NL8701256A

NL8701256A - ROTARY MOWER.

Info

Publication number: NL8701256A
Application number: NL8701256A
Authority: NL
Original assignee: Kloeckner Humboldt Deutz Ag
Priority date: 1986-07-08
Filing date: 1987-05-26
Publication date: 1988-02-01
Also published as: DE3622855A1

Description

X % . * *X%. * *

Roterende maaimachine.Rotary mower.

De uitvinding heeft betrekking cp een roterende maaimachine met tenminste één maaiwiel, dat om een in hoofdzaak loodrechte hartlijn met behulp van een aandrijfas aandrijfbaar is en dat aan zijn onderzijde een in hoogte instelbare coaxiaal tot het maaiwiel 5 aangebrachte glijschotel bezit.The invention relates to a rotary mowing machine with at least one mowing wheel, which is drivable about a substantially perpendicular axis by means of a drive shaft and which has a sliding disc arranged at its underside coaxial to the mowing wheel 5.

Bij dergelijke roterende maaimachines is het vaak noodzakelijk om de afstand van de op het maaiwiel aangebrachte snijmessen tot de bodem te veranderen om op deze wijze een aan het te oogsten gewas aangepaste snijhoogte te kunnen instellen.With such rotary mowers it is often necessary to change the distance of the cutting blades mounted on the mowing wheel to the ground in order to set a cutting height adapted to the crop to be harvested.

10 Uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.820.509 is een maaimachine met twee of meer snijtrommels bekend, die door een draagconstructie worden gedragen, die in een niet-roterend hol element een verticale holle as voor het draaien van een daarmee verbonden, met tenminste één snijblad uitgeruste, buiten de snijtrommels uitstekende 15 flens en een op de aardbodem glijdend beschermorgaan bezit, waarbij het beschermorgaan aan het ondereinde een in de holle as glijdbare verticale draagstang is bevestigd, die ten opzichte van de draagconstructie in verschillende hoogtestanden kan worden vastgezet.10 German Offenlegungsschrift 2,820,509 discloses a mowing machine with two or more cutting drums, which are carried by a supporting construction, which in a non-rotating hollow element has a vertical hollow shaft for rotating an associated, equipped with at least one cutting blade flange protruding outside the cutting drums and a protective member sliding on the ground, the protective member being fixed at the lower end with a vertical supporting rod slidable in the hollow shaft, which can be fixed in different height positions relative to the supporting construction.

Uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.531.420 is 20 verder een maaimachine bekend met tenminste één maaiwiel dat om een verticale hartlijn wordt aangedreven en aan zijn onderzijde via een coaxiaal tot het maaiwiel aangebrachte glijschotel ten opzichte van de bodem is afgesteund, waarbij een nagenoeg ringschijfvormige buitenste glijschotel alsmede een in de centrale vrije ruimte van de buitenste 25 glijschotel coaxiaal daartoe opgestelde binnenste glijschotel is aangebracht, die ten opzichte van de buitenste glijschotel in axiale richting instelbaar is. Voor het in axiale richting instellen is de buitenste glijschotel op een vast met het machinegestel verbonden holle as draaibaar gelagerd, waarin een steun is opgesteld, aan welks 30 ondereinde de binnenste glijschotel vrij draaibaar is gelagerd . DeGerman Offenlegungsschrift 2,531,420 furthermore discloses a mowing machine with at least one mowing wheel which is driven about a vertical center line and which is supported on its underside by means of a sliding disc arranged coaxially to the mowing wheel with respect to the ground, wherein an almost annular disc-shaped outer sliding disc and an inner sliding plate arranged coaxially for this purpose is arranged in the central free space of the outer sliding plate, which axial direction is adjustable relative to the outer sliding plate. For axial adjustment, the outer skid plate is rotatably mounted on a hollow shaft fixedly connected to the machine frame, in which a support is arranged, on the lower end of which the inner skid plate is rotatable. The

870125S870125S

* -2- steun is daarbij binnen de holle as in verschillende axiale standen vastzetbaar.* -2- support can be locked in different axial positions within the hollow shaft.

Bij de bekende roterende maaimachines met in hoogte instelbare opstelling van de glijschotels vindt de verstel-5 baarheid dus altijd plaats door een in een holle as aangebrachte leistang. Een dergelijke constructie verzwakt deconstructie van de aandrijving voor de roterende maaimachine en is duur te vervaardigen. Verder is de hoogte-instelinrichting voor de glijschotel moeilijk te bedienen.In the known rotary mowers with a height-adjustable arrangement of the sliding plates, the adjustability therefore always takes place by means of a guide rod arranged in a hollow shaft. Such a construction weakens the construction of the rotary mower drive and is expensive to manufacture. Furthermore, the height adjustment device for the sliding disc is difficult to operate.

10 Het is de opgave van de onderhavige uitvinding om een roterende maaimachine van het hierboven genoemde soort zodanig uit te voeren, dat hij eenvoudig instelbaar is, een langs levensduur heeft en waarbij de hoogte-instelling van de glij schotel lij zonder eenvoudig en snel kan plaatsvinden.It is the object of the present invention to design a rotary mower of the above-mentioned type in such a way that it is easily adjustable, has a long service life and where the height adjustment of the sliding plate can take place without simple and fast .

15 Ter oplossing van dit probleem wordt voorgesteld, dat de glijschotel via één of meerdere lagers aan de aandrijfas is gelagerd, en dat de aandrijfas in axiale richting instelbaar in het maaiwiel is gelagerd.To solve this problem, it is proposed that the slide disc is mounted on the drive shaft via one or more bearings, and that the drive shaft is mounted in the mowing wheel in an axial direction.

De aandrijfas kan daarbij tot buiten de dwars-20 drager voor de maaiwielen naar boven verlengd zijn en aan het boveneinde een schroefdraad bezitten, die met een moer of een handwiel met schroefdraad samenwerkt.The drive shaft can be extended upwards beyond the transverse mowing wheel carrier and have a screw thread at the top end which cooperates with a screw nut or a hand wheel.

Bij een doelmatige uitvoeringsvorm kunnen de moer of het handwiel op een met de aandrijfas ronddraaiende en 25 zich op een kegelwiel afsteunende huls rusten, waarbij tussen huls en moer of handwiel een. rotatiebeveiliging kan zijn aangebracht.In an effective embodiment, the nut or the handwheel can rest on a sleeve rotating with the drive shaft and supported on a bevel gear, with a sleeve between nut and nut or handwheel. anti-rotation protection may be provided.

De glijschotel is op doelmatige wijze aan het ondereinde van de aandrijfas via een schuin- of axiaallager daarmee verbonden, waarbij tussen glijschotel en het schuine of axiale lager 30 een spiraalveer kan zijn aangebracht.The sliding disc is expediently connected thereto at the lower end of the drive shaft via an oblique or axial bearing, wherein a spiral spring can be arranged between the sliding disc and the oblique or axial bearing 30.

Bijzonder gunstig is het indien de aandrijfas in het gebied van de kegelwielaandrijving in de buurt van de dwars-drager en in het gebied van de lagers voor de glijschotel met over zijn omtrek verdeelde spieprofielen is uitgerust.It is particularly advantageous if the drive shaft is equipped with wedge profiles distributed over its circumference in the region of the bevel gear drive in the vicinity of the cross beam and in the region of the bearings for the sliding disc.

35 Bij een de voorkeur hebbenduitvoeringsvoorbeeld is de horizontale aandrijfas voor de krachtsoverbrenging naar de aandrijfas in het gebied van de aandrijfas voor de maaiwielen onderbroken en grijpt op deze plaats in een kegelwielaandrijving.In a preferred embodiment, the horizontal drive shaft for power transmission to the drive shaft is interrupted in the region of the mower wheel drive shaft and engages a bevel gear drive at this location.

8701253 -3- 3ij een ander de voorkeur hebbend ultvoerings-voorbeeld loopt de aandrijfas aan zijn boveneinde tot aan de doorlopende horizontale aandrijfas en is via een steunbrug met de op de dwarsbalk aangebrachte verstelinrichting verbonden. Tussen de steunbrug en 5 de hoekaandrijving voor de aandrijfas is daarbij bij voorkeur een steun-lager aangebracht.In another preferred example of embodiment, the drive shaft extends from its top end to the continuous horizontal drive shaft and is connected via a support bridge to the adjustment device mounted on the cross beam. A support bearing is preferably arranged between the support bridge and the angular drive for the drive shaft.

Bij een roterende maaimachine volgens de uitvinding vindt de hoogteverstelling van de glijschotel dus niet meer via een holle buis plaats, doch via de aandrijfas voor de maaiwielen. De tussen 10 de glijschotel en het schuine of axiale lager aangebrachte spiraal- veer is op gebruikelijke wijze voorgespannen en belast daarbij de maaiwielen naar boven en de glijschotels naar beneden.In a rotary mowing machine according to the invention, the height adjustment of the sliding disc no longer takes place via a hollow tube, but via the drive shaft for the mowing wheels. The coil spring arranged between the sliding disc and the inclined or axial bearing is pretensioned in the usual manner, thereby loading the mowing wheels upwards and the sliding discs downwards.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld 15 een uitvoeringsvorm van een roterende maaimachine volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een doorsnede door een eerste uitvoeringsvorm van een roterende maaimachine; figuur 2 een doorsnede volgens een tweede uit-20 vcreringsvoorbeeld van een roterende maaimachine, enThe invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows, by way of example, an embodiment of a rotary mower according to the invention. In the drawing: figure 1 shows a cross section through a first embodiment of a rotary mower; Figure 2 shows a cross-section according to a second embodiment of a rotary mower, and

figuur 3 een doorsnede volgens de lijn III - IIIfigure 3 shows a section according to the line III-III

van figuur 2.of figure 2.

In de figuren 1 en 2 is telkens in de linkerhelft de glijschotel in de geheven stand weergegeven en in de rechterhelft 25 in lage stand. Verder zijn in de figuren dezelfde onderdelen van gelijke verwijzingscijfers voorzien.Figures 1 and 2 each show the sliding disc in the raised position in the left half and in the lower half in the right half. Furthermore, the same parts are provided with the same reference numerals in the figures.

In figuur 1 is met 1 de dwarsbalk van een roterende maaiamachine aangeduid, waaraan één of meerdere maaiwielen zijn aangebracht. De maaiwielen bestaan op gebruikelijke wijze uit een 30 maaitrommel 3, aan welks ondereinde een zich daarmee draaiend maaiwiel 4 is aangebracht, aan welks buitenomtreks meerdere niet weergegeven snijmessen zijn aangebracht en die door een aandrijfas 24 in rotatie wordt gebracht. Met 2 is een horizontale aandrijfas aangeduid, die met een kegelwielaandrijving 8 is verbonden, die via een verder kegelwiel 35 7 de aandrijfas 24 aandrijft. Het kegelwiel 7 staat met een ander kegelwiel 6 in ingrijping waardoor een andere horizontale aandrijfas 2’ wordt aangedreven voor een aangrenzend maaiwiel. De kegelwielen 6, 8 zijn in geschikte lagers 9, 10 in de dwarsdrager 1 gelagerd. Bij 8701253 -4- het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld loopt dê aandrijfas 24 naar boven tot buiten de dwarsdrager 1, waarbij zijn boveneinde 19 van een buitenschroefdraad is voorzien waarop een moer 18 of een handwiel met binnenschroefdraad zit. Tussen de moer 18 respectievelijk 5 het handwiel is een rotatiebeveiliging, zoals een kunststof schijf 17 aangebracht, die tegen een. huls 16 rust, die met de aandrijfas 24 draait en op het kegelwiel 7 rust.In figure 1, 1 denotes the cross beam of a rotary mowing machine to which one or more mowing wheels are arranged. The mowing wheels usually consist of a mowing drum 3, at the lower end of which a mowing wheel 4 rotating therewith is arranged, on the outer circumference of which several cutting blades (not shown) are arranged and which are rotated by a drive shaft 24. 2 designates a horizontal drive shaft, which is connected to a bevel gear drive 8, which drives the drive shaft 24 via a further bevel gear 7. The bevel gear 7 meshes with another bevel gear 6, whereby a different horizontal drive shaft 2 'is driven for an adjacent mowing wheel. The bevel gears 6, 8 are mounted in suitable bearings 9, 10 in the cross beam 1. In the exemplary embodiment shown here, the drive shaft 24 extends upwardly beyond the transverse carrier 1, its top end 19 being provided with an external screw thread on which a nut 18 or a hand wheel with an internal screw thread is mounted. Between the nut 18 and the handwheel, respectively, a rotation protection, such as a plastic disc 17, is arranged against one. sleeve 16 which rotates with the drive shaft 24 and rests on the bevel gear 7.

Zoals uit figuur 1 blijkt, is de aandrijf-as 2 in het gebied van de doorboring van: de dwarsdrager 1 door de 10 aandrijfas 24 onderbroken.De krachtoverbrenging naar de in axiale richting naastliggende aandrijfas 2’ vindt hierbij via het kegelwiel 7 plaats.As can be seen from figure 1, the drive shaft 2 is interrupted in the region of the penetration of the transverse carrier 1 by the drive shaft 24, the power transmission to the axially adjacent drive shaft 2 being effected via the bevel gear 7.

Aan het ondereinde van de aandrijfas 24 is het maaiwiel 4 via naaldlagers 13 respectievelijk kogellagers 12 aan de draagconstructie 11 afgesteund. De glijschotel 5 is via een geschikte 15 flens en een schuin respectievelijk axiaallager 14 met het ondereinde van de aandrijfas 24 verbonden zonder daarmee te draaien. Tussen de glijschotel 5 en het schuine respectievelijk axiale lager is_een spiraalveer 15 aangebracht, die in voorgespannen toestand de glijschotel 5 naar beneden respectievelijk het maaiwiel 4 naar boven drukt.At the lower end of the drive shaft 24, the mowing wheel 4 is supported on the supporting construction 11 via needle bearings 13 and ball bearings 12, respectively. The sliding disc 5 is connected to the lower end of the drive shaft 24 via a suitable flange and an inclined or axial bearing 14, respectively, without rotating therewith. Between the sliding disc 5 and the oblique or axial bearing, a spiral spring 15 is provided, which presses the sliding disc 5 downwards and the mowing wheel 4 upwards in the pre-tensioned state.

20 De aandrijfas 24 heeft in het gebied van de bovenste kegelaandrijving 7 alsmede inhet gebied van de lagering voor de glij schotel 5 spieprofielen 20, die een gemakkelijk verschuiven van de aandrijfas mogelijk maken. De hoogteverstelling vindt nu plaats via de aandrijfas 24 door verstellen van de moer respectie-25 velijk het handwiel 18, waarbij de aandrijfas en de daarop aangebrachte glijschotel naar boven respectievelijk naar beneden al naar gelang de rotatierichting van. de moer 18 zijn stand verandert.The drive shaft 24 has key profiles 20 in the region of the upper cone drive 7 as well as in the area of the bearing for the sliding disc 5, which allow an easy displacement of the drive shaft. The height adjustment now takes place via the drive shaft 24 by adjusting the nut and the hand wheel 18 respectively, the drive shaft and the sliding plate mounted thereon upwards or downwards depending on the direction of rotation. the nut 18 changes its position.

Bij het in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de glijschotel 5 via de aandrijfas 24 naar onderen 30 gedrukt. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de horizontale aandrijfas 21 niet onderbroken, dat wil zeggen doorgaand voor alle maaiwielen.In the exemplary embodiment shown in Figure 2, the sliding disc 5 is pressed downwards via the drive shaft 24. In this exemplary embodiment, the horizontal drive shaft 21 is not interrupted, i.e. continuous for all mowing wheels.

De verstelling van de aandrijfas 24 vindt hierbij plaats door middel van de moer respectievelijk het handwiel 18 via een steunbrug 22 op een onder de kegelwielaandrijving 7 aangebracht sternlager 23 35 (zie ook figuur 3). Ook hierbij is weer in het linker deel van de figuren het maaiwiel met geringe afstand tot de bodem en in het rechter deel met grotere afstand tot de bodem weergegeven. In het onderste gebied van de aandrijfas 24 is een deze coaxiaal omgevende spiraalveer -37 0 1 2 5 8 -5- 25 aangebracht, die tot opgave heeft de glijschotel 5 bij het opheffen van de roterende maaimachine naar de transportstand mee naar boven te nemen.The drive shaft 24 is adjusted here by means of the nut or the hand wheel 18 via a supporting bridge 22 on a star bearing 23 35 arranged under the bevel gear drive 7 (see also figure 3). The mowing wheel is again shown in the left part of the figures with a small distance to the bottom and in the right part with a greater distance to the bottom. In the lower region of the drive shaft 24 a coil spring surrounding this coaxially -37 0 1 2 5 8 -5- 25 has been provided, which has the task of carrying the sliding disc 5 upwards to the transport position when the rotary mower is raised.

