NL8702684A - Toestel voor het door middel van sluitklemmen sluiten van zakken. - Google Patents

Description

/ \ * 875452/Mo/eh ,

Toestel voor het door middel van sluitklemmen sluiten van zakken.

De uitvinding heeft betrekking op een toestel van de in de aanhef van conclusie 1 omschreven soort, zoals bekend uit NL-A 81 01 793 van dezelfde aanvrager.

Dergelijke toestellen zijn bestemd om in een zelf-5 bedieningszaak te worden gebruikt voor het sluiten van zakken, in het bijzonder uit kunststoffoelie, die door de kopers met zelf afgewogen waren zoals groenten, fruit of dergelijke zijn gevuld, waarbij het toestel door de kopers zelf moet worden bediend.

10 De bij dit bekende toestel gebruikte sluitklemmen bestaan uit kunststofstroken, die met enige buigzame metaaldraden zijn versterkt, welke klemmen na het dichtbuigen ervan rond de samengedrukte hals van een zak een doeltreffende sluiting vormen, die echter gemakkelijk weer kan worden losgemaakt.

15 Het voornoemde bekende toestel is ongeveer op de wij ze van een niettoestel uitgevoerd, waarbij een ten opzichte van-een vaste voet beweegbaar gedeelte met de hand moet worden ingedrukt om de beoogde werking te verkrijgen. Dit vereist echter enige kracht, terwijl bij onvoldoend indrukken de sluit-20 klemmen niet of onvoldoende worden gesloten. Tijdens het bedienen van het toestel moet de zakhals bovendien ongeveer horizontaal in het toestel worden gehouden hetgeen soms bezwaarlijk is.

De uitvinding beaogt dit bekende toestel zodanig te 25 verbeteren, dat dit zonder handbediening kan werken. Daartoe heeft'het toestel volgens de uitvinding de in het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 genoemde kenmerken.

Op deze wijze wordt een toestel verkregen, waarvan de werking door op ondubbelzinnige wijze aangedreven en met 30 elkaar gekoppelde onderdelen wordt bewerkstelligd, zodat deze werking zeer betrouwbaar is, en het toestel betrekkelijk weinig onderhoud vergt. De te sluiten zakken kunnen daarbij in hoofdzaak vertikaal en zonodig met twee handen worden vastgehouden, terwijl de motoraandrijving ervoor zorgt, dat steeds 35 de voor het sluiten vereiste kracht wordt uitgeoefer\d.

.8702684 f t ié - 2 -

Bijzondere uitvoeringsvormen van dit toestel zijn in de onderconclusies omschreven.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: 5 fig. 1 een schematische afbeelding in perspectief van een deel van een in het toestel volgens de uitvinding te gebruiken sluitklemmenband; fig. 2 een sterk vereenvoudigde schematische langs-doorsnede van een toestel volgens de uitvinding; 10 fig. 3 uiteengeschoven bovenaanzichten van de voor naamste onderdelen van dit toestel; en fig. 4 een deeldoorsnede volgens de lijn IV - IV van fig. 2.

In fig. 1 is een deel van een uit NL-A 82 01 793 be-15 kende sluitklemmenband 1 afgebeeld, die bestaat uit een draag-strook 2 met daarop vastgelijmde U-vormige sluitklemmen 3, die uit kunststof bestaan, en die met buigbare metaaldraden 4 zijn versterkt. Tussen de verschillende klemmen 3 bevinden zich kleine tussenruimten. De lijmverbinding tussen de klemmen 3 20 en de strook 2 is voldoende sterk om de klemmen 3 met deze strook 2 verenigd te houden, doch laat toe deze klemmen 3 met een betrekkelijk geringe kracht te verwijderen.

In fig. 2 is een schematische en sterk vereenvoudigde doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van het toestel vol-25 gens de uitvinding afgebeeld, waarbij alleen de van belang zijnde onderdelen zijn weergegeven, en bevestigings- en ondersteu-ningsonderdelen zijn weggelaten. Een omhullende kast is schematisch met onderbroken lijnen 5 aangeduid.

