NL8800117A - Samenstel van kast en geldladen zoals in gebruik bij kasregisters en dergelijke. - Google Patents

Description

- 1 - !* *

Samenstel van kast en geldladen zoals in gebruik bij kasregisters en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van kast en geldladen zoals deze in gebruik zijn bij kasregisters en dergelijke.

Bij vele bedrijven, zoals bijvoorbeeld supermarkten en dergelijke, is een eis dat twee afzonderlijke geldladen 5 aanwezig zijn, zodat wanneer een kassière gedurende korte tijd afwezig is, een andere kassière de werkzaamheden kan overnemen, maar daarbij gebruik maakt van haar eigen geldlade, zodat slechts zij daarvoor verantwoordelijk is.

Bij bekende samenstellen worden dan ook twee geld-10 laden boven elkaar aangebracht. Dit levert echter bezwaren op wanneer boven de kast met de geldladen het kasregister wordt opgesteld, waarop de kassière de bedragen moet aanslaan. Het kasregister komt dan ofwel te hoog te staan of, wanneer men de kast in zijn geheel laat zakken, 15 ontstaat er een tekort aan beenruimte.

De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voorziet er daartoe in, dat in de kast middelen zijn aangebracht voor het verdraaibaar ondersteunen van twee geldladen, van welke geldladen de achterzijden naar elkaar 20 zijn toe gericht zodanig dat eerst de ene geldlade in gebruik kan zijn en na verdraaiing van het samenstel over 180° om een nagenoeg vertikale as de andere geldlade.

Bij de meest bekende type van dergelijke samenstellen is voldoende ruimte aanwezig om achter de ene geldlade 25 een andere te plaatsen, daar een geldlade geen grote diepte behoeft te bezitten.

Wanneer nu dus de ene kassière, die de ene geldlade gebruikt, haar taak aan een andere kassière overdraagt, wordt de ene geldlade afgesloten door de eerste kassière 30 en worden de geldladen verdraaid zodat de andere in gebruik kan worden genomen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zullen de middelen voor het verdraaibaar ondersteunen van twee geldladen een draaiplateau omvatten waarop de geldladen 35 losneembaar kunnen worden aangebracht.

In het algemeen is namelijk een eis, dat de geldladen . 8 8 0 0 1 1¾ » - 2 - na sluitingstijd van het bedrijf uit de kast kunnen worden weggenomen om bijvoorbeeld in een kluis te worden geplaatst of om direkt te worden geleegd. Bij het weer opengaan van het bedrijf kan dan aan een kassière een 5 geldlade ter beschikking worden gesteld waarin zich bijvoorbeeld een bepaald bedrag aan wisselgeld bevindt.

Wanneer in het bovenstaande wordt gesproken over een kast, kan hieronder ook een ondersteuningsraamwerk worden verstaan. In het algemeen zal echter een kast aan-10 wezig zijn, die voorzien is van zijwanden die zich in de gebruiksstand van één der geldladen dicht naast de zijwanden van ten minste één der geldladen bevinden. Om nu toch de verdraaiing van de geldladen met het draaiplateau mogelijk te maken, zal in het bijzonder het voor-15 ste deel van de zijwanden wegneembaar, dan wel verplaatsbaar zijn.

Bij voorkeur zal er in worden voorzien, dat het voorste deel van elke zijwand naar achteren toe verschuifbaar is. Hierdoor vereist de inrichting in zijn geheel 20 weinig meer ruimte dan anders het geval is, terwijl ook het verdraaien van de geldladen bijzonder snel kan plaatsvinden en de zijwanddelen weer snel op hun plaats kunnen worden gebracht. Een voordeel hierbij is nog, dat de niet in gebruik zijnde geldlade volledig aan het gezicht 25 is onttrokken.

Wanneer slechts één kassière van het samenstel gebruik maakt, kan zij de ene geldlade benutten om daarin geld te bewaren, dat niet meer als wisselgeld noodzakelijk is. Het is dan niet direkt noodzakelijk het overtollige 30 geld naar een kluis of dergelijke te brengen.

