NL8700306A

NL8700306A - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vloeibare mest tot compost.

Info

Publication number: NL8700306A
Application number: NL8700306A
Authority: NL
Original assignee: Alfons Adrianus Maria Van Tilb
Priority date: 1987-02-10
Filing date: 1987-02-10
Publication date: 1988-09-01

Description

Ύ )*

Ref.; 87-02. Int.Class.: C 05 F.

Alfons Adrianus Maria van Tilburg, te Baarle-Nassau.

Werkwijze en Inrichting voor het verwerken van vloeibare mest tot compost.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van vloeibare en gedeeltelijk vloeibare dierlijke meststoffen tot vaste compost en biogas.

Een overmaat aan vloeibare en gedeeltelijk vloeibare dierlijke mest vormt 5 een groot probleem in landbouw en veeteelt, omdat de ecologische omstandigheden ongunstig worden beïnvloed en transport en opslag hoge investeringen eisen en oplopende kosten veroorzaken.

Deze vloeibare dierlijke mest bevat evenwel waardevolle stoffen, die gewonnen kunnen worden en economisch naar de verbruiker kunnen worden ge-10 bracht, als de scheiding op doelmatige wijze continu kan worden uitgevoerd en het vaste product in direct bruikbare vorm kan worden verkregen.

De winning van een bruikbaar product dat economisch kan worden vervoerd kan de schadelijke gevolgen van overmatige bemesting terugdringen en een gevreesde achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en van de kwaliteit 15 van de gewassen verhinderen, doordat het product van regio's van overschot kan worden gebracht naar gebieden waar behoefte aan de bestanddelen van de mest bestaat.

De werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft het doel een goed hanteerbaar vast product met toegevoegde waarde te bereiden 20 uit een in overschot verkregen moeilijk te elimineren vloeibaar materiaal en daardoor een bijdrage te leveren aan de uitwerking van de Wet Bodembescherming en de Meststoffenwet, die beide met ingang van 1 Januari 1987 in werking zijn getreden.

De bedrijfsmogelijkheden voor veehouderij alsook voor landbouwbedrijven 25 kunnen door toepassing van deze werkwijze gunstig worden beïnvloed, terwijl bij invoering daarvan de vrees voor schade aan het milieu tengevolge van lucht- en grondwatervervuiling en overbelasting met fosfaat zal verminderen.

8 7 0 C 3 ΰ C

f ,! * -2-

Volgens de Regeling Dierlijke Meststoffen van de Meststoffenwet wordt een referentie-hoeveelheid dierlijke mest gehanteerd, die een eenheid kent van 125 kg fosfaat als P20^ per hectare.

Bij afzet van een droog bemestingsproduct als compost, gewonnen in een 5 gesloten apparatuur, zou deze drempelwaarde zonder enig bezwaar kunnen worden overschreden.

Het vloeibare in de installatie volgens de uitvinding te verwerken materiaal kan uiteenlopend van samenstelling zijn en bestaat uit o.a.: - drijfmest van mestvarkens,zeugen en biggen.

10 - natte mest van kippen en kalkoenen.

- vloeibare en halfvloeibare mest van rundvee,stieren en mestkalveren.

- rioleringsslib (sapropel).

- keukenafval (swill).

- voederresten, melkpoederresten, e.d.

15 De concentratie, die door een combinatie van biologische ontleding, rotting, indamping en ontgassing plaatsvindt, blijkt uit de volgende tabel van analysewaarden, die bij een proefopstelling als gemiddelden werden verkregen:

Tabel: 20 Vloeibaar deel Vast deel (gew.%): (gew %):

Stikstof 0.006 3.20

Kalium 0.003 3.80

Natrium 0.002 0.27 25 Fosfor 0.007 1.60

Verdere technische en economische voordelen van de toepassing van deze werkwijze zijn, dat men geen extra-opslag als mestsilo's behoeft te bouwen, overlast door stank wordt vermeden, een zeer grote besparing op de transportkosten, zowel op eigen grond als door het gehele land, en 30 minder uitspoeling op het land worden bereikt, terwijl als bijproduct biogas (hoofdzakelijk bestaande uit methaan met hoge calorische waarde) wordt verkregen, en goede exportmogelijkheden voor het droge korrelvormi-ge product als compost van hoge kwaliteit bestaan.

Door toepassing van dit vaste product wordt bovendien onkruidgroei tegen-35 gegaan, omdat het zaad daarvan na de behandeling is vernietigd.

6 ? ö ö 3 0 6 -3- i . * \

De inrichting voor het verwerken van vloeibare en gedeeltelijk vloeibare dierlijke meststoffen tot vaste compost en biogas volgens de onderhavige uitvinding is gekenmerkt door een gesloten stalen reactorketel met ring-verwarming en afvoerstomp met afsluiter aan de onderzijde, en een mangat 5 met deksel en kijkglas aan de bovenzijde, grondstoftank met pomp en toe-voerleiding naar de reactor, welke toevoerleiding door een warmtewisselaar loopt, en een gas- en waterdampafvoerpijp vanaf de bovenzijde van de reactorketel door de warmtewisselaar naar een waterafscheider met normaal-druk-gasometer voor de opslag van het biogas.

10 De werkwijze voor het bereiden van het vaste korrelvormige compöstproduct volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat men de vloeibare mest uit de grondstoftank met pomp door de toevoerleiding en de warmtewisselaar in de reactorketel pompt, de verwarming aanzet en het zich dan uit het schuimende mengsel ontwikkelende mengsel van biogas en waterdamp door 15 de afvoerpijp aan de bovenzijde van de reactorketel via de warmtewisselaar naar de waterafscheider laat ontwijken, waar de waterdamp condenseert, en het ruwe biogas in de normaaldrukgasometer wordt opgevangen.

De door de bioreactie vrijkomende energie bestaat uit de calorische waarde van het biogas (methaan) en de restwarmte, die in de warmtewisselaar 20 (platenkoeler/verwarmer) wordt gebruikt voor het verwarmen van de verse grondstof (koude drijfmest) uit de grondstoftank.

De inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuur, die een schematisch beeld geeft van de opstelling van de apparatuur.

25 In deze figuur is (1) de gesloten stalen reactorketel met ringverwarming (2) en afvoerstomp (3) met afsluiter (4) aan de onderzijde, en het mangat (5) met deksel (6) en kijkglas (7) aan de bovenzijde,' 18) is de grondstoftank met pomp (9) en toevoerleiding (10 en 10') naar de reactorketel (1), via de warmtewisselaar (11) en aan de bovenzijde van de reactor-30 ketel (1) de gas- en waterdampafvoerpijp (12), die eveneens via de warmtewisselaar (11) naar de waterafscheider (13) en de normaaldrukgasometer (14) voor het opslaan van het ontstane gas loopt.

Door de afvoerstomp (3) aan de onderzijde van de reactorketel (1) wordt op gezette tijden het onderste deel van het ontstane reactorproduct 35 afgevoerd en als droge compost verpakt, opgeslagen en verladen.

8 7 C ü 3 0 6 -4- kr

Kosten voor de bouw van een dergelijke installatie zijn relatief gering. Een installatie als beschreven levert een belangrijke bijdrage tot het oplossen van milieubedreigende problemen in de veehouderij en de landbouw in het algemeen.

8700306

Claims

1. Inrichting voor het verwerken van vloeibare en gedeeltelijk vloeibare dierlijke meststoffen tot vaste compost en biogas, gekenmerkt door een gesloten stalen reactorketel M) met ringverwarroing (2) en afvoer- i stomp (3) met afsluiter (4) aan de onderzijde, en een mangat (5) · 5 met deksel (6) en kijkglas (7) aan de bovenzijde, een gronstoftank (8) met pomp (9) en toevoerleiding (10 en 10’) naar de reactorketel (1), welke toevoerleiding (10,10') door een warmtewisselaar (11) loopt, en een gas-en waterdampafvoerpijp (12) die vanaf de bovenzijde van de reactorketel (1) door de warmtewisselaar (11) naar een water-10 afscheider (13) en naar een normaaldrukgasometer (14) voor het opslaan van het ontstane biogas loopt.

2. Werkwijze voor het bereiden van een vast korrelvormig compostproduct, met het kenmerk, dat men vloeibare dierlijke mest in een reactorketel pompt, deze verwarmt en het zich uit het schuimende mengsel ontwikkel- 15 ende mengsel van biogas en waterdamp via een warmtewisselaar naar een waterafscheider laat ontwijken,waar men de waterdamp laat condenseren, het ruwe biogas in een normaaldrukgasometer opvangt, en met tussenpozen het geconcentreerde ontstane vaste compostproduct aan de onderzijde van de reactorketel opvangt en voor opslag en transport 20 af voert. 8700306