NL8701415A

NL8701415A - STACKING DEVICE.

Info

Publication number: NL8701415A
Application number: NL8701415A
Authority: NL
Original assignee: Eberhard Falch
Priority date: 1987-06-17
Filing date: 1987-06-17
Publication date: 1989-01-16
Also published as: WO1988010227A1

Description

ww

Stapelinrichting.Stacking device.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stapelinrich-ting, voorzien van een stapelstation met een vertikaal verstelbaar stapelplatform en van een accumulatietransportbandsysteem voor het 5 toevoeren van groepen elkaar dakpansgewijs overlappende stroken naar en het stapelen van deze stroken op het stapelplatform.The present invention relates to a stacking device provided with a stacking station with a vertically adjustable stacking platform and an accumulation conveyor belt system for supplying groups of overlapping strips of overlapping tiles to each other and stacking these strips on the stacking platform.

Een dergelijke stapelinrichting kan bijvoorbeeld worden gebruikt in combinatie met een golfkartonmachine, waarbij de door een snij inrichting in deze machine continue met hoge snelheid afgegeven stroom 10 van onderling gescheiden kartonstroken door middel van een afremtrans-portbandsysteem wordt omgezet in een met lage snelheid voortbewogen continue stroom van elkaar dakpansgewijs overlappende stroken en vervolgens door middel van een inrichting voor het creëren van een onderbreking in een bewegende stroom van elkaar dakpansgewijs overlappende 15 stroken in groepen van dergelijke elkaar dakpansgewijs overlappende stroken, welke groepen ten slotte naar de voornoemde stapelinrichting worden gevoerd.Such a stacking device can be used, for example, in combination with a corrugated cardboard machine, in which the flow of continuously separated high-speed output of mutually separated cardboard strips by a cutting device in this machine is converted into a continuous flow at a low speed by means of a braking conveyor belt system. overlapping strips overlapping each other and then by means of a device for creating an interruption in a moving stream of overlapping overlapping strips in groups of such overlapping overlapping strips, which groups are finally fed to the aforementioned stacking device.

Het stapelstation omvat een vertikaal verstelbaar stapelplatform met aandrijfmiddelen om dit platform op en neer te kunnen bewegen tus-20 sen een bovenste en een onderste stand, waarbij, voordat het stapelen begint, het platform in de bovenste stand wordt gebracht en tijdens het stapelen geleidelijk aan naar de onderste stand toe wordt bewogen ten einde een min of meer constante valhoogte voor de te stapelen stroken te handhaven, waarna de verkregen stapel wordt afgevoerd en 25 het platform naar de bovenste stand terug wordt gebracht. Het accumu-latietransportbandsysteem dient daarbij zodanig te zijn uitgevoerd, dat in de tijd, die nodig is voor het verwijderen van een stapel vanaf het platform in de onderste stand en voor het omhoog brengen van het platform naar de bovenste stand, geen stroken worden af gegeven. In 30 deze tijd vindt een accunulatie van stroken in het accumulatietrans-portbandsysteem plaats.The stacking station comprises a vertically adjustable stacking platform with drive means for moving this platform up and down between an upper and a lower position, wherein, before stacking starts, the platform is brought into the upper position and gradually during stacking is moved to the bottom position in order to maintain a more or less constant drop height for the strips to be stacked, after which the stack obtained is discharged and the platform is returned to the top position. The accumulation conveyor system must be designed in such a way that no strips are dispensed in the time required to remove a stack from the platform to the bottom position and to raise the platform to the top position. . During this time, an accumulation of strips takes place in the accumulation conveyor belt system.

