NL8800202A - Werkwijze en inrichting voor het op een uitleesorgaan ondertitelen van een film. - Google Patents

Description

* FB/RM/P 13.490 _1” ü

Werkwijze en inrichting voor het op een uitleesorgaan ondertitelen van een film.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het synschroon vertonen van een film met een daarbij behorende ondertiteling, die op een buiten het geprojecteerde beeld geplaatst uitleesorgaan verschijnt.

5 Bij de tot nu toe meest gebruikte methode wordt op de film zelf beeld voor beeld de ondertiteling aangebracht.

Hiervoor wordt eerst een aantal clichés gemaakt waarmee de ondertiteling in een op de film aangebrachte waslaag gedrukt wordt, waarna de film door een etsbad gehaald wordt. Behalve 10 dat deze methode zeer bewerkelijk en daarom ook kostbaar is, worden hierbij vele fouten gemaakt, zoals het te vroeg of te laat beginnen van de tekst, het scheef, omgekeerd of niet op de juiste plek in het beeld plaatsen van de tekst, die achteraf, hetgeen zeer nadelig is, niet te herstellen zijn.

15 Uit de Europese octrooiaanvrage 0.132.234 is een werkwijze voor het ondertitelen van een film bekend, waarbij de tekst eveneens op een buiten het scherm geplaatst uitleesorgaan verschijnt. De ondertiteling is in een geheugen opgeslagen van waar uit het naar het uitleesorgaan geschreven 20 wordt wanneer hiertoe met behulp van een microprocessor opdracht wordt gegeven na het door de microprocessor ontvangen van een op de film aangebracht signaal. Hoewel dit signaal niet op het beeld en ook niet per beeld aangebracht hoeft te worden moet het toch voor elk nieuw gedeelte van de 25 ondertiteling aangebracht worden. Ook wanneer voor het signaal een eenvoudige streepjescode gebruikt wordt, blijft jet een bijzonder bewerkelijke methode. Deze werkwijze heeft dus ook duidelijk weer het nadeel, dat op de film een informatie aangebracht moet worden, hetgeen extra werkzaam-30 heden met zich brengt en daarmee natuurlijk ook extra kosten.

Het doel van de uitvinding is om in een werkwijze voor het ondertitelen te v oorzien, waarbij de bovengenoemde nadelen van het op de film moeten aanbrengen van voor de ondertiteling noodzakelijke informatie zoveel mogelijk 35 vermeden worden.

. 880 0202

V

-2- 'h

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door dat er volgens de uitvinding in voorzien wordt, dat de beelden van de film geteld worden en dat bij vooraf bepaalde waarden onder die waarden in een geheugen opgeslagen gedeelten van 5 de ondertiteling op het uitleesorgaan verschijnen.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.420.234 is een werkwijze bekend, waarbij door in een geheugen opgeslagen signalen bepaald wordt welk beeld uit een reeks, hetgeen kan zijn welke dia uit een cassette of welk beeld uit een 10 filmstrip, geprojecteerd wordt, waarbij dan synchroon op een uitleesorgaan de bijbehorende tekst verschijnt, die in verband met de mogelijke lengte daarvan over het uitleesorgaan schuift. Bij deze methode is geen informatie op het beeld zelf vastgelegd, maar deze methode is in het geheel 15 niet toepasbaar voor het projecteren van een film waarbij bij de bewegende beelden een tekst gezocht en vervolgens synchroon met een beeld afgebeeld moet worden.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft nog de verdere voordelen, dat indien er fouten gemaakt worden zoals bijvoor-20 beeld mogelijk is bij het beeld voor beeld aanbrengen van een ondertiteling op een film, deze ten alle tijde hersteld kunnen worden en wel op een eenvoudige wijze. Dit geldt eveneens ten aanzien van informatie zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde streepjescode, die naast het beeld op de 25 filmdrager aangebracht is.

Verder is het ook mogelijk indien er fouten in de vertaling gemaakt zijn deze te verbeteren, de tekst aan te vullen of de tekst in te korten indien dit nodig mocht blijken.