In het algemeen vindt de bediening van de geldlade langs elektrische weg plaats. Daarbij worden twee systemen toegepast, namelijk een lade die naar buiten toe schuift om hem toegankelijk te maken en een geldlade die is 35 voorzien van een opklapbaar deksel en dus zelf op zijn plaats blijft.

Gebleken is nu dat ook bij toepassing van een draaiplateau met daarop twee geldladen, de elektrische bediening van de geldladen mogelijk is.

40 Daartoe wordt er in voorzien, dat de elektriciteits- .880011? * - 3 - kabel via welke de geldlade wordt bediend zich vanuit de kast naar beneden toe uitstrekt in hoofdzaak langs de draaiïngsas van het draaiplateau, terwijl het draaiplateau en de kast zijn voorzien van aanslagen zodanig dat het 5 draaiplateau slechts over 180° heen en terug kan worden gedraaid.

Op deze wijze wordt bereikt, dat de elektriciteitskabel slechts een geringe vervorming behoeft te ondergaan en wel tussen twee standen in, daar voorkomen wordt, dat 10 het draaiplateau over meer dan 180° wordt gedraaid.

In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat de kast een bovenvlak bezit dat bij de rand, die zich bij de geldlade bevindt, verzwenkbaar met de kast is verbonden en dat onder een hoek ten opzichte van het boven-15 vlak van de kast kan worden ingesteld.

Wanneer dus op de kast een kasregister wordt geplaatst, kan het toetsenbord ervan door de kassière zelf onder een gewenste hoek worden gebracht, zodat een optimale bediening ervan verzekerd is. In het algemeen zal een 20 kassière het toetsenbord onder een bepaalde hoek willen plaatsen, in afhankelijkheid van haar lichaamslengte.

In het bijzonder zal de uitvoering zodanig zijn, dat de hoekinstelling traploos kan geschieden.

In het bijzonder zal de traploze instelling plaats-25 vinden door middel van een schijf, die verdraaibaar is ten opzichte van een as die evenwijdig loopt aan de scharnieras van het bovenvlak en van welke schijf de buitenomtrek excentrisch ten opzichte van de draaiïngsas loopt, waarbij de schijf in elke gewenste stand kan worden 30 vastgeklemd.

De schijf kan dus naar een bepaalde stand worden gedraaid, waarbij het verzwenkbare bovenvlak de gewenste stand inneemt en kan dan in de betreffende stand worden vastgeklemd, zodat een eenvoudige en betrouwbare inrichting 35 wordt verkregen.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht toont van een 40 samenstel volgens de onderhavige uitvinding; .8800117 t - 4 - fig. 2 een vooraanzicht toont van de inrichting van fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht toont van de inrichting van fig. 1; 5 fig. 4 een aanzicht toont van een deel van de inrichting van fig. 1 maar met weglating van de geldladen; fig. 5 een zijaanzicht toont van de onderdelen van fig. 4; en fig. 6 een bovenaanzicht toont van een onderdeel 10 van het draaiplateau weergegeven in fig. 5.

Het in de tekening weergegeven samenstel bestaat in hoofdzaak uit de kast 1 en de beide geldladen 2 en 3, die worden ondersteund door middel .van het draaiplateau 4.

De kast 1 omvat de bodemplaat 5, de zijwanden 6, 15 de bovenwand 7 en de achterwand 8. De bodemplaat 5 kan zijn voorzien van één of meer verstijvingsprofielen 9.

De zijwanden 6 omvatten een achterste vast deel 10 en een voorste deel 11, dat naar achteren toe verschuifbaar is, dus in de richting van de pijl P in fig. 1.

