NL8603040A - Ploeg. - Google Patents

Description

% -1- 26011/CV/tl

Korte Aanduiding: Ploeg.

De uitvinding heeft betrekking op een ploeg voorzien van een ploeg-lichaam met een rister en een schaar, waarbij het gesloten uitgevoerde 5 bovenvlak van het rister aansluit op het gesloten bovenvlak van de schaar.

Dergelijke ploegen zijn algemeen bekend en reeds tientallen jaren in gebruik. Daarbij is het algemeen gebruikelijk ,dat het bovenvlak van het rister en het daaropsluitende bovenvlak van de schaar een 10 gekromd verloop heeft,zodanig,dat in de normale gebruikstand van de ploeg het (de) kronmingsmiddelpunt (en) van deze gebogen vlakken boven de desbetreffende vlakken zijn gelegen.

Volgens de uitvinding is nu nabij de overgang van de schaar in het rister het bovenvlak zodanig gekromd uitgevoerd,dat het krommingsmiddel-15 punt van het gekromde bovenvlak van dit overgangsgedeelte in de normale bedrijfstand van de ploeg onder het gekromde bovenvlak is gelegen.

Verrassenderwijs is gebleken,dat bij toepassing van een dergelijke constructie een aanzienlijk betere ploegwerking wordt verkregen dan bij de tot nu toe algemeen gebruikelijke constructies. De door de ploeg-20 schaar losgesneden en over de ploegschaar en het rister bewegen zogenaamde grondbalk wordt op effecteieve wijze door het ploeglichaam omhoog gewerkt zonder dat daarbij de grond in aanmerkelijke mate door het ploeglichaam in de verplaatsingsrichtingvan het ploeglichaam wordt meegenomen.

Daarbij breekt de grondbalk bij het bewegen over het overgangsge-25 deelte aan de bovenzijde van de grondbalk open,hetgeen een gunstig effect blijkt te hebben op de verplaatsing van de grondbalk,waardoor de voor het ploegen benodigde kracht wordt verminderd en zodoende met een grotere snijbreedte per ploeglichaam en/of een grotere snelheid tijdens het ploegen kan worden gewerkt.

30 Doordat de losgesneden grondbalk door het gekromde overgangs gedeelte omhoog wordt gedrukt wordt op de onderzijde van de losgesneden grondbalk door dit overgangsgedeelte een druk uitgeoefend,welke de onderzijde van deze grondbalk glad strijkt,waardoor tijdens de verdere verplaatsing van de grondbalk over het rister lagere wrijvingskrachten 35 optreden,hetgeen eveneens een gunstig effect heeft op het reeds vermelde mindere vermogen dat voor het voortbewegen van de ploeg noodzakelijk is.

860 3 0-10 * % -2- 26011/CV/tl

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding blijkt dan ook een verrassend betere werking van de ploeg te worden verkregen in vergelijking met de tot nu toe algemeen gebruikelijke ploegvorm.

De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van 5 een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een ploeglichaam volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch in perspectief een zijaanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van een ploeglichaam volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een vooraanzicht op de in Fig.1 afgebeelde 10 ploeg.

Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede over het in fig.1 afgebeelde ploeglichaam.

Zoals in de figuren is weergegeven is het ploeglichaam op gebruikelijke wijze voorzien van een schaar 1 en een rister 2 die zijn aange-15 bracht op een niet nader weergegeven romp,die is voorzien van een de ploeg tijdens het ploegen geleidende zoolplaat. die tijdens bedrijf tegen de zijkant van een voor rust.

Het op de bovenrand 3 van de schaar 1 aansluitende gedeelte A van het rister 2 is, zoals in het bijzonder duidelijk uit fig.3 blijkt,gekromd 20 om een krommingsmiddelpunt,dat in de normale gebruikstand van de ploeg onder het desbetreffende gedeelte A is gelegen.Daarbij strekt,zoals uit fig.1 blijkt,de lengteas van dit gekromde gedeelte zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan de lengterichting van de ploegschaar 1 uit.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is dit gedeelte A een afzon-25 derlijk gedeelte,dat is opgesteld tussen de bovenste begrenzingsrand van de schaar 1 en de onderste althans nagenoeg evenwijdig aan de rand 3 verlopende begrenzingsrand 5 van het overige gedeelte 6 van het rister 2. Dit maakt een eenvoudige vervanging mogelijk van het gedeelte A,dat tijdens bedrijf het sterkst aan slijtage zal zijn blootgesteld.

