NL8701061A

NL8701061A - Facade cladding for building - has fixings suspended from rail and engaging with overlapping plates

Info

Publication number: NL8701061A
Application number: NL8701061A
Authority: NL
Original assignee: Randstede Bouwconsult B V
Priority date: 1987-05-05
Filing date: 1987-05-05
Publication date: 1988-12-01
Also published as: NL192623C; NL192623B

Abstract

The building facade cladding (1) comprises rails (3) fixed to the facade (2) and to which a large number of cladding plates (219 (21) are fixed in turn. Fixings (22) have connectors (23) for suspension from a rail and couplings engaging with first and second overlapping plates. The fixings can be basically of S-shape, with edges extending downwards to fit over the top edge of the rail.

Description

Μ Kon/hl/1 RandstedeΜ Kon / hl / 1 Randstede

GEVELBEKLEDING EN BEVESTIGINGSELEMENTEN EN GEVELPLAAT DAARVOORFAÇADE CLADDING AND FASTENERS AND FAÇADE SHEET THEREFOR

De uitvinding betreft een gevelbekleding omvattende aan een gevel bevestigde regels en een veelvoud van aan de regels bevestigde gevelplaten.The invention relates to a facade cladding comprising rules attached to a facade and a plurality of facade panels attached to the rules.

Een dergelijke gevelbekleding is bekend, in het 5 bijzonder met leistenen gevelplaten. Daarbij worden de gevelplaten opgehangen aan houten regels door middel van haakvormige bevestigingselementen die als spijkers in de regels worden geslagen, waarbij de metalen bevestigingselementen door in de leistenen gevelplaten geboorde gaten worden gestoken.Such a facade cladding is known, in particular with slate facade panels. The façade panels are hung on wooden rails by means of hook-shaped fasteners that are driven into the rails like nails, the metal fasteners being inserted through holes drilled in the slate façade panels.

10 De leistenen gevelplaten hebben bij deze gevelbekleding een grote mate van overlapping. Het boren van gaten in leisteen of andere natuur- of kunststeen is een kostbare bewerking.10 The slate façade panels have a large degree of overlap with this façade cladding. Drilling holes in slate or other natural or artificial stone is a costly operation.

Het bekleden van de gevel is een onhandige werkzaamheid, vooral omdat men voortdurend een hamer moet hanteren om de 15 bevestigingselementen aan de regels vast te maken. Het moeten hanteren van een hamer of ander gereedschap is in het algemeen bezwaarlijk, wanneer men op uiteenlopende niveaux werkzaamheden heeft te verrichten.Cladding the facade is an inconvenient activity, especially since one must constantly use a hammer to fix the 15 fasteners to the rails. The use of a hammer or other tools is generally objectionable when work has to be carried out at various levels.

De uitvinding verschaft een gevelbekleding, waarvan 20 de gevelplaten in hoofdzaak zonder gereedschap zijn aan te brengen. Daartoe heeft de gevelbekleding volgens de uitvinding het kenmerk dat bevestigingselementen elk omvatten op-hangmiddelen voor het ophangen van het bevestigingselement aan een regel, eerste aangrijpmiddelen voor aangrijping op 25 een bovenrand van ten minste één eerste gevelplaat en tweede aangrijpmiddelen voor aangrijping van ten minste één tweede gevelplaat, die de eerste gevelplaat overlapt. De bevestigingselementen zijn zodanig geconstrueerd, dat zij zonder gereedschap aan regels zijn op te hangen, terwijl de gevelpla-30 ten ook zonder gereedschap door middel van deze bevestigingselementen stevig verankerd kunnen worden aangegrepen.The invention provides a facade cladding, of which the facade panels can be fitted essentially without tools. To that end, the facade cladding according to the invention has the feature that fastening elements each comprise suspension means for suspending the fastening element from a rail, first engaging means for engaging on an upper edge of at least one first facade panel and second engaging means for engaging at least one second facade panel, which overlaps the first facade panel. The fastening elements are constructed in such a way that they can be hung on rails without tools, while the façade panels can also be firmly anchored by means of these fastening elements without tools.

