NL8800729A

NL8800729A - Inrichting voor het door middel van een drijfgas vernevelen van een vloeistof bevattend produkt.

Info

Publication number: NL8800729A
Application number: NL8800729A
Authority: NL
Original assignee: Thamer Holding B V
Priority date: 1988-03-23
Filing date: 1988-03-23
Publication date: 1989-10-16
Also published as: JPH03504592A; EP0406326A1; EP0406326B1; WO1989009170A1

Description

875150/Ti/MB *

Korte aanduiding: Inrichting voor het door middel van een drijfgas vernevelen van een vloeistof bevattend produkt,

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1 en op zich bekend uit bijvoorbeeld NL-A-6508813.

Deze bekende inrichting is, evenals vele soortgelijke 5 inrichtingen, gebaseerd op het zgn. "Venturi-effekt": in de, vernauwde, keel van het spuitmondstuk ontstaat door de daar optredende versnelling van het drijfgas een onderdruk welke tot gevolg heeft dat het te vernevelen produkt via het in deze keel uitmondend toevoer-10 kanaal wordt aangezogen en met het drijfgas wordt afgevoerd.

Een bezwaar van deze bekende inrichting is dat het produkt niet volgens een scherp gebundelde straal wordt afgevoerd doch dat de omhullende van de het mondstuk 15 verlatende produktstroom een kegelmantel is waarvan de top in het mondstuk ligt zodat het produkt ongericht over een betrekkelijk groot oppervlak wordt verspreid. Voorts is het zoals in de praktijk gebleken, niet te voorkomen dat de verneveling gepaard gaat met de vorming van kleine druppeltjes 20 aan het mondstuk zodat het produkt ook op niet te bedekken plaatsen terecht komt.

De uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen. Dit doel wordt bereikt met de maatregelen zoals beschreven in het kenmerk van conclusie 1, waarbij bij voorkeur ook de 25 maatregel volgens conclusie 2 wordt toegepast.

Wanneer bij de inrichting volgens de uitvinding de, snelle, stroom drijfgas het ringvormig drijfgaskanaal verlaat vormen zich aan weerskanten van dit ringvormig kanaal zones met turbulente stroming/ en wel een eerste, 30 op de buitenrand van het ringkanaal gebaseerde zone met divergerende begrenzing en een tweede op de binnenrand van het kanaal gebaseerde zone met turbulente stroming en convergerende begrenzing waarin een onderdruk heerst; beide zones zijn gescheiden door een zone waarin een c8800718 * ψ 2 hogere druk heerst. Het gevolg is dat het te vernevelen produkt uit het centrale, binnenste kanaal wordt gezogen, door de heersende turbulente stroming zeer goed wordt verneveld en goed gericht op een bepaald oppervlak kan 5 worden gebracht.

De inrichting volgens de uitvinding is dan ook uitstekend geschikt voor het zeer plaatselijk opbrengen van een te vernevelen vloeistof en als zodanig uitermate geschikt voor het plaatselijk op de huid aanbrengen van een 10 voor een plaatselijke huidbehandeling geschikt produkt. De uitvinding beoogt dan ook tevens een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke behandeling te verschaffen en deze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de elementen zoals beschreven in het kenmerk van conclusie 3.

15 Gunstige verdere uitvoeringsvormen van deze inrichting zijn beschreven in de conclusies 4 tot en met 7.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Hierin is: 20 Figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede door een vernevelingsmondstuk volgens de uitvinding aan de hand waarvan het werkingsprincipe wordt toegelicht, figuur 2 een langsdoorsnede door het voorste gedeelte van een penvormige houder bestemd voor het opnemen en vernevelen 25 van een voor huidbehandeling geschikt produkt, figuur 3 een langsdoorsnede door een complete houder, in de, vrijwel verticale, gebruiksstand waarbij het voorste, in detail en in doorsnede in figuur 3 afgebeelde gedeelte in aanzicht is getekend, 30 figuur 4 een perspectivische afbeelding van deze houder met afsluitdop, figuur 5 een perspectivische afbeelding van een staander voorzien van drie van dergelijke houders.

Figuur 1 toont het vooreinde van een mondstuk 2 waarin 35 zich een centrale buis 4 bevindt waarvan de boring 6 een diameter Dl heeft terwijl de buitendiameter is aangegeven .8800729 3 met D2. De buis 4 bevindt zich in het midden van een ringvormig kanaal 8 met binnendiameter D3. Dit kanaal 6 is het produkttoevoerkanaal en het kanaal 8 is het drijfgastoevoer-kanaal. De gemiddelde diameter van het kanaal 8 is 5 aangegeven met Dgem.

