NL8700909A - Abcesverwijderingsinstrument. - Google Patents

Description

- 1 - * * v A beesverwijderingsinstrument·

De uitvinding betreft een instrument waarmee snel, accuraat en hygiënisch rijpe abcessen leeggezogen kunnen worden. Het instrument bestaat uit twee delen, te weten: Een cylindrisch gedeelte van duur-5 zaam materiaal met daarin het door handkracht bediende ontsluitings- en pompmechaniek met daaraan verbonden een zuiger en spanknop en een tweede gedeelte bestaande uit een wegwerpcylinder.

De huidige methode voor het verwijderen van ab-10 cessen heeft de volgende nadelen: ten eerste vergt de behandeling relatief veel tijd, ten tweede bestaat er besmettingsgevaar voor behandelend geneesheer, patiënt en eventuele assistenten aangezien bij het maken van de incisie de besmettelijke pua veelal onder druk van bin-15 nenuit ongecontroleerd naar buiten spuit, ten derde er veelal voorzichtig op de huid rond het abces gedrukt dient te worden teneinde de pus te doen afvloeien hetgeen het gevaar voor onderhuidse verspreiding van de infectie doet toenemen,ten vierde dienen alle ge-20 bruikte instrumenten na de ingreep gesteriliseerd te worden, ten vijfde kan een incisie te groot worden gemaakt of groter dan strikt noodzakelijk, waardoor de patiënt met een onnodig groot litteken wordt gecon-frenteertf.

25 Het doel van de uitvinding is voornoemde nadelen op te heffen. Dit doel wordt bereikt door het instrument volgens de uitvinding met de ronde opening van de cylinder loodrecht op het meest pulserende gedeelte van het abces te plaatsen, waarna eerst een lichte on-30 derdruk in de cylinder er voor zorgt dat het instrument zich aan het abces vastzuigt en vervolgens door het opwekken van een hoge onderdruk bewerkstelligt, 8 7 C ' · ’-· r * .

- 2 - dat het abces wordt geopend en leeggezogen, waarbij de vrijkomende pus in de cylinder wordt opgevangen. De onderdruk blijft tijdens de gehele ingreep regelbaar an kan indien nodig met één handbeweging worden opge-5 heven. Het met de hand incideren is niet meer nodig aangezien in de opening van de cylinder welke op het abces wordt geplaatst, diametraal een mesje is geplaatst met de snijkant naar het abces gericht en het vlak van het mesje parallel aan de lengterichting 10 van het instrument. De huid boven het abces wordt door de onderdxuk in de cylinder gedeeltelijk in voornoemde opening gezogen en komt in contact met dit mesje, waardoor de huid wordt geïncideard. Als alle pus uit het abces is gezogen, wordt de hoge onderdruk 15 geleidelijk verminderd tot de. druk van de omringende buitenlucht, waarna het instrument van het. leeggezogen abces kan worden genomen. De wegwerpcylinder wordt vervolgens van het instrument genomen en weggeworpen. Een los wegwerpmembraam dat zich onder de 20 zuiger bevindt en gelijktijdig en tasamen met de wegwerpcylinder en inhoud pus wordt weggeworpen voorkomt dat de zuiger door de pus wordt gecontamineerd.

De uitvinding zal aan da hand van tekeningen waarin een uitvoeringsvoorbeeld is uoorgesteld, na-25 der worden toegelicht.

Fig. 1 toont een langsdoorsnede van het instrument bij het einde van de behandeling.

Fig. 2 toont een langs doorsnede van hat. instrument in zijn gespannen bedrijfsklare toestand bij het 30 begin van de behandeling.

Het instrument volgens de uitvinding bestaat uit een pomphuis 1 van duurzaam materiaal, cylindrisch van vorm, waarop aan één zijde een van transparante kunststof vervaardigde cylinder 2 wordt, aangebracht.

