NL8701203A

NL8701203A - Float for fishing tackle - has two axially sliding guide parts and stainless steel ball to clamp line

Info

Publication number: NL8701203A
Application number: NL8701203A
Authority: NL
Original assignee: Johan Gabriel Hubert Korvorst
Priority date: 1987-05-20
Filing date: 1987-05-20
Publication date: 1988-12-16
Also published as: NL193050B; NL193050C

Abstract

The float for fishing tackle, includes two interacting sliding guide plates. To clamp the fishing line, a stainless steel ball is movable in a conical holder. An upper axially sliding part (1) moves over a bottom part (2). The fishing line (6) has, behind the bottom eye (8) lead shot. The ball (4) and eyes (7,8) are of stainless steel, whilst remaining components are of plastics. As long as the ball (4) rests on top surface (16) of rod (3), the fishing line (6) is not clamped.

Description

» * & -1- 26423/Vk/mvl»* & -1- 26423 / Vk / mvl

Korte aanduiding: Dobber.Short designation: Float.

De uitvinding heeft betrekking op een dobber voor het vissen 5 bestaande uit een lichaam met drijfvermogen, aan de bovenkant voorzien van een antenne en aan de onderkant voorzien van een water-toevoeropening, in de nabijheid waarvan een regeling aanwezig is aangebracht voor het regelen van de watertoe- en/of afvoer, welke dobber is voorzien van een systeem voor het geleiden van de vislijn en van een orgaan om de vislijn te 10 kunnen afklemmen.The invention relates to a fishing float 5 consisting of a buoyancy body, provided at the top with an antenna and at the bottom provided with a water supply opening, in the vicinity of which a control is provided for regulating the water inlet and / or outlet, which float is provided with a system for guiding the fishing line and with a means for clamping the fishing line.

Een dergelijke dobber is bekend uit het Amerikaanse octrooi-schrift 3.455.056, waarbij de vislijn wordt afgeklemd met een roteerbare pal. Wanneer de vislijn door de geroteerde pal is afgeklemd, kan de lijn niet makkelijk van de bodem worden "getikt" hetgeen gewenst is bij het 15 peilen, waarmee de juiste afstand boven de bodem van het viswater wordt bepaald door de visser. Een ander nadeel van de dobber volgens het Amerikaanse octrooischrift is dat deze dobber is voorzien van een water-toevoeropening (42) en een lucht-afvoeropening (36) waardoor de lucht kan ontsnappen uit de dobber die wordt verplaatst door het instromende water.Such a float is known from United States Patent Specification 3,455,056, in which the fishing line is clamped with a rotatable catch. When the fishing line is clamped by the rotated catch, the line cannot easily be "tapped" from the bottom, which is desirable when sounding, thereby determining the correct distance above the bottom of the fishing water by the fisherman. Another drawback of the float according to the US patent is that this float is provided with a water supply opening (42) and an air discharge opening (36) through which the air can escape from the float that is displaced by the inflowing water.

20 De opening (36) voor het afvoeren van de tucht wordt echter vaak door een waterdruppel afgesloten, waardoor de luchtafvoer wordt belemmerd en zodoende de watertoevoer via opening (42). Daardoor wordt de werking van de dobber ontregeld.However, the opening (36) for discharging the stray is often closed by a drop of water, obstructing the air discharge and thus the water supply via opening (42). This will disrupt the operation of the float.

De problematiek ten aanzien van dergelijke dobbers is beschre-25 ven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7018350, waarin ook een toelichting is gegeven van de wensen die vissers hebben bij het peilen tijdens het vissen. Daarbij is het afklemmen van de vislijn op een door de visser gewenst moment van groot belang. Volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 7018350 zou de wrijving van de lijn de dobber onder water moeten trekken, 30 waardoor deze via opening 10 vol water kan lopen. Drijflichaam 6 zou dan tegen aanslag 7 drijven om vervolgens langs de lijn omhoog te bewegen. De bedoeling is dan dat aan het wateroppervlak het lichaam 1 weer leegloopt om het lichaam met drijfvermogen 6 met aanslag 13 te laten neerkomen op aanslag 8 waardoor de lijn wordt afgeklemd. Door de wrijving van de lijn 35 zal deze dobber echter niet geheel uit het water komen en daardoor zal het water niet uit het holle lichaam 1 lopen en kan het lichaam met drijfvermogen 6 niet tot de aanslag 8 komen. Als tijdens het ingooien het lichaam 8701203The problem with regard to such floats is described in Dutch patent application 7018350, in which an explanation is also given of the wishes that fishermen have when gauging during fishing. Clamping the fishing line at a time desired by the fisherman is of great importance. According to Dutch patent application 7018350, the friction of the line should pull the float under water, so that it can run through opening 10 full of water. Float 6 would then float against stop 7 and then move up the line. The intention is then that the body 1 empties again at the water surface in order to let the buoyancy body 6 with stop 13 fall on stop 8, whereby the line is clamped. However, due to the friction of the line 35, this float will not come completely out of the water and therefore the water will not run out of the hollow body 1 and the body with buoyancy 6 cannot reach the stop 8. As when throwing in the body 8701203