Aan de voorzijde van het toestel bevindt zich een 30 invoeropening 6 voor een te sluiten zak, die vernauwend kan zijn uitgevoerd om het invoeren van een zakhals te vergemakkelijken. Deze invoeropening 6 bevindt zich in een uitstekend gedeelte 7, en laat het vertikaal invoeren van een zak toe.

In de kast 5 bevindt zich een rol 8, waarop een band 35 1 met sluitklemmen 3 is opgewikkeld. Deze band 1 wordt naar e>en geleiding 9 aan de voorzijde van de kast 5 gevoerd. Om de bovenrand 10 van de geleiding 9 wordt de draagstrook 2, die van de klemmen 3 is ontdaan, scherp afgebogen en tussen twee rollen 11 gevoerd, waarvan er een, die bijvoorbeeld gekarteld .8702684 \ - 3 - 4 % is uitgevoerd, op nog te beschrijven wijze stapsgewijs' kan worden aangedreven, waarbij de staplengte overeenkomt met de breedte van een sluitklem 3. De strook 2 wordt vervolgens op een rol 12 opgewikkeld, die door middel van een snaaraandrij-5 ving 13 door een van de rollen 11 wordt aangedreven. Wanneer de wikkeldikte op de rol 12 toeneemt, kan de snaar 13 gaan slippen, zodat de strook 2 steeds gespannen blijft.

In de kast 5 bevindt zich verder een elektrische motor 14 met een as 15, die van vier nokkenschijven 16, 17, 10 18 en 19 is voorzien, die in fig. 3, samen met daarmede aan te drijven onderdelen, afzonderlijk in schematisch bovenaanzicht zijn weergegeven.

De eerste nokkenschijf 16, die in feite uit twee afzonderlijke en boven elkaar op de as 15 geplaatste schijven 15 bestaat, dient voor het aandrijven van een klemtang met armen 20, die rond draaipennen 21 draaibaar zijn. De armen 20 dragen aan het nabij de schijf 16 gelegen eind elk een rol 22, waarbij elke rol 22 met een desbetreffend schijfgedeelte 16 samenwerkt. Aan het andere eind zijn de armen 20 van bekken 23 met 20 afgeschuinde einden 24 voorzien. Een drukveer 25 drijft de armen 20 aan de bekzijde uit elkaar. Wanneer de as 15 wordt gedraaid, worden de armen 20 en dus de bekken 23 naar elkaar toe gedreven.

Tussen de tang 20 is een aandrukstang 26 verschuif-25 baar, die aan een eind van een rol 27 is voorzien, die met de tweede schijf 17 in aangrijping is. Een trekveer 28 drukt de rol 27 tegen de schijf 17. De stang 26 wordt daarbij in uitsparingen 29 aan de binnenzijden van de tangbekken 23 geleid, zoals in fig. 4 is afgebeeld.

30 De nokkenschijf 18 is in aangrijping met een rol 30, voor het eind van een stang 31, die anderzijds is verbonden met een kruk 32, die met een van de rollen 11 is gekoppeld.

Wanneer de schijf 18 wordt rondgedraaid, worden de rollen 11 over de vereiste hoekafstand aangedreven om de strook 2 zodanig 35 aan te trekken, dat een volgende sluitklem 3 aan het eind 10 van de geleiding 9 verschijnt. Een terugtrekveer 33 houdt de ro'1 30 met de nokkenschijf 18 in aangrijping.

De vierde nokkenschijf 19 is voorzien van een uit-steeksel34, waarop ^et bedieningsonderdeel van een schakelaar .8702684 ~· "*5^· ί ψ - 4 - 35 daartegen rust, die, zoals met een onderbroken lijn 36 is aangegeven, dient voor het inschakelen van de. motor 14. Zodra de schijf 19 zover is gedraaid, dat het uitsteeksel 34 voorbij de schakelaar 35 is gedraaid, blijft deze gesloten tot aan het 5 eind van de omwenteling, wanneer het uitsteeksel 34 weer bij de schakelaar 35 is aangekomen.