30 Meestal is het zo, dat een film door een verhuurbedrijf in een aantal delen aan een bioscoop, filmhuis of dergelijke afgeleverd wordt, waar de verschillende delen, aktes genoemd, aan elkaar worden geplakt. Hierbij worden dan ook, indien de film met een geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde 35 projectieinrichting vertoond worden, stukjes zilverpapier op de film aangebracht, die door een daarvoor gevoelige sensor gedetecteerd worden, met welk signaal vervolgens de zaalverlichting, het doek, begin en eind van de pauze etc. bediend kunnen worden.

8800202 i -3-

Bij de uitvinding worden dergelijke stukjes zilverpapier bijvoorbeeld alleen aangebracht bij de overgang van de ene akte naar de volgende akte. Dat brengt nauwelijks extra werkzaamheden met zich mee, aangezien op deze plaatsen de 5 film toch geplakt moet worden.

Volgens de uitvinding wordt er nu in voorzien, dat bij elke overgang naar een volgende akte het tellen van de beelden bij nul begint.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 10 wordt er in voorzien, dat de aktes van de film geteld worden.

Door het tellen van zowel de aktes als de beelden per akte wordt het voordeel verkregen, dat indien er opnieuw gesynchroniseerd moet worden na bijvoorbeeld het uit de projector schieten van de film of het boeken van de film, 15 dit snel uitgevoerd kan worden door de film naar een nabij gelegen akteovergang te spoelen, waarna de beeldenteller weer op nul komt te staan en vervolgens weer door te spoelen naar het moment in de film waar de onderbreking optrad.

Volgens de uitvinding wordt ook in een inrichting voor 20 het uitvoeren van de werkwijze voorzien, die naast een filmprojector, een projectiescherm en een uitleesorgaan, nog verder omvat een telorgaan voor het tellen van de beelden, een geheugen voor het gecodeerd opslaan van gedeelten ondertiteling en een verwerkingseenheid geschikt voor het 25 ontvangen van een van het telorgaan afkomstig signaal en die verder zodanig is ingericht, dat de gedeelten ondertiteling behorende bij een code die overeenkomst met het van het telorgaan afkomstige signaal naar het uitleesorgaan verzonden worden.

30 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt er in voorzien, dat het telorgaan geschikt is voor het gecombineerd tellen van aktes en beelden.

Bij een film zonder een daarop aangebrachte ondertiteling wordt meestal een zogenaamde "dialooglijst" geleverd, waar 35 behalve de dialoog ook op aangegeven wordt waar op welke akte alle afzonderlijke gedeelten van de dialoog moeten beginnen.

Hiermee kan op eenvoudige wijze door een vertaler via een met de verwerkingseenheid verbonden toetsenbord een vertaling van een dialoog onder een codering, die akte en beeldnummer . 8800202 -4- aangeeft, in het geheugen gebracht worden. Hierna kunnen film en ondertiteling direct synchroon afgespeeld worden.

Indien het een oude kopie van een film betreft, waar een aantal keren een breuk is opgetreden, kan het zijn dat de 5 synchronisatie niet meer exact is. De afwijkingen zullen over het algeemn echter zo klein zijn, dat het publiek dit niet zal merken, omdat bij een breuk in de film meestal maar een zeer beperkt aantal beelden verloren gaan. Mocht het bijstellen van de synchronisatie toch nodig zijn, kan 10 dit op eenvoudige wijze plaatsvinden door van één of eventueel meer aktes van de codering waaronder de gedeelten ondertiteling in het geheugen zijn opgeslagen, de beeldnummers vanaf een bepaald punt met een bedrag te verminderen.

Indien bij een film geen dialooglijst wordt geleverd, 15 is het mogelijk, dat een vertaling in het geheugen geplaatst wordt zonder codering, waarna door de vertaler aangegeven * kan worden tijdens het bekijken van de film, waarvan de aktes en beelden geteld worden, op welk moment in de film een tekstgedeelte, dat op het uitleesorgaan staat, moet 20 beginnen. Dit kan bijvoorbeeld door het geven van een eenvoudig signaal aan de verwerkingseenheid, bijvoorbeeld met een drukkontakt, waarna aan het betreffende tekstgedeelte een codering van akte- en beeldnummer gegeven wordt.

Met een bekende codering voor de dialooggedeelten is het 25 zonder meer mogelijk om met één kopie van een film voorstellingen te geven voor een steeds uit een ander taalgebied afkomstig publiek, door een aantal vertalingen in het geheugen op te slaan.