87 0 : - 3 -

Deze cylinder heeft een uitwendige diameter uelka gelijk is aan de diametar van de cylindervormi-ge uitsparing 4 van het pomphuis en een inwendige diameter welke ten naaste, bij gelijk is aan de uitwen-5 dige diameter van de zuiger 3y waardoor de cylinder over de zuiger kan worden geschoven tot deze cylinder zich klemmend inr de passende cylindervormige uitsparing 4 opsluit· Aan de andere zijde is de cylinder voorzien van een bodem met daarin een ronde opening 5 10 en een naar buiten gerichte ópstaande rand 6. In deze opening is diametraal een mesje 7 gemonteerd met de snijkant 8 naar buiten gericht· De zuiger 3 is bevestigd aan de zuigerstang 9. De zuigaretang is gestoken in een axiale boring in het pomphuis en kan hierin in 15 de lengterichting van het pomphuis bewegen· Aan de andere zijde van de zuigerstang is een spanknop 10 gemonteerd. Op de zuigerstang 9 is een cylindervormige ring 11 aangebracht met een inwendige diameter welke gelijk is aan de diameter van de zuigerstang 20 en welke door een pen 12 middels een klempassing wordt geborgd. In het pomphuis is centraal en evenwijdig aan de zuigerstang een boring 13 aangebracht met een diameter die groter is dan de uitwendige diameter van de cylindrische ring 11 en met een door de 25 tekening aangegeven lengte., welke aan de cylinder- zijde gedeeltelijk is voorzien van schroefdraad, in de ringvormige ruimte 13 die ontstaat tussen pomphuis en zuigerstang is rondom de zuigerstang een drukveer 14 geplaatst, welke ander spanning is opgesloten 30 tussen ring 11 en opsluitstuk 15 wan cylindrische vorm. Het gedeelte 16 van dit opsluitstuk heeft een diameter die groter is dan de diameter van de boring 13 en een gedeelte 17 dat, van opgesneden schroefdraad voorzien, past in het getapte schroefdraad 35 gedeelte van boring 13.

i ·- 0 v* * - 4 -

Daar het verschil in diameter van de gedeelten 16 en 17 van het opsluitstuk 15, ontstaat een b-orat 18, waardoor het opsluitstuk L5 vast tegen het. pomphuis kan worden geschroefd, waarbij tevens drukveer 14 5 op een bepaalde spanning wordt gebracht. Dit opsluitstuk is tevens voorzien van een axiale boring met een diameter ten naaste bij gelijk aan die van de zuiger-stang, waardoor een geleiding wordt verkregen uoor deze zuigerstang. Aan de cylinderzijde van dit op-10 sluitstuk wordt een ring 19 geplaatst van een soepel en veerkrachtig materiaal met een inwendige diameter ten naaste bij gelijk aan die van da zuigerstang en een uitwendige diameter gelijk aan de uitwendige diameter van het gedeelte 16 van het opsluitstuk, welke 15 fungeert als aanslagdemping van de zuiger 3 tegen het opsluitstuk 15. In het pomphuis worden ter hoogte van gedeelte 16 van het opsluitstuk 15 van buiten naar binnen radiaal een aantal boringen aangebracht met niet nader te omschrijven doch onderling gelijke 20 diameters welke tot doel hebben de atmosferische, druk tussen zuiger en pomphuis te handhaven. Het cylindervormige pomphuis is aan de buitenzijde evenwijdig aan de zuigerstang voorzien van een sleuf 20 waarin een deel van de pomphevel 21 kan verzinken.

