NL8800130A - Lichtdichte cassette. - Google Patents

Lichtdichte cassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8800130A
NL8800130A NL8800130A NL8800130A NL8800130A NL 8800130 A NL8800130 A NL 8800130A NL 8800130 A NL8800130 A NL 8800130A NL 8800130 A NL8800130 A NL 8800130A NL 8800130 A NL8800130 A NL 8800130A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
cassette
light barrier
hinge
walls
Prior art date
Application number
NL8800130A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Chemco Soest Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chemco Soest Bv filed Critical Chemco Soest Bv
Priority to NL8800130A priority Critical patent/NL8800130A/nl
Priority to EP89200007A priority patent/EP0325308A1/en
Publication of NL8800130A publication Critical patent/NL8800130A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B27/00Photographic printing apparatus
    • G03B27/32Projection printing apparatus, e.g. enlarger, copying camera
    • G03B27/52Details
    • G03B27/58Baseboards, masking frames, or other holders for the sensitive material
    • G03B27/587Handling photosensitive webs
    • G03B27/588Supply rolls; Cutting arrangements

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)

Description

< % N.0. 34943 1
Lichtdichte cassette.
De uitvinding heeft betrekking op een licht-dichte cassette en op een werkwijze voor de vervaardiging van het huis en voor het gebruik van de cassette, bestemd voor het opnemen en afgeven van een strook, zoals van lichtgevoelig materiaal, welke op een kern opgerold is tot een rol, 5 en waarvan het ene einde door een afgiftespleet met lichtsluis naar buiten uitgevoerd is, welke cassette omvat: een in hoofdzaak vierkant huis met al dan niet afgeronde hoeken ongeveer ter lengte van de te verpakken rol, waarin de afgiftespleet in het gebied van één van de hoeken over de gehele lengte aangebracht is, en met 10 een zodanige inwendige holte, dat de rol vrij van aanraking met de wanden erin opneembaar en afwikkelbaar is, en twee losneembare einddeksels, die licht-dicht plaatsbaar en bevestig-baar zijn op elk einde van het huis, waarbij in het hart van de vierkante huisdoorsnede vanuit elk deksel een doorn het huis insteekt, welke de 15 einden van de kern van de rol met geringe speling draaibaar ondersteunen en deze onder alle omstandigheden dragen, waarbij de lichtsluis ter afdichting en bescherming van het af te geven materiaal, op beide wanden ter weerszijden van de afgiftespleet bekleed is met een zacht vezelmateriaal, en waarbij het huis en de deksels van 20 een fotografisch/chemisch inerte, stijve, slagvaste kunststof vervaardigd zijn.
Een cassette van dit soort is bekend uit EU-B-0.016.488. De in deze publikatie beschreven cassette vervult op de markt van de fotografische zetindustrie een nuttige functie. Tezamen met andere soortgelijke cas-25 settes zijn zij een niet officiële standaardcassette gaan vormen voor gebruik in een aantal fotografische zetmachines. Daarbij gaat het om cassettes die met een doorsnede van circa 10x10 cm en een lengte van circa 7.5-40 cm in vele honderdduizendtallen tot enige miljoenen per jaar alleen reeds in Europa worden gebruikt. Het spreekt vanzelf dat 30 cassettes met kleinere en grotere afmetingen eveneens toepasbaar zijn en dat de uitvinding daar evenzeer betrekking op heeft. Deze cassettes zijn van het weggooitype zodra ze leeg zijn, doch dienen niettemin van redelijke kwaliteit te zijn, zodat gedurende opslag en transport en tijdens afgifte in de zetmachine het lichtgevoelig materiaal effectief beschermd 35 is tegen lichtinval en vochtinvloeden. Aan deze eisen voldoen de meeste bestaande cassettes, hoewel uit een aantal verschillende octrooiaanvragen blijkt, dat verbeteringen aan bijvoorbeeld de lichtsluis mogelijk zijn.
.8800130 2
Een bezwaar van de bekende cassette volgens EU-B-0.016.488 en soortgelijke cassettes is echter het feit dat het vullen van de cassette met de rol lichtgevoelig materiaal bij de fabrikant betrekkelijk moeizaam verloopt en nogal eens aanleiding geeft tot volledig verlies van de 5 rol, omdat de rol tijdens het laden van de cassette uittelescopeert of dat het doorvoeren van de flap door de lichtsluis en de afgiftespleet moeilijkheden oplevert. Ook de vervaardiging van de bekende cassette geeft bepaalde moeilijkheden, zoals het inwendig bekleden van de afgiftespleet en de lichtsluis met het zachte vezelmateriaal. Nog steeds 10 wordt hiervoor in het merendeel van de gevallen het kostbare velours gebruikt, omdat dit in de praktijk het lichtgevoelig materiaal goed beschermt, geen krassen veroorzaakt en goed lichtdicht is, zelfs bij een simpele lichtsluis van de allereenvoudigste vorm zoals in de bekende publikatie is afgebeeld.
15 De uitvinding beoogt nu een qua afmetingen en gebruik vervangbare cassette te verschaffen, welke gemakkelijker geladen kan worden bij de fabrikant en door zijn constructie een kostenbesparing oplevert door gebruik van aanmerkelijk goedkoper bekledingsmateriaal van de lichtsluis.
