NL8700294A

NL8700294A - Klemcircuit voor een televisietransmissiesysteem.

Info

Publication number: NL8700294A
Application number: NL8700294A
Authority: NL
Original assignee: At & T & Philips Telecomm
Priority date: 1987-02-09
Filing date: 1987-02-09
Publication date: 1988-09-01
Also published as: JPS63283278A; DE3884424D1; DE3884424T2; US4811087A; EP0281175A1; EP0281175B1; JP2723895B2

Description

I ? » PHE 87.002 1 AT&T en Philips Telecommunicatiebedrijven B.V. te Hilversum Klemcircuit voor een televisietransmissiesysteem

De uitgang heeft betrekking op een klemcircuit voor een televisietransmissiesysteem, bevattende een ingangsversterker, waarvan de niet-inverterende ingang verbonden is met de ingang van het klemcircuit en waarvan de uitgang verbonden is met de uitgang van het klem-5 circuit, dat een tegenkoppellus is aangebracht tussen de uitgang van het klemcircuit en de inverterende ingang van de ingangsversterker, welke tegenkoppellus tenminste de serieschakeling van een sample en hold-circuit en een als integrator geschakelde eerste versterker bevat. De frequentieband van een videosignaal loopt in principe vanaf 0 Hz. Door 10 filtering in het transmissiesysteem raakt men de laagfrequentieinhoud van het videosignaal kwijt. Om deze reden worden in videotransmissie-systemem klemcircuits toegepast, welke er voor zorgen, dat de laagfrequentieinhoud van het videosignaal wordt hersteld. In het bijzonder in digitale televisiesystemen is een goed klemcircuit met een grote brom-15 reductie nodig om het volle bereik van een analoog-digitaal omzetter, welke volgt op het klemcircuit, te kunnen benutten.

Als er ruis op het videosignaal staat, wordt het klem-niveau van het klemcircuit beïnvloed, omdat de holdcondensator in het sample en holdcircuit niet steeds tot hetzelfde niveau wordt opgeladen.

20 De gemiddelde waarde per beeld blijft weliswaar gelijk, maar het niveau per lijn verandert steeds, omdat de holdcondensator steeds een andere eindwaarde krijgt. De terugkoppeling probeert dit te corrigeren met het gevolg, dat het uitgangssignaal stapsgewijs varieert. Dit is in het beeld te zien door verschil in helderheid van gelijke lijnen. Het geeft 25 aanleiding tot een streperig beeld.

De uitvinding beoogt een oplossing aan te geven voor bovengenoemd probleem en heeft als kenmerk, dat tussen de uitgang van het klemcircuit en de signaalingang van het sample en holdcircuit een inschakelbaar filter is aangebracht, dat geschakeld wordt met dezelfde 30 puls, die het sample en holdcircuit schakelt en waarbij de tegenkoppellus een als integrator geschakelde tweede versterker bevat, welke tussen de uitgang van de eerste versterker en/de inverterende ingang van de 4 t PHE 87.002 2 ingangsversterker is aangebracht.

De uitvinding zal beschreven worden aan de hand van de tekening.

Figuur 1: geeft een uitvoeringsvoorbeeld weer van het 5 klemcircuit volgens de uitvinding.

Figuur 2: geeft een spanningsdiagram weer ter verklaring van de werking van het klemcircuit,

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 is 1 de niet-inverterende ingang van een ingangsversterker 2, welke verbindbaar is 10 met een televisiecamera. De uitgang van de ingangsversterker 2 is verbonden met de uitgang 9 van het klemcircuit, welke verbindbaar is met de ingang van een analoog-digitaal omzetter. De uitgang van de ingangsversterker 2 is tevens via de serieschakeling van een synchronisatie-pulsscheider 7 en een vertragingselement 8 verbonden met de stuuringang 15 van een sample en holdcircuit 5. Verder is de uitgang van de ingangsversterker 2 via een schakelbaar filter verbonden met de signaalingang van het sample en holdcircuit 5. De uitgang van het sample en holdcircuit 5 is via een weerstand 10 verbonden met de inverterende ingang van een eerste versterker 4, waarvan de niet-inverterende ingang 20 verbonden is met aarde. Tussen de inverterende ingang en de uitgang van de eerste versterker 4 is een capaciteit 11 aangebracht. De uitgang van de eerste versterker is tevens via de weerstand 12 verbonden met de inverterende ingang van een tweede versterker 3, waarvan de niet inverterende ingang via een referentiespanningsbron 20 verbonden is met 25 aarde. Tussen de inverterende ingang van de tweede versterker 3 en de uitgang is de serieschakeling van de capaciteit 13 en de weerstand 14 aangebracht. De uitgang van de tweede versterker 3 is via de weerstand 16 verbonden met de inverterende ingang van de ingangsversterker 2. De inverterende ingang van de ingangsversterker 2 is tevens via de weer-30 stand 15 verbonden met de uitgang 9.