De transportband, althans het laatste gedeelte in de bewegingsrichting van de bovenzijde van de laatste transportband van het accu-mulatietransportbandsysteem dient een zodanige hellingshoek te bezit- 8701415 * 2 r ten, dat bij een bepaalde lengte en dikte van de stroken en bij een bepaalde mate van overlapping van de elkaar dakpansgewijs overlappende stroken, deze stroken, kanend uit het accumulatietransportbandsysteem, aan het stapelstation worden toegevoerd zonder dat de stroken bij het 5 stapelen al te zeer doorbuigen of knikken en zonder dat de stroken een vrije val maken. Het uiteinde van de door het accumulatietransport-bandsysteem geleverde stroken dient bij voorkeur nabij het uiteinde van de stapel of het stapelplatform met de stapel, respectievelijk het stapelplatform in aanraking te konen. Voor de hoek <$, die de elkaar 10 dakpansgewijs overlappende stroken maken met het bovenoppervlak van de transportband(en) van het accumulatietransportbandsysteem geldt: ^ = arctg (R.d/1), waarbij R de mate van overlapping van de elkaar dakpansgewijs overlappende stroken aangeeft, d de dikte en 1 de lengte van de stroken. Wordt de stapelinrichting toegepast in conbinatie met 15 de hiervoor genoemde golfkartonmachine, het afremtransportbandsysteem en de inrichting voor het creëren van een onderbreking in een bewegende stroan van elkaar overlappende stroken, dan wordt R bepaald door de verhouding van de toevoersnelheid van de stroken vanuit de golfkartonmachine aan het afremtransportbandsysteem en de transportsnel-20 heid van het afremtransportbandsysteem. Zij verder verondersteld, dat de hellingshoek van de transportband, althans van het laatste gedeelte in de bewegingsrichting van de bovenzijde van de laatste transportband van het accumulatietransportbandsysteern onder een hoek ε in de bewegingsrichting omlaag verloopt, dan geldt, dat de hoek, waaronder de 25 stroken door het accumulatietransportbandsysteem ten opzichte van het horizontale vlak 6 - £ is. Opdat het stapelen op zodanige wijze geschiedt, dat daarbij het uiteinde van de door het accumulatietrans-portbandsysteem geleverde stroken, zonder dat deze stroken al te zeer doorbuigen of knikken, nabij het uiteinde van de stapel of het stapel-30 platform met deze stapel, respectievelijk dit stapelplatform in aanraking kamt, dient 6 - £<0 te zijn. De hoek, waaronder de stroken door het accumulatietransportbandsysteem ten opzichte van het horizontale vlak worden toegevoerd, ligt veelal in de orde van ongeveer -3° a -5°.The conveyor belt, at least the last part in the direction of movement of the top side of the last conveyor belt of the battery-mulation conveyor system, must have an angle of inclination of 8701415 * 2 rts, that with a certain length and thickness of the strips and with a certain extent of overlapping of the overlapping tiles overlapping each other, these strips, being able to be fed from the accumulation conveyor belt system, are fed to the stacking station without the strips bending or kinking too much during stacking and without the strips falling freely. The end of the strips supplied by the accumulation conveyor belt system should preferably contact the stack or the stacking platform near the end of the stack or the stacking platform. For the angle <$, which make the 10 overlapping strips overlapping the top surface of the conveyor belt (s) of the accumulation conveyor system: ^ = arctg (Rd / 1), where R indicates the degree of overlapping of the overlapping strips , d the thickness and 1 the length of the strips. When the stacking device is used in combination with the aforementioned corrugated cardboard machine, the braking conveyor system and the device for creating an interruption in a moving web of overlapping strips, R is determined by the ratio of the feeding speed of the strips from the corrugated cardboard machine to the braking conveyor system and the transport speed of the braking conveyor system. Let it further be assumed that the angle of inclination of the conveyor belt, at least of the last part in the direction of movement of the top of the last conveyor belt of the accumulation conveyor belt system, descends at an angle ε in the direction of movement, then the angle, under which the 25 strips by the accumulation conveyor system relative to the horizontal plane is 6 - £. So that the stacking takes place in such a way that the end of the strips supplied by the accumulation conveyor system, without these strips being bent or kinked too much, near the end of the stack or the stacking platform with this stack, respectively. this stacking platform comes into contact should be 6 - £ <0. The angle at which the strips are fed by the accumulation conveyor system with respect to the horizontal plane is often in the order of about -3 ° to -5 °.