De cassette volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat de 20 diagonaal tegenover de lichtsluis gelegen hoekstrook van het huis als scharnier is uitgevoerd. Dank zij toepassing van het scharnier kan het huis worden opengeklapt om de toegankelijkheid bij het inleggen van de rol lichtgevoelig materiaal aanmerkelijk te vergemakkelijken, waarbij tevens de flap niet meer met moeite door de lichtsluis en de afgifte-25 spleet heengeschoven behoeft te worden, doch eenvoudigweg op de geopende lichtsluis en afgiftespleet gelegd kan worden, waarna het huis kan worden gesloten, waarmee tevens de lichtsluis eveneens gesloten is met daarin opgenomen de eindflap van het lichtgevoelig materiaal. Het zal duidelijk zijn dat voor het scharnier praktisch elk bekend scharnier ge-30 bruikt kan worden, onder meer een zogenaamd "pianoscharnier", mits dit lichtdicht is gemaakt, bijvoorbeeld door het bekleden ervan met een buigbare, niet-doorlaatbare folie. Eveneens zijn diverse vormen van in-steekscharnieren toepasbaar.
Volgens een voorkeursuitvoering echter, bestaat de hoekstrook uit 35 een plastisch scharnier en is deze van elastisch materiaal in coëxtrusie met het overige huis vervaardigd. Bij voorkeur is in dit geval het huis van een polystyreen vervaardigd en het scharnier van een polystyreen met een toevoeging van een elastomeer-component, zoals ABS, vervaardigd en is het scharniermateriaal eveneens fotografisch/chemisch inert en vol-40 doende stijf en slagvast. Op zich is het extruderen van een dergelijk .8800130 i » 3 cassetcehuis reeds bekend uit de eerder genoemde publikatie EU-B-0.016.488, doch volgens de uitvinding wordt een ander materiaal toegepast en wordt het scharnier in coëxtrusie gelijktijdig meegeëxtrudeerd.
Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze een scharnier van de grootste 5 eenvoud vervaardigd kan worden, dat uit één stuk bestaat met het gehele huis en waarvoor de extrusietechnieken reeds voldoende bekend en bedrijf szeker zijn.
Dank zij de toepassing van het scharnier is er een aantrekkelijke werkwijze voor de vervaardiging van het huis volgens de uitvinding moge-10 lijk, welke daardoor gekenmerkt wordt, dat het huis geëxtrudeerd wordt met twee naast elkaar gelegen V-vormige goten, waarvan elke V-hoek overeenkomt met de al dan niet afgeronde hoeken van 90° elk van de doorsnede van het cassettehuis loodrecht ten opzichte van de diagonaal door de lichtsluis en het scharnier en de benen van elke V een met de wanden 15 corresponderende breedte hebben en dat het scharniermateriaal gecoëxtrudeerd wordt als een over 90° tegengesteld gebogen strook, welke de randen van de naar elkaar toegerichte benen van de beide V-goten over hun gehele lengte met elkaar verbindt, en dat aan de ene vrije langsrand van het been van de ene V-vormige 20 goot, de ene zijde van de lichtsluis als wand meegeëxtrudeerd wordt en daarbij in de betrokken V-goot insteekt en aan de andere vrije langsrand van de andere V-vormige goot de andere zijde van de lichtsluis als wand meegeëxtrudeerd wordt en daarbij eveneens in de betrokken V-goot insteekt, 25 een en ander zodanig, dat na het dichtklappen over 180° van de beide V-vormige goten ter vorming van het huis, de beide lichtsluiszijden zodanig op geringe afstand van en evenwijdig aan elkaar gelegen zijn, dat zij tezamen de zijwanden van de lichtsluis vormen.
Volgens de uitvinding wordt het huis in over 180° opengeklapte 30 stand geëxtrudeerd. Dit brengt het belangrijke voordeel met zich mee, dat de extrusiematrijs veel eenvoudiger kan zijn dan bij extrusie van een meer of minder gesloten huis, zoals het geval is bij de bekende cassette. Het opengeklapte huis kan als tussenprodukt worden beschouwd en is gemakkelijk stapelbaar ten behoeve van transport en opslag, hetgeen 35 vooral van belang is wanneer de fabrikage van dit tussenprodukt niet plaatsvindt bij de fabrikant van het lichtgevoelig materiaal.
Dank zij het gebruik van het bovenbeschreven tussenprodukt, wordt een verder voordeel bereikt, namelijk dat de beide openliggende wanden van de lichtsluis elk gemakkelijk kunnen worden bekleed met het zachte 40 vezelmateriaal dat de lichtsluis en de afgiftespleet van het gesloten ;8800130 4 huis vormen. De lichtsluis is immers praktisch altijd één of meermalig golvend gebogen uitgevoerd, zodat bij het bekleden de contouren van de wanden gemakkelijk volledig gevolgd kunnen worden. Daardoor is de reproduceerbaarheid en de kwaliteit van de bekleding van de lichtsluis veel 5 beter dan bij de bekende cassetten. Bij voorkeur wordt hiervoor een zelfklevende viltfolie gebruikt, welke circa een kwart kost van de veelal gebruikte velours bekledingen. Ter illustratie van de hiermee bereikte besparing diene het volgende voorbeeld: bij een jaarlijkse fabrikage van meerdere honderdduizenden cassettes is de kostprijs van de kale cas-10 sette met de beide einddeksels circa één gulden. Daar komt bij een prijs van 0,8 gulden voor het velours als bekledingsmateriaal van de bekende cassettes tegenover 0,2 gulden voor de zelfklevende viltfolie volgens de uitvinding. Dit betekent een besparing van circa 0,6 gulden per cassette, nog afgezien van de veelal mindere kwaliteit van de lichtsluis bij 15 de bekende cassettes tegenover de optimale reproduceerbaarheid volgens de uitvinding.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm worden de einddeksels van de cassette volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat in het hart van elk deksel het deel van de doorn nabij het binnenvlak van het deksel dat 20 - na vulling - het rolmateriaal zijdelings steunt en geleidt, een cir- kelcilindrische doorsnede heeft, en dat de doorn zich verder uit elk deksel uitstrekt met een flauw kegelvormige doorsnede, waarvan één zijde afgeplat is en/of een grotere kegelhoek heeft, zodat de doorn in een smalle rand eindigt, welke met een zekere excentriciteit op afstand van 25 de hartlijn is gelegen, waarbij de excentriciteit in de richting van de diagonaal verloopt, welke loodrecht staat op de diagonaal die - na montage van het deksel op het huis - samenvalt met de diagonaal van het huis door de lichtsluis en het scharnier, één en ander zodanig, dat de doorns als zoeker dienen voor de opening in de kern van een te verpakken 30 rol met - binnen zekere grenzen - variërende uitwendige diameter, welke rol in één van de V-goten is geplaatst.