Met de uitvinding wordt het mogelijk om snel een 30 ondertiteling voor een film te maken tegen lage kosten, hetgeen belangrijk is voor bijvoorbeeld filmfestivals, waar toezeggingen voor films dikwijls laat binnenkomen en waar het budget meestal niet ongelimiteerd is.

Ook zou het bijvoorbeeld voor filmhuizen mogelijk worden 35 om films die slechts een beperkt publiek trekken en die normaal gesproken in verband met het speciaal hiervoor moeten maken van een op het beeld aangebrachte ondertiteling buiten de begroting zouden vallen, wel te vertonen.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van 40 de tekening, waarin :schematisch de inrichting volgens de .8800202 -5- £ uitvinding is weergegeven.

In de figuur is met 1 een filmprejector aangegeven met twee filmspoelen 2 en 3, een projectiescherm 4 en een onder het projectiescherm aangebracht uitleesorgaan 5.

5 Gedurende het vertonen van de film wordt van het in de filmprojector aanwezige transportmechanisme een signaal afgeleid dat een maat is voor het aantal geprojecteerde beelden.

Een bekende methode hiervoor is het op een hoofd-as van het transportmechanisme aanbrengen van een klein magneetje waarmee 10 het met behulp van een detector mogelijk is om per omwenteling van de as een signaal te verkrijgen. Bij de meeste projektoren maakt de hoofd-as één omwenteling per beeld. Wanneer door het aanbrengen van een magneet op de hoofd-as de stabiliteit daarvan in gevaar zou kunnen komen, worden gewoonlijk vier mag-15 neetjes op de as aangebracht zodat per omwenteling dan vier signalen worden verkregen, hetgeen bij de gebruikelijke bioscoopfilms overeenkomt met het aantal perforaties in de beelddrager per beeld.

Dit signaal wordt via een verbinding 6 aan een telorgaan 20 8 toegevoerd, waar het indien nodig eerst omgezet wordt in één signaal per beeld en waar deze signalen vervolgens geteld worden.

Verder kan er van de film nog een tweede signaal afgeleid worden dat via verbinding 7 eveneens aan het telorgaan 8 wordt 25 toegevoerd. Dit signaal geeft de overgang aan tussen twee opeenvolgende , aan elkaar geplakte delen van de film, "aktes" genaamd aan en is afkomstig van een detector die gevoelig is voor een bij de overgang tussen twee opeenvolgende aktes op de film aangebracht stukje zilverpapier. Bij elk volgend tweede 30 signaal, dus bij elke overgang naar een volgende akte, wordt de beeldteller in het telorgaan 8 op nul gereset.

Vanuit het telorgaan 8 wordt via een verbinding 9 een signaal naar de verwerkingseenheid 11 gestuurd, dat indien alleen een eerste signaal via verbinding 6 aan het telorgaan 8 35 toegevoerd wordt, aangeeft tot welk beeld de vertoning van de film gevorderd is. Wanneer ook via verbinding 7 het tweede signaal van de film naar het telorgaan gestuurd is, gaat er via verbinding 9 een signaal naar de verwerkingseenheid 11 dat aangeeft tot welk beeld van welke akte de vertoning van de 40 film gevorderd is.

.8800202 t -6-

Het gebruik maken van beide signalen zal over het algemeen de voorkeur genieten, omdat bij elke overgang van twee opeenvolgende aktes het tellen van de beelden gereset wordt, zodat bij deze akte-overgangen eenvoudig synchronisatie van beeld en 5 ondertiteling verkregen kan worden wanneer deze door filmbreuk of het uit de projector lopen van de film verloren is gegaan.

Na het herstellen van de breuk en/of na het in de projector terug brengen van de film hoeft de film slechts terug gespoeld te worden naar een vorige akte-overgang en moet eventueel nog 10 het aktenummer in het telorgaan 8 op de juiste waarde ingesteld worden hetgeen eenvoudig kan gebeuren via het toetsenbord 16, verbinding 15, verwerkingseenheid 11 en verbinding 10 met het telorgaan 8.