-2- 26423/Vk/mvL-2-26423 / Vk / mvL

t 4 6 al op de lijn en dus ook op de aanslag 8 rust, zal als deze twee aanslagen 13 en 8 van een magneet zijn voorzien deze de lijn niet meer loslaten, ook al stroomt water naar binnen. Door de magneten wordt de hele dobber te zeer in het midden verzwaard waardoor het drijfvermogen wordt 5 verminderd. De lijndoorvoer door de gaatjes in het holle lichaam 1 is zonder hulpmiddel bijna onmogelijk. De in fig. 2 van de Nederlandse octrooiaanvrage 7018350 weergegeven dobber zal tijdens het ingooien de lijn al afklemmen doordat Lichaam 24 en aanslag 23 op elkaar rusten,of tijdens het neerplonzen door de opwaartse druk de aanslag 23,de magneet IQ 35 en stop 28 al tot afklemming brengt, waardoor deze dobber in de praktijk niet met het gewenste resultaat kan worden gebruikt.t 4 6 already rests on the line and therefore also on stop 8, if these two stops 13 and 8 are provided with a magnet, they will no longer let go of the line, even if water flows in. The magnets make the entire float weight too much in the middle, which reduces buoyancy. Line passage through the holes in the hollow body 1 is almost impossible without an aid. The float shown in fig. 2 of the Dutch patent application 7018350 will already clamp the line during throw-in, because Body 24 and stop 23 rest on each other, or during splashing down by the upward pressure the stop 23, the magnet IQ 35 and stop 28 already. clamping, so that this float cannot be used in practice with the desired result.

Deze problemen zijn thans opgelost met behulp van de dobber volgens de uitvinding, zoals in de aanhef vermeld, welke dobber volgens de uitvinding hierdoor wordt gekenmerkt, dat het lichaam met drijfvermogen 15 is opgebouwd uit twee in elkaar verschuifbare delen waarmee een axiale verplaatsing van de twee delen ten opzichte van elkaar mogelijk is en het orgaan voor het afklemmen van de vislijn bestaat uit een kogeltje, verplaatsbaar in een conisch uitlopende houder. Weliswaar is het uit het Duitse "Auslegeschrift" 2.341.283 bekend om een lijn vast te zetten bij 20 het peilen, welke vastzetting wordt uitgevoerd met behulp van een kogeltje, maar de daarbij toegepaste dobber is van een geheel ander type, namelijk een tuimeldobber. Tijdens het ingooien of neerplonzen zal het kogeltje vaak de lijn al afklemmen terwijl dit niet is gewenst. Verder heeft deze dobber het nadeel dat ook is aangegeven in verband met het Amerikaanse octrooi-25 schrift 3.455.056 namelijk dat de ontluchtingsopening kan verstoppen door een waterdruppel.These problems have now been solved with the aid of the float according to the invention, as stated in the preamble, which float according to the invention is characterized in that the buoyancy body 15 is built up of two mutually displaceable parts with which an axial displacement of the two parts relative to each other and the fishing line clamping means consists of a ball displaceable in a conical flared holder. Although it is known from German "Auslegeschrift" 2,341,283 to fix a line at the bearing, which fixing is carried out with the aid of a ball, the float used therewith is of a completely different type, namely a tumbler. While throwing or splashing down, the ball will often pinch the line even though this is not desired. Furthermore, this float has the drawback, which has also been indicated in connection with US patent 3,455,056, namely that the vent opening can be blocked by a water drop.

