NL8603046A - Reddingsvest. - Google Patents

Description

4 . 4 VO 8479

Titel: Reddingsvest

De uitvinding betreft een reddingsvest voor in nood op zee geraakte personen, dat van een bij voorkeur opblaasbare reddingskraag is voorzien en waaraan zowel om de armsgaten heen, alsook over het gehele onderbereik zakvormige, alsmede van met opentrekbare elementen afsluitbare 5 opbergplaatsen voorzien zijn, waarin arm- en beenbekledingsstukken zodanig uitneembaar bevestigd zijn, dat de bij aangetrokken vest uit de opbergplaatsen getrokken delen elk door middel van een treksluiting als beschermende omhulling om hemden en armen, alsmede voeten, benen, onderlijf aangebracht kunnen worden, waarbij in de voet- en/of handpartijen 10 van de arm- en beenbekledingsstukken openingen ingewerkt zijn.

Een dergelijk reddingsvest behoedt door de reddingskraag een in nood op zee geraakte persoon niet alleen voor verdrinking, doch beschermt deze ook tegen onderkoeling. Daarbij maakt het aanbrengen van de arm- en beenbekledingsstukken in de opbergplaatsen van het reddingsvest het 15 mogelijk, dat dit vest in normale gevallen gedragen kan worden, zonder dat de drager in zijn bewegingsvrijheid beperkt wordt, doch de voor het overleven in het noodgeval op zee noodzakelijke koude-beschermingspak op elk moment gemakkelijk grijpbaar bij zich heeft. Voor het aantrekken van dit pak moeten slechts de arm- en beenbekledingsstukken uit de opberg-20 plaatsen in het vest naar buiten getrokken worden. De vrije einden van deze bekledingsstukken zijn doelmatig schoen- of handschoenvormig uitgevoerd, hetgeen het aantrekken bij het sluiten van de treksluitingen vergemakkelijkt.

Na het sluiten van de treksluitingen, hetgeen ook nog kan plaats-25 vinden, nadat de in gevaar verkerende persoon overboord gevallen is, vormen de met de opbergplaatsen in verbinding staande kledingsstukken om de handen en armen, alsmede voeten, benen en onderlijf een beschermende omhulling, welke een als isolatiemiddel werkend waterpolster om het lichaam van de in nood verkerende persoon insluit. Terwijl als isolatie-30 middel de insluiting van een bepaalde hoeveelheid water tussen het lichaam en de beschermende bekleding gewenst is, bemoeilijkt de water-hoeveelheid het aan boord nemen van de te redden persoon aanzienlijk, omdat het ingesloten water mede omhoog geheven moet worden. Om dit bezwaar te ondervangen zijn in de voet- en/of handpartijen van de 8603046 « * - 2 - beschermende bekleding openingen in de vorm van kleine gaten gemaakt, waardoor bij het bergen van de in gevaar verkerende persoon het ingesloten water kan ontwijken. Deze openingen moeten, opdat het ingesloten water de deze toekomende isolerende functie kan vervullen, niet zeer 5 groot zijn, omdat anders een wateruitwisseling met de omgeving plaatsvindt. Door deze kleine gaten stroomt het water bij het bergen van de persoon achter zeer langzaam weg, hetgeen het bergingsproces benadeelt.

Doel van de uitvinding is nu, het tegen koude beschermende deel van een dergelijk reddingsvest zodanig uit te voeren, dat het als 10 isolatiemiddel door de beschermende bekleding ingesloten water bij het bergen van een persoon snel ontwijkt.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat de openingen in de voet- en/of handpartijen van de arm- en beenbekledings-stukken als sleuven zijn uitgevoerd, die elk over de gehele lengte met 15 een onder drukbelasting automatisch openende sluiting afsluitbaar is.

Met de volgens de uitvinding aanwezige ontwateringssleuven in de voet- en/o£ handpartijen van de tegen koude beschermende kleding, wordt bereikt, dat bij het aan boord nemen van de te redden persoon de druk van het door de bekleding ingesloten water de bij voorkeur als klit-20 sluiting uitgevoerde sluitelementen van deze sleuven slagsgewijs opent, zodat het water in enkele seconden snel uit het beschermende pak wegstroomt. De uitvoeringsvorm van de ontwateringsopeningen volgens de uitvinding als afsluitbare sleuven, welke bij de beenbekledingsstukken in het bereik van de voetzool kunnen zijn aangebracht, hetgeen een 25 volledig afvloeien van water uit het beschermende pak waarborgt, biedt nog het voordeel, dat door deze openingen met de omgeving geen wateruitwisseling plaatsvindt, welke de isolerende werking van het door de beschermende bekleding ingesloten water door het voortdurend afkoelen daarvan nadelig beïnvloedt.