De eigenschappen en de voordelen van het bovenbeschreven einddeksel kunnen het gemakkelijkst en duidelijkst worden beschreven in samenhang met de voorkeurswerkwijze voor het gebruik van de cassette, welke daar-35 door gekenmerkt wordt, dat deze de volgende stappen omvat: - het coëxtruderen in een in hoofdzaak plat vlak van beide naast elkaar gelegen V-goten, elk eindigende met één van de samenwerkende lichtsluis-wanden, tezamen met het plastische scharnier dat de beide V-goten met elkaar verbindt, . 8800130 5 - het vasthechten van het vezelig bekledingsmateriaal op de vrij liggende lichtsluiswanden, waarbij de V-goten met hun opening omhooggericht zijn, - het in een horizontaal vlak plaatsen van de V-goten met hun opening 5 omhoog, - het plaatsen van een op een kern gewikkelde rol materiaal in één van de V-goten, - het plaatsen van de eindflap van het materiaal over de lichtsluiswand van dezelfde V-goot, 10 - het dichtklappen over 180° van de andere V-goot over de met de rol gevulde goot tot huis, waarbij de flap in de lichtsluis opgesloten is en erdoorheen uitsteekt, - het met geleidingsinrichtingen axiaal ten opzichte van het met de rol gevulde huis geleid toevoeren van de einddeksels, met de afgeplatte zij- 15 de van de doornpunt omhoog, - het met de doornpunt oplichten van de kern (met de rol) tijdens het met de geleidingsinrichting dichter bij het huis brengen van de deksels, - het afsluiten van het cassettehuis met de einddeksels, waarbij de kern 20 van de rol gedragen en gecentreerd wordt door de cirkelcilindrische delen van de doorns, waarbij de flap door de gesloten lichtsluis heen uitsteekt, en - het eventueel vergrendelen van de einddeksels tën opzichte van het huis, zoals met één of meer omsnoeringen met strip, waarmee tevens het 25 vrije einde van de flap ten behoeve van transport en opslag vastgehouden wordt tegen verder uittrekken uit of terugschuiven in de cassette.
Op zich is het bekend om de rol lichtgevoelig materiaal onder alle omstandigheden vrij van de binnenwand van de cassette te houden ten einde beschadigingen en het mogelijke opwekken van statische spanningen 30 zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij wordt de rol via de kern gedragen door de doorns, welke uit de beide einddeksels de cassette op de hartlijn insteken. De kern past daarbij met geringe speling om de doorns en kan met weinig wrijving om de doorns roteren bij het afgeven van lichtgevoelig materiaal door de afgiftespleet. Volgens de uitvinding echter 35 wordt een gerede rol in horizontale positie gelegd in één van de V-vor-mige goten en rust daarbij tijdelijk op twee aangrenzende zijwanden van het huis van de cassette. Daardoor is de hartlijn van de kern van de rol over een afstand ongeveer gelijk aan de speling tot de wand omlaag verplaatst ten opzichte van de hartlijn van de uiteindelijke gerede en ge-40 vulde cassette. Deze afstand is de excentriciteit genoemd. Bij de dikst .8800130 0 6 toepasbare rol treedt er derhalve reeds een zekere excentriciteit op in de grootteorde van enige millimeters gedurende die stap bij het vullen van de cassette, waarbij de rol in de V-vormige goot gelegd is. Op zich is het bijzonder aantrekkelijk om dit soort rollen in horizontale posi-5 tie te hanteren, omdat daarmee het risico van telescoperen vermeden wordt en de rol met de grootste zorg gemakkelijk transporteerbaar en beheersbaar is. Bovendien heeft de eindflap de ideale ligging.
