NL8800042A - Ultrasone detector voor een automatische melkinrichting. - Google Patents

Description

fc: ï V.

H AL/CP/470 Muit. * -1-

Ultrasone detector voor een automatische melkinrichting

De onderhavige uitvinding betreft een ultrasone detector volgens conclusie l.

Ultrasone detectie-apparatuur voor automatische melkinrichtingen is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 5 232.568 van dezelfde aanvraagster. Een probleem bij dit bekende systeem is het verkrijgen van een nauwkeurig qua hoogte bepaald detectieveld, terwijl in het door de hoogte bepaalde vlak een zo wijd mogelijke bundel gegenereerd moet worden, ten einde een koeieuier voorzien van een speen te 10 kunnen zoeken, vinden en/of benaderen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een beschrijving van een in een tekening getoond uitvoe-ringsvoorbeeld daarvan, waarin tonen: 15 fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een automa tische melkinrichting, waarbij een ultrasone detector volgens de onderhavige uitvinding wordt toegepast; fig. 2 een schematisch, perspectivisch aanzicht van detail II uit fig. I; 20 fig. 3 detail III uit fig. 2; fig. 4 doorsnede over lijn IV-IV uit fig. 3; en fig. 5 detail V uit fig. 1.

Bij een robot 1 (fig. 1) voor een automatische melkinrichting wordt een melkrek 2 vanuit een door kabels 3 25 resp. 4 via hefboom 5 en actuator 6 bepaalde nulstand naar een niet getoonde uier van bijv. een koe of een geit, gebracht. De robot 1 is verplaatsbaar langs rails 7 en 8 voor gebruik bij verschillende melklokaties; verdere details hiervan zijn beschreven in de niet vóórgepubliceerde Europese 30 octrooiaanvrage 87,202238.9.

Op het melkrek 2 zijn vier melkbekers 9 gemonteerd, zoals beschreven in EP-A-232.568. Een grijper 10 van de melk- . 8800042.

* -2- robot 1 grijpt aan op het melkrek 2 en kan deze driedimensionaal bewegen.

Boven de melkbekers 9 is een sensoreenheid 12 aangebracht, die twee liggende ultrasone zend/ontvang-eenheden 5 13 resp. 14 omvat - op zichzelf bekend -, en daarboven aangebrachte kegels 15 resp. 16 (fig. 2), bij voorkeur uit kunststof. Een voorbeeld van signaalverwerking van uit ultrasone sensors afkomstige signalen is beschreven in EP-A-232.568.

In een huis 17 voor de sensors is een ruimte 18 10 voor het opnemen van de elektronica aanwezig, welke elektronica op niet getoonde wijze met een centrale stuureenheid is verbonden. Bij voorkeur zijn de kegels 15, 16 en het huis 17 van aluminium of kunststof - de kegelvlakken glad gepolijst -, opdat de zend/ontvang-eenheid robuust is, bestand is 15 tegen vuil en niet kan roesten.

Indien de zend/ontvang-eenheden 13 en 14 onder een onderlinge hoek c* van bijv. 50° zijn opgesteld, ontstaat een geschikt detectieveld voor slechts één speen tegelijk, zonder dat de sensoreenheden zich in eikaars detectieveld bevinden; 20 ter vermijding van dit laatstgenoemde kan een scherm 19 uit geluiddempend materiaal aan het huis 17 zijn bevestigd.

Bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de kegelstukken 15, 16 aan het huis gemonteerd, bijv. gelijmd.

Door een zend/ontvang-eenheid 13 (fig. 3, 4) vol-25 gens pijlen A uitgezonden en ontvangen bundels ultrasone golven vormen een brede bundel, zoals aangegeven met de pijlen C. De halve tophoek β van de kegel bedraagt bij voorkeur ongeveer 35°, terwijl de kegel bij voorkeur enigszins naar voren geheld staat opgesteld, opdat een generatrice G van het 30 kegel vlak een hoek if van ongeveer 45° met de liggend opgestelde zend/ontvang-eenheid 13 maakt.

Door variatie van de halve tophoek β van de kegel en/of de afstand tussen de top van de kegel en het hart van de sensor en/of de afmetingen van de sensor kan de omvang van 35 het veld in horizontale richting aangepast worden.