Om het bovenste steunlager 23 is op de aandrijfas 5 24 te kunnen monteren, wordt de lagertrompet van de hoekoverbrenging gescheiden, waarna beide delen weer met dezelfde schroeven aan de dwarscfcager 1 worden bevestigd. Bij deze uitvoeringsvorm is ook de doelmatige droogsmering van het naaldlager 13 voor de maaiwielen op bekende wijze gewaarborgd.In order to be able to mount the upper support bearing 23 on the drive shaft 24, the bearing trumpet is separated from the angle gear, after which both parts are fastened again to the transverse shaft 1 with the same screws. In this embodiment, the effective dry lubrication of the needle bearing 13 for the mowing wheels is also ensured in a known manner.

10 In figuur 1 is een eendelig maaiwiel weergegeven terwijl in figuur 2 een tweedelig maaiwiel is weergegeven. De hoogte-verstelling volgens de uitvinding via de aandrijfas 24 is echter voor beide uitvoeringsvormen mogelijk.Figure 1 shows a one-piece cutting wheel, while figure 2 shows a two-piece cutting wheel. However, the height adjustment according to the invention via the drive shaft 24 is possible for both embodiments.

De roterende maaimachine volgens de uitvinding 15 biedt een bijzonder eenvoudige en gemakkelijk te bedienen instelinrich-ting zonder dat een holle as rcdig is.The rotary mower according to the invention offers a particularly simple and easy to operate adjustment device without a hollow shaft being rcdig.

87012568701256

Claims

Rotary mower with at least one mowing wheel which is drivable about a substantially perpendicular axis by means of a drive shaft and which has a height-adjustable sliding disc arranged coaxially to the mowing wheel on its underside, characterized in that the sliding disc (5 ) is mounted on the drive shaft (24) via one or more bearings, and that the drive shaft is axially adjustable in the mowing wheel (4).

Rotary mower according to claim 1, characterized in that the drive shaft is extended upwards beyond the cross member (1) for the 10 mowing wheels (4) and has a thread (19) at the top end, which is provided with a nut. (18) or a threaded handwheel. Cooperates.

Rotary mower according to claim 2, characterized in that the nut or handwheel sits on a sleeve (16) which rotates with the drive shaft 15 (24) and which rests on a bevel gear (7).

Rotary mower according to claim 2, characterized in that a rotation protection (17) is arranged between sleeve (16) and nut (18) or hand wheel.

Rotary mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the sliding disc (5) is connected to it at the lower end of the drive shaft (24) via an inclined or axial bearing (14).

Rotary machine according to claim 5, characterized in that a spiral spring (15) is arranged between sliding disc (5) and the oblique or axial bearing (14).

Rotary machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive shaft in the region of its bevel-wheel drive in the vicinity of the cross beam (1) and in the region of the bearings for the sliding plates (5) around its circumference. distributed wedge profiles (20) are equipped. 87-0 1-25 «-7-

Rotary mower according to claim 1, characterized in that the horizontal drive shaft (2) for power transmission to the drive shaft (24) is interrupted in the region of the mower wheel drive shaft and in this position in a bevel gear drive 5 ( 8, 7, 6).

Rotary mower according to claim 1, characterized in that the drive shaft (24) extends at its top end to the continuous horizontal drive shaft (21) and via a support bridge (22) with the adjustment mounted on the cross beam (1). 10 device (18, 19) is connected.

Rotary mower according to claim 9, characterized in that the support bridge (22) is connected at its lower end to a support bearing (23) which engages slidingly on the drive shaft (24) under the bevel gear drive (7). -o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o- 8701255