NL8701804A - Bevestiging werkeiland. - Google Patents

Description

4 G PEM/Yü/17 Hydraudyne Bevestiging werkeiland.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vast op de bodem aangebracht steunframe, dat geschikt is voor ontvangst van een daarop te bevestigen inrichting.

Dergelijke steunframes zijn algemeen bekend als 5 zogenaamde "jackets" voor werk- en booreilanden, die in volle zee zijn geplaatst.

In het algemeen worden bij de montage van een der-gelijk booreiland als eerste de poten in de zeebodem geheid, waarna deze poten met elkaar worden verbonden door dwarsbal-10 ken, zodat een zogenaamde "jacket" ontstaat.

De op een dergelijke "jacket" aan te brengen inrichtingen, zoals een boorplatform, woonverblijven, hijsinstallaties, helikopterplatforms, enzovoorts, worden stuk voor stuk door een drijvende bok op de "jacket" aangebracht 15 en dan bevestigd. Deze inrichtingen hebben alle een beperkte massa, aangezien het tot nu toe niet mogelijk is gebleken grotere eenheden met een grote massa in één keer op de "jacket" te bevestigen, omdat, zelfs bij een geringe zeegang, de bewegingen van de giek van de drijvende bok zo groot zijn, 20 dat een aan deze giek opgehangen last als een heiblok op de "jacket" werkt en dan ook het "jacket" en zich zelf beschadigt of het "jacket" dieper de bodem in heit.

Het doel van de onderhavige uitvinding is dan ook het verschaffen van een dergelijk steunframe, dat geschikt is 25 voor ontvangst van een op dit steunframe aan te brengen inrichting met een groot gewicht, waarbij het gevaar voor beschadiging van de inrichting en van het steunframe wordt vermeden, en waarbij tevens het gevaar van het verder in de grond heien van de "jacket" wordt vermeden.

30 Dit doel wordt bereikt, doordat middelen zijn ver schaft voor het veroorzaken van een veerwerking tussen het steunframe en de inrichting.

Door deze steunvlakken wordt het mogelijk zeer zware lasten in één keer op de "jacket" te plaatsen, zonder 8701804 I* « - 2 - gevaar te lopen, dat bij enige zeegang beschadigen optreden. Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:

Figuur la-lb: schematische zijaanzichten van een 5 "jacket" en een daarop te plaatsen last, tijdens diverse stadia van het aanbrengen;

Figuur 2: een schema van het hydraulische systeem, dat in ten minste een deel van het aantal poten van de "jacket" is aangebracht; en 10 Figuur 3: een schematisch doorsnedeaanzicht van een poot van de "jacket".

Bij het steunframe volgens de onderhavige uitvinding worden op de klassieke wijze poten 1 tot in de zeebodem geheid, waarna de vaste poten met elkaar worden verbonden 15 door dwarsverbindingsstukken 2. Aldus wordt een zogenaamd "jacket" 3 gevormd. Uiteraard is van dit "jacket" 3 slechts een deel zichtbaar, aangezien het grootste deel zich onder de waterspiegel bevindt. Op elk van de poten wordt een hydraulische plunjer 4 aangebracht, waarbij de wijze van bevestigen 20 bij de beschrijving van figuur 3 zal worden besproken. De bovenzijde 5 van elk van de plunjers 4 vormt een steunvlak, dat verend is ten opzichte van de "jacket" 3.

Een boven op het "jacket" 3 te bevestigen inrichting, bijvoorbeeld een compleet booreiland 6 wordt op een 25 schip aangevoerd en door middel van een drijvende bok opgehesen. Als gevolg van de in het algemeen op volle zee heersende zeegang, zal de giek van de drijvende bok een aanzienlijke beweging uitvoeren, zowel in het horizontale als in het verticale vlak, zodat het aan de tros van de bok hangende 30 booreiland tevens een aanzienlijke beweging uit zal voeren. Door het vieren van de trossen van de bok wordt het booreiland 6 tot vlak boven de "jacket" 3 gebracht. Aan zijn onderzijde is het booreiland 6 van steunen 7 voorzien, waarvan de positie overeenkomt met die van de verende steunvlak-35 ken 5. De steunen 7 zijn aan hun onderzijde van kelkvormige bekers 8 voorzien, waarmee het tot op de steunvlakken positioneren van de steunen 7 wordt vergemakkelijkt.