Indien enigszins van de kegelvorm wordt afgeweken, bijv. een generatrice G' een enigszins concave vorm ten op- .8800042.

f -3- zichte van de vertikaal heeft, kan zodoende de hoogte van het detectieveld - de richtingen tussen de bundellijnen C - naar wens gevormd worden.

Door variatie van de hoek d' kan de hoofdrichting 5 van het veld aangepast worden aan de stand van de sensor.

Via een zuigerstang 30 (fig. 5) kan een bovenstuk 31 van de melkbeker 9 automatisch omhoog bewogen worden, terwijl de positie van een melkbeker ten opzichte van een speen 20' met behulp van bij tenminste één melkbeker aangebrachte 10 ultrasone zend/ontvang-eenheden 32 gecorrigeerd kan worden.

Hierbij worden de ultrasone golven tegen een ultrasoon spiegelvlak 33 in een kruispunt C gericht, waar de speen zich dient te bevinden ten einde het bovenstuk 31 op juiste wijze daaromheen te kunnen brengen. Bij voorkeur bestaat het spie-15 gelvlak 33 uit een kegelvlak, zoals getoond in de fig. 3 en 4, waarbij echter een generatrice een enigszins convexe vorm heeft, ten einde een ook in hoogte verbrede bundel te krijgen. Bij bepaalde uitvoeringsvormen zal een dergelijke zend/ ontvang-eenheid 32 achterwege kunnen blijven, bijv. bij een 20 uitvoeringsvorm die gebruik maakt van drie sensoreenheden, zoals aangegeven met 13, 14.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeeld, waarin een geïntegreerde zend/ontvang-eenheid wordt toegepast. De reflectievlakken 25 kunnen ook zowel bij een afzonderlijke ontvanger als bij een afzonderlijke ultrasone zender worden toegepast.

.$800042

Claims (12)

1. Ultrasone detector voor een automatische melkinrichting, omvattende een zender voor ultrasone golven en • een ontvanger voor ultrasone golven en een in de nabijheid van de zender opgesteld, in hoofdzaak kegelvormig reflectie-5 vlak voor reflectie van de door de zender uitgezonden ultrasone golven, ten einde een bundel ultrasone golven van voorafbepaalde afmetingen te verkrijgen.

2. Ultrasone detector volgens conclusie 1, waarbij in de nabijheid van de ontvanger een in hoofdzaak kegelvormig 10 reflectievlak is opgesteld voor bepaling van het gebied, waarbinnen de ultrasone golven naar de ontvanger worden teruggestraald.

3. Ultrasone detector volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zender en ontvanger in een zend/ontvang-eenheid 15 zijn geïntegreerd.

4. Ultrasone detector volgens conclusie 3, waarbij de zend/ontvang-eenheid liggend is opgesteld, terwijl het conische reflectievlak zich daarboven bevindt.

5. Ultrasone detector volgens één van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de hartlijn van de conus of kegel enigszins schuin ten opzichte van de vertikaal is opgesteld.

6. Ultrasone detector volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de grootte van de halve tophoek van de kegel tussen ongeveer 20° en 45°, bijv. 22,5° of 35°, be- 25 draagt.

7. Ultrasone detector volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk dat de grootte van de hoek tussen een genera-trice van het kegelvlak en een lijn loodrecht op een vertikaal afsnijvlak ongeveer 45° is.

8. Ultrasone detector volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat het reflectievlak door een kegelstuk uit kunststof wordt gevormd.

9. Ultrasone detector volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat een generatrice van het in hoofdzaak .8800042 -5- * kegelvormige vlak, enigszins concaaf of convex is ten opzichte van een hartlijn van het kegellichaam.

10. Melkstel voorzien van vier om respectievelijke spenen van een koe te brengen melkbekers, waarbij twee ultra- 5 sone detectors volgens één van de voorgaande conclusies onder een onderlinge hoek, bijv. 50°, zijn opgesteld.

11. Melkstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste bij één melkbeker een extra ultrasone sensoreenheid is aangebracht.

12. Melkstel volgens conclusie 10, gekenmerkt door tenminste één verdere sensoreenheid. .8800042