NL8801496A - Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit. - Google Patents

Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit. Download PDF

Info

Publication number
NL8801496A
NL8801496A NL8801496A NL8801496A NL8801496A NL 8801496 A NL8801496 A NL 8801496A NL 8801496 A NL8801496 A NL 8801496A NL 8801496 A NL8801496 A NL 8801496A NL 8801496 A NL8801496 A NL 8801496A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
syringe
connector
inlet
outlet
connecting member
Prior art date
Application number
NL8801496A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cordis Europ
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cordis Europ filed Critical Cordis Europ
Priority to NL8801496A priority Critical patent/NL8801496A/nl
Publication of NL8801496A publication Critical patent/NL8801496A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/22Valves or arrangement of valves
    • A61M39/24Check- or non-return valves
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/22Valves or arrangement of valves
    • A61M39/24Check- or non-return valves
    • A61M2039/242Check- or non-return valves designed to open when a predetermined pressure or flow rate has been reached, e.g. check valve actuated by fluid
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/22Valves or arrangement of valves
    • A61M39/24Check- or non-return valves
    • A61M2039/2473Valve comprising a non-deformable, movable element, e.g. ball-valve, valve with movable stopper or reciprocating element
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/22Valves or arrangement of valves
    • A61M39/24Check- or non-return valves
    • A61M2039/2473Valve comprising a non-deformable, movable element, e.g. ball-valve, valve with movable stopper or reciprocating element
    • A61M2039/248Ball-valve
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/22Valves or arrangement of valves
    • A61M39/24Check- or non-return valves
    • A61M2039/2493Check valve with complex design, e.g. several inlets and outlets and several check valves in one body

