NL8602713A - Werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormig betonelement en plaatvormig betonelement vervaardigd volgens die werkwijze. - Google Patents

Description

* t i -1- 25844/CV/tj

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een ptaatvormig betonelement en plaatvormig betonelement vervaardigd volgens die werkwijze.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ver vaardigen van een plaatvormig betonelement, waarbij betonspecie wordt gestort in een mal, waarin voorgespannen wapeningsstaven , draden of dergelijke zijn opgenomen.

Bij de vervaardiging van plaatvormige elementen worden in het 10 algemeen langs de vier begrenzingsranden wapeningsstaven, draden of dergelijke gelegd, die onafhankelijk van elkaar moeten worden voorgespannen, hetgeen het aanbrengen van een verhoudingsgewijs groot aantal te spannen staven of draden met zich meebrengt.

Bovendien zijn er bij plaatvormige betonelementen zoals bijv.

15 voor woningen bestemde gevelplaten, waarin grote uitsparingen voor deuren en/of ramen zijn aangebracht, in het betonelement gedeelten, die een verhoudingsgewijs kleine breedte hebben. Bij de bekende constructies worden ook hier ter verkrijging van de noodzakelijke sterkte in langs- en dwarsrich-ting van het betonelement wapeningsstaven aangebracht, die onder voorspan-20 ning worden geplaatst. Bij de een kleine breedte bezittende gedeelten is echter slechts weinig ruimte beschikbaar voor het bewerkstelligen van een effectieve verankering van de wapeningsstaven.

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze te verkrijgen, waarbij op eenvoudiger wijze een aanbrengen en een effectieve voorspannen 25 van wapeningsstaven kan worden gerealiseerd.

Volgens de uitvinding leidt men hiertoe een wapeningsstaaf, draad of dergelijke om een hoek met behulp van een tijdens het storten van de betonspecie ten opzichte van de mal vastgezet geleidingsorgaan.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding loopt 30 de wapeningsstaaf, draad of dergelijke, door om de hoek ter plaatse van het geleidingsorgaan, waardoor ter plaatse van deze hoek geen ruimte beschikbaar hoeft te zijn voor het verankeren van de staaf, draad of dergelijke.

Doordat de staaf, draad of dergelijke pm de hoek doorloopt zal men tevens minder los van elkaar staande staven, draden of dergelijke 35 moeten aanbrengen, hetgeen de produktie eveneens vereenvoudigt.

Hoewel de uitvinding hierin wordt uiteengezet aan de hand van van een in het bijzonder als binnenspouwblad van een muur van een gebouw 61-0 27 13 t \ -2- 25844/CV/tj te gebruiken plaatvormig betonelement zal het duidelijk zijn dat de uitvinding ook toepasbaar is bij andere al dan niet van uitsparingen voorziene plaatvormige betonelementen.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een 5 plaatvormig betonelement voorzien van in het beton voorgespannen wapeningsstaven, draden of dergelijke waarbij volgens de uitvinding een in het element opgenomen voorgespannen wapeningsstaaf, draad of dergelijke twee een hoek met elkaar insluitende, zich langs een geleidingsorgaan uitstrekkende delen omvat.

10 De vervaardiging van een dergelijk betonelement kan veelal doelmatiger plaatsvinden dan gebruikelijk.

Door toepassing van een dergelijke constructie kan men tevens in betonelementen/ die zijn voorzien van uitsparingen en plaatselijk delen met kleine breedte bezitten/de staven in het bijzonder met betrekking tot 15 de verankeringsplaatsen zo gunstig mogelijk in het element opstellen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont schematisch een aanzicht op een plaatvormig betonelement volgens de uitvinding.

20 Fig. 2 toont schematisch een rand van een betonelement in door snede, opgenomen in een mal voor de vervaardiging van een dergelijk betonelement.

Fig. 3 toont een met fig. 2 overeenkomende doorsnede door een betonelement ter plaatse van een in het betonelement aan te brengen uit-25 sparing.

Fig. 4 toont een bovenaanzicht op een geleidingsorgaan voor wapeningsstaven.

Fig. 5 toont een zijaanzicht op fig. 4.

Fig. 6 toont een bovenaanzicht op een tweede uitvoeringsvoor-30 beeld van een geleidingsorgaan voor wapeningsstaven.

Fig. 7 toont een zijaanzicht op fig. 6.

Fig. 8 toont een bovenaanzicht op een derde uitvoeringsvoor-beeld voor een geleidingsorgaan voor wapeningsstaven.