30 Een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt aan de hand van de tekeningen beschreven. Daarin tonen: fig. 1 een schematisch vooraanzicht van een reddingsvest volgens de uitvinding met in het vestlichaam aangebrachte arm- en beenbekledingsstukken; 35 fig. 2 een schematisch aanzicht van het reddingsvest volgens 860 3 04 6 i · - 3 - conclusie 1, met uit het vestlichaam naar buiten reikende arm- en been-bekledings stukken; fig. 3 een schematisch zijaanzicht van een aangetrokken reddingsvest in het geval van nood en berging.

5 Het getoonde reddingsvest bestaat uit een vestlichaam 1, waaraan een kap 2 bevestigd is en waaraan een opblaasbare reddingszwemkraag 3 wordt vastgehouden. Voor een veilige bevestiging van het vestlichaam 2 en de reddingszwemkraag 3 aan het lichaam van de drager van het reddingsvest, dat aan de voorzijde met een treksluiting 5 afsluitbaar is, dient 10 een lijfgordel 4.

Aan de binnenzijde van het vestlichaam 1 strekken zich zowel om de armsgaten 1, alsook over de gehele onderrand daarvan zakvormige opbergplaatsen 6 en 7 uit, waarin arm- 8 en beenbekledingsstukken 9 met één einde bevestigd en samengevouwen zijn aangebracht. Daarbij wordt het 15 ongewenst naar buiten vallen van de kledingsstukken 8, 9 uit de opbergplaatsen 6 en 7 door een niet-weergegeven klitsluiting verhinderd.

De bekledingsstukken 8 en 9 vormen in geval van nood een beschermende omhulling, welke het ongehinderd warmteuitwisselen tussen het lichaam van een in het water zwemmende persoon en het water ondervangt 20 en daarmede een onderkoeling van deze persoon gedurende een lange tijd verhindert. Voor het aantrekken van deze beschermende omhulling worden de uit de opbergplaatsen 6 efï 7 naar buiten reikende punten 11 (uit eenvoudigheidsoogpunt slechts in verbinding met de armbekledingsstukken 3 in fig. 1 getoond) aangevat en daarmede onder gelijktijdig openen 25 van de klitsluitingen de arm- 8 en beenbekledingsstukken 9 uit hun bergplaatsen 6 en 7 in het vestlichaam 1 naar buiten getrokken (fig. 2).

In de buiten het vestlichaam 1 hangende bekledingsstukken 8 en 9 worden armen, resp. benen gevoerd en bijbehorende treksluitingen 12 gesloten, waardoor in combinatie met het vestlichaam 1 en de kap 2 30 een vanaf het hoofd tot aan de voet reikend, tegen koude beschermend pak met een reddingszwemkraag 3 wordt verkregen (fig. 3).

Zijdelings van de voeteinden van de beenbekledingsstukken 9 zijn nabij de voetzool nog sleuven 13 ingewerkt, die elk door een zich over de gehele lengte uitstrekkende klitsluiting 10 gesloten gehouden worden.

35 Deze klitsluitingen 10 openen onder druk van het zich binnen het 860 3 04 6 - 4 - beschermende pak verzamelde water, wanneer een in nood verkerend persoon geborgen wordt, zodat dit water in de kortst mogelijke tijd via de sleuven 13 uit het beschermende pak kan ontwijken.

800 3 04 S

Claims (3)

1. Reddingsvest voor in nood op zee geraakte personen, dat van een bij voorkeur opblaasbare reddingskraag voorzien is en waaraan zowel om de armsgaten heen alsook over de gehele onderrand zakvormige alsmede met opentrekbare elementen afsluitbare opbergplaatsen aanwezig zijn, 5 waarin arm- en beenbekledingsstukken zodanig, uitneembaar bevestigd zijn, dat de bij aangetrokken vest uit de opbergplaatsen getrokken delen elk door middel van een treksluiting als beschermende omhulling om de handen en armen, alsmede voeten, benen en onderlijf kunnen worden aangebracht, waarbij in de voet- en/of handpartijen van de arm- en been-10 bekledingsstukken openingen ingewerkt zijn, met het kenmerk, dat de openingen als sleuven (3) uitgevoerd zijn, die elk over de gehele lengte met een onder drukbelasting automatisch openende sluiting (10) afsluitbaar is.

2. Reddingsvest volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 sluiting (10) als hechtsluiting, b.v. als klitsluiting, is uitgevaerd.

3. Reddingsvest volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de sleuven (13) in de beenbekledingsstukken (9) in het bereik van de voetzool aangebracht zijn. 880 3 04 6