Description

SPRUITSTUK VOOR HET MET EEN AANTAL LEIDINGELEMENTEN VERBINDEN VAN EEN INJECTIESPUIT
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op hulpmiddelen voor het gebruiken van een injectiespuit en in het bijzonder voor het in een leiding toevoeren van een grotere hoeveelheid vloeistof dan de nominale inhoud van de injectiespuit.
Gewoonlijk wordt in een dergelijk geval de injectiespuit met de vloeistof volgezogen/ vervolgens met de leiding gekoppeld en in de leiding leeggedrukt. Daarna wordt de injectiespuit losgenomen en kan de cyclus worden herhaald.
Bij het losnemen en het opnieuw met de leiding verbinden van de injectiespuit/ kan in de leiding lucht terecht komen. In bepaalde toepassingsgevallen is dit ontoelaatbaar. Bijvoorbeeld in het geval dat met de injectiespuit contrastvloeistof in de bloedbaan van een patiënt moet worden gebracht/ zou op deze wijze lucht mee worden ingebracht.
Om deze problemen te vermijden is het bekend een spruitstuk te gebruiken voor het met een aantal leidingele-menten verbinden van een injectiespuit/ omvattende een van aansluitorganen voor de injectiespuit en het aantal leiding-elementen voorzien huis/ in het huis gevormde/ de aansluitorganen verbindende kanaaldelen en verbindingsmiddelen voor het selectief via respectieve kanaaldelen met het aansluitorgaan voor de injectiespuit verbinden van één of meer van de andere aansluitorganen. Een dergelijk bekend/ voor angio-grafie bestemd/ spruitstuk omvat naast het injectiespuit-aan-sluitorgaan een aansluitorgaan voor een hartcatheter en een aansluitorgaan voor een met een houder contrastvloeistof verbonden slang. De verbindingsmiddelen worden gevormd door een kraan die in een eerste stand het injectiespuit-aansluitor-gaan met de aansluiting voor de constrastvloeistof verbindt en in een tweede stand met de aansluiting voor de catheter.
Met de kraan in de eerste stand kan de injectiespuit volgezogen worden met contrastvloeistof. Na het verdraaien van de kraan in de tweede stand kan deze contrastvloeistof via de catheter in de hartbloedvaten worden gebracht waar het angiografisch onderzoek zich op richt. Doordat de injectiespuit voor het vullen niet ontkoppeld behoeft te worden wordt voorkomen dat lucht in het systeem terecht komt.
Een dergelijk angiografisch onderzoek wordt onder steriele omstandigheden uitgevoerd. De kraan van het spruit-stuk moet derhalve worden bediend met steriele handschoenen aan. Aangezien de afmetingen van het bedieningsorgaan voor de kraan relatief klein zijn en de kraan zelf/ teneinde een goede afdichtende werking te bereiken tamelijk zwaar loopt/ is het bekende spruitstuk lastig in het gebruik. Het reële gevaar bestaat dat bij het bedienen de steriele handschoen scheurt. Om de steriliteit te herstellen moet de betreffende persoon dan tenminste nieuwe handschoenen aantrekken. Het zal duidelijk zijn dat hierdoor de behandeling wordt vertraagd .
Met de uitvinding wordt nu beoogd een spruitstuk van de hierboven omschreven soort te verschaffen/ dat gemakkelijk en veilig in het gebruik is.
Bij een spruitstuk volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de verbindingsmiddelen omvatten een stroming van een inlaat-aansluitorgaan naar het injectiespuit-aan-sluitorgaan toelatende en omgekeerde stroming verhinderende inlaatterugslagklep en een stroming van het injectiespuit-aansluitorgaan naar een uitlaat-aansluitorgaan toelatende en omgekeerde stroming verhinderende uitlaatterugslagklep. Wanneer nu de contrastvloeistofleiding verbonden wordt met het inlaat-aansluitorgaan en de catheter met het uitlaat-aan-sluitorgaan wordt bij het uittrekken van de zuiger van de injectiespuit/ deze spuit automatisch met contrastvloeistof gevuld/ terwijl bij het weer indrukken van de zuiger van de injectiespuit de contrastvloeistof via de catheter in de bloedbaan wordt gebracht. De beoogde werking wordt aldus automatisch verkregen/ zonder dat een kraan bediend behoeft te worden. Het samenstel van injectiespuit en spruitstuk volgens de uitvinding werkt in feite als een zuig-perspomp.
Bij voorkeur bevinden het injectiespuit-aansluitor-gaan en het uitlaat-aansluitorgaan zich coaxiaal aan weerszijden van het huis. De injectiespuit en het afvoerende lei-dingelement bevinden zich daardoor bij gebruik op één lijn/ hetgeen bij het hanteren de prettigste/ meest natuurlijke werking oplevert.
Volgens een verder voorkeurskenmerk zijn de aansluit-organen gestandaardiseerde Luer-koppelorganen. De in de medische techniek bij behandeling van patiënten gebruikte voorwerpen/ zoals injectiespuiten/ aanzuigslangen/ kranen en dergelijke zijn gewoonlijk van gestandaardiseerde Luer-koppelorganen voorzien/ zodat ook het spruitstuk volgens de uitvinding in combinatie met elk van dergelijke gebruikelijke elementen kan worden toegepast.
In het bijzonder voor toepassing in de eerder beschreven angiografie wordt de maatregel van conclusie 6 toegepast. Aan het meet-aansluitorgaan kan een drukmeter worden aangesloten. Deze drukmeter kan in de tweede stand van de handbediende uitgangskraan via de met het uitlaat-aansluitorgaan verbonden catheter de druk ter plaatse van het uiteinde van de catheter meten.