Uit de Britse octrooiaanvrage 2.148.081 is een dobber bekend met twee axiaal verplaatsbare gedeelten, doch de verdere constructie en de doelstelling is geheel verschillend met de dobber volgens de uitvin-30 ding. Met de dobber volgens de Britse octrooiaanvrage wordt beoogd het drijvend vermogen te regelen met een op en neer beweegbare plunjer, zodat loodkorrels aan de lijn bevestigd, niet meer behoeven te worden verwisseld indien het gewicht van de dobber moet worden gewijzigd. Klaarblijkelijk worden deze loodkorreltjes thans vaak weggegooid, hetgeen milieu-35 verontreiniging veroorzaakt en dit milieuprobleem kan dan worden bestreden met een dobber zoals voorgesteld in de Britse octrooiaanvrage.British float application 2,148,081 discloses a float with two axially displaceable parts, but the further construction and the object is completely different from the float according to the invention. The float of the British patent application aims to control the buoyancy with an up and down movable plunger, so that lead beads attached to the line no longer need to be changed if the float's weight is to be changed. Apparently, these grains of lead are now often discarded, causing environmental pollution and this environmental problem can then be combated with a float as proposed in the British patent application.

Met de dobber volgens de uitvinding is het nu mogelijk de 8701203 Λ iWith the bob according to the invention it is now possible to use the 8701203 Λ i

-3- 26423/Vk/mvL-3- 26423 / Vk / mvL

problemen die bij de bekende dobbers ontstaan door het afsluiten van de opening waardoor lucht ontsnapt op te lossen, omdat de dobber volgens de uitvinding een dergelijke opening niet heeft. Het instromende water in de dobber, welke toevoer regelbaar is, zorgt voor een verhoging van de 5 luchtdruk in de dobber, waardoor een axiale verplaatsing ontstaat van de twee in elkaar verschuifbare delen. Verder is een zeer nauwkeurig regelbare afklemming van de vislijn mogelijk, welke afklemming op een door de visser gewenst tijdstip kan worden opgeheven, zodat het lood, aangebracht op de vislijn, makkelijk van de bodem kan worden "getikt". De vislijn 10 loopt met de dobber mee zonder dat deze het conisch gedeelte raakt anders dan op de plaats waar de vislijn wordt toegevoerd. Als de dobber in het water plonst zal deze een vertikale stand innemen. De lijn, verzwaard met lood, kan dan vrij naar de bodem zakken. Wanneer het Lood de bodem bereikt zal de dobber nog iets verder uit het water komen en daarna wordt de lijn 15 afgeklemd. Door een tikje met de hengeltop kan men het lood van de bodem tikken en zal de dobber zijn uitgelode positie innemen. Naar ondieper water vissend kan dit steeds worden herhaald. Wil men aan het oppervlak vissen of in ondiep water dan draait men de waterregulator iets open en de afklemming en het uit elkaar gaan van de delen 1 en 2 gebeurt direkt.to solve problems which arise in the known floats by closing the opening through which air escapes, because the float according to the invention does not have such an opening. The inflowing water in the float, which supply is adjustable, causes an increase in the air pressure in the float, whereby an axial displacement of the two slidable parts is created. Furthermore, a very accurately adjustable clamping of the fishing line is possible, which clamping can be lifted at a time desired by the fisherman, so that the lead, applied to the fishing line, can be easily "tapped" from the bottom. The fishing line 10 runs with the float without touching the conical part other than where the fishing line is supplied. If the float splashes into the water, it will take a vertical position. The line, weighted with lead, can then drop freely to the bottom. When the lead reaches the bottom, the float will come out a little further out of the water and then the line 15 will be clamped. By tapping the rod tip you can tap the lead from the bottom and the float will assume its leaded position. Fishing for shallower water can be repeated at any time. If you want to fish on the surface or in shallow water, you open the water regulator slightly and the clamping and the separation of parts 1 and 2 is done immediately.