30 Zoals in het bijzonder uit Fig.2 blijkt steekt het gedeelte A al thans met het nabij de begrenzingsrand 5 gelegen gedeelte verder naar achteren dan de schaar 1,hetgeen eveneens bijdraagt aan de goede geleiding en ondersteuning van de grondbalk.

Verder ligt het punt van de sterkste kromming van het deelte A bij 35 voorkeur op een afstand van zijn onderste begrenzingslijn 3,die ongeveer 1/3 van de totale breedte van het deel A bedraagt. Voorbij dit punt * 860 3 04 0 -3- 26011/CV/tl ♦ neemt de sterkte van de kromming geleidelijk af in de richting van het deel 6 van het rister.

Het zal echter ook mogelijk zijn de beide risterdelen A en 6 uit een stuk te vervaardigen.

5 Tijdens het ploegen zal een door de ploegschaar en een niet nader weergegeven,op gebruikelijke wijze daarmee samenwerkend kouter losgesneden grondbalk over de schaar, over het gekromde overgangsge-deelte 4, tussen schaar en rister en over het rister bewegen om op gebruikelijke wijze over - 160° omgekeerd weer te worden afgelegd.

10 Tijdens de beweging van deze grondbalk over het gekromde gedeelte 4 zal de grondbalk in sterkere mate omhoog worden gedrukt dan bij de gebruikelijke ploegconstructies,waarbij dit overgangsgedeelte op tegengestelde wijze dan in de fig.3 weergegeven is gekromd. Dit blijkt nu op verrassende wijze een bijzonder gunstig effect op de 15 ploegwerking te hebben.

Het bij bekende ploegen optredende verschijnsel,dat een grondbalk door de ploeg in de voortbewegingsrichting van de ploeg wordt meegesleurd blijkt hier in verregaande mate te worden vermeden. Daarbij blijkt de over het overgangsgedeelte bewegende grondbalk aan de bovendo zijde open te breken,hetgeen een gunstige invloed heeft op de verdere verplaatsing van deze grondbalk. Doordat verder door het omhoog drukken van de grondbalk door dit overgangsgedeelte 4 een opwaartse kracht op de onderzijde van de grondbalk wordt uitgeoefend blijkt hierdoor de onderzijde van de grondbalk als het ware glad te worden gestreken, 25 waardoor de wrijvingskrachten ,die optreden bij de verdere verplaatsing van de grondbalk over het rister aanzienlijk verminderd worden.

Tevens blijkt dat de ploeg een goed indringend vermogen in de grond behoudt en de op de zoolplaat uitgeoefende belasting kleiner is dan gebruikelijk.

30 Een en ander resulteert ook in een lager vermogen vereist voor het voortbewegen van de ploeg,zodat een grotere snijbreedte van het ploeglichaam kan worden toegepast en/of met een grotere snelheid kan worden gewerkt,zonder dat daarbij ongevenste slip van de wielen van de de ploeg tijdens bedrijf voortbewegende trekker optreedt.

8693040 35

Claims (5)

1. Ploeg voorzien van een ploeglichaam-met een rister en een schaar, waarbij het gesloten uitgevoerde bovenvlak van het rister aansluit op het gesloten bovenvlak van de schaar,met het kenmerk,dat nabij de overgang van de schaar in het rister het bovenvlak zodanig gekromd 5 is uitgevoerd,dat het krommingsmiddelpunt van het gekromde bovenvlak bij dit overgangsgedeelte in de normale bedrijfstand van de ploeg onder het gekromde bovenvlak is gelegen.

2. Ploeg volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de lengteas van het gekromde overgangsgedeelte zich althans.'nagenoeg evenwijdig aan de 10 lengterichting van de schaar uitstrekt.

3. Ploeg volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk,dat het overgangsgedeelte afzonderlijk verwijderbaar is.

4. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat althans het bovenste deel van het.overgangsgedeelte achter de schaar 15 uitsteekt.

5. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat het punt van de sterkste kromming van het overgangsgedeelte op een afstand gelijk aan ongeveer 1/3 van de breedte van het overgangsgedeelte van de onderste begrenzingslijn van het overgangsgedeelte is gelegen. 20 ISO 3 04 0