Om de motor 14 op gang te brengen is in de invoer-opening 6 een taster 37 aangebracht, die, zoals schematisch met een onderbroken lijn 38 is aangeduid, de schakelaar 35 zo 10 lang kan sluiten, tot de motor 14 op gang is gekomen en door het draaien van de schijf 19 de schakelaar 35 gesloten houdt.

In fig. 3 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven.

De taster 37 is daarbij een rond een scharnierpant 39 scharnierende stang of beugel, die zich dwars op de invoeropening 15 6 uitstrekt, en die is verbonden met een drukstang 38', die bij 40 is geleid, terwijl een uiteinde 41 ervan tegen een rand van een inkeping 42 van de schijf 19 rust. Deze schijf 19 is niet rechtstreeks met de as 15 verbonden, doch door tussenkomst van een op de schijf 19 aangebrachte nok 43, die met een 20 op de as 15 aangebrachte meenemer 44 zodanig samenwerkt, dat de nokkenschijf 19 in de aandrijfzin van de meenemer 44 kan worden doorgedraaid. Tussen de nok en de meenemer kan zonodig een trekveer zijn aangebracht.

Wanneer nu een zak in de invoeropening 6 wordt ge-25 stoken, wordt de beugel 37 weggedrukt, waardoor het eind 41 van de stang 38' tegen de uitsparingsrand 42 drukt, en de schijf 19 zover doordraait, dat de schakelaar 35 wordt gesloten. Het uiteinde 41 beweegt daarbij langs de rand van de schijf 19. De aandrukstang 26 drukt dan een sluitklem 3 op de 30 hals van de ingestoken zak, en drukt deze zak terug in de richting van de afgeschuinde bekeinden 24. De stang 38' wordt dan door een veer 45 teruggetrokken.

Het zal duidelijk zijn, dat ook andere middelen voor het doen aanlopen van de motor 14 kunnen worden gebruikt,in 35 het bijzonder onder toepassing van relais of soortgelijke scha-kelmiddelen.

De verschillende nokkenschijven 16..19 zijn zodanig uitgevoerd, dat de vereiste handelingen in de juiste volgorde plaatsvinden. Met name wordt de dubbele schijf 16 zodanig uit- -* ' * " w .8702684 - 5 - gevoerd, dat een van de bekken 24 iets eerder tegen een sluit-klembeen drukt dan de andere, zodat het laatste been over het eerste wordt gevouwen. De nokkenschijf 18 komt pas aan het eind van de sluitbewerking in werking om een volgende sluit-5 klem in de uitgangsstand te plaatsen.

Zoals in Fig. 3 schematisch is aangeduid, kan cJp invoeropening 6 door naar elkaar toe lopende randen 6' worden begrensd om het invoeren van een samengevouwen zakhals te 'vergemakkelijken.

10 Binnen het kader van de uitvinding zijn nog vele wijzigingen mogelijk.

m . 8702684

Claims (6)