Wanneer via het kanaal 8 geen drijfgas wordt toegevoerd zal het produkt in de boring 6 van de buis 4 als gevolg van de capillaire werking een holle meniscus 10 vertonen. Wanneer drijfgas wordt toegevoerd vormen zich, zoals 10 in de figuur aangegeven, twee zones met een turbulente drijfgasstroming en wel uitgaande van de buitenrand van het ringvormig kanaal 8 een eerste, ringvormige zone 12 met als begrenzing enerzijds een divergerend oppervlak 12a en anderzijds een cylinderoppervlak 12b met een diameter die bij 15 benadering gelijk is aan tweemaal de diameter Dgem en voorts een tweede zone 14 begrensd door een van de buitenrand der buis 4 uitgaand kegeloppervlak 14a en gecentreerd op de hartlijn 16. De drukverdeling in deze twee zones is aangegeven met de tekens © en O · 20 Het gevolg is dat in de zone 14 het produkt uit de boring 6 van de produkttoevoerbuis 4 wordt gezogen en zeer goed verneveld wordt verstoven. Door de vorm van de zone 14 kan het verneveld produkt met zéér grote nauwkeurigheid op een bepaalde plaats worden geconcentreerd. Druppelvorming 25 aan het mondstuk blijkt niet op te treden.

Door deze eigenschappen is het beschreven mondstuk uitstekend geschikt te worden toegepast in een toestel voor het plaatselijk toedienen van stoffen voor huidbehandeling, niet alleen door medisch geschoolden doch ook door leken en 30 kinderen waarbij geen contact nodig is tussen het te behandelen huidgedeelte en de verstuivingsinrichting wat uiteraard een uit hygiënisch oogpunt zeer belangrijk is. Een dergelijk toestel zal worden beschreven aan de hand van de figuren 2 tot en met 5.

35 In de figuren 2 tot en met 4 is met het verwijzings- cijfer 20 aangegeven een penvormige houder, af te sluiten ,880 0723 « t 4 met een afsluitdop 22 en voorzien van een verstuivingsmondstuk 24. Details daarvan en van het daarin aangebracht drijfgas klepsamenstel blijken in het bijzonder uit figuur 2. Deze figuur toont de produkttoevoerbuis 4 die is vastgezet in het mondstuk-5 deel 24 en is omringd door het ringvormig kanaal 8 waarin uitmondt het schuin omlaag verlopend drijfgaskanaal 26. De buis 4 strekt zich naar achteren uit en mondt uit in een produktkamer 28 terwijl het kanaal 26 overgaat in een evenwijdig met de buis 4 verlopend kanaaldeel 30 waarin verschuifbaar in 10 langsrichting is opgenomen een plug 32 die staat onder inwerking van de veer 34 en ten opzichte van het mondstukdeel 24 is afgedicht door de O-ring 36. In de plug is met een einde vastgezet een buis 38 waarvan het andere einde is vastgezet in een tweede plug 40 die verschuifbaar is geleid in een boring gevormc 15 in een inzetstuk 42 dat is vastgezet aan het, op het mondstukdeel 24 aansluitend houdermiddendeel 44. Aan het rechtereinde is de plug 40 afgesloten met de afsluitstop 46 en in het midden heeft de plug een dwarskanaal 48 dat uitmondt in de ringvormige ruimte 50 tussen de plug en een tweede 20 inzetstuk 52 dat afdichtend is opgenomen tussen het eerste inzetstuk 42 en de schouder 53 en waarvan het kanaal 54 in verbinding staat met het drijfgasreservoir 56 via de buis 55 welke eindigt in een klepkamer 57. In deze kamer bevindt zich, zoals op zich bekend voor andere toepassingen een 25 vloeistof welke onder atmosferische omstandigheden snel verdampt en aldus een drijfgas kan leveren. Deze vloeistof zal in het nuvolgende worden aangeduid als "vloeibaar drijfgas". Daarin bevindt zich een (zwakke) veer 59 die inwerkt op de afsluitkogel 61 welke samenwerkt met de afdichtring 63.

30 Hiermee wordt voorkomen dat tijdens gebruik van de inrichting, waarbij de houder 20 een min of meer rechtopstaande stand heeft, vloeibaar drijfgas in het klepmechanisme kan binnendringen daar de klepkamer 57 dan boven het met 65 aangegeven vloeistofniveau ligt. Uiteraard kan ook tijdens 35 opslag in horizontale stand geen vloeibaar drijfgas tot het klepmechanisme doordringen.

