregeld hoeveel room er via de verbindingsleiding 5 naar de vetarme fractie wordt gevoerd en anderzijds houden deze beide regelkleppen het vetgehalte in de room constant aan de hand van de dichtheidsmeter 7.

Een wijziging van het vetgehalte in de vetrijke fractie zal meestal tot uiting komen door een wijziging van de volumestroom van de vetrijke fractie. Een dergelijke wijziging zal door de dichtheidsmeter 7 met enige tijdsvertraging worden waargenomen. Teneinde het regelorgaan 13 sneller op een dergelijke wijziging te kunnen laten reageren is de volumestroommeter 6 aangebracht die een signaal afgeeft aan het regelorgaan zodat bij wijziging van bet vetgehalte het regel-orgaan sneller hierop kan reageren.

Het zal duidelijk zijn dat de volumestroommeters 6 en 10 en 11 ook op andere manier in de leidingen opgnomen kunnen worden en wel zodanig dat de volumestroom in elk van de leidingen respectievelijk leidingsecties is af te leiden of te berekenen.

Indien de gestandaardiseerde melk alvorens te worden afgevoerd naar een in de leidingsectie 4' opgenomen homogeni-sator 14 wordt gevoerd, is het noodzakelijk de volumestroom in de leidingsectie 4' constant te houden. Hiertoe is in de op de centrifuge aangesloten aanvoerleiding van rauwe melk een regelklep 15 aangebracht die wordt gestuurd aan de hand van een in de leiding 4 aangebrachte drukopnemer 16 teneinde de druk in deze leiding op een constante waarde te houden.

Met behulp van de hierboven beschreven inrichting is het dus mogelijk zowel room als gestandaardiseerde melk te bereiden met vooraf bepaalde vetpercentages. Daar de regeling zodanig is uitgevoerd, dat de werking van de centrifuge hierdoor niet wordt beïnvloed, is een zeer snelle regeling mogelijk, waarbij een voldoende hoog drukverschil tussen de vetrijke fractie en de vetarme fractie wordt onderhouden opdat verzekerd is dat steeds een voldoende benodigde hoeveelheid room via de leiding 5 aan de vetarme fractie kan worden toegevoegd zodat de inrichting een breed regelgebied heeft.

Claims (6)

1. Werkwijze voor het bereiden van melk en room met een voorafbepaald vetgehalte, waarbij rauwe melk door een centrifuge wordt gescheiden in een vetrijke fractie (room) en een vetarme fractie (tapte melk) waarbij het vetgehalte in de vetrijke fractie wordt bepaald en het vetgehalte in de vetarme fractie op een verwaarloosbaar laag niveau wordt gehouden, de volumestroom van de vetarme fractie wordt bepaald en vervolgens een bepaald deel van de vetrijke fractie wordt toegevoegd aan de vetarme fractie voor het verkrijgen van melk ) met het gewenste vetgehalte (gestandaardiseerde melk) en het resterende gedeelte van de vetrijke fractie (room) wordt afgevoerd via een regelklep, met het kenmerk, dat het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie wordt geregeld door middel van een regelklep, die in combinatie met > de regelklep voor de afvoer van het resterende gedeelte van de vetrijke fractie wordt gestuurd aan de hand van de volumestroom van de vetarme fractie, van de volumestroom van het aan de vetarme fractie toegevoegde deel van de vetrijke fractie en aan de hand van de dichtheidsmeting van de vetrijke ) fractie en wel zodanig dat de dichtheid van de vetrijke fractie en dus het vetgehalte op een ingestelde waarde wordt gehandhaafd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de volumestroom van de vetrijke fractie wordt gemeten en de i regelkleppen mede worden gestuurd aan de hand van deze gemeten waarde.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de gestandaardiseerde melk naar een homogenisator wordt geleid, met het kenmerk, dat de rauwe melk naar de centrifuge wordt gevoerd via een regelklep die zodanig wordt gestuurd dat de druk in de vetarme fractie constant blijft.

4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, omvattende een centrifuge met een aanvoerleiding voor de rauwe melk een afvoerleiding voor de vetrijke fractie en een afvoerleiding voor de vetarme fractie, een verbindingsleiding die de afvoerleiding voor de vetrijke fractie verbindt met de afvoerleiding voor de vetarme fractie, een dichtheidsmeter in de leiding voor de vetrijke fractie in het gebied tussen de centrifuge en de verbindingsleiding en een in de stromingsrichting voorbij de aansluiting van de verbindingsleiding aangebrachte regelklep in de afvoerleiding voor de vetrijke fractie, een volumestroommeter in de verbindingsleiding alsmede een volumestroommeter in de afvoerleiding voor de vetarme fractie in het gebied tussen de centrifuge en de aansluiting van de verbindingsleiding, met het kenmerk, dat de verbindingsleiding is voorzien van een regelklep die gezamenlijk met de regelklep in de afvoerleiding van de vetrijke fractie is aangesloten op een regelorgaan, dat de beide regelkleppen stuurt aan de hand van de gemeten waarde van de beide volumestroorometers en van de dichtheidsmeter in de leiding voor de vetrijke fractie, zodanig dat de dichtheid en dus het vetgehalte in de vetrijke fractie constant blijft.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de afvoerleiding voor de vetrijke fractie een volumestroommeter aangebracht is, die een signaal afgeeft aan het regelorgaan,

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij de gestandaardiseerde melk wordt toegevoerd aan een homogenisator, met het kenmerk, dat een regelklep is opgenomen in de toevoer leiding van rauwe melk naar de centrifuge, welke' regelklep wordt gestuurd aan de hand van de druk in de afvoerleiding voor de vetarme fractie teneinde deze druk constant te houden.