35 Een probleem kan ontstaan, als de stapelinrichting is afgesteld 8701415 t 3 qp relatief korte en/of dikke stroken en dient te worden overgegaan op het gebruik van relatief lange en/of dunne stroken, of omgekeerd als de stapelinrichting is afgesteld op relatief lange en/of dunne stroken en dient te worden overgegaan op het gebruik van relatief korte en/of 5 dikke stroken. In het laatste geval kan bij een min of meer gelijk blijvende waarde van R de hoek & dan zelfs zo groot worden, dat 6 - £ >0 wordt, met andere woorden, de hoek, waaronder de stroken door het accu-mulatietransportbandsysteem ten opzichte van het horizontale vlak worden toegevoerd, is nu positief geworden, waardoor de aan het stapel-10 station toegevoerde stroken kunnen doorbuigen, knikken en/of een geringe vrije val maken. Dit nadeel is niet op te vangen door een gewijzigde hoogteinstelling tussen het accumulatietransportbandsysteem en het stapelplatform. Het doel van de uitvinding is dan ook het voomoemde nadeel te voorkanen of althans in sterke mate te verminderen en om de 15 stapelinrichting geschikte te maken voor zeer uiteenlopende formaten stroken.A problem may arise if the stacking device is adjusted 8701415 t 3 qp relatively short and / or thick strips and the use of relatively long and / or thin strips should be switched over, or vice versa if the stacking device is adjusted for relatively long and / or / or thin strips and the use of relatively short and / or 5 thick strips should be used. In the latter case, if the value of R remains more or less the same, the angle & then may even become so great that 6 - £> 0 becomes, in other words, the angle at which the strips through the accumulator conveyor system with respect to the horizontal plane has now become positive, allowing the strips supplied to the stacking station to bend, buckle and / or make a slight free fall. This drawback cannot be overcome by a changed height adjustment between the accumulation conveyor system and the stacking platform. The object of the invention is therefore to prevent or at least to greatly reduce the aforementioned drawback and to make the stacking device suitable for a wide variety of strip formats.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding wordt daartoe een stapelinrichting, zoals in de aanhef omschreven, verschaft, welke het kenmerk heeft, dat het accumulatietransportbandsysteem is voorzien van 20 instelmiddelen om de helling van ten minste het laatste gedeelte van de, naar het stapelstation bewegende laatste transportband van het accumulatietransportbandsysteem te kunnen instellen. Met andere woorden, de hoek £ kan zodanig worden ingesteld, dat voor allerlei formaten stroken en dus voor allerlei waarden van 6 blijft gelden: 6 -£<0 25 of is bij voorkeur gelegen in de orde van ongeveer -3° a -5°.In accordance with the present invention, a stacking device as described in the preamble is provided for this purpose, characterized in that the accumulation conveyor belt system is provided with adjusting means for adjusting the inclination of at least the last part of the last conveyor belt moving to the stacking station. accumulation conveyor system. In other words, the angle kan can be adjusted so that for all kinds of formats strips and thus for all kinds of values of 6 remain: 6 - <<0 25 or is preferably in the order of about -3 ° a -5 ° .

Alhoewel het bijvoorbeeld mogelijk is om, indien het accumulatie-transportbandsysteem ten minste twee transportbanden omvat, de laatste bij het in de transportrichting voorste uiteinde en de voorlaatste bij het in de transportrichting achterste uiteinde zodanig in vertikale 30 richting te bewegen, dat het bovenoppervlak van de laatste transportband in zijn geheel onder een hoek £ loopt ten opzichte van het horizontale vlak, verdient het de voorkeur ten minste het laatste gedeelte van de, naar het stapelstation bewegende laatste transportband, onder handhaving van de ruimtelijke positie van ten minste het voorste uit-35 einde van deze transportband, naar buiten te drukken. De instelmiddelen worden hierbij gevormd door een drukelement met een besturingsor- 8701475Although, for example, if the accumulation conveyor system includes at least two conveyor belts, it is possible to move the latter at the front end in the conveying direction and the penultimate at the rear end in the conveying direction such that the top surface of the the last conveyor belt as a whole runs at an angle ten to the horizontal plane, it is preferable to use at least the last part of the last conveyor belt moving to the stacking station, while maintaining the spatial position of at least the frontmost end of this conveyor belt. The adjusting means are hereby formed by a pressure element with a control element 8701475

Aa

4 gaan, waarbij het drukelemsnt bij voorkeur wordt gevormd door een gekromde plaat, die op een bepaalde afstand van het, in de bewegingsrichting achterste uiteinde van de desbetreffende transportband tegen de onderzijde van het, naar het stapelstation bewegende gedeelte van 5 deze transportband drukt. In principe wordt de bovenzijde van de transportband over vrijwel zijn gehele lengte iets omhoog gedrukt; op de drukplaats uiteraard het meest en aan de uiteinden vrijwel niet. Wordt echter het voorste gedeelte van de, naar het stapelstation bewegende laatste transportband van het accumulat ietransportbandsysteem 10 ondersteund door een gekromd loopvlak en is het drukelement dan werkzaam op het achterste gedeelte van deze transportband, dan zal ook alleen het achterste gedeelte van deze transportband iets omhoog worden gedrukt.4, the printing element preferably being a curved plate which presses a certain distance from the rear end of the respective conveyor belt in the direction of movement, against the underside of the part of this conveyor belt moving towards the stacking station. In principle, the top of the conveyor belt is pushed up slightly over almost its entire length; at the printing site, of course, the most, and hardly at the ends. However, if the front part of the last conveyor belt of the accumulator conveyor belt system 10 moving to the stacking station is supported by a curved tread and the pressure element then acts on the rear part of this conveyor belt, only the rear part of this conveyor belt will also rise slightly. be pressed.

In een eerste uitvoeringsvorm is het drukelement vast verbonden 15 met een arm, welke draaibaar is rond de as van de, in de bewegingsrichting achterste rol van de genoemde transportband, van welke transportband eveneens het achterste uiteinde in een ruimtelijk vaste positie wordt gehouden, en grijpt het besturingsorgaan aan nabij het uiteinde van de arm, waar zich het drukelement bevindt. Bij voorkeur 20 wordt hierbij in de bewegingsrichting achter de genoemde transportband een uitgangsrollenpaar aangebracht, waarvan de stuwkracht zodanig kan worden ingesteld, dat geen hinder wordt ondervonden van de -wrijving van de stroken over elkaar bij het stapelen en waarvan de onderste rol is bevestigd aan het uiteinde van de arm, terwijl de bovenste 25 rol van het uitgangsrollenpaar is bevestigd aan het frame van de sta-pelinrichting. Daar de hoek, waaronder de stroken door het accumula-tietransportbandsysteem ten opzichte van het stapelplatform worden toegevoerd zoveel mogelijk in een vast interval, bij voorkeur in de -orde van ongeveer -3° a -5°, wordt gehouden, zal ook de ruimtelijke 30 positie van het uitgangsrollenpaar zoveel mogelijk vast gehandhaafd dienen te worden. Bij het naar boven drukken van het desbetreffende transportbandgedeelte zal echter, als de achterste rol van de transportband een ruimtelijk vaste positie blijft innemen, de onderste rol van het uitgangsrollenpaar iets omlaag moeten worden bewogen cxn te 35 voorkomen, dat negatief werkzame hoogteverschillen worden geintrodu- 8701415 5 e ceerd. Vandaar, dat de onderste rol van het uitgangsrollenpaar is bevestigd aan het uiteinde van de arm. De ophanging van de bovenste rol aan het frame is zodanig, dat de wederzijdse druk tussen de rollen van het uitgangsrollenpaar toch vrijwel constant kan worden gehouden.In a first embodiment, the pressure element is fixedly connected to an arm, which is rotatable about the axis of the, in the direction of movement, rear roller of said conveyor belt, the conveyor belt of which is also held in a spatially fixed position, the rear end. the control member near the end of the arm where the pressure element is located. Preferably, an output roller pair is arranged in the direction of movement behind the said conveyor belt, the thrust of which can be adjusted so that the friction of the strips over each other is not hindered during stacking and the lower roller of which is attached to the end of the arm, while the top roll of the output roller pair is attached to the frame of the stacker. Since the angle at which the strips are supplied by the accumulation conveyor system relative to the stacking platform is kept as much as possible in a fixed interval, preferably in the order of about -3 ° to -5 °, the spatial aspect will also be maintained. position of the output roller pair should be maintained as much as possible. When the respective conveyor belt section is pressed upwards, however, if the rear roller of the conveyor belt continues to occupy a spatially fixed position, the lower roller of the output roller pair will have to be moved slightly downwards, in order to prevent negative effective height differences from being introduced. 8701415 5th. Hence, the bottom roll of the output roll pair is attached to the end of the arm. The suspension of the upper roller on the frame is such that the mutual pressure between the rollers of the output roller pair can still be kept almost constant.

5 In een tweede uitvoeringsvorm zijn zowel de bovenste, alswel de onderste rol van tiet uitgangsrollenpaar bevestigd aan het frame van de stapelinrichting; in deze uitvoeringsvorm is het drukelement vast verbonden met een arm, welke draaibaar is rond de as van de genoemde onderste rol, terwijl de, in de bewegingsrichting achterste rol van de 10 de genoemde transportband nabij en vóór de onderste rol is bevestigd aan de genoemde arm. Hier wordt derhalve de ruimtelijke positie van het uitgangsrollenpaar volledig gehandhaafd, terwijl daarentegen, als het desbetreffende transportgedeelte naar boven wordt gedrukt, de achterste rol van de transportband met de arm iets mee omhoog wordt 15 bewogen.In a second embodiment, both the top and bottom rolls of the exit roll pair are attached to the stacker frame; in this embodiment, the pressure element is fixedly connected to an arm which is rotatable about the axis of said lower roller, while the roller of the said conveyor belt, which is in the rearward direction of movement, is fastened to and in front of the lower roller near and in front of the lower roller . Here, therefore, the spatial position of the output roller pair is fully maintained, while, on the other hand, when the respective transport section is pushed upwards, the rear roller of the conveyor belt is moved slightly upwards with the arm.

In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm is het besturingsorgaan werkzaam in twee standen, waarbij in de eerste stand geen druk door het drukelement wordt uitgeoefend op het desbetreffende transportband-gedeelte, en waarbij in de tweede stand door het drukelement een zoda-20 nige druk wordt uitgeoefend, dat het desbetreffende transportbandge-deelte een hellingsverandering ondergaat, die voldoende is om bij de meest voorkortende waarden van 6 toch 6 - £<Ü0, en bij voorkeur in de orde van ongeveer -3° a -5°, te houden. Een meer nauwkeuriger in te stellen waarde van kan echter worden verkregen in een uitvoe- 25 rings vorm, waarbij het besturingsorgaan wordt gevormd door een hydraulisch, pneumatisch of electrisch verplaatsingsmechanisme, dat wordt aangedreven vanuit een microprocessor, waarin permanent de lengte en dikte van de te stapelen stroken en de mate van overlapping van deze stroken bij toevoer aan het stapelstation worden bijgehouden en waarin 30 bij iedere wijziging van deze waarden de hoek wordt berekend, waaronder het desbetreffende gedeelte van de transportband moet worden ingesteld.In the simplest embodiment, the control member operates in two positions, in which in the first position no pressure is exerted by the pressure element on the respective conveyor belt part, and in the second position such pressure is exerted by the pressure element, that the respective conveyor belt portion undergoes a slope change sufficient to maintain 6 - ≤0 °, and preferably on the order of about -3 ° to -5 °, at the most preferred values of 6. However, a more precisely adjustable value of can be obtained in an embodiment, wherein the control member is formed by a hydraulic, pneumatic or electrical displacement mechanism, which is driven from a microprocessor, which permanently changes the length and thickness of the stacking strips and the degree of overlap of these strips are tracked when fed to the stacking station, and in which each angle changes, the angle under which the respective section of the conveyor belt must be adjusted is calculated.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, 35 waarvan: 8701415 *An exemplary embodiment of the present invention will now be further elucidated with reference to the annexed drawings, of which: 8701415 *

VV

66

Fig. 1 het relevante deel van de stapelinrichting overeenkomstig de uitvinding toont, waarbij stroken met een geringe mate van overlapping worden toegevoerd en op correcte wijze worden opgestapeld, zonder dat de instelmiddelen zijn geactiveerd; 5 Fig. 2 het relevante deel van de stapelinrichting overeenkomstig de uitvinding toont, waarbij stroken met een dusdanige mate van overlapping worden toegevoerd, dat een correcte opstapeling niet plaatsvindt zonder de instelmiddelen te activeren; enFig. 1 shows the relevant part of the stacking device according to the invention, in which strips are fed with a small degree of overlap and stacked correctly, without the adjusting means being activated; FIG. 2 shows the relevant part of the stacking device according to the invention, in which strips are fed with such an amount of overlap that correct stacking does not take place without activating the adjusting means; and

Fig. 3 het relevante deel van de stapelinrichting overeenkomstig 10 de uitvinding toont, waarbij de stroken met eenzelfde mate van overlapping worden toegevoerd als in figuur 2, doch waarbij door een activeren van de instelmiddelen toch een correcte opstapeling wordt verkregen.Fig. 3 shows the relevant part of the stacking device according to the invention, wherein the strips are fed with the same degree of overlap as in figure 2, but in which correct stacking is nevertheless obtained by activating the adjusting means.

In de diverse figuren zijn gelijke delen door dezelfde verwij-15 zingscijfers aangegeven. De uitvinding is geenszins beperkt tot het aan de hand van de tekeningen te beschrijven uitvoeringsvoorbeeld; dit uitvoeringsvoorbeeld dient slechts ter illustratie van de uitvinding.In the various figures, equal parts are indicated by the same reference numerals. The invention is by no means limited to the exemplary embodiment to be described with reference to the drawings; this exemplary embodiment serves only to illustrate the invention.

In de figuren 1 - 3 is slechts het voor de uitvinding relevante deel van een uitvoeringsvorm van de stapelinrichting schematisch weer-20 gegeven. De stapelinrichting omvat een stapelstation en een accumula-tietransportbandsysteem. Het stapelstation bezit een stapelplatform 1 met (niet af geheelde) aandrij fmiddelen on dit platform op en neer te kunnen bewegen tussen een bovenste en een onderste stand. Vóór het opstapelen begint, wordt het stapelplatform 1 in de bovenste stand 25 gebracht, terwijl tijdens het stapelen het platform 1 met de te vormen stapel 2 geleidelijk aan naar de onderste stand wordt bewogen, waarbij de valhoogte van de te stapelen stroken min of meer constant wordt gehouden. De bovenste stand is afgesteld op de ruimtelijke positie van het accumulatietransportbandsysteem, terwijl de onderste stand wordt 30 bepaald door de stapelhoogte. Is uiteindelijk een vast gedefinieerde stapel verkregen, dan verkeert het stapelplatform 1 in de onderste stand en kan de stapel in zijwaartse richting worden af gevoerd. Bij het opstapelen dienen de stroken enigszins schuin cxnlaag lopend, bij voorkeur onder een hoek in de orde van ongeveer -3° a -5°, met de 35 stapel 2 of met het stapelplatform 1 in aanraking te komen en wel 8701415 « 7 nabij bet uiteinde van de stapel, respectievelijk het stapelplatform (in de figuren 1 en 3 het punt A), daarna verder te worden geschoven tot de stopplaat 3 om ten slotte geheel op de stapel of op het stapel-platform terecht te komen.Figures 1 - 3 schematically show only the part of an embodiment of the stacking device relevant to the invention. The stacking device comprises a stacking station and an accumulation conveyor belt system. The stacking station has a stacking platform 1 with (unhealed) drive means for being able to move up and down this platform between an upper and a lower position. Before the stacking starts, the stacking platform 1 is brought into the upper position 25, while during stacking the platform 1 with the stack 2 to be formed is gradually moved to the lower position, whereby the fall height of the strips to be stacked is more or less constant is being held. The top position is adjusted to the spatial position of the accumulation conveyor system, while the bottom position is determined by the stack height. When a fixedly defined stack is finally obtained, the stacking platform 1 is in the lowest position and the stack can be discharged in the lateral direction. When stacking, the strips should come into contact with the stack 2 or with the stacking platform 1 at a slight angle, preferably at an angle of the order of about -3 ° to -5 °, 8701415 «7 near the end of the stack, respectively the stacking platform (in the figures 1 and 3 the point A), then to be pushed further to the stop plate 3 to finally end up entirely on the stack or on the stacking platform.

5 Het accumulat ietransportbandsysteem bestaat hier uit één enkele transportband 4, welke om rollen loopt, waarvan er één motorisch wordt aangedreven; in de figuren is alleen de in de transportrichting achterste rol 5 aangegeven. De rollen zijn draaibaar bevestigd in het frame 6, waarvan alleen de in het gezichtsveld gelegen zijplaat is 10 afgeheeld. Het naar het stapelstation bewegende gedeelte van de transportband 4 maakt een hoek ε omlaag ten opzichte van het stapelplatform 1. Op de transportband 4 worden groepen elkaar dakpansgewijs overlappende stroken naar het stapelstation gevoerd onder een hoek 6 ten opzichte van het bovenvlak van de transportband 4, zodat de stro-15 ken naar het stapelstation worden gevoerd onder een hoek 6 - £ ten opzichte van stapelplatform. In de in fig. 1 aangegeven situatie is de hoek 6 zodanig klein, dat S - S de vereiste negatieve waarde bezit voor een correcte opstapeling. In de in fig. 2 aangegeven situatie is de mate van overlapping van de stroken en daarmede de hoek δ dusdanig 20 groot, dat bij een gelijk blijvende waarde van ε de hoek 6 0 wordt, waardoor geen goede opstapeling wordt verkregen. Om dit alsnog mogelijk te maken, dient tevens de hoek £ te worden vergroot. Hiertoe is het accumulatietransportbandsysteem voorzien van een arm 7, welke draaibaar is om de as van de rol 5 en welke aan het uiteinde een druk-25 element 8 in de vorm van een gekromde plaat bezit, alsmede van een be-sturingsorgaan 9, dat is aangebracht op bet frame 6 en aangrijpt nabij het uiteinde van de arm 7, waar zich het drukelement 8 bevindt. Het besturingsorgaan 9 wordt gevormd door een hydraulisch verplaatsings-mechanisme 10, dat wordt aangedreven vanuit een microprocessor 11. In 30 de microprocessor 11 worden permanent de lengte 1, de dikte d en de mate van overlapping R van de stroken bij toevoer aan het stapelstation bij gehouden en wordt bij iedere wijziging van deze waarden de hoek 6 berekend volgens de relatie & = arctg (R.d/l) en vervolgens uit de verkregen waarde van 6 de waarde van ε bepaald, waarbij δ - £ 35 de gewenste waarde aanneemt.The accumulator conveyor belt system here consists of a single conveyor belt 4, which runs on rollers, one of which is motor-driven; the figures only show the rear roller 5 in the direction of transport. The rollers are rotatably mounted in the frame 6, from which only the side plate located in the field of view is tilted. The part of the conveyor belt 4 moving towards the stacking station 4 makes an angle ε downwards with respect to the stacking platform 1. On the conveyor belt 4 groups of overlapping strips overlapping each other are fed to the stacking station at an angle 6 relative to the top surface of the conveyor belt 4, so that the strips are fed to the stacking station at an angle - - ten with respect to the stacking platform. In the situation shown in Fig. 1, the angle 6 is so small that S-S has the required negative value for correct stacking. In the situation shown in Fig. 2, the degree of overlapping of the strips, and hence the angle δ, is so great that, with the value of ε remaining the same, the angle 60 becomes 0, whereby good stacking is not obtained. To make this possible, the angle dient must also be increased. To this end, the accumulation conveyor belt system is provided with an arm 7 which is rotatable about the axis of the roller 5 and which has a pressure element 8 in the form of a curved plate at the end, as well as a control element 9, which is mounted on the frame 6 and engaging near the end of the arm 7, where the pressure element 8 is located. The control element 9 is formed by a hydraulic displacement mechanism 10, which is driven from a microprocessor 11. In the microprocessor 11, the length 1, the thickness d and the degree of overlap R of the strips are continuously supplied when fed to the stacking station at with each change of these values, the angle 6 is calculated according to the relationship & = arctg (Rd / l) and then the value of ε is determined from the obtained value of 6, where δ - £ 35 takes the desired value.

8701415 88701415 8

De in de figuren afgebeelde stapelinrichting is toegepast in combinatie met een golfkartonmachine, een afremtransportbandsysteem en een inrichting voor het creëren van een onderbreking in een bewegende stroom van elkaar overlappende stroken. Hierbij wordt de mate 5 van overlapping R bepaald door de verhouding van de toevoersnelheid Vt van de stroken vanuit de golfkartonmachine aan het afremtransportbandsysteem en de transportsnelheid Vo van het afremtransportbandsysteem. De waarden van Vt en Vo worden permanent door de golfkartonmachine, respectievelijk het afremtransportbandsysteem aan de micro-10 processor 11 af gegeven. De strookparameters 1 en d kunnen handmatig in de microprocessor 11 worden gebracht.The stacking device shown in the figures has been used in combination with a corrugated cardboard machine, a braking conveyor system and a device for creating an interruption in a moving stream of overlapping strips. Here, the degree of overlap R is determined by the ratio of the feed speed Vt of the strips from the corrugated cardboard machine to the braking conveyor system and the transport speed Vo of the braking conveyor system. The values of Vt and Vo are permanently delivered to the micro-10 processor 11 by the corrugating machine or the braking conveyor system, respectively. The strip parameters 1 and d can be manually introduced into the microprocessor 11.

Op grond van de aldus berekende waarde van £ wordt door de microprocessor een signaal af gegeven, waarmede het verplaatsingsmechanisme 10 wordt ingesteld. In fig. 3 is dezelfde mate van overlapping van de 15 stroken aangegeven als in fig. 2. Het hydraulisch verplaatsingsmechanisme is nu echter zodanig geactiveerd, dat de arm 7 in de richting van de klok omhoog is gedraaid, waardoor de gekramde plaat 8 tegen de onderzijde van het, naar het stapelstation bewegende gedeelte van de transportband 4 drukt en wel zodanig, dat het laatste gedeelte hiervan 20 onder een grotere waarde van £ omlaag loopt.On the basis of the value of £ thus calculated, the microprocessor produces a signal with which the displacement mechanism 10 is set. In fig. 3 the same degree of overlapping of the 15 strips is indicated as in fig. 2. However, the hydraulic displacement mechanism is now activated such that the arm 7 is rotated in a clockwise direction, so that the curved plate 8 against the the underside of the part of the conveyor belt 4 moving towards the stacking station, such that the last part thereof 20 descends below a larger value of £.

Het accumulatietransportbandsysteem is verder voorzien van een uitgangsrollenpaar 12, 13. Dit rollenpaar bewerkstelligt een stuwkracht, die zodanig kan worden ingesteld, dat de wrijving, die de stroken bij het schuiven vanaf het punt A tot aan de stopplaat 3 on-25 dervinden, wordt overwonnen. De onderste rol 12 is daarbij draaibaar bevestigd aan het uiteinde van de arm 7, terwijl de bovenste rol 13 draaibaar aan het frame 6 is bevestigd met behulp van een hulpstuk 14 en een scharnierarm 15, waarmede de juiste op de, door te voeren stroken uit te oefenen druk kan worden ingesteld. Verder dient een van de 30 rollen, bijvoorbeeld de rol 12, of dienen de beide rollen 12, 13 te worden aangedreven met bij voorkeur dezelfde snelheid als die van de rollen, bijvoorbeeld de rol 5, van de transportband.The accumulation conveyor belt system further includes an output roller pair 12, 13. This roller pair effects a thrust which can be adjusted to overcome the friction experienced by the strips when sliding from point A to stop plate 3. . The lower roller 12 is rotatably attached to the end of the arm 7, while the upper roller 13 is rotatably attached to the frame 6 by means of an attachment 14 and a hinge arm 15, with which the correct strips are pressure to be applied can be set. Furthermore, one of the 30 rollers, for example the roller 12, or the two rollers 12, 13 should be driven at preferably the same speed as that of the rollers, for example the roller 5, of the conveyor belt.

87014158701415

Claims

1. Stacking device, provided with a stacking station with a vertically adjustable stacking platform and with an accumulation conveyor belt system for supplying groups of overlapping overlapping strips to and stacking these strips on the stacking station, characterized in that the accumulation conveyor system is provided with adjusting means for being able to adjust the inclination of at least the last part of the last conveyor belt of the accumulation conveyor system moving to the stacking station.

2. Stacking device as claimed in claim 1, characterized in that the adjusting means are formed by a thinking element with a control member at least the last part of the conveyor belt moving to the stacking station, while maintaining the spatial position of at least the front end of this conveyor belt, 15.

3. Stacking device according to claim 2, characterized in that the pressure element is formed by a curved plate, which moves at a certain distance from the rear end of the respective conveyor belt in the direction of movement, moving against the underside of the stacking station part of this conveyor belt.

4. Stacking device according to claim 2 or 3, characterized in that the front part of the last conveyor belt of the accumulation conveyor system moving to the stacking station is supported by a curved tread and that the pressure element acts on the rear part of this conveyor belt.

A stacking device according to claim 2, 3 or 4, characterized in that the pressure element is fixedly connected to an arm which is rotatable about the axis of the roller of said conveyor belt, in the direction of movement, which conveyor belt also has the rear The end is held in a spatially fixed position, and that the 8701415 controller engages near the end of the arm where the pressure element is located,

6. Stacking device according to claim 5, characterized in that in the direction of movement behind said conveyor belt there is an output roller-pair of pairs, the thrust of which can be adjusted so that the friction of the strips over each other is not hindered. when stacking and the lower roll of which is attached to the end of the arm, while the upper roll of the output roller pair is attached to the frame of the stacking device.

7. Stacking device according to claim 2, 3 or 4, characterized in that in the direction of movement behind the last conveyor belt of the accumulation conveyor system there is an output roller pair, the thrust of which can be adjusted so that the friction of the friction is not hindered. strips on top of each other when stacking and of which both the lower and the upper roll are attached to the frame of the stacking device, the pressure element further being fixedly connected to an arm rotatable about the axis of said lower roll, while the roller of said conveyor belt, which is rearward in the direction of movement, is attached to said arm near and in front of the lower roller.

Stacking device according to any one of claims 2 to 7, characterized in that the control element is formed by a displacement mechanism, which is driven from a microprocessor, in which the length and thickness of the strips to be stacked and the degree of overlapping of these strips are tracked at the supply to the stacking station and in which each change of these values the angle is calculated under which the respective portion of the conveyor must be adjusted. 870 Η 1 S