Aldus wordt het booreiland tot op de verende steun- 8701804 * - 3 - vlakken 5 bewogen, waarbij de verticale bewegingen van het booreiland 6 beperkt worden door de kelkvormige geleiders 8.

Het booreiland 6 wordt zodanig gevierd, totdat de steunen 7 de steunvlakken 5 raken. Op dat moment zal de tussen de 5 "jacket" 3 en de steunvlakken 5 heersende veerkracht een deel van de last van de trossen 9 overnemen, zodat het gewicht van het booreiland 6 reeds gedeeltelijk door de steunen wordt gedragen. Deze toestand is afgebeeld in figuur lb. Bij het nog verder vieren van de trossen 9, zal uiteindelijk de gehe-10 le last door de steunen worden gedragen, zodat de trossen 9 slap komen te hangen, hetgeen in figuur lc is afgebeeld. Dan wordt het gehele gewicht van het booreiland 6 gedragen door de verende steunvlakken 5, de plunjers 4 en het "jacket" 3.

Om het booreiland 6 op de "jacket" 3 te fixeren, worden ten 15 eerste de steunen 7 aan de verende steunvlakken 5 en dus aan de plunjers 4 bevestigd, bijvoorbeeld door boutverbindingen of door vastlassen, terwijl daarna de plunjers 4 binnen de poten 2 gefixeerd worden door vastlassen, of door het volstorten met grout. Op deze wijze wordt het booreiland 6 op de 20 "jacket" 3 bevestigd.

Het is eveneens mogelijk door de veerconstante steeds toe te laten nemen, de veer "harder" te maken en de last aldus geleidelijk door de "jacket" over te laten nemen.

Bij voorkeur is de plunjer 4 opgenomen in een 25 hydraulische cilinder, welke hydraulische cilinder via een scheidingsorgaan met een met gas gevuld vat is verbonden. Een dergelijk schema is in figuur 2 afgebeeld. De plunjer 4 strekt zich tot in een hydraulische cilinder 10 uit, welke hydraulische cilinder door middel van een leiding 11 met een 30 tweede hydraulische cilinder 12 is verbonden, waarin een zuiger 13 is aangebracht. De hydraulische cilinder 12 is aan de andere zijde van de zuiger 13 niet met hydraulische olie gevuld, maar met een gas gevuld, en door middel van een gasleiding 14 verbonden met een met gas gevuld vat 15. In de lei-35 ding 14 is een regelbare klep 16 opgenomen.

Door middel van het hydraulische systeem, wordt een goede veerwerking verkregen, met andere woorden, wordt het hydraulische systeem gebruikt als intermediair tussen de last 8 7 0 1 0 0 4 9 k - 4 - en de als gasveer uitgevoerde veer. Door middel van de klep 16 kan de veerconstante van de gasveer worden geregeld. Het is uiteraard ook mogelijk bij gesloten klep 16 het met gas gevulde deel van de cilinder 12 als gasveer gebruiken.

5 Tevens is het bij het op zijn plaats brengen van het booreiland 6 mogelijk de klep 16 zodanig te besturen, dat de gasveer een steeds groter deel van de last overneemt.

In figuur 3 is een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een wijze, waarop het veersysteem volgens de onderhavige uit-10 vinding kan zijn geïmplementeerd. De poot 1 is door middel van een dwarsverbindingsstuk 2 met andere, niet in figuur 3 getoonde, poten verbonden. De poot 1 wordt aan zijn bovenzijde bijvoorbeeld door een flens 17 afgesloten. In het inwendige van de flens 17 is een groef gefreesd, waarin een 15 bovenste afsluitflens 18 van een tweede hydraulische cilinder 12 is bevestigd. Bovenop de flens 17, dus bovenop de poot 1 is een cilindrisch opzetstuk 19 aangebracht, dat de hydraulische cilinder 10 vormt. Zoals aan de rechterzijde van de tekening is getoond, kan dit opzetstuk 19 door middel van 20 lassen worden aangebracht, maar kan, zoals aan de linkerzijde van de tekening is getoond tevens door middel van een flensverbinding worden aangebracht, wanneer een flensverbinding wordt toegepast, wordt in de onderflens van het opzetstuk eveneens een groef gefreesd, zodat de bovenste afsluitflens 25 van de tweede hydraulische cilinder wordt opgesloten. Bovenop het opzetstuk 19 is een geleidings- en afsluitorgaan 20 aangebracht, bijvoorbeeld door lassen of door een flensverbinding. In het geleidings- en afsluitorgaan 20 is de zich tot in het inwendige van het opzetstuk 19 uitstrekkende plunjer 4 30 aangebracht. Deze plunjer 4 wordt door het geleidings- en afsluitorgaan 20 geleid, waarbij dit orgaan tevens voor de afdichting zorg draagt.