In figuur 2a is schematisch de opbouw van een normaal televisiesignaal weergegeven. Het videosignaal is opgebouwd uit synchronisatiepulsen S, colorbursts b en een gedeelte d voor beeldinformatie. Het gedeelte C noemt men de achterstoep (back-porch) en het 35 gedeelte e de voorstoep. Gebleken is nu, dat het einige stuk in het videosignaal, dat altijd vastligt, de plaats van de colourbursts b is. Door nu in plaats van het gehele videosignaal terug te koppelen alleen 8700294 Λ > PHE 87.002 3 een uitgemiddeld sample van het gedeelte rond de colourburst terug te koppelen, kunnen we de plaats tussen twee samples vastleggen. In de tegenkoppellus van de klenschakeling is voor het sample en holdcircuit 5 een laagdoorlaatfilter 6 opgenomen. Dit filter wordt gebruikt om de 5 hoogfrequent signaalaandelen en de optredende ruis tijdens het werken van het sample en holdcircuit zoveel mogelijk te onderdrukken. Het onderdrukken van genoemd hoogfrequentaandeel en ruis is noodzakelijk, omdat een klemcircuit van deze signalen een laagfrequent signaal maakt, dat aanleiding geeft tot een duidelijk zichtbare storing in het beeld. Bij 10 een signaal-ruis verhouding van bijvoorbeeld 20 dB, treden duidelijk zichtbaar zwarte horizontale strepen in het beeld op, hetgeen ongewenst is. We moeten het sample en holdcircuit 5, dus een signaal aanbieden, waarvan de veranderingen binnen 5. tt sample tijd minimaal zijn. Om het laagdoorlaatfilter 6 voldoende laag te kunnen laten afsnijden, zonder 15 dat de synchronisatiepulsvorm aangetast wordt, wordt het filter 6 als schakelbaar filter uitgevoerd, dat ingeschakeld wordt nadat de synchronisatiepuls is opgetreden. Met behulp van de synchronisatie-pulsscheider 7 worden de synchronisatiepulsen S uit het videosignaal afgescheiden. Deze worden dan vervolgens via een vertragingselement 8 20 naar de stuuringangen van het sample en holdcircuit 5 en het filter 6 gevoerd. De vertragingstijd van het vertragingselement 8 wordt zo ingesteld, dat het begin van de houdpuls H na de synchronisatiepuls S ligt en de tijd k, dat de houdpuls optreedt, wordt zo gekozen, dat de hele colourburst b omvat wordt, zie figuur 2.

25 Het van de uitgang van het sample en het holdcircuit komende uitgangssignaal wordt via de als integrator geschakelde eerste versterker 4 en de als integrator geschakelde tweede versterker 3 aan de inverterende ingang van de ingangsversterker 2 toegevoerd. Het ingangssignaal van de tweede versterker 3 is een gelijkspanning (klemniveau) 30 met een niveau gelijk aan R, zie figuur 2a. We kunnen het videosignaal op ieder gewenst niveau R leggen en kunnen zo het videosignaal optimaal in het venster 0-E van een analoog-digitaal omzetter plaatsen, zie figuur 2a. De beide integratoren zorgen ieder voor een bromreductie van 20 dB, zodat de totale bromreductie 40 dB bedraagt. Het toepassen van 35 het schakelbaar filter 6 in de tegenkoppellus geeft een aanzienlijke verbetering van het gedrag van het klemcircuit in aanwezigheid van ruis. Omdat het filter 6 in de tegenkoppellus is opgenomen moet men de phasemarge in de gaten houden. Omdat het filter alleen gedurende de sampletijd werkzaam is, worden stabiliteitsproblemen voorkomen Γ Γ £ ? 0 4 i* * V V- i— v 1

Claims

1. Klemcircuit voor een televisietransmissiesysteem, bevattende een ingangsversterker, waarvan de niet-inverterende ingang verbonden is met de ingang van het klemcircuit en waarvan de uitgang verbonden is met de uitgang van het klemcircuit, dat een tegenkoppellus 5 is aangebracht tussen de uitgang van het klemcircuit en de inverterende ingang van de ingangsversterker, welke tegenkoppellus tenminste de serieschakeling van een sample en holdcircuit en een als integrator geschakelde eerste versterker bevat met het kenmerk, dat tussen de uitgang van het klemcircuit en de signaalingang van het sample en hold-10 circuit een inschakelbaar filter is aangebracht, dat geschakeld wordt met dezelfde puls, die het sample en holdcircuit schakelt en waarbij de tegenkoppellus een als integrator geschakelde tweede versterker bevat, welke tussen de ingang van de eerste versterker en de inverterende f ingang van de ingangsversterker is aangebracht.

2. Klemcircuit volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat tussen de uitgang van het klemcircuit en de stuuringang van het sample en holdcircuit de serieschakeling van een synchronisatiepulsscheider en een vertragingselement is aangebracht.

3. Klemcircuit volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 20 achterstoep van een televisiesignaal achtereenvolgens een synchronisatie-puls en een colourburst bevat met het kenmerk, dat de tijd gedurende, welke het sample en holdcircuit en het filter werkzaam zijn nagenoeg samenvalt met de tijd, dat de colourburst in het televisiesignaal kan optreden.

4. Klemcircuit volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het schakelbaar filter een laagdoorlaatfilter is. 8 7 η n ? q 4