Het komt in de praktijk echter veelvuldig voor, dat een afnemer één of meerdere cassetten bestelt, waarin zich een rol bevindt met een klei-10 nere uitwendige diameter. Hoewel er uiteraard steeds eenzelfde kern wordt gebruikt, kan dit veroorzaakt worden door het gebruik van dunner lichtgevoelig materiaal bij dezelfde lengte, of door een bestelling van kortere banen, in het bijzonder wanneer er speciale kwaliteiten lichtgevoelig materiaal verlangd worden. Wordt een dergelijke rol met kleinere 15 uitwendige diameter op de eerder beschreven wijze horizontaal in de V-vormige goot gelegd, dan zal de excentriciteit toenemen. Dank zij de afplatting en/of de toepassing van een grotere kegelhoek als zoekerpunt op de doorn van elk deksel, zal een betrekkelijk groot gebied van variërende excentriciteiten bij het vullen van de cassette zonder moeilijk-20 heden plaats kunnen vinden. Daartoe worden de einddeksels met behulp van geleidingsgereedschap steeds nauwkeurig naar het huis met de daarin liggende rol toebewogen, waarbij de hartlijn van de doorn met die van het uiteindelijke gesloten cassettehuis samenvallen. Nadat de rol in de V-vormige goot is gelegd en het huis met behulp van het scharnier is 25 dichtgeklapt nadat de flap over enige afstand uit de afgiftespleet is getrokken, zullen de aldus geleid toegevoerde einddeksels altijd nauwkeurig passend op het huis worden aangebracht. Dank zij de zich aan de bovenzijde bevindende afgeplatte kant van de zoekerpunt van de doorn zal, afhankelijk van de excentriciteit, vroeger of later de schuine af-30 geplatte zoekerkant de bovenrand van de kern raken en bij verder verplaatsen van het deksel naar het huis, de rol daardoor geleidelijk aan aan beide kanten worden opgelicht, totdat het cirkelcilindrische deel van de doorn ten slotte in de opening van de kern valt. Aldus is de rol concentrisch in de cassette opgenomen en gelagerd. De einddeksels zijn 35 op bekend wijze voorzien van de noodzakelijke vlakken om in geheel gemonteerde eindtoestand met geringe speling de rol ook axiaal in de cassette op te sluiten.
De einddeksels zullen op de één of andere wijze aan het huis bevestigd moeten worden, zodanig dat zij gedurende opslag en transport en 40 tijdens gebruik bij de gebruiker steeds correct op hun plaats blijven.
.8800130 7
Het is bekend om hiervoor bijvoorbeeld een hechtmiddel te gebruiken, doch ook worden hiervoor nieten gebruikt, zoals onder meer beschreven in de publikatie EU-B-0.016.488. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn er echter in het buitenoppervlak van het cassettehuis 5 en, indien gewenst, ook corresponderende groeven in de einddeksels aangebracht, ten einde met één of meer omsnoeringen met bijvoorbeeld kunst-stofstrip de einddeksels stevig tegen het huis te bevestigen en bevestigd te houden. Dank zij deze strip kan nog een andere belangrijk voordeel worden bereikt, namelijk dat deze strip tevens het vrije einde van 10 de flap tijdens transport en opslag vasthoudt tegen ongewenst verder uittrekken of terugschuiven in de cassette. Bij ingebruikname van de gevulde cassette kan dan hetzij de betrokken strip worden doorgesneden en verwijderd, doch ook is het mogelijk de flap onder de strip vandaan te trekken of de flap naast de strip af te snijden.
15 Aan de hand van de navolgende beschrijving van de bijgevoegde figu ren van een voorkeursuitvoeringsvorm van een cassette volgens de uitvinding, zal de uitvinding nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van het cassettehuis volgens de uitvinding; 20 fig. 2 toont een doorsnede door het opengeslagen cassettehuis vol gens de uitvinding zoals geëxtrudeerd; fig. 3 toont een gedeelte van de doorsnede volgens fig. 2 met ingelegde rol lichtgevoelig materiaal; fig. 4 toont in langsdoorsnede en ten dele schematisch een deel van 25 het cassettehuis met ingelegde rol volgens fig. 3 kort voordat een eind-deksel met behulp van een geleidingsinrichting gesloten wordt.
Het cassettehuis 1 is in fig. 1 afgebeeld in dwarsdoorsnede met een daarin gelegen rol lichtgevoelig materiaal 4 in een positie welke bestaat bij door de einddeksels geheel gesloten cassette. Daarbij valt de 30 hartlijn van de rol samen met de hartlijn 28 van het cassettehuis 1. Afgebeeld is het grootste formaat rol dat in het huis verpakt, opgeslagen en getransporteerd kan worden, waarbij er rondom een speling S aanwezig is tussen de zijwanden 11-14 van het cassettehuis en de rol 4. Het lichtgevoelig materiaal is schematisch met 43 aangeduid, terwijl een 35 flap 45 door de afgiftespleet 15 en de lichtsluis 16 heen gestoken is. Met nadruk zij erop gewezen dat ter vereenvoudiging de bekleding met vezelig materiaal in de lichtsluis is weggelaten, doch dat dit materiaal schematisch in fig. 2 is afgebeeld (19, 20). Zoals gebruikelijk heeft de cassette een huis met een vierkante doorsnede, zodat de wanden 11, 12, 40 13 en 14 even lang zijn en alle haaks ten opzichte van elkaar staan In . a a o o 13 o 8 het gebied van de ene hoek is over de gehele lengte de afgiftespleet 15 met de lichtsluis 16 aangebracht, terwijl diagonaal er tegenover op dezelfde diagonaal 26 een plastisch scharnier 21 is weergegeven, dat eveneens over de