De uitvinding betreft en verschaft tevens bevestigingselementen en gevelplaten die speciaal bestemd zijn om bij een gevelbekleding volgens de uitvinding te worden toegepast.The invention also relates to and provides fastening elements and facade panels that are specially intended for use in a facade cladding according to the invention.

8701 061 •Μ - 2 -8701 061 • Μ - 2 -

De genoemde en andere kenmerken volgens de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.The said and other features according to the invention will be elucidated in the following description with reference to a drawing.

In de tekening stellen schematisch voor: 5 Fig. 1 een perspectivisch gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een fractie van een gevel met een gevelbekleding volgens de uitvinding;The drawing schematically shows: FIG. 1 is a perspective partly broken away view of a fraction of a facade with a facade cladding according to the invention;

Fig. 2 op grotere schaal detail II van fig. 1;Fig. 2 detail II of FIG. 1 on a larger scale;

Fig. 3 op grotere schaal detail III van fig. 2; 10 Fig. 4 op grotere schaal detail IV van fig. 3;Fig. 3 detail III of FIG. 2 on a larger scale; FIG. 4 detail IV of FIG. 3 on a larger scale;

Fig. 5 op grotere schaal detail V van fig. 2 enFig. 5 detail V of FIG. 2 and

Fig. 6 en 7 elk een met fig. 3 overeenkomend aanzicht telkens betreffende een andere uitvoeringsvariant volgens de uitvinding.Fig. 6 and 7 each show a view corresponding with fig. 3, each concerning a different embodiment variant according to the invention.

15 Een gevelbekleding 1 volgens de uitvinding is aan gebracht op een gevel 2 van steen, beton, of ander bouwmateriaal. De gevelbekleding 1 omvat horizontale regels 3 bestaande uit Z-vormige, profielen waarvan telkens een onderflens 4 middels roestvrije schroeven 5 aan de gevel 2 is be-20 vestigd. In fig. 3 is deze bevestiging rechtstreeks aan de gevel 2, maar in fig. 2 is dit geschiedt onder tussenvoeging van een houten raamwerk 6, bestaande uit een aantal frames 7, die in eenzelfde vlak op elkaar aansluiten en onderling zijn verbonden, onder meer met bijvoorbeeld deuvels 8. De frames 7 25 zijn aan de gevel 2 bevestigd middels roestvrije spijkers 9 met tussenvoeging van vellen 10 van kunststof (p.v.c.) die dienst doen als damprem. De frames 7 zijn opgevuld met isolatiemateriaal 11 bijvoorbeeld polystyreenschuim, glaswol of steenwol. De buitenzijde is afgedekt door middel van water-30 dichte eternietplaten 14. Bij de aansluiting 12 van frames 7 is een voegstrook 13 toegepast om de plaatselijke vochtdicht-heid te waarborgen. Aan de buitenzijde van de eternietplaten 14 zijn houten framestijlen 15 bevestigd met spijkers 16 aan houten frameliggers 19. Z-vormige profielen 3 zijn weer be-35 vestigd aan de framestijlen 15. De frames 7, omvattende vellen 10, houten frameliggers 19, isolatiemateriaal 11, eternietplaten 14, framestijlen 15 en regels 3 worden, als een prefab-eenheid vervaardigd en naar de bouwplaats gevoerd en worden daar als prefab-eenheid 20 aan de gevel 2 bevestigd. Gevelplaten 21 8701 061 - 3 - zijn door middel van bevestigingselementen 22 aan de regels 3 opgehangen. Daartoe omvat elk bevestigingselement 22 ophang-middelen 23 bestaande uit een neerwaartse ophangrand 24 die een opneemholte 25 voor het opnemen van een bovenrand 26 van 5 de regel 3 begrenst. De opneemholte 25 wordt aan de onderzijde door een aanslag 27 begrensd, die aanslaat tegen het lijf 28 van de regel 3. Dankzij een in opwaartse richting convergerende ingang 29 voor een bovenrand 26 van de regel 3 is een bevestigingselement 22 gemakkelijk boven op een regel 3 aan 10 te brengen, mede dankzij het feit dat het bevestigingselement 22 elastisch is. Doordat het van elastische kunststof, bijvoorbeeld p.v.c. is vervaardigd snapt het zich verankerend vast aan de bovenrand 26. Elk bevestigingselement 22 omvat eerste aangrijpmiddelen 30 voor aangrijping op een bovenrand 15 31 van twee aangrenzende gevelplaten 21. Deze eerste aangri jpmiddelen 30 bestaan uit een neerwaartse flens 32 die overigens tevens de aanslag 27 draagt, welke flens 32 een holte 33 begrenst voor het opnemen van een bovenrand 31, liefst van twee gevelplaten 21 en aan zijn ondereinde een ho-20 rizontale rand 34 heeft, die reikt in uitsparingen 35 die ter zijde bij de bovenrand 31 in de gevelplaten 21 zijn aangebracht. De uitsparingen 35 en aangepaste randen 34 zijn horizontaal en recht in fig. 3, doch kunnen volgens de variant van fig. 6 hoekig zijn. De gevelplaten 21 en bevestigingsele-25 menten 22 kunnen volgens pijl 36 van fig. 3 tegen elkaar aan worden geschoven en kunnen zo als het ware op de regels 3 worden geregen. De bevestigingselementen 21 van fig. 3 en 6 zijn in hoofdzaak d-vormig.A facade cladding 1 according to the invention is applied to a facade 2 of stone, concrete or other building material. The facade cladding 1 comprises horizontal rails 3 consisting of Z-shaped profiles, a bottom flange 4 of which is each attached to the facade 2 by means of stainless screws 5. In fig. 3 this fastening is directly to the facade 2, but in fig. 2 this is done with the insertion of a wooden frame 6, consisting of a number of frames 7, which connect to each other in the same plane and are mutually connected, inter alia with, for example, dowels 8. The frames 7 are fixed to the facade 2 by means of stainless nails 9 with the insertion of sheets 10 of plastic (PVC) which serve as a vapor barrier. The frames 7 are filled with insulating material 11, for example polystyrene foam, glass wool or rock wool. The outside is covered by means of water-tight Eternit plates 14. A joint strip 13 is applied at the connection 12 of frames 7 to ensure the local moisture density. On the outside of the eternite plates 14, wooden frame posts 15 are attached with nails 16 to wooden frame beams 19. Z-shaped profiles 3 are again attached to the frame posts 15. The frames 7, comprising sheets 10, wooden frame beams 19, insulating material 11 , Eternit plates 14, frame posts 15 and rails 3 are manufactured as a prefab unit and transported to the construction site, where they are attached to facade 2 as prefab unit 20. Façade panels 21 8701 061 - 3 - are suspended from the rails 3 by means of fastening elements 22. To this end, each fastening element 22 comprises suspension means 23 consisting of a downward suspension edge 24 which defines a receiving cavity 25 for receiving an upper edge 26 of the rule 3. The receiving cavity 25 is bounded at the bottom by a stop 27, which abuts against the body 28 of the line 3. Thanks to an upwardly converging input 29 for an upper edge 26 of the line 3, a fastening element 22 is easily on top of a line 3 10, partly due to the fact that the fastening element 22 is elastic. Because it is made of elastic plastic, for example PVC. it is anchored to the top edge 26. Each fastening element 22 comprises first engaging means 30 for engaging an upper edge 31 of two adjacent façade plates 21. These first engaging means 30 consist of a downward flange 32 which, incidentally, also carries the stop 27. , which flange 32 defines a cavity 33 for receiving a top edge 31, preferably of two façade panels 21 and at its lower end a horizontal edge 34, which extends in recesses 35 which side at the top edge 31 in the façade panels 21 are provided. The recesses 35 and adjusted edges 34 are horizontal and straight in Fig. 3, but can be angular according to the variant of Fig. 6. The façade plates 21 and fastening elements 22 can be pushed together according to arrow 36 of Fig. 3 and can thus be strung on the rails 3, as it were. The fastening elements 21 of Figs. 3 and 6 are substantially d-shaped.