25 Deze pomphevel is voorzien van een beugel 22. In de zó ontstane opening 23 kunnen twee of meerdere vingers van één hand worden geplaatst. De pomphevel 21 kan gedeeltelijk scharnieren om een as 24 welke gestoken is in axiaal en diametraal corresponderende 3D boringen aangebracht in het pomphuis alsmede in het middelpunt van het cirkel vormige deel 26 van de p.omp-hevel 21. De sleuf 20 is ter hoogte van de as 24 zodanig van vorm, dat het cirkelvormige deel 26 van de pomphevel hierin past en gedeeltelijk om as 24 kan 35 draaien. De slaufdiepte is tussen de posities 27 en 28 zodanig van vorm dat er een open sleufvormige verbinding ontstaat, met de in het pomphuis aangebrachte <' ' - ' sT; l, v’ 4 - 5 - boring voor de zuigerstang. In het cirkelsegment 29 van da pomphevel is een sleuf aangebracht welke begrensd wordt door de koorde 30 an het daarbij behorende deel van de cirkelomtrek, In deze sleuf 5 wordt de pomphevelpal 31 geplaatst, welke een breedte heeft ten naaste bij gelijk aan die van de sleuf breedte,

Deze pomphevelpal 31 kan gedeeltelijk scharnieren om een as 32, gestoken in axiaal en diametraal corresponderende boringen in het cirkelsegment 29 van 10 de pomphevel en de pomphevelpal zelf. Een niet nader te omschrijven veer tussen pomphevel en pomphevelpal zorgt er voor dat de tand van de pomphevelpal te allen tijde onder een lichte druk staat in de richting van de zuigerstang. De pomphevel is zodanig 15 gevormd dat zich hieraan een borst 33 bevindt die de borgpalhevel 34 kan activeren. Deze borgpalhevel 34 verzinkt passend in het achterste deel van sleuf 20, heeft een geknikte vorm en kan gedeeltelijk scharnieren om een as 35 welke is gestoken in axiaal en dia-20 metraal corresponderende boringen aangebracht in het pomphuis alsmede in de borgpalhevel zelf ter hoogte waar deze geknikt is* De borgpalhevel is aan de pomp-hevelzijde voorzien van een sleuf 36 waarin een rond de as 35 vallende veer is aangebracht welke er voor 25 zorgt dat de borgpalhevel, indien niet geactiveerd door borst 33 van het pomphevel, te allen tijde een stand inneemt die door de geknikte vorm van de borgpalhevel uordt bepaald. Aan de andere zijde van as 35 staat de borgpalhevel in verbinding met de borgpal 38.

30 De borgpal kan passend schuiven in een daartoe radiaal aangebrachte boring in het pomphuis. Deze boring 39 uormt een verbinding van de buitenzijde van het pomphuis met de boring voor de zuigerstang, De cylindervormige borgpal 38 is aan de zuigerstang-35 zijde voorzien van een vlak 40 dat loodrecht staat op de asrichting van de borgpal en dat het halve cirkel- 8 7 C Γ :' C- f' *> - 6 - oppervlak van de borgpal beslaat. De vorm van dit vlak 40 wordt derhalve begrensd door da diameter en de halve omtrek van de borgpal. Een tweede, schuin vlaik 41 is aan de zu.igerstangzijde van de borgpal 5 aangebracht onder een hoek welke gelijk is aan de hoek van de vertanding 42 uelka over een bepaalde lengte, is aangebracht in de zuigerstang. Dit schuine vlak 41 wordt begrensd door de halve ellips dia ontstaat door de schuine cylindersneda van de borgpal 10 en de diameter van de borgpal, uaarbij da diameter-begrenzing van vlak 40 err da diameterbegrenzing van vlak 41 beide liggen in een en hetzelfde axiale vlak van de borgpal, mat dien verstande dat de diameter-begrenzing van vlak 41 valt in het diepste punt van 15 de vertanding van de zuigerstang en de afstand tot de diameterbegrenzing van vlak 40, gelijk is aan de diepte van de vertanding van de zuigerstang. In de borgpal ter hoogte van de borgpalhevel is een sleuf 43 aangebracht waarin het uitstekende deel van de 20 borgpalhevel valt. De diepte van deze sleuf is gelijk aan de halve diameter van de borgpal. de diametrale begrenzing van deze sleuf ligt in hetzelfde vlak als dat van de diametrale begrenzingen van de vlakken 40 en 41. Door deze constructie wordt voorkomen 20 dat de borgpal in zijn boring kan draaien. Indien de borgpalhevel door borst 33 van de pomphevel in de richting van de zuigerstang wordt bewogen, zal de andere zijde van de borgpal zich in tegenovergestelde richting bewegen en de borgpal zóver meenemen dat 30 deze uit de vertanding van de zuigerstang wordt geschoven. Indien de pomphevel zodanig wordt verdraaid dat de borst 33 vrij komt van de borgpalhevel, zal deze door de spanning van veer 37 een zodanige stand innemen waarbij de borgpal in de vertanding van 35 de zuigerstang valt.