20 Het draaiplateau 4 omvat twee platen 12, voor het daarop ondersteunen van de geldladen 2 en 3. De platen 12 zijn met elkaar verbonden doordat elke plaat is voorzien van een omgezet deel 13, welke omgezette delen door middel van bouten 14, waarvan slechts de hartlijn is 25 aangeduid, met elkaar zijn verbonden. De platen 12 worden ondersteund door middel van een schijf 15, die in bovenaanzicht is weergegeven in fig. 6. De schijf 15 bezit twee uit het vlak van de schijf naar beneden toe gebogen lippen 16, die afwisselend in aanraking kunnen komen 30 met een lip 17, die vast is verbonden met de bodemplaat 5. Wanneer de ene aanslaglip 16 van de schijf 15 aanligt tegen de lip 17, zoals dit is aangegeven in fig. 6, kan de schijf slechts over 180° worden verdraaid in de richting van de pijl R, totdat de andere lip 16 tegen de 35 lip 17 aan ligt. In die stand zal de geldlade 2, die zich in fig. 1 in de gebruiksstand bevindt, terecht zijn gekomen op de plaats van de geldlade 3 en de geldlade 3 zal zich dan in de gebruiksstand bevinden. Om de geldlade 2 weer in de gebruiksstand te brengen kan het draai-40 plateau 4 alleen maar in tegengestelde richting terug . 8 8 0 0 1 1 7 - 5 - * worden gedraaid, dus tegen de richting van de pijl R in, totdat de in fig. 6 weergegeven stand van de schijf 15 weer wordt bereikt.

Hierdoor wordt voorkomen, dat de elektrische kabel 18, 5 die zorgt voor de bediening van de geldladen, te veel wordt gedraaid en daardoor stuk zou kunnen gaan.

In fig. 5 zijn nog de met de platen 12 verbonden delen 19 schematisch aangegeven, die zorgen voor het losneembaar met de plaat 12 verbinden van de geldladen 10 2 en 3. Dit zijn op zichzelf bekende stelsels, zodat déze niet in detail behoeven te worden beschreven.

Het verdraaibaar verbinden van het draaiplateau 4 met de bodemplaat 5 van de kast vindt plaats door middel van de bout 20, waarmee gelijktijdig via een aandrukplaat 15 21 de platen 12 tegen de schijf 15 aan worden getrokken.

De aandrukplaat 21 strekt zich uit door een opening 22 in de omgezette delen 13 van de platen 12 heen.

Daar het totale gewicht van de geldladen 2 en 3 en het draaiplateau 4 ter plaatse van de bout 20 op de bodem-20 plaat 5 van de kast 1 wordt overgebracht, zal in elk geval ter plaatse van de bout 20 een verstijvingsprofiel 9 aanwezig zijn.

In fig. 1 is een deel van de cirkelboog 22 aangegeven, die de hoek van de geldlade 2 beschrijft wanneer het 25 draaiplateau wordt verdraaid ten opzichte van de vertikale hartlijn van de bout 20. Het is duidelijk dat hiertoe de voorste zijwanddelen 11 eerst naar achteren toe moeten zijn geschoven en dat na verdraaiing de delen weer naar voren toe kunnen worden gebracht. Hierdoor worden de 30 laden 2 en 3 automatisch in hun stand vastgehouden.

De fig. 1 en 3 tonen nog de mogelijkheid boven de bovenwand 7 van de kast 1 een bovenplaat 23 aan te brengen, die bij de voorrand 24 verzwenkbaar met de kast 1 is verbonden. Op de plaat 23 kan bijvoorbeeld 35 een kasregister worden geplaatst.

Voor het traploos instellen van de hoek α die de bovenplaat 23 met de kast 1 maakt, wordt gebruik gemaakt van een half-cirkelvormige schijf 25, die in een excentrisch gelegen punt vast is verbonden met een as 26, 40 die op niet nader weergegeven wijze wordt ondersteund . 88 0 0 1 1 7 - 6 - door het vaste zijwanddeel 10 van de kast 1. De as 26 is vast verbonden met het ene uiteinde van een arm 27.