Door de verwerkingseenheid 11 worden dan achtereenvolgens 15 gedeelten van de ondertiteling uit het geheugen gehaald, waarvan de codes waaronder deze in het geheugen zijn opgeslagen, overeenkomen met de door de verwerkingseenheid 11 van het telorgaan 8 ontvangen signalen, en via verbinding 17 naar een besturings-orgaan 18 voor het uitleesorgaan 5 gestuurd worden.

20 Het uitleesorgaan wordt gevormd door een verzameling apart aanstuurbare lichtbronnen, zoals bijvoorbeeld lampen of licht emitterende halfgeleiders. Bij dergelijke uitleesorganen is het besturingsorgaan 18 meestal ingebouwd.

Dergelijke besturingsorganen 18 hebben meestal een voor-25 ziening waarmee de tijd dat een tekst op het uitleesorgaan 5 zichtbaar blijft instelbaar is. Deze mogelijkheid is voor film in veruit de meeste gevallen niet aantrekkelijk, omdat de ondertiteling bijna altijd uit in.Jengte ongelijke stukken.zal bestaan, die dus ook verschillende minimaal wenselijke tijds-30 duren zullen hebben gedurende welke zij zichtbaar moeten zijn.

De tijdsduur gedurende welke een gedeelte van de ondertiteling zichtbaar moet blijven zal dan ook bij voorkeur in het geheugen worden opgeslagen. Hiertoe kan onder een code, die overeenkomt met een -signaal dat een voorafbepaalde tijd later 35 van het telorgaan 8 de verwerkingseenheid 11 bereikt dan het signaal dat ervoor gezorgd heeft dat het momentele gedeelte van. de ondertiteling op het uitleesorgaan verschenen is, een informatie op te slaan waardoor het uitleesorgaan geheel donker zal blijven.

40 Een dergelijk uitleesorgaan heeft nog het voordeel dat het per . 8800202 -7- regel meer tekens kan afbeelden dan bij een op de film aangebrachte ondertiteling mogelijk is. Waarden hiervoor zijn bijvoorbeeld 48 tekens per regel op een dergelijk uitleesorgaan en 32 tekens per regel voor een op de film aangebrachte ondertiteling.

Het aanbrengen van wijzigingen in de in het geheugen opgeslagen tekst en gegevens betreffende akte- en beeldnummers kan op bekende wijze via een met de verwerkingseenheid II verbonden toetsenbord 16 gebeuren, waarbij de verrrichte handelingen op een beeldscherm 20 gevolgd kunnen worden. Behalve op het beeldscherm kunnen akte- en beeldnummers ook van een op het telorgaan 8 aangebrachte uitlezing 21 afgelezen worden.

.8800202

Claims (7)

1. Werkwijze voor het synchroon vertonen van een film met een daarbij behorende ondertiteling, die op een buiten het geprojecteerde beeld geplaatst uitleesorgaan verschijnt, met het kenmerk, dat de beelden van de film 5 geteld worden en dat bij vooraf bepaalde waarden onder die waarden in een geheugen opgeslagen gedeelten van de ondertiteling op het uitleesorgaan verschijnen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 toegepast op een uit een aantal aktes bestaande film, met het ken- 10 merk, dat bij elke overgang naar een volgende akte het tellen van de beelden bij nul begint.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk , dat de aktes van de film geteld worden.

4. Werkwijze volgens één van de voorafgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de vooraf bepaalde gedeelten van de ondertiteling gedurende vooraf bepaalde in het geheugen opgeslagen tijden op het uitleesorgaan zichtbaar blijven.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, met 20 het kenmerk, dat de vooraf bepaalde gedeelten van de ondertiteling gedurende vaste tijden op het uitleesorgaan zichtbaar blijven.

6. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, die een filmprojector, een projectie- 25 scherm en een uitleesorgaan omvat, met het kenmerk, dat deze inrichting verder omvat een telorgaan voor het tellen van de beelden, een geheugen voor het gecodeerd opslaan van gedeelten ondertiteling en een ver-werkingseenheid geschikt voor het ontvangen van een van het 30 telorgaan afkomstig signaal en die verder zodanig is ingericht, dat de gedeelten ondertiteling behorende bij een code die overeenkomt met het van het telorgaan afkomstige signaal naar het uitleesorgaan verzonden worden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het 35 kenmerk, dat het telorgaan geschikt is voor het gecombineerd tellen van aktes en beelden. X X X X X .8800202