Fig. 9 toont een zijaanzicht op een deel van fig. 6.

35 Fig. 10 toont schematisch een deel van een muurconstructie waarin een betonelement volgens de uitvinding is opgenomen.

Fig. 11 toont een deel van een betonelement met een daarin 860 27 1 3 ί -3- 25844/CV/tj aangebracht spouwanker.

Het in fig. 1 weergegeven betonelement 1 is bestemd om te worden gebruikt als een binnenspouwblad van een buitenmuur van een woning.

Zoals in fig. 1 is weergegeven is daarbij het element 1 voorzien van een 5 opening 2 voor het opnemen van een deurkozijn en van een opening 3 voor het opnemen van een raamkozijn.

In het betonelement is een eerste voorgespannen wapeningsstaaf opgenomen, dat een zich, gezien in fig. 1 nabij de bovenrand van het betonelement uitstrekkend middengedeelte 4 heeft en zich nagenoeg loodrecht daar-10 op en vanaf de uiteinden uitstrekkende benen 5 en 6, welke zich nabij de zijkanten van het element uitstrekken.

Het zal duidelijk zijn, dat hoewel in de beschrijving over "wapeningsstaaf" wordt gesproken, ook wapeningsdraden of soortgelijke wa-peningsorganen kunnen worden toegepast.

15 Een soortgelijke in hoofdzaak U-vormig gebogen voorgespannen wapeningsstaaf opgebouwd uit een middengedeelte 7 en een tweetal op de uiteinden daarvan aansluitende benen 8 en 9 is eveneens in het plaatvormige betonelement aangebracht, zodanig dat het middengedeelte 7 van deze staaf zich gezien in fig. 1 nabij de onderzijde van het element uitstrekt 20 en de benen 8 en 9 zich langs de zijkanten van het element uitstrekken.

Een derde wapeningsstaaf gebouwd uit een middengedeelte 10 en op de uiteinden daarvan aansluitende, zich nagenoeg haaks op het middengedeelte uitstrekkende benen 11 en 12 is zodanig in het betonelement aangebracht, dat het middengedeelte zich gezien in fig. 1 langs de onder-25 zijde van de uitsparing 3 uitstrekt en de benen 11 en 12 zich langs de zijkanten van de uitsparing 3 zich omhoog uitstrekken.

Zoals uit fig. 1 blijkt strekken de benen 6 en 9 van de U-vormige wapeningsstaven.zich uit door het een betrekkelijk kleine breedte bezittende gedeelte van het plaatvormige element dat naast de uit-30 sparing 2 is gelegen. Aan de andere zijde van de uitsparing is nog een zich nagenoeg evenwijdig aan deze benen 6 en 9 uitstrekkende voorgespannen wapeningsstaaf 13 aangebracht.

Uiteraard kunnen gezien in fig. 1 meerdere overeenkomstige wapeningsstaven naast en/of boven elkaar in het betonelement worden aange-35 bracht.

Een dergelijk betonelement kan worden gestort in een mal, die bijv. zoals weergegeven in fig. 2 is voorzien van een bodemplaat 14 8602713 -i t “4- 25844/CV/tj en een zich van de bodemplaat omhoog uitstrekkende omtreksrand 15,die de buitenomtrek van het betonelement begrenst en waarvan de dikte in het algemeen overeenkomt met de beoogde dikte van het betonelement.

Zoals weergegeven in fig. 3 zijn ter hoogte van de plaatsen 5 waar de uitsparingen 2 en 3 moeten worden gevormd op de bodemplaat 14 omhoog uitstrekkende randen 16 aangebracht, die zich over een grotere afstand van de bodemplaat uitstrekken dan de dikte van het betonelement voor hieronder nog nader uiteen te zetten redenen.

Voor het ondersteunen van de U-vormige wapeningsstaven ter 10 plaatse van de hoeken van het betonelement, waar de benen van deze wapeningsstaven overgaan in de deze benen verbindende middengedeelte kan bijv. gebruik worden gemaakt van het in de fign. 4 en 5 weergegeven gelei-dingsorgaan 17. Dit geleidingsorgaan omvat een tweetal haaks op elkaar staan de U-vormige armen 18 en 19, waarvan de naar elkaar toegekeerde 15 uiteinden onderling zijn verbonden door een plaatvormig steundeel 20.