Door het andere uiteinde van de arm 27 strekt zich een bout 28 uit, die eveneens loopt door een sleuf 29 van een 5 poot 30, die in het punt 31 scharnierend is verbonden met het zijwanddeel 10. De arm 27 en de poot 30 kunnen vast tegen elkaar aan worden geklemd door middel van een handwiel 32, dat op de bout 28 wordt gedraaid. Op deze wijze kan het samenstel van arm 27 en poot 30 onder een 10 bepaalde hoek ten opzichte van elkaar worden vastgeklemd, waardoor ook de as 26 en daarmee de schijf 25 in een vaste stand kan worden gehouden. De hoek α die de plaat 23 maakt met de bovenwand 7 van de kast 1 is daardoor traploos instelbaar.

15 Opgemerkt zij nog, dat de schijf 25 zich uit kan strekken door een sleuf 33 in de bovenwand 7 van de kast 1, terwijl in fig. 1 terwille van de duidelijkheid een deel van de bovenplaat 23 is weggelaten.

Zoals reeds boven opgemerkt, kunnen de geldladen 20 2 en 3 zodanig zijn uitgevoerd, dat zij toegankelijk worden door middel van een scharnierend deksel 34, dat langs elektrische weg kan worden geopend. De geldladen kunnen echter ook zodanig zijn uitgevoerd, dat zij vanuit een gesloten kast naar voren toe kunnen schuiven, zoals dit 25 in de praktijk eveneens bekend is.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding in de tekening is weergegeven en in het bovenstaande besproken en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de 30 uitvindingsgedachte te vallen.

- conclusies - . 8 8 0 0 1 1 7

Claims (8)

1. Samenstel van kast (1) en geldlade (2,3), waarbij de kast (1) geschikt is voor het opnemen van meer dan ëën geldlade (2,3) zoals in gebruik bij kasregisters en derge-lijke, met het kenmerk, dat in de kast (1) 5 middelen (4) zijn aangebracht voor het verdraaibaar ondersteunen van twee geldladen (2,3), van welke geldladen (2,3) de achterzijden naar elkaar zijn toe gericht zodanig dat eerst de ene geldlade (2) in gebruik kan zijn en na verdraaiing van het samenstel over 180° de andere 10 geldlade (3).

2. Samenstel volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de middelen een draaiplateau (4) omvatten waarop de geldladen (2,3) losneembaar kunnen worden aangebracht.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, m e t h e t kenmerk, dat de zijwanden (6) van de kast (1) zich in de gebruiksstand van één der geldladen (2,3) dicht naast de zijwanden van ten minste ëën der geldladen (2,3) bevinden en dat het voorste deel (11) van de zijwanden 20 (6) wegneembaar dan wel verplaatsbaar is.

3 - 7 - -Conclusies-

4. Samenstel volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat het voorste deel (11) van elke zijwand (6) naar achteren toe verschuifbaar is.

5. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de elektriciteitskabel (18) via welke de geldladen (2,3) worden bediend, zich vanuit de kast (1) naar beneden toe uitstrekt in hoofdzaak volgens de draailngsas (20) van het draaiplateau (4), terwijl het draaiplateau (4) en de kast zijn voorzien 30 van aanslagen (16,17) zodanig dat het draaiplateau (4) slechts over 180° heen en terug kan worden gedraaid.

6. Samenstel in het bijzonder volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kast .8800117 f - 8 - (1) een bovenvlak (23) bezit, dat bij de rand, die zich bij de geldladen (2,3) bevindt, verzwenkbaar met de kast (1) is verbonden en dat onder een hoek (a) ten opzichte van het bovenvlak (7) van de kast (1) kan 5 worden ingesteld.

7. Samenstel volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat de hoekinstelling van het bovenvlak (23) traploos kan geschieden.

8. Samenstel volgens conclusie 7,met het ken-10 merk, dat de traploze instelling plaatsvindt door middel van een schijf (25), die verdraaibaar is ten opzichte van een as die evenwijdig loopt aan de schar-nieras (24) van het bovenvlak (23) van welke schijf (25) de buitenomtrek excentrisch ten opzichte van de 15 draaiïngsas (26) loopt, waarbij de schijf in elke gewenste stand kan worden vastgeklemd. .880011?