gehele lengte van het huis zich uitstrekt. Op bekende wijze 5 is het huis door extrusie van een slagvaste stijve inerte kunststof vervaardigd, zoals een polystyreen, terwijl tegelijkertijd door zogenaamde coextrusie tevens een plastisch scharniermateriaal 21 meegeëxtrudeerd is, bijvoorbeeld bestaande uit een polystyreen met een elastomeercomponent, zoals ABS. In fig. 1 zijn verder de diagonalen 26 en 27 aangege-10 ven, van welke het snijpunt 28 samenvalt met de langshartlijn van de cassette. Langs de gehele eindrand van de zijwand 11 is de wand 17 van de lichtsluis meegeëxtrudeerd. Evenzo is aan de eindrand van de zijwand 14 van het huis de andere wand 18 van de lichtsluis meegeëxtrudeerd, en wel zodanig dat bij door de deksels gesloten en gefixeerd cassettehuis 15 de spleet in de lichtsluis en de afgiftespleet de gewenste breedte heeft over de gehele lengte van het huis. De zijwanden 17 en 18 van de lichtsluis zijn meervoudig gekromd en lopen evenwijdig aan elkaar, terwijl zij aan hun vrije einde dat in het cassettehuis insteekt, van inloopaf-rondingen voorzien zijn voor het lichtgevoelig materiaal. Verder zijn in 20 fig. 1 een viertal inkameringen 22, 23 en 24, 25 weergegeven, welke ervoor bestemd zijn om niet verder weergegeven omsnoeringsstrips op te nemen, welke dienen om de beide einddeksels in de gemonteerde positie tegen losraken van het huis te borgen. Doordat de strips in de verdiepingen 22-25 gelegen zijn, kunnen zij niet ongewild van de cassette wor-25 den afgeschoven en bovendien blijven de cassetten stapelbaar en ook in dwarsrichting op elkaar verschuifbaar. De ene omsnoeringsstrip doorloopt als eindeloze lus de verdiepingen 22 en 23 en de andere de verdiepingen 24 en 25. Eén belangrijk voordeel wordt met de omsnoeringsstrip nabij de afgiftespleet bereikt, namelijk dat de gevulde cassette door de fabri-30 kant kan worden afgeleverd met het einde van de flap 45 ingeklemd onder de strip in de verdieping 24. Daarmee wordt voorkomen dat de flap te ver kan worden uitgetrokken of in de cassette terug zou kunnen schuiven. Voor gebruik dient hetzij de flap 45 vlak bij de omsnoeringsstrip in de verdieping 24 te worden afgesneden, zodat hij vrijkomt, hetzij de strip 35 in de groeven 24 en 25 doorgesneden en verwijderd te worden. De andere omsnoeringsstrip blijft dan intact om de deksels op hun plaats te houden.
In fig. 2 is het over 180° opengeklapte cassettehuis 1 weergegeven, zoals dit is geëxtrudeerd. Het plastische scharnier 21 is daarbij over 40 180° omgeklapt ten opzichte van de bedrijfspositie van de cassette en .8800130 9 het huis zoals weergegeven in fig. 1. In een stelstuk en hulpgereedschap 5 dat onderstaand bij de bespreking van fig. 4 nader zal worden toege-lichtj zijn op de juiste afstand een tweetal groeven 51 en 52 aangebracht, waarin de beide hoeken gelegen op de diagonaal 27 (fig. 1) wor-5 den geplaatst, zodat het opengeklapte huis in de geëxtrudeerde vorm een stabiele ondersteuning vindt. In de beschrijving is de ruimte ingenomen door de wanden 11 en 12 de V-vormige goot A genoemd en evenzo die tussen de wanden 13 en 14 de goot B. In fig. 2 zijn met 19 en 20 schematisch de bekledingen met een viltmateriaal van de binnenwanden 17 en 18 van de 10 lichtsluis weergegeven. Deze kunnen worden aangebracht in de weergegeven positie, zodat er een gemakkelijke toegankelijkheid is ten einde, de lichtsluisbekledingen 19 en 20 correct aan te brengen, zodat zij de golven van de lichtsluis volledig volgen. Het zal duidelijk zijn dat de in fig. 2 afgebeelde geëxtrudeerde vorm van het huis een redelijke stape-15 ling van een groot aantal cassettehuizen mogelijk maakt binnen een beperkt volume.
In fig. 3 is de goot A opnieuw weergegeven zoals afgebeeld in fig.
2. In deze goot is nu een rol lichtgevoelig materiaal 4 gelegd van de grootst mogelijke diameter. Deze rol ligt langs de contactlijnen 47 en 20 48 op de zijwanden 11 en 12 en is daarmee over een afstand e (in fig. 3) lager gelegen dan de hartlijn 28 van de uiteindelijke klaar gemonteerde cassette. De spelingen S immers tussen de rol 4 en de wanden 11 en 12 ontbreken in de afgebeeld situatie. Mocht er een rol met kleinere diameter worden toegepast, dan neemt de excentriciteit e toe en komt de hart-25 lijn 46 van de kern 41 waarop het lichtgevoelig materiaal 43 gewikkeld is, lager te liggen. De flap 45 wordt op de lichtsluiswand 17 gelegd. Ook in fig. 3 is ter vereenvoudiging de bekleding van de lichtsluis met het vezelraateriaal 19, 20 niet weergegeven. Vervolgens worden de wanden 13 en 14 welke de andere V-goot B vormen, om het scharnier 21 dichtge-30 klapt, ten einde het huis te sluiten, zoals met stippellijnen in fig. 3 is weergegeven. De flap 45 is daarmee opgesloten tussen de wanden 17 en 18 van de lichtsluis. Er zij op gewezen dat de hartlijnen van de rol 4 en van het huis 28 horizontaal blijven en dat het cassettehuis stabiel blijft liggen in de groef 51 van het gereedschap 5. Dit is de ideale po-35 sitie voor het beschouwde soort rollen met kwetsbaar materiaal, zoals lichtgevoelig materiaal. Beschadigingen van het oppervlak van de rol, van de zijkanten of, erger, uittelescoperen van de rol, zijn daarmee praktisch onmogelijk.