Op dit steundeel zijn een tweetal een haakse bocht vormende, in doorsnede U-vormige bochtstukken 21 en 22 bevestigd waarlangs de wapeningsstaven zijn geleid, zodanig, dat bijv. een bocht van een wapeningsstaaf, dat een middengedeelte 4 met een been 5 verbindt op een dergelijk bochtstuk 21,22 afsteunt. 20 Zoals in fign. 4 en 5 duidelijk zal zijn kunnen hierbij door een geleidingsorgaan een gewenst aantal wapeningsstaven worden ondersteund.

Het geleidingsorgaan zal daarbij zodanig in de mal worden geplaatst, dat de de uiteinden van benen 18 en 19 door daartoe in de mal aangebrachte geschikte uitsparingen tot buiten de mal uitsteken. Het 25 geleidingsorgaan kan dan worden vastgezet met behulp van vast ten opzichte van de mal opgestelde verankeringsorganen, die kunnen worden gestoken door in de uiteinden van de armen 18 en 19 aangebrachte gaten 23 resp. 24.

In de fign. 6 en 7 is een soortgelijk verankeringsorgaan weer-20 gegeven, waarbij die onderdelen van dit verankeringsorgaan, die overeenkomen met overeenkomstige onderdelen van het in de fign. 4 en 5 weergegeven verankeringsorgaan van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien als in fign. 4 en 5.

In plaats van bochtstukken voor het afsteunen van wapeningsstaven 35 in de het middengedeelte 4 en een been 5 van de wapeningsstaaf verbindende bochten is hier het geleidingsorgaan voorzien van om de bochten van de wapeningsstaven grijpende lippen 25.

8602713 ...

4 -5- 25844/CV/tj

Het in de fign. 8 en 9 weergegeven uit plaatvormig materiaal vervaardigde en een min of meer V-vormige vorm bezittende geleidingsorgaan 26 is meer bestemd voor het ondersteunen van een bocht in een wapeningsstaaf ter hoogte van een op enige afstand van de zijkanten van de mal gelegen plaats; 5 zoals Dijv. een de benen 11 en 12 met het tussenstuk 10 van de zich langs de uitsparingen 3 uitstrekkende wapeningsstaaf veroindende bocht. Bij deze uitvoering is het bevestigingsorgaan weer voorzien van lippen 27,die om de bocht van de wapeningsstaaf grijpen. Verder zijn in de beide benen van het V-vormige geleidingsorgaan gaten 26’ aangebracht, waarin bijv.

^0 aan de bodemplaat 14 van de mal bevestigde pennen kunnen worden gestoken om het desbetreffende geleidingsorgaan in de mal te verankeren.

Nadat de geleidingsorganen en de wapeningsstaven in de mal zijn opgenomen en de wapeningsstaven op de gebruikelijke wijze zijn voorgespannen kande betonspecie in de mal worden gestort voor het vormen van ^5 het betonelement.

Daarbij zal het beton worden gestort tot het betonelement de gewenste dikte heeft bereikt, zoals afgebeeld in fig. 2

Indien het gaat om een binnenspouwblad van een spouwmuur voor een woning ot dergelijke wordt gebruikelijk op de vaste betonspecie een laag 28 20 uit isolatiemateriaal aangebracht. Daarbij komt gewoonlijk zoals in fig. 2 is weergegeven het isolatiemateriaal op de buitenranden van het betonelement gelijk met deze buitenranden. Rondom.de uitsparingen 2 en 3 wordt echter het isolatiemateriaal zoals weergegeven in fig. 3 enigszins teruggehouden van de randen van deze uitsparingen, waardoor tussen het isolatie-25 materiaal 28 en de de randen van deze uitsparingen begrenzende Lijsten 6 een ruimte wordt gevormd,die verder wordt gevuld met betonspecie,zodat ter plaatse van de begrenzingsranden van de uitsparingen 2 en 3 het betonelement een grotere dikte krijgt, dit met het oog op het later aanbrengen van deur en/of raamkozijnen. Hierbij is het van voordeel dat men de dikte van het 30 isolatiemateriaal vrij kan kiezen onder het handhaven van de gewenste dikte van het betonelement rondom de uitsparing, zodat de latere inbouw van het element niet wordt beïnvloed door de gekozen dikte van het isolatiemateriaal 28.

Vervolgens worden op regelmatige afstand van elkaar taps toe-35 lopende uit kunststof vervaardigde kunststof pluggen 29 in de beton ingetrild. Aan het boveneinde zijn de pluggen voorzien van flenzen 30, die tegen het isolatiemateriaal komen te rusten (fign. 10, 11).

8602713 -6- 25844/CV/tj « »

Zodoende zorgen de pluggen 26 voor een extra bevestiging van het isolatiemateriaal 28 aan het betonelement, terwijl de pluggen bijv. tevens kunnen worden gebruikt voor het inschroeven van bouten 31 met behulp waarvan bevestigingsorganen 32 voor het vastzetten van kozijn-5 delen 33 kunnen worden vastgezet. Deze kozijndelen liggen hier opgesloten tussen het door het betonelement 1 gevormde binnenspouwblad en bijv. een opgemetseld buitenste spouwblad 34.

De pluggen 29 kunnen tevens worden benut voor het inschroeven van de ankers 35,waarvan de vrije uiteinden in het buitenste opgemetselde 10 spouwblad op gebruikelijke wijze worden opgenomen.

Na het verwijderen van de gevormde betonplaat uit de mal kunnen de buiten de betonplaat uitstekende delen van de armen 18 en 19 worden afgesneden.

Eventueel door verankeringsorganen van het geleidingsorgaan in 15 het betonelement gevormde gaten kunnen met betonspecie worden opgevuld.

860 2 7 1 3

Claims (9)

1. 4 -7- 25844/CV/tj
2. 1. Werkwijze voor het vervaardigen van een plaatvormige betonelement, waarbij betonspecie wordt gestort in een mal waarin voorgespannen 5 wapeningsstaven, draden of dergelijke zijn opgenomen, met het kenmerk, dat een wapeningsstaaf, draad of dergelijke, om een hoek wordt geleid met behulp van een tijdens het storten van de betonspecie ten opzichte van de mal vastgezet geleidingsorgaan.
3. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het 10 geleidingsorgaan voor het storten verankert met behulp van een deel van het geleidingsorgaan uitmakende en buiten de mal uitstekende delen, welke uitstekende delen men na het vervaardigen van het betonelement verwijdert.
4. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men geleidingsorgaan in de mal verankert met op de bodemplaat van de mal 15 aangebrachte verankeringsdelen, en na het vervaardigen van het betonelement de door de verankeringsdelen in het betonelement gevormde gaten opvult.
5. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men een wapeningsstaaf, draad of dergelijke, een althans in hoofd-zaak U-vormige vorm geeft, zodanig, dat het middengedeelte van deze wapenings- 20 staaf, draad of dergelijke, zich uitstrekt langs een rand van het element en de beide zich op dit middengedeelte uitstrekkende benen van de wapeningsstaaf, draad of dergelijke, zich uitstrekken langs de zich daarop uitstrekkende zijranden van het etement.
6. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat men 25 een U-vormig gebogenwapeningsstaaf,draad of dergelijke zodanig aanbrengt,dat een middengedeelte van deze wapeningsstaaf,draad of dergelijke zich langs een begren-zingsrand vaneen uitsparing uitstrekt en op het middengedeelte aansluitende benen van de wapeningsstaaf,draad of dergeli jke zich uitstrekken langs de begrenzings-randen van de uitsparing,die zich nagenoeg haaks uitstrekken op de begrenzingsrand 30 van de uitsparing waarlangs het middengedeelte van de wapeningsstaaf,draad of dergelijke zich uitstrekt.
7. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men na het storten van het betonelement op het betonelement isolatiemateriaal aanbrengt, zodanig, dat men ter plaatse van de een uitsparing tussen de 35 begrenzingsranden van het isolatiemateriaal en een boven het materiaal van hpt betonelement uitstekend naar de uitsparing begrenzend malgedeette een openinq overhoudt, welke men na het aanbrengen van het isolatiemateriaal met betonspecie opvult. 8602713 ♦ -8- 25844/CV/tj
8. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat men na het aanbrengen van het isolatiemateriaal, pluggen door het isolatiemateriaal steekt en in het beton intrilt, zodanig, dat aan de boveneinden van de pluggen aangebrachte flenzen tegen het isolatiemateriaal komen te rusten.
9. 9. Plaatvormige betonelement voorzien van in het beton ingestor te voorgespannen wapeningsstaven, draden of dergelijke, met het kenmerk, dat een in het element opgenomen voorgespannen wapeningsstaaf, draad of dergelijke, twee een hoek met elkaar insluitende, zich langs een geleidings-orgaan uitstrekkende delen omvat. * 8602713