S 7 ? . ·/ ;.

> - 7 -

Teneinde te voorkomen dat de zuigerstang kan draaien in zijn boring, is de zuigerstang ον/er een bepaalde lengte aan één zijde afgevlakt. Deze afvlak-king bevindt zich diametraal tegenover de vertanding 5 42 aan de spanknopzijde van de zuigerstang. In een radiaal in het pomphuis aangebrachte groef 44 uelke eenzelfde breedte heeft al» de breedte van de afvlak-king, uordt een passend borgplaatje geplaatst dat aan de zuigerstangzijde met het vlakke einde ten 10 naaste bij tegen het afgevlakte deel van de zuigerstang uordt aangebracht. Dit borgplaatje uordt met tuee boutjes 65 vastgezet. Tegenover sleuf 20 aan de andere zijde van het pomphuis bevindt zich een tueede sleuf 45, uaarin passend de ontspannerhevel 46 die 15 een geknikte vorm heeft* Deze ontspannerhevel kan gedeeltelijk scharnieren om een as 47 uelke gestoken is in axiaal en diametraal corresponderende boringen in het pomphuis alsmede de ontspannerhevel ter hoogte uaar deze geknikt is. De ontspannerhevel staat aan 20 één zijde in verbinding met de ontspannerpal 48. De constructie, afmetingen en uerkuijze van deze ontspannerpal zijn identiek aan die van de borgpal 38, met dien verstande dat het schuine vlak 41 van de borgpal zich bevindt aan de zuigerzijde van de borg-25 pal en dat bij de ontspannerpal het schuine vlak zich bevindt aan de spanknopzijde van de ontspannerpal.

De ontspannerhevel is voorzien van een ringvormige beugel. In de daardoor ontstane opening kan de duim geplaatst uorden* In het gedeelte 49 van de antapan-30 nerhevel is aan de zuigerstangzijde een languerpige uitsparing 50 aangebracht, uaarin een veer 51 i*.,geplaatst uelke de ontspannerhevel, indien niet geblokkeerd, een bepaalde stand doet innemen die door de vorm van de ontspannerhevel uordt bepaald.

6 7 0 C j £ 9 «ft - a-

Tevens bevindt zich aan da zuigerzijde van de ontspannerhevel een kogel 54 die valt in een aan die kogelvarm aangepaste holte 7Q> eangebracht in· dit gedeelte 49 van de ontspannerhevel. Deze kogel wordt 5 door een drukveer 55 onder spanning gehouden en in de richting van het ontspannerhevel gedrukt. Kogel 54 en drukveer 55 zijn geplaatst in een huis 55 dat voorzien is van een boring 57. Deze boring vernauwt zich aan de rand van het huis 56 zodanig dat de 10 kogel slechts ten dele uit het huis kan steken. Aan de andere zijde is de boring 5.7 voorzien van schroefdraad, waarin passend het opsluitstuk 58. Plet het indraaien van dit opsluitstuk 58 wordt de veer 55 gespannen en komt kogel 54> hierdoor ander druk te 15 staan. Axiaal en diametraal corresponderende boringen 50 zijn aangebracht in het huis 55, het opsluitstuk 58 en het pomphuis 1. De boring wordt in het pomphuis voorzien van schroefdraad en met een passende bout 59 wordt het huis 56 met het pomphuis ver-20 bonden. Het huis 56 verzinkt ten dele in het pomphuis. in een daartoe aan de afmetingen van het huis gemaakte sleuf. De ontspannerhevel 46 kan twee standen innemen. De stand waarbij het gedeelte 49 tegen het pomphuis komt te liggen en waarbij door de hevel-25 werking de ontspannerpal 48 uit het- pomphuis wordt geschoven, en de stand waarbij het gedeelte 52 tegen het pomphuis komt te liggen en waardoor de antspan-nerpal in de richting van de zuigerstang wordt bewogen. Deze stand zal pas volledig worden ingenomen 30 indien. de zuigerstang door middel van spanknop 10 zó ver wordt ingedrukt, dat het schuine vlak van de ontspannerpal zich bevindt tegenover het schuine, vlak van de in de zuigerstang aangebrachte enkele vextan-ding 53 zodat de ontspannerpal in deze vertanding 35 kan schuiven.