20 Hen kan de stand van de regeling op een vaste plaats laten staan. De tijdsduur bij een bepaalde stand van de afklemming is bijvoorbeeld ongeveer 30 seconden. Wanneer men op een diepte van 2 m vist, zal het lood binnen ongeveer 10 seconden op de bodem liggen, waarna men nog ongeveer 20 seconden moet wachten op de lijnafklemming. De uitvinding zal nader 25 worden toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving en bijgevoegde tekening.20 They can leave the state of the scheme in a fixed place. The time at a certain position of the clamping is, for example, about 30 seconds. When fishing at a depth of 2 m, the lead will be on the bottom in about 10 seconds, after which you have to wait about 20 seconds for line clamping. The invention will be further elucidated on the basis of the following description and the accompanying drawing.

In de tekening is de dobber volgens de uitvinding weergegeven waarbij: fig. 1 de dobber weergeeft in samengestelde toestand, waarbij 30 de vislijn wordt vastgeklemd, fig. 2 de dobber volgens de uitvinding in samengestelde toestand weergeeft zonder dat de vislijn wordt vastgeklemd, fig. 3 afzonderlijk het onderste verschuifbare deel 2 weergeeft en 35 fig. 4 het bovenste verschuifbare deel 1 weergeeft.The drawing shows the float according to the invention, in which: Fig. 1 shows the float in assembled condition, wherein the fishing line is clamped, fig. 2 shows the float according to the invention in assembled condition without the fishing line being clamped, fig. 3 shows separately the lower sliding part 2 and FIG. 4 shows the upper sliding part 1.

In fig. 1 is het bovenste axiaal verplaatsbare deel 1 geschoven over het onderste axiaal verplaatsbare deel 2. In fig. 1 is de dobber 8701203 f 4 -4- 26423/Vk/mvl volgens de uitvinding weergegeven in een uitgerekte toestand, waarbij deel 1 en deel 2 over maximale afstand ten opzichte van elkaar zijn verplaatst en in fig. 2 is deze dobber weergegeven, waarbij de delen 1 en 2 zover mogelijk in elkaar zijn geschoven. Verder is in fig. 2 de vlotter 22 in een 5 meer open toestand aangegeven en in fig. 1 in een meer afgesloten toestand.In fig. 1 the upper axially movable part 1 is slid over the lower axially movable part 2. In fig. 1 the float 8701203 f 4 -4-26423 / Vk / mvl according to the invention is shown in a stretched condition, wherein part 1 and part 2 are displaced by a maximum distance from each other and this float is shown in fig. 2, the parts 1 and 2 being pushed together as far as possible. Furthermore, in Fig. 2 the float 22 is indicated in a more open position and in Fig. 1 in a more closed position.

De vislijn 6, aan de onderzijde, dus het deel van de vislijn achter het onderste oogje 8, is voorzien van verzwarende loodkorrels.The fishing line 6, at the bottom, that is to say the part of the fishing line behind the lower eyelet 8, is provided with weighting lead grains.

Deze vislijn 6 wordt, zonder loodkorrels, in de dobber aangebracht door de vislijn 6 te leiden door het bovenste oogje 7 dat is aangebracht op de 10 houder 5. Vervolgens wordt de lijn geschoven door opening 9 in houder 5 en vervolgens naar buiten gebracht via de lijnafvoer 10 in de houder 5. Daarbij loopt de vislijn 6 langs staafje 3. Tenslotte wordt de vislijn door het onderste oogje 8 gebracht, waarmee de vislijn aan de dobber is bevestigd. Bij dit oogje 18 is een verzwarend loodhulsje aangebracht zo-15 dat de dobber in het water de vertikale stand kan innemen. In fig. 1 is kogeltje 4 weergegeven in de laagste stand en is los van het bovenvlak 16 van staafje 3. Daarmee wordt een goede afklemming van vislijn 6 ver-kregen, zodat wanneer men trekt aan de vislijn in de richting van oogje 8, gezien vanaf de lijn-afvoeropening 10, dan zal men bemerken dat de 20 vislijn is gefixeerd door de wrijving tussen kogeltje 4 en het conisch uitlopend deel 17 van de houder. Bij voorkeur is het kogeltje 4 vervaardigd uit roestvrij staal evenals de oogjes 7 en 8, terwijl de andere onderdelen zijn vervaardigd uit een kunststofmateriaal. Zolang . het kogeltje 4 rust op het bovenvlak 16 van staafje 3, dan heeft er 25 geen afklemming plaats van de vislijn 6 en zal deze onder invloed van het verzwarend gewicht aan de vislijn 6 met behulp van lood naar beneden lopen. Indien de vislijn is vastgeklemd doordat het kogeltje 4 zich in een stand bevindt zoals weergegeven in fig. 1, zal het voor de visser op een eenvoudige wijze mogelijk zijn het lood van de bodem in het water te 30 tikken door een lichte beweging aan de vislijn in bovenwaartse richting.This fishing line 6, without lead grains, is placed in the float by passing the fishing line 6 through the upper eyelet 7 which is arranged on the holder 5. Then the line is slid through opening 9 in holder 5 and then brought out through the line discharge 10 in the holder 5. The fishing line 6 runs along rod 3. Finally, the fishing line is passed through the lower eye 8, with which the fishing line is attached to the float. An aggravated lead sleeve is arranged in this eyelet 18 so that the float can assume the vertical position in the water. In Fig. 1, ball 4 is shown in the lowest position and is separate from the top surface 16 of rod 3. This provides a good clamping of fishing line 6, so that when one pulls on the fishing line in the direction of eyelet 8, from the line discharge opening 10, it will be noticed that the fishing line is fixed by the friction between ball 4 and the conically flared part 17 of the holder. The ball 4 is preferably made of stainless steel, as are the eyelets 7 and 8, while the other parts are made of a plastic material. So long . the ball 4 rests on the top surface 16 of rod 3, then there is no clamping of the fishing line 6 and it will run down by means of lead under the influence of the aggravating weight on the fishing line 6. If the fishing line is clamped because the ball 4 is in a position as shown in Fig. 1, it will be possible in a simple manner for the angler to tap the lead from the bottom into the water by a slight movement on the fishing line. in the upward direction.