In fig. 4 is een zijaanzicht afgebeeld van het gesloten cassette-40 huis volgens fig. 3, en wel het rechter einde ervan. Het zal duidelijk ,8800130 0 10 v zijn dat aan het niet weergegeven linker einde zich dezelfde gereedschappen kunnen bevinden als aan het rechter einde en dat dezelfde bewerkingen aldaar plaatsvinden. Links in fig. 4 is de rol 4 af geheeld, zoals deze volgens fig. 3 nog op de contactlijnen 47 en 48 van de zij-5 wanden 11 en 12 gelegen is. De hartlijn 46 van de rol bevindt zich dus over een afstand e gelijk aan de excentriciteit onder de hartlijn 28 van de cassette. In het rechter deel van fig. 4 is op een verhoging 53 van het gereedschap 5 een hydraulische vijzel 54 schematisch weergegeven, waarvan de hartlijn 56 samenvalt met de hartlijn 28 van de cassette. De 10 stang 55 welke door de vijzel 54 langs de hartlijn 56 in- en uitgeschoven kan worden, zoals aangegeven met de pijlen, draagt een stelgereed-schap 57, 58 voor het rechter einddeksel 3 van de cassette. Voor de duidelijkheid is het deksel 3 in fig. 4 zwevend weergegeven in de juiste positie, doch het zal duidelijk zijn, dat de bodem 31 van het deksel ten 15 behoeve van het sluiten van de cassette dient te rusten tegen de plaat 57 en dat de omtreksrand van het deksel 32 op bekende wijze opgevangen wordt door een schematisch weergegeven opneemrand 62. Al naar omstandigheden, kunnen de houders 62 bijvoorbeeld slechts de hoeken van het einddeksel 3 grijpen, zoals schematisch weergegeven in fig. 4. Het zal ech-20 ter duidelijk zijn, dat ook andere delen van het deksel kunnen worden gegrepen, al naar de gekozen uitvoering van het deksel.
Ten einde rotatie van de plaat 57 te voorkomen tijdens de montage-bewerking en de geleiding vooral in de uitgestoten positie van de vijzel 54 te verbeteren, is volgens fig. 4 de benedenzijde van de plaat 57 25 voorzien van een slede 58, welke geleid wordt in een afzonderlijke geleiding 52. Het belangrijkste onderdeel van het sluitgereedschap bestaat uit de doornsteun 59 met zijn aan de bovenzijde afgeplatte vlak 60. Deze past nauwkeurig in de holle doorn 35, 36, 37, welke zich in het hart van het deksel 3 bevindt en vanuit de bodem 31 het cassettehuis 1 insteekt 30 in gemonteerde toestand. Het deksel is op bekende wijze voorzien van een dubbele omtreksrand 32, 33, waartussen zich een spleet 34 bevindt, welke langs een deel of over de gehele omtrek van het deksel rondloopt en waarin de wand van het huis nauwkeurig lichtdicht past. Slechts bij de afgiftespleet is, voor zover nodig, op niet-weergegeven bekende wijze de 35 dubbele wand 32, 33 plaatselijk onderbroken, ten einde de flap 45 en het lichtgevoelig materiaal ook in de gesloten toestand van de cassette door te laten. De buitenzijde van de doorn is cirkelcilindrisch bij 35 ten einde met geringe speling in de holte 42 van de kern 41 te passen en deze te lageren voor rotatie en geleiding tijdens transport, opslag en 40 gebruik van de cassette. De doorn zet zich verder voort met een schuin .8800136 Λ 11 vlak 36, dat zich aan de bovenzijde bevindt en dat eindigt in een scherpe rand 37. Zoals uit fig. 4 blijkt, zal tijdens het nauwkeurig geleide naderbij brengen van het deksel naar het cassettehuis 1 met de daarin liggende rol 4, het boven-binneneinde 49 van de kern 41 in aanraking 5 komen met het schuine vlak 36 van de doorn. Bij grote excentriciteit e zal dit eerder plaatsvinden en bij kleine excentriciteit e later. Zoals reeds eerder gezegd, is de afgebeelde rol 4 de grootste diameter welke in de afgebeelde cassette geborgen kan worden, zodat de excentriciteit e in de figuren minimaal is. Derhalve zullen grotere excentriciteiten e 10 dan de afgebeelde, eveneens mogelijk moeten zijn. Dit is het geval zolang het boven-binneneinde 49 van de kern 41 zich boven de scherpe voorrand 37 van de doorn bevindt. Dit laatste is het geval indien de rol circa een kwart van de diameter bedraagt, zoals afgebeeld in de figuren.
Daarbij wordt uiteraard steeds dezelfde kern 41 gebruikt. Omdat de rol-15 len 4 met lichtgevoelig materiaal relatief zwaar zijn, zal het uitstekende deel van de doorn gemakkelijk kunnen doorbuigen wanneer bij voortgezette beweging naar links in fig. 4 het schuine vlak 36 via het punt 49 de rol oplicht, totdat de excentriciteit e tot nul is afgenomen en de hartlijn van de rol samenvalt met die van het cassettehuis en van het 20 gereedschap 56. De doornsteun 59 met de afgeplatte zijde 60 dienen nu ervoor om de op de doorn werkende krachten gedurende deze bewerkingsfase op te vangen en door te leiden naar stabiele delen van het gereedschap 51, 52, 53. Zodra de wanden van het cassettehuis geheel in de groef 34 opgenomen zijn, draagt de binnenzijde van de kern 41 over een voldoende 25 lange afstand op het cilindrische gedeelte 35 van de doorn. De rol 4 met het opgewikkelde lichtgevoelige materiaal 43 dient daarbij in axiale richting met geringe speling nauwkeurig opgesloten te zijn. Op bekende wijze zijn daartoe verhogingen in het inwendige van het deksel 3 aangebracht, zoals schematisch weergegeven met 38. Op bekende wijze kunnen 30 deze verhogingen 38 verschillende vormen hebben en ook van verschillende materialen vervaardigd zijn.