Het is bekend om vernauwde hartbloedvaten met een zogeheten balloncatheter op te rekken. Het komt voor dat het behandelde bloedvat in reaktie volledig toeknijpt. Wanneer zich dit voordoet/ en dus in feite een acuut hartinfarct optreedt/ moet een spoedoperatie worden uitgevoerd voor het aanleggen van een bypass. De voorbereidingen voor een dergelijke spoedoperatie kosten echter nog een zekere tijd.
Om het aldus voor de patiënt ontstane plotselinge gevaar weg te nemen kan het spruitstuk volgens de uitvinding op zeer gunstige wijze worden benut. Zodra zich de beschreven situatie voordoet wordt met een injectienaald een been-slagader van de patiënt aangeprikt. De injectienaald wordt via een slang verbonden met het inlaat-aansluitorgaan van het spruitstuk. Door nu de zuiger van de injectiespuit terug te trekken wordt de injectiespuit gevuld met zuurstofrijk bloed van de patiënt zelf. Dit bloed wordt via het voor de contrastvloeistof bestemde kanaal van de catheter in het toegeknepen bloedvat geperst» Gebleken is dat door het regelmatig volzuigen en leegdrukken van de injectiespuit voldoende zuurstofrijk bloed in het toegeknepen bloedvat gebracht kan worden om het risico van afsterven van het in gevaar verkerende gedeelte van de hartspier weg te nemen.
Bij deze toepassing kan in het bijzonder de in conclusie 7 gekenmerkte uitvoeringsvorm nuttig zijn/ wanneer verwacht wordt dat de kans groot is dat de genoemde calamiteit zich voordoet. Bij de voorbereidingen voor de behandeling wordt reeds een slagader van de patiënt aangeprikt en de met de betreffende injectienaald verbonden slang gekoppeld met het tweede inlaat-aansluitorgaan. Voor de behandeling begint kan het systeem dus reeds geheel vrij van ingesloten lucht worden gemaakt/ zodat/ wanneer inderdaad het behandelde hartbloedvat toeknijpt slechts de ingangskraan in de tweede stand gezet behoeft te worden en onmiddellijk door het heen en weer bewegen van de zuiger van de injectiespuit zuurstofrijk bloed in de toegeknepen ader gevoerd kan worden. De aan de beschreven behandeling verbonden risico's kunnen op deze wijze sterk worden verminderd.
De uitvinding zal verder worden toelicht in de volgende beschrijving aan de hand van in de figuren getoonde ui tvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van een spruitstuk volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm.
Fig. 2 verduidelijkt schematisch de toepassing van het spruitstuk van fig. 1.
Fig. 3 toont schematisch een spruitstuk volgens de uitvinding in een andere uitvoeringsvorm.
Fig. 4 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een spruitstuk volgens de uitvinding van de in fig. 3 aangegeven uitvoering.
Fig. 5 toont schematisch de toepassing van een spruitstuk volgens weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 6 toont schematisch een andere uitvoeringsvorm van het in fig. 5 getoonde spruitstuk volgens de uitvinding.
Fig. 7 toont een spruitstuk volgens de uitvinding in weer een andere uitvoeringsvorm.
Fig. 8 toont een doorsnede van het spruitstuk van fig. 7 volgens lijn VIII-VIII in fig. 7.
Het in fig. 1 getoonde spruitsfcuk 1 volgens de uitvinding omvat een huis 2 dat voorzien is van een aansluitor-gaan 3 voor een injectiespuit, en aansluitorganen 4 en 5 voor leidingelementen, zoals een slang of catheter. De verschillende aansluitorganen 3, 4 en 5 zijn in het huis met elkaar verbonden door kanaaldelen 9.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het aansluitorgaan 4 een inlaat-aansluitorgaan en het aansluitorgaan 5 een uitlaat-aansluitorgaan. In het met het aansluitorgaan 4 verbonden kanaaldeel is een inlaatterugslagklep 7 opgenomen, die dus stroming van het inlaat-aansluitorgaan 4 naar het injec-tie-aansluitorgaan 3 toelaat, maar omgekeerde stroming verhindert. Verder is in het huis een uitlaatterugslagklep 8 aangebracht die stroming van het injectiespuit-aansluitorgaa-n 3 naar het uitlaat-aansluitorgaan 5 toelaat maar omgekeerde stroming verhindert.
Zoals getoond zijn de aansluitorganen gestandaardiseerde Luer-koppelorganen. Het injectiespuit-aansluitorgaan 3 en het inlaat-aansluitorgaan 4 zijn vrouwelijke Luer-kop-pelorganen, terwijl het uitlaat-aansluitorgaan 5 een mannelijk Luer-koppelorgaan is, dat bovendien voorzien is van een borghuis 6. Aangezien wegwerp-injectiespuiten gewoonlijk voorzien zijn van een mannelijk Luer-koppelorgaan kan een dergelijke injectiespuit direkt op het injectiespuit-aansluitorgaan 3 worden aangesloten. Deze situatie is schematisch aangeduid in fig. 2. De injectiespuit 10 is verbonden met de aansluiting 3.