1. Toestel voor het aanbrengen en samendrukken van een verbuigbare en in hoofdzaak U-vormige sluitklem rond het samengedrukte halsgedeelte van een te sluiten zak, omvattende een ondersteuning voor een op een rol opgewikkelde band, die 5 bestaat uit met hun dwarsstukken naast elkaar op een buigzame strook gekleefde sluitklemmen, verder omvattende geleidings-middelen voor het geleiden van de van deze rol afgewikkelde sluitklemmenband naar een invoerpunt voor de te sluiten zakken, nabij welk invoerpunt de van sluitklemmen ontdane strook wordt 10 afgebogen en naar een opwikkelrol wordt gevoerd, terwijl ter weerszijden van het invoerpunt de bekken van een klemtang zijn opgesteld, die zijn ingericht om de benen van een sluitklem rond de ingevoerde zakhals te buigen, welk toestel voorts van een aandrijfmiddel is voorzien om bij elke bediening daar-15 van de klemtang eenmaal te sluiten en de band over een met de breedte van een sluitklem overeenkomende afstand te verplaatsen en de van klemmen ontdane strook op de opwikkelrol op te winden, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel een·elektrische motor (14) omvat, waarvan de uitgangsas (15) 20 van een aantal nokkenschijven (16, 17, 18, 19) is voorzien, waarbij de eerste schijf (16) in aangrijping is met de onder veerspanning (25) aangedrukte achtereinden (22) van de klem-tangbenen (20), de tweede nokkenschijf (17) in aangrijping is met een door veerkracht (28) aangedrukte aandrukstang (26), 25 die is ingericht om de laatste sluitklem (3), die zich nabij het afbuigpunt (10) van de bandgeleiding (9) bevindt, naar het zakinvoerpunt (6) te verschuiven, en aldus met de beide benen ervan'op de zakhals te steken, de derde nokkenschijf (18) met een onder veerspanning (33) staande aandrijfstang (31), 30 die is gekoppeld met de aandrijving voor de strookopwikkelrol (11, 12), dat tenslotte de vierde nokkenschijf (19) met een mo-torschakelaar (35) samenwerkt, teneinde deze schakelaar (35) gedurende een omwenteling van de mctoras (15) gesloten te houden; dat het invoerpunt (6) wordt gevormd door een symmetrisch 35 ten opzichte van de sluitstang (20..24) en de aandrukstang (25) gelegen en in het bijzonder zich vernauwende invoergleuf(6' ) voor een te sluiten zak, en dat in deze invoergleuf ,(6') een Ή .8702684 τ - 7 - taster (37) aanwezig is, die bij het invoeren van een te sluiten zak de motorketen (36) kan inschakelen, totdat de schakelaar (35) door de vierde nokkenschijf (19) gesloten wordt gehouden.

2. Toestel volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de eerste nokkenschijf (16) zodanig is uitgevoerd, dat de ene tangbek (23, 24) eerder wordt aangedrukt dan de andere.

3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, met het 10. e n m e r k, dat de strookopwikkeling een met de derde nokkenschijf (18) gekoppeld (30..33) aandrijfrollenpaar (11) omvat, waartussen de strook (2) naar de opwïkkelrol (12) wordt gevoerd, en dat een van deze aandrijfrollen (11) door middel van een slipkoppeling, in het bijzonder een snaaroverbrenging (13) met 15 de opwïkkelrol (12) is gekoppeld, zodanig, dat de strook (2) steeds gespannen wordt gehouden.

4. Toestel volgens een van de conclusies 1..3, met het kenmerk, dat de vierde nokkenschijf (19) zodanig door middel van een meeneemnok (43, 44) met de motoras (15) 20 is gekoppeld, dat deze in de motordraaizin kan worden doorgedraaid, en dat de taster (37) een zich dwars over de invoer-opening (6) uitstrekkende beugel is, die met een onder veer-spanning (45) staande stang (38') is verbonden, die de vierde nokkenschijf (19) vanuit de ruststand kan doordrukken tot de 25 schakelaar (35) wordt gesloten, waarna de meenemer (44) van de motoras (15) deze nokkenschijf (19) tot aan de ruststand kan doordraaien.

5. Toestel volgens een van de conclusies 1..4, met het- kenmerk, dat de bekken (23) van de tang (20) aan 30 het vooreind (24) zijn afgeschuind om een uiteindelijke samen-drukking van de sluitklemeinden te bewerkstelligen, en dat de aandrukstang (26) een zodanige slaglengte heeft, dat de op een zak gestoken sluitklem (3) naar deze afgeschuinde einden (24) wordt gedreven. 35

· 6. Toestel volgens conclusie 5, m e t het ken merk, dat de tangbekken (23) aan de binnenzijde van uitsparingen (29) zijn voorzien, die een geleiding voor de aandrukstang (26) vormen .8702684