fi "V r Λ .·- "X ft >.· ' - V? - 9 -

Daze stand van de ontspannarhave1 blijft vooralsnog geborgd door da spanning van veer 51 err tevens, door de kogel 5t4 die in dare stand van de ontspan-nerhevel in een komvormige holte 61 van da havel 5 wordt gedrukt. De beide holtes 61 en 70 zijrr identiek van vorm en afmeting. Een dun los wegwerpmembraam 25 mat een diameter ten naaste bij gelijk aan de diameter van de zuiger 3 bevindt zich. aan de onderzijde van de zuiger. Een bering 66 van zeer geringe diame-10 ter bevindt zich in de wand van de wegwerpcylinder 2 ten naaste bij de bodem van de cylinder. Deze opening 66 wordt middels een eenvoudig te verwijderen plakband luchtdicht afgesloten. Bij het verwijderen van dit plakband ontstaat er een uiterst nauwe doch open 15 verbinding van het inwendige van de cylinder met de omringende buitenlucht.

Het instrument wordt voor gebruik gereed gemaakt door de pomphevel 21 zodanig te draaien dat deze haaks op het pomphuis staat, waardoor de borst 33 20 de borgpalhevel 34 indrukt en de borgpal 3B uit de vertanding 42 van de zuigerstang wordt geschoven. Tevens oefent men met de hand lichte druk uit op het gedeelte 52 van de ontspannerhevel 46 waardoor de kogel 54 vrij komt van de komvormige borgholte 70 25 waarin de kogel was gedrukt. Door deze handeling wordt de ontspannerpal tegen de zuigerstang gedrukt. Door de spanknop 10 in de richting van het pomphuis te drukken, wordt tevens de enkele vertanding 53 in de richting van de ontspannerpal bewogen. Zadra 30 deze enkele vertanding 53 op gelijke hoogte is gekomen met de ontspannerpal zal deze in de vertanding vallen en kan de spanknop worden losgelaten.

Fig. 2 toont het instrument in langsdoorsnede en in gespannen bedrijfsklare toestand. De pomphevel 35 21 is nu zodanig verdraaid, dat de borgpalhevel 34 niet wordt geactiveerd en de borgpal 38 in de vertanding 42 van de zuigerstang valt.

e' o c : : * - 10 -

De duim plaatst men nu in da opening 63 van da ontspannerheval en enkele uingers van- dezelfda hand in de opening 23 van de pomphevel. Wan plaatst het instrument met da opening 5 centrisch en loodrecht 5 op het meest pulserende gedeelte van het abces. De opstaande rand 6 dient hierbij rondom contact te maken met de. huid. Wet de duim drukt men nu de ont-spannerhevel in waardoor de ontspannerpal 4B uit de vertanding 53 wordt geschoven. De spanning van veer 1.0 14 op de aan de zuigerstang bevestigde ring 11 doet de zuigerstang met da daaraan verbonden zuiger bejegen in de richting van het pomphuis. De spanning van veer 14 is van dien aard dat de volgende wrijvingen overwonnen worden: 15 - Urijving van zuiger met cylinderwand - Urijving van zuigerstang mat zijn boringen in in het pomphuis, net opsluitstuk 15 en met de borgplaat 4-4 .