Het in fig. 2 getoonde samenstel is bestemd voor an-giografisch onderzoek. Op de uitlaat-aansluiting 5 is een catheter 11 aangebracht. Op de inlaat-aansluiting 4 is een slang 12 aangesloten die leidt naar een houder met contrastvloeistof 13. De catheter 11 wordt via een bloedvat in een patiënt ingébracht, zodanig dat het uiteinde van de catheter 11 zich nabij het hart bevindt. Om de toestand van de hart- bloedvaten te kunnen beoordelen wordt via de catheter 11 contrastvloeistof in de bloedbaan gebracht, zodat de betreffende bloedvaten op het beeldscherm van een röntgentoestel zichtbaar gemaakt kunnen worden. De injectiespuit 10 wordt met contrastvloeistof gevuld, eenvoudig door de zuiger uit te trekken. De contrastvloeistof 13 kan via de slang 12 en langs de terugslagklep 7 in de injectiespuit 10 worden gezogen. De terugslagklep 8 verhindert hierbij dat via de catheter 11 bloed aangezogen zou worden. Na het op deze wijze vullen van de injectiespuit 10, kan de contrastvloeistof daarin via de catheter 11 in het betreffende bloedvat worden gebracht, eenvoudig door de zuiger van de injectiespuit 10 in te drukken. De terugslagklep 7 verhindert dat de contrastvloeistof terugloopt via de leiding 12 in het reservoir. De terugslagklep 8 daarentegen laat de contrastvloeistofstroom door.
Het spruitstuk 1 werkt te zamen met de injectiespuit 10 als een zuig-perspomp, zodat automatisch bij een heen- en weergaande slag van de zuiger van de injectiespuit 10 contrastvloeistof 13 via de leiding 12 wordt aangezogen en via de catheter 11 wordt uitgestoten. Het manipuleren van een kraan is dus volledig overbodig geworden. Bij het spruitstuk van fig. 1 zijn het injectiespuit-aansluitorgaan 3 en het uitlaat-aansluitorgaan 5 coaxiaal tegenover elkaar aan weerszijden van het huis 2 aangebracht. Zoals uit fig. 2 blijkt komt hierdoor de catheter 11 in het verlengde van de injectiespuit 10 te liggen. Het hanteren van het samenstel is op deze wijze voor de bedienende persoon het prettigst.
Zoals fig. 1 verder laat zien is het huis 2 van het spruitstuk 1 uit drie delen samengesteld. De terugslagkleppen 7 en 8 zijn uitgevoerd als kogelkleppen. De kogel 15 van de terugslagklep 7 dicht af op een zittingvlak 18 dat gevormd is in een aan een uistekend gedeelte 20 van het basisdeel van het huis 2 gelijmd huisdeel 17. Het zittingvlak 19 voor de kogel 16 van de terugslagklep 8 is in het basisdeel van het huis 2 gevormd. Het huisdeel 22 is in het hoofddeel van het huis 2 gelijmd, zodat een rand 21 wordt gevormd die de kogel 16 in het huis 2 opsluit. Op overeenkomstige wijze wordt de kogel 15 opgesloten door een het uitsteeksel 20 gevormde rand.
Het in fig. 3 getoonde spruitstuk 25 komt voor wat betreft het linkergedeelte overeen met het spruitstuk 1 van fig. 1 en 2. De overeenkomstige onderdelen zijn dan ook met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Het spruitstuk 25 is verder voorzien van een handbediende uitgangskraan 26 die in een eerste stand 28 de uitlaatterugslagklep 8 verbindt met het uitlaat-aansluitorgaan 5. In de tweede stand 27/ zoals getoond in fig. 3/ verbindt de uitgangskraan 26 het uitlaat— aansluitorgaan 5 met een extra meet-aansluitorgaan 29. Bij gebruik kan aan dit meet-aansluitorgaan 29 een drukopnemer worden aangesloten/ zodat in de tweede stand 27 van de handbediende uitgangskraan 26 de drukopnemer verbonden is met de aan het uitlaat-aansluitorgaan 5 aangesloten catheter. Aldus kan de druk ter plaatse van het einde van de catheter worden gemeten.
Fig. 4 toont een uitvoeringsvoorbeeld van het schematisch in fig. 3 getoonde spruitstuk.
Dit spruitstuk 30 omvat twee tegen elkaar gelijmde huishelften 31 en 32. Aan het linkereinde is weer een injec-tiespuit-aansluitorgaan 35 gevormd. In deze uitvoering is het injectiespuit-aansluitorgaan 35 uitgevoerd als een stop met een doorboorbaar membraan/ waardoorheen de punt 33 van een injectiespuit 34 kan worden gestoken. Bij een aansluitorgaan 35 van deze soort/ kunnen niet alleen van een gestandaardiseerd Luer-koppelorgaan voorziene wegwerpinjectiespui-ten worden toegepast/ maar ook elke willekeurige andere injectiespuit/ mits bijvoorbeeld voorzien van een naald van voldoende dikte. Het inlaat-aansluitorgaan 36 omvat bij deze uitvoering weer een vrouwelijk Luer-koppelorgaan. In het bijbehorende kanaaldeel is een inlaatterugslagklep 37 opgenomen/ op met de uitvoering van fig. 1 overeenkomstige wijze. Het uitlaat-aansluitorgaan 38 is een mannelijk Luer-koppelorgaan en daarmee kan gekoppeld worden een vrouwelijk Luer-koppelorgaan 40 van een catheter 39.
De uitlaatterugslagklep 41 omvat hier een afzonderlijk klephuis 42 waarin een kogel 43 is opgesloten. Dit klep-huis 42 met kogel 43 wordt bij de montage eerst in een daar- voor gevormde uitsparing in één van de huishelften 31 of 32 gelijmd/ waarna de twee huishelften 31/ 32 worden samengevoegd .
De handbediende uitgangskraan 44 vormt in de getoonde stand een verbinding tussen een van een vrouwelijk Luer-kop-pelorgaan voorzien meet-aansluitorgaan 45 en het uitlaat-aan-sluitorgaan 38. Door de kraan 44 met de bedieningshandgreep 46 een kwartslag rechtsom te draaien wordt de verbinding gevormd tussen de uitlaatterugslagklep 41 en het uitlaat-aan-sluitorgaan 38. Bij verdraaiing van de kraan 44 een kwartslag linksom is het uitlaat-aansluitorgaan 38 zowel met de uitlaatterugslagklep 42 als met de meetaansluiting 45 verbonden. In die situatie kan de drukmeter continu aangesloten blijven en wordt in de periode waarin de injectiespuit 34 niet wordt bediend automatisch een drukmeting uitgevoerd.
In fig. 5 wordt schematisch een spruitstuk 50 getoond in een toepassing waarbij een balloncatheter 51 wordt gebruikt. De balloncatheter 51 omvat naast het constrastvloei-stofkanaal 52 een ballonkanaal 54/ waarmee een ballon 53 aan het einde van de catheter kan worden gevuld vanuit een injectiespuit 55. Een balloncatheter 51 wordt toegepast voor het oprekken van vernauwde hartbloedvaten. Hiertoe wordt de ballon 53 ter plaatse van de vernauwing gemanoevreerd en door bediening van de injectiespuit 55 opgepompt/ zodat het betreffende bloedvat ter plaatse van de vernauwing wordt verwijd.
Tijdens deze behandeling wordt weer op de eerder beschreven wijze via het contrastvloeistofkanaal 52 contrastvloeistof toegevoerd/ teneinde de bewegingen van de catheter op een beeldscherm van een röntgentoestel te kunnen volgen.
Het spruitstuk 50 omvat hiertoe op met de eerder beschreven uitvoeringsvormen overeenkomende wijze een injectie-spuit-aansluitorgaan 57 voor een injectiespuit 56/ een in-laat-aansluitorgaan 58 voor een contrastvloeistofleiding 62 en een uitlaat-aansluitorgaan 59 voor het contrastvloeistofkanaal 52 van de catheter 51. Het spruitstuk omvat verder een inlaatterugslagklep 63 en een uitlaatterugslagklep 64/ terwijl tevens een uitgangskraan 65 is aangebracht die samen werkt met een meet-aansluitorgaan 66 op de wijze zoals beschreven aan de hand van fig. 3 en 4.
'Pen opzichte van de in fig- 3 en 4 getoonde spruit-stukken volgens de uitvinding omvat het spruitstuk 50 een extra ingangskraan 61 die in een eerste stand het inlaat-aan-sluitorgaan 58 met de inlaatterugslagklep 63 en in een tweede/ in fig. 5 getoonde stand/ een tweede inlaat-aansluitor-gaan verbindt met de inlaatterugslagklep.
Met het tweede inlaat—aansluitorgaan 60 kan een slang 67 worden verbonden die aan zijn einde een injectienaald 68 draagt. Deze injectienaald 68 kan op de eerder beschreven wijze ingebracht worden in een slagader van de patiënt teneinde daaruit/ in de getoonde stand van de ingangskraan 61 zuurstofrijk bloed in de injectiespuit 56 aan te zuigen/ welk bloed via het contrastvloeistofkanaal 52 in het behandelde bloedvat gebracht kan worden. Zoals eerder beschreven kan het spruitstuk 50 dus nuttig worden gebruikt in die gevallen waarin bij de behandeling met een balloncatheter 51 de behandelde ader onverhoopt dichtknijpt.
Het schematisch in fig. 6 getoonde spruitstuk 70 komt functioneel overeen met het spruitstuk 50 van fig. 5. De overeenkomstige onderdelen zijn daarom met dezelfde verwij-zingscijfers aangeduid. Bij het spruitstuk 70 is de injectie-spuitaansluiting 57 halverwege en in dwarsrichting aangebracht. Het inlaatgedeelte van het spruitstuk is aan de linkerzijde terwijl het uitlaatgedeelte zich rechts bevindt.
Het in fig. 7 en 8 getoonde spruitstuk 72 komt qua functie overeen met het spruitstuk 1 van fig. 1. Het huis 71 daarvan is voorzien van een injectiespuit—aansluitorgaan 73 met een vrouwelijk Luer-koppelorgaan/ een inlaat-aansluitor-gaan 75/ eveneens met een vrouwelijk Luer-koppelorgaan en een uitlaat-aansluitorgaan 74/ met een mannelijk Luer-koppelorgaan met borgring. Op het uitlaat-aansluitorgaan 74 kan een vrouwelijk Luer-koppelorgaan 76 van een leidingelement 83 worden aangesloten/ terwijl uiteraard op het inlaat-aan-sluitorgaan 75 een inlaatleiding kan worden aangesloten.
Bij het spruitstuk 72 zijn zowel de inlaatterugslagklep 79 als de uitlaatterugslagklep 80 opgenomen in een af- zonderlijke eenheid die in het huis 71 is gemonteerd. Het klephuis 78 van deze eenheid past sluitend in een cilindrische ruimte in het huis 71. Zoals getoond zijn kanaaldelen gevormd in de buitenomtrek van het huis 78. Het kanaaldeel 77 sluit aan op de inlaat 75. Bij de montage van het spruitstuk 72 kan eerst het klephuis 78 in het huis 71 worden gelijmd/ waarna respectievelijk de kogels van de terugslagkleppen 79 en 80 worden aangebracht en opgesloten met deksels 82/ 81/ die eveneens worden vastgelijmd. De constructie zoals getoond in fig. 7 en 8 heeft het voordeel dat het huis van het spruitstuk zelf op de gebruikelijke wijze in één stuk kan worden vervaardigd/ hetgeen in het bijzonder bij meer gecompliceerde spruitstukken van het type zoals getoond in de figuren 3/ 5 en 6 duidelijke voordelen heeft.
Hoewel in het bovenstaande in het bijzonder angio-grafische toepassingen zijn beschreven/ zijn de gebruiksmogelijkheden van de sprüitstukken volgens de uitvinding niet tot dat gebied beperkt. Het spruitstuk 1 van fig. 1 kan bijvoorbeeld ook zinvol worden gebruikt bij elementaire medische behandelingen zoals het uitspuiten van oren. Ook het gedoseerd afmeten van een grotere hoeveelheid vloeistof dan de normale inhoud van de daarbij gebruikte injectiespuit/ kan nauwkeurig geschieden. Ook bij laboratoriumomstandigheden/ waarbij regelmatig telkens een hoeveelheid vloeistof uit een voorraad daarvan genomen moet worden/ kan het spruitstuk van fig. 1 zeer zinvol worden toegepast. Een eenmaal aangesloten samenstel van injectiespuit/ spruitstuk en bijbehorende leiding-elementen kan gedurende langere tijd aangesloten blijven aangezien de steriele omstandigheden in stand blijven/ doordat geen van de onderdelen losgenomen behoeft te worden. Een bijkomend voordeel daarbij is dat niet kan worden gemorst met de betreffende vloeistoffen/ zoals dat het geval zou kunnen zijn wanneer met een afzonderlijke injectiespuit telkens de gewenste hoeveelheid vloeistof afgenomen zou worden.

Claims (9)

1. Spruitstuk voor het met een aantal leidingelemen-ten verbinden van een injectiespuit/ omvattende een van aan-sluitorganen voor de injectiespuit en het aantal leidingele-menten voorzien huis/ in het huis gevormde, de aansluitorga-nen verbindende kanaaldelen en verbindingsmiddelen voor het selectief via respectieve kanaaldelen met het aansluitorgaan voor de injectiespuit verbinden van één of meer van de andere aansluitorganen, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen omvatten een stroming van een inlaat-aansluitorgaan naar het injectiespuit-aansluitorgaan toelatende en omgekeerde stroming verhinderende inlaatterugslagklep en een stroming van het injectiespuit-aansluitorgaan naar een uit-laat-aansluitorgaan toelatende en omgekeerde stroming verhinderende uitlaatterugslagklep.
2. Spruitstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het injectiespuit-aansluitorgaan en het uitlaat-aansluitorgaan zich coaxiaal aan weerszijden van het huis bevinden.
3. Spruitstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aansluitorganen gestandaardiseerde Luer-kop-pelorganen zijn.
4. Spruitstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het injectiespuit-aansluitorgaan een vrouwelijk Luer-koppelorgaan en het uitlaat-aansluitorgaan een mannelijk Luerkoppelorgaan is.
5. Spruitstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het inlaat-aansluitorgaan een vrouwelijk Luerkoppelorgaan is.
6. Spruitstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het huis een handbediende uitgangskraan is opgenomen die in een eerste stand de uitlaat-terugslagklep met het uitlaat-aansluitorgaan en in een tweede stand een meet-aansluitorgaan met het uitlaat-aansluitorgaan verbindt.
7. Spruitstuk volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat in het huis een handbediende ingangskraan is opgenomen die in een eerste stand het inlaat-aansluitorgaan met de inlaat-terugslagklep en in een tweede stand een tweede inlaat-aansluitorgaan met de inlaat-terugslagklep verbindt.
8. Spruitstuk volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat de terugslagkleppen kogelterugslagkleppen zijn.
9. Spruitstuk volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat ten minste één terugslagklep als een afzonderlijke eenheid in het huis is gemonteerd.
NL8801496A 1988-06-10 1988-06-10 Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit. NL8801496A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801496A NL8801496A (nl) 1988-06-10 1988-06-10 Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801496A NL8801496A (nl) 1988-06-10 1988-06-10 Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit.
NL8801496 1988-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801496A true NL8801496A (nl) 1990-01-02