Het zal duidelijk zijn, dat na plaatsgevonden montage van het eind-deksel op het cassettehuis, het gereedschap 57-60 door de vijzel 56 wederom zover teruggetrokken wordt, dat de gevulde en gesloten cassette 35 van het gereedschap 5 verwijderd kan worden. Daarna wordt een volgend cassettehuis geplaatst in de groef 51, een rol 4 ingelegd, een deksel 3 op het gereedschap 57/62 geplaats en herhaalt zich de bovenbeschreven bewerkingsscyclus.
Het omsnoeren met de eerdergenoemde strippen kan desgewenst nog op 40 het stelstuk 5 plaatsvinden, doch het kan ook na verwijdering van de gevulde en gesloten cassette plaatsvinden.
.8800130

Claims (7)

1. Licht-dichte cassette voor het opnemen en afgeven van een strook (43), zoals van lichtgevoelig materiaal, welke op een kern (41) opgerold is tot een rol (4), en waarvan het ene einde (45) door een af-giftespleet (15) met lichtsluis (16) naar buiten uitgevoerd is, welke 5 cassette omvat: een in hoofdzaak vierkant huis (1) met al dan niet afgeronde hoeken ongeveer ter lengte van de te verpakken rol (4), waarin de afgiftespleet (15) in het gebied van één van de hoeken over de gehele lengte aangebracht is, en met een zodanige inwendige holte, dat de rol vrij van aan-10 raking (S) met de wanden erin opneembaar en afwikkelbaar is, en twee losneembare einddeksels (3), die licht-dicht (32, 33, 34) plaatsbaar en bevestigbaar zijn op elk einde van het huis (1), waarbij in het hart (28) van de vierkante huisdoorsnede vanuit elk deksel (3) een doorn (35, 36, 37) het huis (1) insteekt, welke de einden van de 15 kern (41) van de rol (4) met geringe speling draaibaar ondersteunen en deze onder alle omstandigheden dragen, waarbij de lichtsluis (16) ter afdichting en bescherming van het af te geven materiaal, op beide wanden (17, 18) ter weerszijden van de afgif-tespleet bekleed is met een zacht vezelmateriaal (19, 20), en waarbij 20 het huis (1) en de deksels (3) van een fotografisch/chemisch inerte, stijve, slagvaste kunststof vervaardigd zijn, met het kenmerk, dat de diagonaal (26-26) tegenover de lichtsluis (15) gelegen hoekstrook (21) van het huis als scharnier is uitgevoerd.
2. Licht-dichte cassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat de hoekstrook als plastisch scharnier (21) is uitgevoerd en van een elastisch materiaal in coëxtrusie met het overige huis (1) vervaardigd is.
3. Cassette volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het huis van een polystyreen en het scharnier (21) van een polystyreen met 30 toevoeging van een elastomeer-component, zoals ABS, vervaardigd zijn en dat het scharniermateriaal eveneens fotografisch/chemisch inert en voldoende stijf en slagvast is.
4. Werkwijze voor vervaardiging van het huis (1) volgens conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat het huis geëxtrudeerd wordt met twee 35 naast elkaar gelegen V-vormige goten (A,B), waarvan elke V-hoek overeenkomt met de al dan niet afgeronde hoeken van 90° elk van de doorsnede (27-27) van het cassettehuis loodrecht ten opzichte van de diagonaal (26-26) door de lichtsluis (15) en het scharnier (21) en de benen van .S8 0 01 3 0 13 * elke V een met de wanden (11-14) corresponderende breedte hebben en dat het scharniermateriaal gecoëxtrudeerd wordt als een over 90“ tegengesteld gebogen strook, welke de randen van de naar elkaar toegerichte benen (12, 13) van de beide V-goten over hun gehele lengte met elkaar 5 verbindt, en dat aan de ene vrije langsrand van het been (11) van de ene V-vormige goot (A), de ene zijde van de lichtsluis als wand (17) meegeëxtrudeerd wordt en daarbij in de betrokken V-goot insteekt en aan de andere vrije langsrand van de andere V-vormige goot (b) de andere zijde van de licht-10 sluis als wand (18) meegeëxtrudeerd wordt en daarbij eveneens in de betrokken V-goot insteekt, een en ander zodanig, dat na het dichtklappen over 180° van de beide V-vormige goten ter vorming van het huis, de beide lichtsluiszijden (17, 18. zodanig op geringe afstand van en evenwijdig aan elkaar gelegen 15 zijn, dat zij tezamen de zijwanden van de lichtsluis (16) vormen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beide van de bodem van elke goot afgekeerde zijden van de wanden (17,18) van de lichtsluis, in de nog opengeklapte vorm van het huis, zoals geëxtru-deerd, elk bekleed worden met een zacht vezelmateriaal, zoals met een 20 zelfklevende viltfolie (19, 20), waarbij de contouren van de wanden volledig gevolgd worden.
6. Cassette volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het hart (28) van elk deksel (3) het deel van de doorn nabij het binnenvlak (31) van het deksel dat - na vulling - het 25 rolmateriaal zijdelings steunt en geleidt (38), een cïrkelcilindrische doorsnede (35) heeft, en dat de doorn zich verder uit elk deksel uitstrekt met een flauw kegelvormige doorsnede, waarvan één zijde (36) afgeplat is en/of een grotere kegelhoek heeft, zodat de doorn in een smalle rand (37) eindigt, welke met een zekere excentriciteit (e) op afstand 30 van de hartlijn (28) is gelegen, waarbij de excentriciteit (e) in de richting van de diagonaal (27-27) verloopt, welke loodrecht staat op de diagonaal (26-26) die - na montage van het deksel op het huis - samenvalt met de diagonaal (26-26) van het huis door de lichtsluis (15) en het scharnier (21), één en ander zodanig, dat de doorns als zoeker die-35 nen voor de opening (42) in de kern (41) van een te verpakken rol (4) met - binnen zekere grenzen - variërende uitwendige diameter, welke rol in één van de V-goten (A) is geplaatst.