- Urijving van de vertanding 42 met de pomphe- 20 velpal 31 en de borgpal 38 die beide onder veerspanning tegen de zuigerstang worden gedrukt.

Tevens ontstaat er een onderdruk in de cylinder in het gedeelte tussen de zuiger en de op het abces 25 geplaatste opening van de cylinder. Hierdoor wordt de huid van het abces in de opening gezogen en komt in aanraking met het daarin diametraal geplaatste mesje. De huid kan door dit contact met. het mesje geopend worden, waardoor de vrijkomende pus uit het 30 abces in de cylinder kan stromen. Indien het abces niet door het mesje wordt geopend doordat de onderdruk in de cylinder niet hoog genoeg is en/of de huid te taai, dan kan met behulp van de pomphevel de zuiger verder in de richting van het pompnuis 35 worden bewogen, waardoor een hogere onderdruk in de cylinder ontstaat, voldoende om de huid van het abces krachtig genoeg tegen het mesje te zuigen, met

β 7 Π f · r\. Λ O

λ ’ i · i’ ·,· v - 11 - als gevolg dat de huid uordt geïnc-ideerd en de pus kan uitstromen. Zolang de pus door de lichte onderdruk veroorzaakt door de spanning van veer 14 op de zuiger uit het abces uordt gezogen, beueegt de zui-5 ger zich in de richting van het pomphuis. Zodra echter deze beueging stopt omdat de lichte onderdruk niet meer toereikend is om de pus uit het abces te zuigen, uordt de zuiger door middel van de pomp-hevel verder in de richting van het pomphuis beuo-10 gen, uaardoor een hoge tot zeer hoge onderdruk in de cylinder ontstaat, die er uoor zorgt dat alle aanuezige pus uit het abces uordt verwijderd. De zuiger kan zich tijdens dit pompen slechts beuegen in de richting van het pomphuis, daar de borgpal 15 na elke pompbeueging in een volgende vertanding van de zuigerstang valt en de zuiger derhalve niet terug kan beuegen in de richting van het abces. Nadat alle aanuezige pus uit het abces is gezogen, uordt het plakband van de kleine opening in de cylinderuand 20 verwijderd, uaardoor de onderdruk in de cylinder geleidelijk uordt teruggebracnt tot de druk van de omringende buitenlucht uaarbij de zuigende werking langzaam uordt opgeheven en het instrument van de uond kan uorden genomen. Op het moment dat de ope-25 ning 5 vrij komt van de huid, zal de zuiger onder de spanning van veer 14 zich ueer beuegen in de richting van het pomphuis , uaardoor de reeds aanuezige pus in de cylinder verder de cylinder uordt ingezogen tot de bovenzijde van de zuiger tegen de aan-30 slag 19 tot stilstand komt. Onmiddellijk nadat het contact met de huid is verbroken, dient het instrument verticaal gehouden te uorden met de cylinder-opening 5 naar boven gericht; dit om te voorkomen dat pus via deze opening wegvloeit. riet instrument 35 uordt boven een daartoe geschikte plaats gedraaid zodat de opening van de cylinder naar deneden is gericht.

6 7 0"

A

- 12 -

De cylinder uordt van het pomphuis genomen an tesamen met zijn in houd pus en het losse membraam ueggeuorpen. Een steriele cylinder met daarbij behorend, membraam uiordt over de zuiger geschoven tot deze klem valt in de passende cylinderuormige uitsparing 4 van het 5 pomphuis.