,6800729 4 5

Het klepmechanisme wordt bediend door de drukknop 58 die ter plaatse 60 scharnierend is gelegerd in het mondstukdeel 24 en waarvan de bedieningsarm 62 aangrijpt achter de plug 32. Wanneer in de richting van de pijl 64 5 op de drukknop wordt gedrukt beweegt de arm 62 naar links en neemt bij deze beweging de plug 32 mee; via de buis 38 wordt ook de tweede plug 40 naar links bewogen waardoor de eindstop 46 daarvan het einde van het kanaal 54 niet langer afsluit tengevolge waarvan er een verbinding met de 10 atmosfeer ontstaat en een zo groot drukverschil over de kogelklep optreedt dat het drijfgas vanuit de drijfgaskamer 56 via de klepkamer 57, de buis 55, het kanaal 54, de ringvormige ruimte 50, de dwarsboring 48 en buis 38 tot in het kanaal 26 en daarmee in de ringvormige ruimte 8 rond het einde van 15 de buis 4 zal stromen en daardoor aan de uitmonding het gewenste effekt zal veroorzaken.

Figuur 3 toont een langsdoorsnede door de complete houder met het mondstuk 24, het middendeel 44 en het einddeel 70 dat is afgesloten met het gebruikelijke 20 vulventiel 72 en een sluitdop 74. Het te vernevelen produkt is ondergebracht in een uiteraard niet onder druk staande, uitwisselbare kamer 28 die eventueel kan zijn voorzien van een doorzichtig randgedeelte 28a dat zichtbaar is via een uitsparing 20a in de houder 20 zodat het niveau van de 25 inhoud der kamer direkt waarneembaar is.

Als te vernevelen produkten kunnen worden genoemd jodium, chloorhexidine en bijvoorbeeld diverse cosmetica-produkten. Een drietal houders, elk gevuld met één van deze bij uitstek voor het behandelen van 30 beschadigde huidgedeelten geschikte produkten kan zijn opgenomen in één gemeenschappelijke standaard, een en ander zoals figuur 5 dit toont. De in zijn geheel met het verwij-zingscijfer 80 aangegeven standaard bestaat uit de basis 82 met geschikte uitsparingen voor de mondstukken der drie 35 houders 84, 86 en 88 en afgesloten met de afsluitkap 90.

Het geheel resulteert in een gemakkelijk op te bergen produkt met aantrekkelijk uiterlijk.

.880 0729

Claims

1. Inrichting voor het door middel van een drijfgas vernevelen van een een vloeistof bevattend produkt, omvattende een mondstuk met een daarin uitmondend produkttoevoerkanaal en een drijfgastoevoerkanaal, met het 5 kenmerk, dat het mondstuk twee, onderling coaxiale kanalen omvat waarvan het, cylindrische, binnenste kanaal in verbinding staat met een produkthouder en het dit omringend, ringvormig, buitenste kanaal in verbinding staat met een drijfgashouder.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wand van het binnenste kanaal tot voorbij de uitmonding van het dit omringend drijfgaskanaal uitsteekt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, in het bijzonder voor het vernevelen van een voor plaatselijke lichaamsdeelbehande- 15 ling geschikt produkt, gekenmerkt door een langwerpig penvormig huis met aan het ene einde het mondstuk en het daarop aansluitend, in de huislangsas verlopend en in een langwerpige vloeistofkamer uitmondend produktkanaal, terwijl van het ringvormig kanaal een onder een scherpe hoek met de 20 huislangsas staand drijfgaskanaal uitgaat dat uitmondt in een langwerpig, in de huislangsas verlopend klepsamenstel dat aan de andere zijde in verbinding staat met een langwerpige drijfgaskamer.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 25 tussen het mondstuk en de produktkamer een met de hand te bedienen bedieningsorgaan voor het drijfgasklepsamenstel is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan wordt gevormd door een verschuifbaar 30 of scharnierbaar in de huiswand opgenomen bedieningsknop die een dwars op de huislangsas staande hefboom draagt waarvan het vrije einde valt achter een afdichtend in een met de huisas evenwijdige boring opgenomen, onder veerdruk staande eerste plug waarin een drijfgasbuis is vastgezet .8800729 waarvan het andere einde is vastgezet in een eveneens onder veerdruk staande van een dwarskanaal voorziene tweede plug waarvan het, afgesloten, einde met speling is opgenomen in een met de drijfgaskamer verbonden klepkamer.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het huis in doorsnede zeshoekig is, de produktkamer zich bevindt in het bovendeel daarvan en zich over een gedeelte der huislengte uitstrekt terwijl de drijfgaskamer gedeeltelijk onder de produktkamer ligt en aansluitend daaraan de 10 gehele huisbinnenruimte inneemt.

7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de produktkamer een separaat in het huis aangebracht onderdeel is. 8800729