De holte 33 wordt anderzijds begrensd door een lijf 30 37 dat tezamen met een ü-vormige goot 38 een holte 39 begrenst voor het opnemen van een onderrand 40 van een gevel-plaat 21. Deze ü-vormige goot 38 vormt tweede aangrijpmiddelen 42 voor het aangrijpen van een gevelplaat 21 die een vooraf reeds opgehangen gevelplaat 21 ten dele overlapt. Met 35 één en hetzelfde bevestigingselement 22 worden bij voorkeur twee bovenhoeken en een onderrand 40 van drie verschillende gevelplaten 21 aangegrepen. In fig. 1-6 hangen de gevelplaten 21 met hun bovenranden 31 door middel van de bevestigingselementen 22 aan de regels 3 en zorgen de tweede aangrijpmidde- 8701061 f* - 4 - len 42 als een verankeringsmiddel om het van de gevel 2 afwaaien van gevelplaten 21 te voorkomen. Daarentegen steunen in fig. 7 de gevelplaten 21 op de tweede aangrijpmiddelen 42 terwijl de bovenranden 31 van gevelplaten 21 middels de eer-5 ste aangrijpmiddelen 30 verankerd (opgesloten) worden. In dit geval hoeven de gevelplaten 21 geen uitsparing te hebben. Tussen de einden van de goot 38 is een verstevigingsrug 45 aangebracht.The cavity 33 is, on the other hand, bounded by a body 30 37 which, together with an u-shaped gutter 38, delimits a cavity 39 for receiving a bottom edge 40 of a facade panel 21. This u-shaped gutter 38 forms second engaging means 42 for engaging a facade panel 21 which partly overlaps a previously suspended facade panel 21. Preferably, two top corners and a bottom edge 40 of three different facade panels 21 are engaged with one and the same fixing element 22. In Figs. 1-6, the facade panels 21 with their top edges 31 hang from the rails 3 by means of the fastening elements 22 and the second means of engagement 42 provide as an anchoring means for blowing façade panels off the facade 2. 21. On the other hand, in Fig. 7, the façade plates 21 rest on the second gripping means 42, while the top edges 31 of the façade plates 21 are anchored (enclosed) by the first gripping means 30. In this case, the facade panels 21 need not have a recess. A reinforcing back 45 is arranged between the ends of the trough 38.

De bevestigingselementen 22 kunnen van een geëxtru-10 deerd kunststofprofiel afgesneden zijn of kunnen uit spuit-gietstukken bestaan.The fastening elements 22 can be cut from an extruded plastic profile or can consist of injection moldings.

87010618701061

Claims

Façade cladding (1) comprising rails (3) attached to a facade (2) and a plurality of facade panels (21) attached to the rails (3), characterized by fastening elements (22) each comprising: 5 suspension means (23 ) for suspending the fastening element (22) from a rail (3); first engaging means (30) for engaging an upper edge (31) of at least one first facade panel (21) and second engaging means (42) for engaging at least one second facade panel (21), the first facade panel (21) overlaps.

Façade cladding (1) according to claim 1, characterized in that the fastening elements are substantially S-shaped.

Façade cladding (1) according to claim 1, characterized in that the fastening elements (21) are substantially d-shaped and that façade panels (21) have a recess (35) on either side near their top edge (31), in which first engaging means (30) reach out.

Façade cladding (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the suspension means (23) comprise a downward suspension edge (24), which includes a receiving cavity (25) for receiving a top edge (26) of a rail (26). 3) limited.

Façade cladding (1) according to claim 4, characterized in that the receiving cavity (25) is bounded at the bottom by a stop (27).

Wall cladding (1) according to claim 4 or 5, characterized in that the downward suspension edge (24) delimits an upwardly converging entrance (29) for an upper edge (26) of a rail (3).

Facade cladding (1) one of the preceding claims, characterized in that the fastening elements (22) are made of plastic.

Façade cladding (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the second engaging means 8701 061 • f ri - 6 - (42) consist of a substantially ü-shaped gutter (38) which is provided between its ends reinforcement cross-back (45).

Facade cladding (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the rails (3) have substantially Z-shaped profiles.

Fixing element (32) which is apparently intended to be used in a facade cladding (1) according to any one of the preceding claims.

Facade panel (22) which is apparently intended to be used in a facade cladding (1) according to claim 3, characterized by recesses which are arranged at the top in both side edges. 8701 061