Het instrument is nu ueer uoor gebruik gereed.

p V -i: - ^ Λ 0: ·

V' V' V’ ** V

Claims (7)

1. Abcesuerwijderingsinstrumen t bestaande uit een cylindervormig pomphuis, voorzien van een door handkracht bediend pompmechaniak voor het opwekken van regelbare onderdruk, een borgmechaniek voor het 5 in stand houden van deze onderdruk, een ontspamne-chaniek voor het in werking stellen van het instrument, een drukveer voor het opwekken en in stand houden van een lichte onderdruk, een zuigerstang in lengterichting voorzien van een meervoudige ver-10 tanding ten behoeve van het pomp- en borgmechaniek en aan de tegenoverliggende zijde voorzien van een enkele vertanding te behoeve uan het ontspanmecha-niek en aan diezelfde zijde een in lengterichting aangebrachte afvlakking welke een zodanige geleiding 15 ondervindt dat de zuigerstang niet kan draaien in zijn boringen, een aan het ene einde van de zuigerstang bevestigde zuiger en een aan het andere einde bevestigde spanknap, een op deze zuiger passende transparante uegwerpcylinder met een losse membraam, 20 welke aan één zijde in een daarvoor passende cylinder-vormige uitsparing van bet pomphuis klem valt en aan de andere zijde, voorzien is van een bodem met daarin een ronde opening met een naar buiten toe gerichte opstaande rand met daarin een diametraal 25 geplaatst mesje met de snijkant naar buiten gericht, een aantal radiaal in het pomphuis aangebrachte boringen welke open verbindingen vormen met de ruimte boven de cylinder, waardoor de atmosferische druk tussen zuiger en pomphuis wordt gehandhaafd, 30 een zeer nauwe afgesloten opening in de wegwerpcy-linderwand welke, indien geopend, de onderddruk in de cylinder geleidelijk doet terugbrengen tot de oruk van de omringende buitenlucht· ?, Ί r ' ' <· t> - 14 -

2. Abcesverwijderingsinstrument volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het met de lancet incide-ren niet. verricht dient te worden aangezien deze ingreep door het instrument wordt uitgevoerd, waarbij 5 tevens een maximale lengte van de incisie door het instrument wordt bepaald, zodat het incidenteel maken van een onnodig lange incisie wordt voorkomen·

3. Abcesverwijderingsinstrument volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat alle. vrijkomende pus wordt 10 opgevangen in een uegwerpcylinder, waardoor men eern in hoge mate hygiënische behandelingsmethode verkrijgt, welke gevaar voor besmetting van patiënt, behandelend geneesheer en eventuele assistenten tot een. minimum wordt beperkt· 15

4* Abcesverwijderingsinstrument volgens conclu sie 1 met het kenmerk, dat middels de door het instrument opgewekte onderdruk het drukken cp de huid rond het abces teneinde de pus te doen uitvloeien overbodig is geworden, waardoor het gevaar voor onderhuid-20. se verspreiding van de infectie wordt tegengegaan·

5. A beesverwijderingsinstrument volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat door gebruik te maken van een transparante wegwerpcylinder tijdens de behandeling de uitstromende pus geobserveerd kan worden, 25 waardoor een goede indicatie wordt verkregen op welk moment de behandeling gestaakt dient te worden indien. geen pus doch bij voorbeeld bloed, weefsel of andere geen pus zijnde materie wordt waargenomen·

6· Abcesverwijderingsinstrument volgens conclu- 3.0 sie 1 met het kenmerk, dat door het toepassen van onderdruk de behandeling in een korter tijdsbestek kan plaatsvinden dan de conventionele behandelingsmethode en dat daardoor de patiënt minder ongerief ondervindt, P,l(i C- A G V f V H.· v - 15

- 7* Abcesverwijderingsinstrument volgens conclusie 1, 2 en 3 met het kenmerk, dat door het instrument uit te voeren in duurzame materialen geen nazorg behaeft te worden besteed aan het instrument en dat hij juist 5 gebruik het instrument nimmer gesteriliseerd behoeft te worden, aangezien het niet wegwerpbare deel in principe nimmer met besmettelijke materie in aanraking komt* j*- t