7. Werkwijze voor het gebruik van de cassette volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze de stappen 40 omvat: .8800130 * 14 V - het coëxtruderen in een in hoofdzaak plat vlak van beide naast elkaar gelegen V-goten (Δ, B), elk eindigende met één van de samenwerkende lichtsluiswanden (17, 18), tezamen met het plastische scharnier (21) dat de beide V-goten met elkaar verbindt, 5. het vasthechten van het vezelig bekledingsmateriaal (19, 20) op de vrij liggende lichtsluiswanden (17, 18), waarbij de V-goten (A, B) met hun opening omhooggericht zijn, - het snijden van de aangeleverde standaard lengten geëxtrudeerd en bekleed goot-materiaal tot stukken met de gewenste huislengte, 10. het in een horizontaal vlak (5, 51) plaatsen van de V-goten met hun opening omhoog, - het plaatsen van een op een kern (41) gewikkelde rol (4) materiaal in één van de V-goten (A), - het plaatsen van de eindflap (45) van het materiaal over de licht-15 sluiswand (17) van dezelfde V-goot (A), - het dichtklappen over 180Q van de andere V-goot (B) over de met de rol (4) gevulde goot (A) tot huis (1), waarbij de flap (45) in de lichtsluis (15) opgesloten is en erdoorheen uitsteekt, - het met geleidingsinrichtingen (52, 58; 55) axiaal ten opzichte van 20 het met de rol (4) gevulde huis (l) geleid toevoeren van de einddeksels (3), met de afgeplatte zijde (36) van de doornpunt omhoog, - het met de doornpunt (36) oplichten van de kern 36, 41) (met de rol) tijdens het met de geleidingsinrichting dichter bij het huis brengen van de deksels, 25. het afsluiten van het cassettehuis met de einddeksels (3), waarbij de kern (41) van de rol gedragen en gecentreerd wordt door de cirkelcilin-drische delen (35) van de doorns, waarbij de flap 45) door de gesloten lichtsluis (15) heen uitsteekt, en - het eventueel vergrendelen van de einddeksels (3) ten opzichte van het 30 huis (1), zoals met één of meer omsnoeringen (22-25) met strip, waarmee tevens het vrije einde van de flap (45) ten behoeve van transport en opslag vastgehouden wordt tegen verder uittrekken uit of terugschuiven in de cassette. .88ö 0130
NL8800130A 1988-01-20 1988-01-20 Lichtdichte cassette. NL8800130A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800130A NL8800130A (nl) 1988-01-20 1988-01-20 Lichtdichte cassette.
EP89200007A EP0325308A1 (en) 1988-01-20 1989-01-02 Light-proof cassette

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800130A NL8800130A (nl) 1988-01-20 1988-01-20 Lichtdichte cassette.
NL8800130 1988-01-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800130A true NL8800130A (nl) 1989-08-16

Family

ID=19851625

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800130A NL8800130A (nl) 1988-01-20 1988-01-20 Lichtdichte cassette.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0325308A1 (nl)
NL (1) NL8800130A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0561438A1 (en) * 1992-03-19 1993-09-22 Agfa-Gevaert N.V. A reloadable lighttight plastic cassette

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1546088A (en) * 1975-04-29 1979-05-16 Agfa Gevaert Light-tight cassette
US4431139A (en) * 1982-07-26 1984-02-14 Eastman Kodak Company Container for light-sensitive material
DE8710228U1 (nl) * 1987-07-25 1987-09-24 Rehau Ag + Co, 8673 Rehau, De

Also Published As

Publication number Publication date
EP0325308A1 (en) 1989-07-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1329795C (fr) Cale de conditionnement, conteneur pour une telle cale et procede d&#39;emballage mettant en oeuvre une telle cale
EP0230057A1 (en) A light-tightly packaged roll of light-sensitive material
CS228141B2 (en) Cassette for tape record carriers,especially magnetic t
NL8302867A (nl) Pakketteerwerkwijze.
JP2001523333A (ja) テストエレメントの貯蔵装置
US5268059A (en) Detaping machine for removal of integrated circuit devices from sealed pocket tape
EP0346450A1 (en) Film belt loader package
CA1312060C (en) Light-tight cassette and method for packing rolls of light-sensitive material in a cassette
US4854519A (en) Magazine for containing strip of recording medium
NL8800130A (nl) Lichtdichte cassette.
JPH02503484A (ja) 遮光カセット
NL8102877A (nl) Magneetbandcassette.
CA1058503A (en) Edge-standing framed pockets taped on one side for dispensing
KR100479200B1 (ko) 테이프용 풀림 케이스
EP0685758B1 (en) Apparatus for assembling photo film cassette
CA1296939C (en) Light-cassette for light-sensitive photographic material
US4832197A (en) Photosensitive material magazine
US5126774A (en) Lighttight cassette
JPH08292523A (ja) 光線を通さないように包装されたロール
EP0561438A1 (en) A reloadable lighttight plastic cassette
FR2682845A1 (fr) Appareil et procede d&#39;entrainement de plateau d&#39;un appareil combinant une camera et un enregistreur.
JPH0772790B2 (ja) 遮光性カセット
US5373337A (en) Method and apparatus for sorting excessive core set film
JP2004067285A (ja) タブテープ用リール
JPH0430567B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed