NL8700376A

NL8700376A - Diesel fuel-oil pre-heater for vehicles - has pipe from tank forming riser with helical heating element and space in surrounding sealed tube filled with heat conducting material

Info

Publication number: NL8700376A
Application number: NL8700376A
Authority: NL
Original assignee: Arie Cornelis Sterk
Priority date: 1987-02-16
Filing date: 1987-02-16
Publication date: 1988-09-16

Abstract

The fuel pre-heater comprises a fuel pipe to transfer fuel from a tank with a heating element around the pipe, to heat the fuel. The pipe is formed by a vertical (21,22) riser tube whose length is approximately equal to that of the tank and which is let down through an opening in the tank wall. The space between and around the heating element and the riser tube is filled with a conductor (29) comprising a tube with sealed ends contg. heat conductive material, e.g. oil, aluminium, or ceramic material. The part of the preheater lowered into the tank is cylindrical and is attached in the tank opening. The heating element comprises a helical tube (20) whose ends are connected to a heating unit and project from the top of the cylinder.

Description

* I* I

875001/AA/svo875001 / AA / svo

Korte aanduiding: Brandstofvoorverwarmer, in het bijzonder voor dieselolie voor een voertuigShort designation: Fuel preheater, especially for diesel oil for a vehicle

De uitvinding heeft betrekking op een brandstofvoorver-warmer volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a fuel pre-heater according to the preamble of claim 1.

Een dergelijke brandstofvoorverwarmer is bekend uit de praktijk en wordt veel gebruikt voor het bij vorst voorver-5 warmen van de uit dieselolie bestaande brandstof van voertuigen. Zonder voorverwarmer kunnen beneden een temperatuur van ongeveer -15°C namelijk vlokken in de dieselolie gevormd worden door het samenklonteren van daarin aanwezige paraffi-nekristallen. Deze vlokken kunnen het brandstofcircuit van 10 de motor van het voertuig verstoppen, waardoor de motor zal stoppen en zonder hulp van buitenaf, bijvoorbeeld verwarming van het motorcompartiment, niet meer te starten is.Such a fuel preheater is known from practice and is widely used for preheating the diesel fuel of vehicles consisting of diesel oil. Namely, without a preheater, flakes can form in the diesel oil below a temperature of about -15 ° C by clumping together paraffin crystals contained therein. These flakes can clog the fuel circuit of the vehicle's engine, causing the engine to stop and to no longer be able to start without outside assistance, for example heating the engine compartment.

De vlokken ontstaan alleen beneden een bepaalde temperatuur en wanneer de dieselolie bewogen wordt.The flakes only form below a certain temperature and when the diesel oil is moved.

15 De bekende brandstofvoorverwarmers, die door een elektrische stroom of door het koelwater van de motor of van een hulpverwarmingseenheid gevoede verwarmingsmiddelen omvatten, worden tussen de tank en de motor aangebracht. Hierdoor wordt in hoofdzaak de in de brandstofleiding 20 aanwezige brandstof verwarmd. Wanneer het voertuig na tamelijk lange stilstand en beneden een bepaalde omgevingstemperatuur gaat rijden, worden daarbij vaak vlokken in de tank gevormd, waardoor het brandstofcircuit, ondanks het gebruik van de brandstofvoorverwarmer, verstopt raakt, zodat 25 de motor slecht gaat werken en in het ergste geval stopt.The known fuel preheaters, which comprise heating means fed by an electric current or by the cooling water of the engine or of an auxiliary heating unit, are arranged between the tank and the engine. This substantially heats the fuel present in the fuel line 20. When the vehicle is driven after a fairly long standstill and below a certain ambient temperature, flakes often form in the tank thereby clogging the fuel circuit, despite the use of the fuel preheater, causing the engine to malfunction and in the worst case stops.

Een ander bezwaar van de bekende brandstofvoorverwarmer is, dat een relatief kleine hoeveelheid brandstof verwarmd wordt, zodat wanneer de omgevingstemperatuur sterk daalt de naar de motor gevoerde brandstof ook sterk in temperatuur 30 daalt, waardoor vlokvorming kan ontstaan. Sommige bekende voorverwarmers hebben daarom verwarmingsmiddelen met een hoog vermogen, dat meestal niet volledig benut wordt en soms door middel van een stuurketen, die verbonden is met een of meer temperatuurvoelers, gedeeltelijk in te schakelen is.Another drawback of the known fuel preheater is that a relatively small amount of fuel is heated, so that when the ambient temperature drops sharply, the fuel fed to the engine also drops sharply in temperature, which may cause flocculation. Some known preheaters therefore have high power heating means, which is usually not fully utilized and can sometimes be partially switched on by means of a control circuit connected to one or more temperature sensors.

35 Een dergelijke brandstofvoorverwarmer is daardoor tamelijkSuch a fuel preheater is therefore quite

8 f Cl u 5 / C8 f Cl u 5 / C

1 V1 V

2 complex en duur.2 complex and expensive.

De uitvinding beoogt de hierboven toegelichte bezwaren op te heffen.The object of the invention is to eliminate the drawbacks explained above.

Voor het bereiken van deze doelstelling verschaft de 5 uitvinding eèn brandstofvoorverwarmer volgens conclusie 1.In order to achieve this object, the invention provides a fuel preheater according to claim 1.

De verwarmingsmiddelen verwarmen hierdoor alle brandstof in de tank, zodat in de tank geen vlokvorming kan ontstaan. Het vermogen van de verwarmingsmiddelen kan relatief klein zijn, doordat de in de tank aanwezige brand-10 stof als buffer werkt, waardoor de verwarmingsmiddelen niet op een hoog piekvermogen berekend hoeven te zijn.The heating means hereby heat all fuel in the tank, so that no flocculation can occur in the tank. The power of the heating means can be relatively small, because the fuel present in the tank acts as a buffer, so that the heating means need not be designed for a high peak power.

Bij stilstand zal de temperatuur van de brandstof onder in de tank sterk van de temperatuur boven in de tank kunnen verschillen. Bij de voorverwarmer volgens de uitvinding is . 15 het daarom gunstig dat bij het wegrijden de relatief koude onder uit de tank weggezogen brandstof in de stijgbuis extra verwarmd wordt. Hierdoor wordt het ontstaan van vlokvorming in zowel de tank als in het brandstofcircuit tussen de tank en de motor tot een minimum beperkt.When stationary, the temperature of the fuel in the bottom of the tank may differ significantly from the temperature in the top of the tank. In the preheater according to the invention. It is therefore advantageous for the relatively cold fuel in the riser tube to be heated additionally underneath the tank when starting off. This minimizes flocculation in both the tank and in the fuel circuit between the tank and the engine.

20 Omdat voor de verwarmingsmiddelen met een relatief klein vermogen volstaan kan worden, zouden de verwarmingsmiddelen door elektrische verwarmingsmiddelen gevormd kunnen worden met een elektrische weerstand die door een stroom vanuit de boordaccu van het voertuig gevoed wordt. Omdat 25 tijdens lange stilstand tóch ongewenst veel energie uit de accu onttrokken kan worden, vaak een hulpverwarmingseenheid voor het verwarmen van het koelwater bij stilstaande motor aanwezig is en in verband met ontploffingsgevaar, verdient het echter de voorkeur dat de verwarmingsmiddelen gevoed 30 worden door het koelwater van de motor en/of van de hulpverwarmingseenheid. Bij toepassing van een hulpverwarmingseenheid verdient het dan tevens de voorkeur dat de verwarmingsmiddelen een extra stijgbuis omgeven voor het verwarmen van naar de hulpverwarmingseenheid te voeren brandstof.Because the heating means with a relatively small power can suffice, the heating means could be formed by electric heating means with an electrical resistance which is fed by a current from the vehicle's on-board battery. However, since an undesirable amount of energy can still be extracted from the battery during a long standstill, an auxiliary heating unit for heating the cooling water is often present when the engine is stopped and due to the risk of explosion, it is preferred that the heating means be supplied by the cooling water of the engine and / or of the auxiliary heating unit. When an auxiliary heating unit is used, it is then also preferable that the heating means surround an additional riser for heating fuel to be fed to the auxiliary heating unit.

35 Bij voorkeur bestaan begeleidingsmiddelen uit in een cylindervorm gegoten metaal, zoals aluminium. Hierdoor wordt ongeacht het niveau van de brandstof in de tank een goede warmte-overdracht vanaf de verwarmingsmiddelen naar zowel de b / V . · . ƒ ύ ί 3 brandstof in de tank als in de stijgbuis of stijgbuizen verkregen. Wanneer de verwarmingsmiddelen daarbij een spiraal voor het doorlaten van het koelmedium van het voertuig omvatten, heeft dit tevens als voordeel dat de wand 5 die het koelmedium van de brandstof scheidt, relatief dik is en niet snel, bijvoorbeeld door cavitatie, lek kan raken.Preferably, accompanying means consist of metal cast in a cylindrical shape, such as aluminum. This ensures a good heat transfer from the heating means to both the b / V regardless of the level of the fuel in the tank. ·. ƒ ύ ί 3 fuel in the tank as in the riser or risers obtained. If the heating means thereby comprise a spiral for the passage of the cooling medium from the vehicle, this also has the advantage that the wall 5 separating the cooling medium from the fuel is relatively thick and cannot leak quickly, for example by cavitation.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de figuren. In de figuren toont:The invention will be elucidated with reference to the figures. In the figures shows:

Figuur 1 schematisch een verwarmingsstelsel van een 10 voertuig, waarin een brandstofvoorverwarmer volgens de uitvinding is toegepast;Figure 1 schematically shows a heating system of a vehicle in which a fuel preheater according to the invention has been used;

Figuur 2 is een doorsnede van een uitvoeringsvorm van de brandstofvoorverwarmer volgens de uitvinding; enFigure 2 is a cross-sectional view of an embodiment of the fuel preheater according to the invention; and

Figuur 3 een bovenaanzicht van de brandstofvoorverwar-15 mer van figuur 2.Figure 3 is a top view of the fuel preheater of Figure 2.

Figuur 1 toont schematisch een verwarmingsstelsel voor een voertuig, in het bijzonder een vrachtauto, waarvan de motor tijdens bedrijf via een brandstofleiding 2 dieselolie als brandstof uit een tank 3 aangevoerd krijgt. De motor 1 20 wordt gekoeld door koelwater, dat afhankelijk van de temperatuur ervan in een thermostaat 4 via een radiateur 5 en/of via een verwarmingscircuit met de leidingen 6 en 7 terug naar de motor 1 stroomt. Afhankelijk van de temperatuur van het koelwater wordt daarbij een ventilator 8 aangedreven. De 25 rookgassen verlaten de motor 1 via een uitlaat 9.Figure 1 schematically shows a heating system for a vehicle, in particular a truck, the engine of which, during operation, is supplied with diesel oil as fuel from a tank 3 via a fuel line 2. The motor 1 is cooled by cooling water, which, depending on its temperature, flows back into the motor 1 in a thermostat 4 via a radiator 5 and / or via a heating circuit with the lines 6 and 7. Depending on the temperature of the cooling water, a fan 8 is driven. The 25 flue gases leave the engine 1 via an exhaust 9.

Tussen de leidingen 6 en 7 van het verwarmingscircuit is een in de kabine van het voertuig geplaatste warmtewisselaar 10 met de ventilator 11 aangebracht, die afhankelijk van de stand van bedieningsorganen voor het verkrijgen van 30 een gewenste ruimtetemperatuur een bepaalde hoeveelheid koelwater doorlaat en de ventilator 11 in bedrijf stelt.Between the pipes 6 and 7 of the heating circuit a heat exchanger 10 is placed in the cabin of the vehicle with the fan 11, which, depending on the position of the controls for obtaining a desired room temperature, allows a certain amount of cooling water to pass and the fan 11 commissioning.

In voertuigen die vaak bij lage temperaturen buiten geparkeerd worden en vooral wanneer de bestuurder in de kabine wil rusten, zoals in vrachtauto's, is vaak in serie 35 met de leidingen 6 en 7 en de warmtewisselaar 10 een hulp-verwarmingseenheid 12 aangebracht. De hulpverwarmingseenheid 12 ontvangt in bedrijf via een brandstofleiding 13 dieselolie als brandstof uit de tank 3. De rookgassen verlaten de 87ίΗ·;?6 4 :ι hulpverwarmingseenheid 12 via een uitlaat 14.In vehicles which are often parked outside at low temperatures and especially when the driver wants to rest in the cabin, such as in trucks, an auxiliary heating unit 12 is often arranged in series 35 with the pipes 6 and 7 and the heat exchanger 10. The auxiliary heating unit 12, in operation, receives diesel fuel as fuel from the tank 3 via a fuel line 13. The flue gases leave the auxiliary heating unit 12 via an outlet 14.

De toepassing van de hulpverwarmingseenheid 12 heeft als voordeel dat het in de motor 1, de leidingen 6, 7, en de warmtewisselaar 10 aanwezige koelwater bij stilstand van de 5 motor 1 op eenvoudige wijze verwarmd wordt, en daardoor de motor, het motorcompartiment en de kabine van het voertuig naar wens verwarmd worden. Ten opzichte van een draaiende motor 1 in plaats van de toepassing van de hulpverwarmingseenheid 12, wordt daarbij zeer weinig brandstof verbruikt en 10 wordt slijtage van de motor 1 tegengegaan.The use of the auxiliary heating unit 12 has the advantage that the cooling water present in the motor 1, the pipes 6, 7 and the heat exchanger 10 is heated in a simple manner when the motor 1 is at a standstill, and thereby the motor, the engine compartment and the cabin of the vehicle can be heated as desired. Compared to a running engine 1 instead of the use of the auxiliary heating unit 12, very little fuel is consumed and wear of the engine 1 is prevented.

Het hierboven toegelichte stelsel, waarin de stromings-richtingen van de koelvloeistof en de brandstof met pijlen aangegeven zijn, en al of niet voorzien van de hulpverwarmingseenheid 12, heeft als bezwaar dat, zelfs bij stilstand 15 van het voertuig, door het samenklonteren van paraffinekris-tallen in de dieselolie vlokken gevormd kunnen worden en deze vlokken het brandstofcircuit met de leidingen 2 en/of 13 en vooral de in deze leidingen aanwezige filters (niet getoond) kunnen verstoppen. Dit probleem kan, zoals bekend, 20 slechts ten dele opgelost worden door het in de brandstof-leidingen 2 en/of 13 aanbrengen van brandstofvoorverwarmers.The above-described system, in which the flow directions of the coolant and the fuel are indicated with arrows, and whether or not provided with the auxiliary heating unit 12, has the drawback that, even when the vehicle is stationary, by clumping paraffin crystals. numbers can form in the diesel oil flakes and these flakes can clog the fuel circuit with lines 2 and / or 13 and especially the filters present in these lines (not shown). As is known, this problem can only be partly solved by arranging fuel preheaters in the fuel lines 2 and / or 13.

Dergelijke brandstofvoorverwarmers hebben echter, zoals toegelicht, het bezwaar dat daarmee niet de brandstof in de tank 3 voorverwarmd wordt, zodat de bekende brandstofvoor-25 verwarmers meestal een groot vermogen hebben en beneden een bepaalde temperatuur toch verstopping van het brandstofcircuit kan optreden.However, as explained, such fuel preheaters have the drawback that they do not preheat the fuel in the tank 3, so that the known fuel preheaters usually have a large capacity and blockage of the fuel circuit can still occur below a certain temperature.

Volgens de uitvinding wordt de brandstof daarom via een in de tank 3 gestoken, in hoofdzaak cylindrische brandstof-30 voorverwarmer 15 met daarin verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van de brandstof in de tank 3 aangezogen.According to the invention, the fuel is therefore drawn into the tank 3 via a substantially cylindrical fuel preheater 15 with heating means for heating the fuel.

In de getoonde uitvoeringsvorm worden de verwarmingsmiddelen van de brandstofvoorverwarmer 15 gevoed door het koelwater van het voertuig. Daartoe is de voorverwarmer 15 35 via een inlaat 16 en een uitlaat 17 voor het koelwater parallel aan de hulpverwarmingseenheid 12 verbonden.In the embodiment shown, the heating means of the fuel pre-heater 15 are fed by the cooling water of the vehicle. To this end, the pre-heater 15 is connected in parallel to the auxiliary heating unit 12 via an inlet 16 and an outlet 17 for the cooling water.

Er wordt opgemerkt, dat in figuur 1 eventueel aanwezige filters, thermostaten, kleppen en pompen niet getoond zijn 8·· -· - . . , ; ·;. Γ ; · v 5 * » (r en de voorverwarmer 15 ook in serie met het koelwatercircuit verbonden kan zijn.It is noted that in figure 1 any filters, thermostats, valves and pumps present are not shown 8 ·· - · -. . ,; · ;. Γ; · V 5 * »(r and the preheater 15 can also be connected in series with the cooling water circuit.

Figuur 2 toont in doorsnede een uitvoeringsvorm van de in figuur 1 getoonde brandstofvoorverwarmer 15, terwijl 5 figuur 3 daarvan een bovenaanzicht toont.Figure 2 shows in cross-section an embodiment of the fuel preheater 15 shown in Figure 1, while Figure 3 shows a top view thereof.

De brandstofvoorverwarmer 15 volgens figuur 2 omvat een spiraalbuis 18 met een inlaat 16 en een uitlaat 17. Het gedeelte 19 van de spiraalbuis loopt in hoofdzaak recht en bij voorkeur binnen de windingen van de spiraalbuis naar de 10 onderkant 20 ervan.The fuel preheater 15 of Figure 2 comprises a coil tube 18 with an inlet 16 and an outlet 17. The portion 19 of the coil tube extends substantially straight and preferably within the turns of the coil tube to its bottom 20.

Een stijgbuis 21 is door de spiraal gestoken en een eindgedeelte 22 steekt voorbij de onderkant 20 van de spiraal. De stijgbuis 22 dient voor aansluiting met de brandstofleiding 2 voor de motor 1.A riser 21 has been passed through the coil and an end portion 22 extends beyond the bottom 20 of the coil. The riser 22 serves to connect to the fuel line 2 for the engine 1.

15 Een gedeeltelijk getoonde tweede stijgbuis 23 met kleinere diameter loopt op soortgelijke wijze als de stijgbuis 21 door de spiraal en heeft aan de onderkant een eindgedeelte 24, dat voorbij de onderkant 20 van de spiraal steekt. De stijgbuis 23 dient voor aansluiting met de 20 brandstofleiding 13 naar de hulpverwarmingseenheid 12.A partially shown second smaller diameter riser 23 extends similarly to the riser 21 through the coil and has an end portion 24 at the bottom that extends beyond the bottom 20 of the coil. The riser tube 23 serves to connect the fuel line 13 to the auxiliary heating unit 12.

Aan de onderkant 20 van de spiraal is een centreerbeu-gel 25 aangebracht, die is voorzien van openingen, waardoor de stijgbuizen 21 en 23 steken.A centering bracket 25 is provided at the bottom 20 of the spiral and is provided with openings through which the risers 21 and 23 protrude.

Aan de bovenkant van de spiraal steken de buisdelen 16, 25 17, 21 en 23 op afdichtende wijze door een flens 26, waaraan zij bevestigd zijn. De flens 26 dient voor bevestiging van de voorverwarmer 15 aan de rand van een opening aan de bovenkant van de tank 3. De flens 26 kan daartoe voorzien zijn van openingen 27 voor het doorlaten van bevestigingsor-30 ganen. Bij relatief kleine tankhoogten kunnen afstandsringen tussen de onderkant van de flens 26 en de bovenkant van de tank 3 geplaatst worden. Hierdoor kan volstaan worden met de vervaardiging van voorverwarmers met slechts enkele standaardhoogten die door middel van de afstandsringen voor veel 35 meer tanks met verschillende hoogten gebruikt kunnen worden.At the top of the spiral, the pipe sections 16, 25, 17, 21 and 23 sealingly pass through a flange 26 to which they are attached. The flange 26 serves to fasten the preheater 15 to the edge of an opening at the top of the tank 3. The flange 26 may for this purpose be provided with openings 27 for passage of fasteners. At relatively small tank heights, spacers can be placed between the bottom of the flange 26 and the top of the tank 3. It is therefore sufficient to manufacture preheaters with only a few standard heights which can be used for many more tanks of different heights by means of the spacers.

Aan de onderkant van de spiraal is om de uiteinden 22 en 24 van de stijgbuizen 21 respectievelijk 23 een filter 28, die schematisch getoond is, aangebracht. De voorverwar- 8/00376 * *A filter 28, which is shown schematically, is arranged at the bottom of the spiral around the ends 22 and 24 of the risers 21 and 23 respectively. The pre-heated 8/00376 * *

VV

6 mer 15 heeft, eventueel door toepassing van afstandsringen, een zodanige lengte en het filter 28 heeft een zodanige vorm, dat de onderste uiteinden 22, 24 van de stijgbuizen 21, 23 tot op kleine afstand van de bodem van de tank 3 5 lopen. De in de tank 3 aanwezige brandstof wordt via het filter 28 via de uiteinden 22, 24 in de stijgbuizen 21, 23 gezogen.6mer 15 has, if necessary by using spacer rings, such a length and the filter 28 has such a shape that the lower ends 22, 24 of the risers 21, 23 run to a small distance from the bottom of the tank 3. The fuel present in the tank 3 is drawn through the filter 28 through the ends 22, 24 into the risers 21, 23.

De ruimte tussen de spiraal en de stijgbuizen 21, 23 is, volgens de uitvinding, gevuld met warmtegeleidend 10 materiaal.According to the invention, the space between the spiral and the risers 21, 23 is filled with heat-conducting material.

In een gunstige uitvoeringsvorm bestaan de spiraal en de stijgbuizen 21, 23 uit roestvast staal en zijn in een cilindrisch deel 29 van aluminium gegoten. Hierdoor bestaat er, ongeacht het niveau van de brandstof in de tank, een 15 goede warmte-uitwisseling vanaf de spiraal naar de brandstof in de tank 3 en naar de brandstof in de stijgbuizen 21, 23.In a favorable embodiment, the spiral and the risers 21, 23 consist of stainless steel and are cast in a cylindrical part 29 of aluminum. As a result, regardless of the level of the fuel in the tank, there is a good heat exchange from the coil to the fuel in the tank 3 and to the fuel in the risers 21, 23.

Het cylindrisch deel 29 kan, als alternatief, ook bestaan uit een buis, die een grotere binnendiameter dan de buitendiameter van de spiraal heeft, aan de onderkant en de 20 bovenkant afgesloten is en gevuld is met een warmtegeleidend materiaal, dat een keramisch materiaal of olie kan zijn.The cylindrical part 29 may alternatively also consist of a tube which has a larger inner diameter than the outer diameter of the spiral, is closed at the bottom and the top and is filled with a heat-conducting material, which is a ceramic material or oil could be.

Wanneer de motor 1 buiten bedrijf is, zal de hulpver-warmingseenheid 12 het koelwater van het voertuig verwarmen en daardoor via de voorverwarmer 15 de brandstof in de tank 25 3. Omdat de brandstof daarbij een relatief grote warmtebuffer vormt, kan het vermogen van de voorverwarmer 15 klein gekozen worden. Bij verwarming van de brandstof zal het warmste gedeelte ervan naar boven stijgen. Bij zeer strenge koude is het daarom een voordeel dat, bij de voorverwamer 30 volgens de uitvinding, de via de stijgbuizen 21, 23 omhoog gezogen brandstof binnen de spiraal extra en snel verwarmd wordt. Hierdoor wordt het ontstaan van vlokken als gevolg van het samenklonteren van paraffinekristallen in de brandstof tot een minimum beperkt.When the engine 1 is out of operation, the auxiliary heating unit 12 will heat the cooling water of the vehicle and thereby the fuel in the tank 25 via the pre-heater 15 3. Since the fuel thereby forms a relatively large heat buffer, the capacity of the pre-heater can 15 be chosen small. When the fuel is heated, its hottest part will rise upwards. With very severe cold it is therefore an advantage that, with the preheater 30 according to the invention, the fuel drawn up via the risers 21, 23 is heated extra and quickly within the coil. This minimizes flocculation resulting from the agglutination of paraffin crystals in the fuel.

8/0 C;.7P8/0 C; 7P

Claims

1. A fuel pre-heater, comprising a fuel line for passing liquid fuel to be conveyed from a tank and heating means arranged around the fuel line for heating the fuel in the fuel line, characterized in that the fuel line is formed by an opening in to raise a wall of the tank substantially vertically into the tank riser, the height of which is approximately equal to the height of the tank, such that the space between and around the riser and the heating means within the tank is filled with conducting means that the portion of the preheater to be lowered into the tank is a substantially cylindrical part, and that the preheater comprises mounting means for sealingly attaching the preheater within the opening of the tank.

2. Fuel preheater according to claim 1, characterized in that the heating means are formed by a spiral tube arranged around the riser, the inlet and outlet of which protrude from the top of the cylindrical part and serve for connection to a heating unit for passing through the spiral tube. transporting a heating medium.

Fuel preheater according to claim 2, characterized in that the spiral tube surrounds a second riser for feeding fuel from the tank to a heating unit.

Fuel preheater according to any one of the preceding claims, characterized in that a part of each riser protrudes from the bottom of the cylindrical part and that a filter is fitted around this protruding part, the diameter of which is smaller than the diameter of the tank opening .

5. Fuel preheater according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the guide means 6/0 0576 consist of a tube arranged around the riser and the heating means, the ends of which are sealed and which is filled with a heat-conducting material.

Fuel preheater according to claim 5, characterized in that the heat-conducting material is oil.

Fuel preheater according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the guiding means consist of heat-conducting material cast in a cylindrical shape.

Fuel preheater according to claim 7, characterized in that the heat-conducting material is aluminum.

Fuel preheater according to claim 5 or 7, characterized in that the heat-conducting material is ceramic material.

Fuel preheater according to any one of the preceding claims, characterized in that the fastening means comprise a flange arranged at the top of the cylindrical part and spacers to be placed between the bottom of the flange and the top of the tank. L, *> '* · ·, · v