Het zal voor de visser van belang zijn direkt waar te nemen wanneer de vislijn wordt geklemd door de werking van het kogeltje 4 en daarom is het bovenste deel 13 van het onderste axiaal verplaatsbare deel 2 gekleurd en van zodanige lengte, dat dit bovenste deel 13 samenvalt met de boven-35 ste rand van kleurband 18, aangebracht op het bovenste axiaal verplaatsbare deel 1. Zodra staafje 3 in contact komt met kogeltje 4 door de axiale verplaatsing van het onderste verplaatsbare deel 2 in het boven- 8701203 \ £ -5- 26423/Vk/mvl ste verplaatsbare deel 1, wordt het gekleurde bovenste deel 13 zichtbaar in het transparante deel 14 van het bovenste axiaal verplaatsbare deel 1 aansluitend op de kleurband 18. Anderzijds geldt ook dat het dalen van het kogeltje 4 naar het conisch gedeelte 17, is te volgen door het ver-5 dwijnen van het gekleurde bovenste deel 13 in het transparante deel 14.It will be important for the fisherman to observe immediately when the fishing line is clamped by the action of the ball 4, and therefore the upper part 13 of the lower axially movable part 2 is colored and of such length that this upper part 13 coincides with the top 35 edge of color band 18, applied to the upper axially movable part 1. As soon as rod 3 comes into contact with ball 4 by the axial displacement of the lower movable part 2 in the upper part 8701203 \ £ -5- 26423 / Vk / mvl th movable part 1, the colored top part 13 becomes visible in the transparent part 14 of the top axially movable part 1 connecting to the color band 18. On the other hand, it also applies that the ball 4 descends to the conical part 17, can be followed by the disappearance of the colored upper part 13 in the transparent part 14.

Bij het volledig verdwijnen van het gekleurde deel 13 is de lijn 6 afgeklemd. Ook is de antenne 15 van een kleur voorzien, zodat de bovenkant van de dobber voor de visser makkelijk waarneembaar is. Aan de onderzijde van het verplaatsbare deel 1 is een vernauwing 19 aangebracht zodat de 10 delen 1 en 2 niet los van elkaar kunnen komen. Dezelfde werking kan ook worden verkregen met een insparing in deel 14 ter hoogte van de laagste stand van het gekleurde deel 13.When the colored part 13 disappears completely, the line 6 is clamped. The antenna 15 is also provided with a color, so that the top of the float is easily visible to the fisherman. A constriction 19 is arranged on the underside of the movable part 1 so that the parts 1 and 2 cannot come apart. The same effect can also be obtained with a recess in part 14 at the lowest position of the colored part 13.

Wanneer de dobber in het water komt, zal water aan de onderzijde via de water-toevoeropening in de dobber stromen en wordt de lucht 15 in de dobber verplaatst doordat de twee axiaal verplaatsbare delen 1 en 2 verschuiven, waardoor de atmosferische druk gehandhaafd blijft in de dobber en geen lucht hoeft te ontsnappen. Indien het volume van de dobber weer wordt verkleind, zal water worden afgevoerd uit de dobber via dezelfde opening 20. De watertoevoersnelheid is regelbaar met behulp van 20 bijvoorbeeld een vlotterconstructie die is aangebraeht in de vlotterhuls 21, welke vlotterconstructie bestaat uit een vlotter 22 met een vlotter-staafje 23 en vlottervoet 27. Deze vlotter 22 werkt samen met vernauwing 24, zodat het met een op en neer gaande verplaatsing van de vlotterconstructie, weergegeven door pijl 25, mogelijk is de watertoevoersnelheid 25 te regelen. De vlottervoet 27 is tevens gefixeerd tussen de inkepingen 26. In plaats van de vlotterconstructie kan ook een andere regelaar voor de watertoe- en afvoer worden toegepast.When the float enters the water, water at the bottom will flow into the float through the water supply opening and the air 15 is displaced in the float by the two axially movable parts 1 and 2 sliding, thereby maintaining the atmospheric pressure in the float and no air has to escape. If the volume of the float is reduced again, water will be discharged from the float through the same opening 20. The water supply speed is controllable by means of, for example, a float construction which is fitted in the float sleeve 21, which float construction consists of a float 22 with a float rod 23 and float foot 27. This float 22 cooperates with constriction 24, so that with an up and down movement of the float construction, indicated by arrow 25, it is possible to control the water supply speed 25. The float foot 27 is also fixed between the notches 26. Instead of the float construction, another regulator for the water supply and discharge can also be used.

In de fig. 3 en 4 zijn duidelijkheidshalve de twee belangrijkste onderdelen van de dobber, te weten het bovenste axiaal verplaats-30 bare deel 1, weergegeven in fig. 4 en het onderste axiaal verplaatsbare deel 2, weergegeven in fig. 3, weergegeven.For the sake of clarity, the two main parts of the float, the upper axially movable part 1 shown in Fig. 4 and the lower axially movable part 2 shown in Fig. 3, are shown in Figs. 3 and 4.

Het zal duidelijk zijn dat enkele modificaties en veranderingen mogelijk zijn bij de dobber volgens de uitvinding, zoals de vlotterconstructie, zonder dat men komt buiten de beschermingsomvang zoals weer-35 gegeven in de conclusies.It will be clear that some modifications and changes are possible with the float according to the invention, such as the float construction, without departing from the scope of protection as stated in the claims.

87012038701203

Claims

1. Float for fishing consisting of a Buoyancy Body, equipped with an antenna at the top and a water supply opening at the bottom, in the vicinity of which a control is provided for regulating the water supply and / or drain, which float is provided with a system for guiding the fishing line and with a means for clamping the fishing line, characterized in that the buoyancy body is built up of two mutually slidable parts (1, 2 ), which allows axial displacement of the two parts relative to each other and the fishing line clamping member (6) consists of a ball (4) movable in a conical flared holder (5).

Float according to claim 1, characterized in that the ball (4) in the conically flared holder (5) is supported over a major part of the displacement area by a rod (3) and over a small portion, where the clamping operation occurs, not supported.

Float according to claims 1-2, characterized in that the fishing line guiding system consists of two eyelets (7, 8) with a line feed opening (9) on the holder and a line discharge opening (9) between them. 10) in the holder (5).

Float according to claim 3, characterized in that the line discharge opening (10) is the open side of the holder (5) through which the rod (3) is movable.

Float according to claims 1-4, characterized in that the rod (3) is fixed to the lower axially movable part (2) and the holder (5) is fixed to the upper axially movable part (1).

Float according to claims 1-5, characterized in that the water supply opening (20) is provided with an up and down adjustable float (22).

Float according to claims 1-6, characterized in that the upper part (13) of the lower axially movable part (2) is colored and the partially colored antenna part (15) which forms the upper part of the upper axially movable part (1) has a translucent part (14) in such a position that the top part (13) becomes visible when the rod (3) is in contact with the ball (4). 8701203 Eindhoven, May 1987