De tweede hydraulische cilinder 12, is aan zijn onderzijde door middel van een kanaal 14 en een afsluiter 16 35 verbonden met een met gas gevuld vat 15, zodat de werking van het in figuur 2 afgebeelde hydraulische stelsel wordt verkregen.

Vanzelfsprekend is het mogelijk het stelsel volgens 8701804 - 5 - <e de onderhavige uitvinding op andere wijzen te implementeren; zo kan bijvoorbeeld het vat met samengeperst gas eveneens in de poot 1 zijn aangebracht, of kan de tweede hydraulische cilinder in de eerste hydraulische cilinder zijn opgenomen.

5 Als verder alternatief kan het gehele veersysteem in de op de "jacket" te plaatsen inrichting zijn opgenomen.

Het is tevens mogelijk de druk in de met gas gevulde vaten te meten, zodat de gewichtsverdeling over de poten kan worden gemeten. Door de kleppen 16 bij de verschillende 10 poten onafhankelijk van elkaar te bedienen, kan een voorafbepaalde gewichtsverdeling worden verkregen.

870100¾

Claims (14)

1. Vast op de bodem aangebracht steunframe, geschikt voor ontvangst van een daarop te bevestigen inrichting, met het kenmerk, dat middelen zijn verschaft voor het veroorzaken van een veerwerking tussen het steunframe en de 5 inrichting.

1. PEM/YU/17 Hydraudyne - 6 -

2. Steunframe volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunframe voorzien is van ten minste één verend ten opzichte van het steunframe aangebrachte steunvlakken.

3. Steunframe volgens conclusie 2, met het kenmerk, 10 dat het steunframe door het onderstel van een op zee aan te brengen werkeiland wordt gevormd, en dat de inrichting ten minste een deel van zo'n werkeiland is.

4. Steunframe volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de veerconstante van de tussen het steunframe en 15 de steunvlakken heersende veerkracht regelbaar is.

5. Steunframe volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veerkracht door en gasveer wordt geleverd.

6. Steunframe volgens conclusie 5, met het kenmerk, 20 dat de steunvlakken verbonden zijn met een plunjer, die in een eerste hydraulische cilinder is aangebracht, en dat de eerste hydraulische cilinder door middel van een scheidings-orgaan met een met gas gevuld vat is verbonden.

7. Steunframe volgens conclusie 6, met het kenmerk, 25 dat het scheidingsorgaan gevormd wordt door een tweede hydraulische cilinder, waarin een zuiger is aangebracht, en waarbij de cilinder aan één zijde van de zuiger met de eerste hydraulische cilinder is verbonden, en waarbij de andere zijde van de zuiger met het met gas gevulde vat is verbonden. 30

8. Steunframe volgens conclusie 7, met het ken merk, dat tussen het scheidingsorgaan en het met gas gevulde vat een regelbare klep is opgenomen.

9. Steunframe volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede hydraulische cilinder 35 in de poot is opgenomen.

10. Steunframe volgens één van de voorafgaande con- 8701804 * - 7 - clusies, met het kenmerk, dat de tweede hydraulische cilinder in de plunjer van de eerste hydraulische cilinder is opgenomen .

11. Steunframe volgens één van de voorafgaande con-5 clusies, met het kenmerk, dat de poten of de inrichting van zoekorganen is voorzien.

12. Steunframe volgens één van de voorafgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de met gas gevulde vaten van drukmeetmiddelen zijn voorzien.

13. steunframe volgens één van de voorafgaande con clusies, met het kenmerk, dat de kleppen binnen één frame onafhankelijk van elkaar regelbaar zijn.

14. Werkwijze voor het op een steunframe plaatsen van een inrichting, met het kenmerk, dat de door het steun-15 frame op de inrichting uit te oefenen kracht geleidelijk wordt vergroot. 670110½