Family

ID=19852447

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801496A NL8801496A (nl) 1988-06-10 1988-06-10 Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8801496A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1172124A2 (en) * 2000-07-14 2002-01-16 Sidam di Azzolini Graziano E C. S.a.s. Three-way valve with self-supporting body for medical use
WO2006083421A1 (en) * 2005-02-01 2006-08-10 Icu Medical, Inc. Check valve for medical y-site

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1172124A2 (en) * 2000-07-14 2002-01-16 Sidam di Azzolini Graziano E C. S.a.s. Three-way valve with self-supporting body for medical use
EP1172124A3 (en) * 2000-07-14 2003-04-16 Sidam di Azzolini Graziano E C. S.a.s. Three-way valve with self-supporting body for medical use
WO2006083421A1 (en) * 2005-02-01 2006-08-10 Icu Medical, Inc. Check valve for medical y-site
US7670322B2 (en) 2005-02-01 2010-03-02 Icu Medical, Inc. Check valve for medical Y-site
US7931627B2 (en) 2005-02-01 2011-04-26 Icu Medical, Inc. Check valve for medical Y-site

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8052671B2 (en) Intra-abdominal pressure monitoring device and method
US5356375A (en) Positive pressure fluid delivery and waste removal system
US8852167B2 (en) Medical connector
US6520937B2 (en) Fluid injection device
US6099511A (en) Manifold with check valve positioned within manifold body
JP6506168B2 (ja) 高圧および低圧ハンドマニホールドを備えた流体送達システム
US6457488B2 (en) Stopcock having axial port for syringe twist actuation
US8096316B2 (en) Valve systems for use with a fluid injector system
CN100413548C (zh) 向病人供应药液的供应网络所用的分配装置
US5395350A (en) Paracentesis valve
US20120226222A1 (en) Device For Dosing And Adjusting The Flow Of A Radiopaque Agent To Be Used In Performing An Angiography
KR101405154B1 (ko) 양측 상, 하지 정맥의 동시 조영검사를 위한 연결 카테터 장치
NL8801496A (nl) Spruitstuk voor het met een aantal leidingelementen verbinden van een injectiespuit.
CN215915941U (zh) 一种高压造影注射器及附件
US3411502A (en) Apparatus for exchanging body fluids
EP2293830B1 (en) Catheter flush and fill unit
US20070250008A1 (en) Fluid injection apparatus and adaptor pump therefor
CN217611041U (zh) 带储血旁路的有创血压传感器
CN217526064U (zh) 一种三氧疗法直肠灌注导管
DE8106491U1 (de) Infusionsbeutel
WO2023117771A1 (en) Fluid delivery system

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed