NL8602221A - Therapeutisch lichaam. - Google Patents

Description

* s 1 N.0. 34067 ^ v - Therapeutisch lichaam -

De uitvinding heeft betrekking op een therapeutisch lichaam voor het uitwendig aanbrengen nabij de huid van een patiënt. Gevonden is dat een lichaam nabij (tegen of op korte afstand van) bepaalde plaatsen van de huid kan worden gehouden om een physiologische of pathophysiologische 5 reactie van het lichaam te beïnvloeden. Die beïnvloeding kan inhouden het verminderen van pijngevoelens, een rustgevende werking, het versnellen van genezingen, ook na chirurgische ingrepen, het sneller stoppen van bloedingen, het losmaken van verkrampte spieren, het tegenwerken van evenwichtsstoornissen, het voorkomen van shock en coma bij verwondingen, 10 en, vooral bij kinderen, het verminderen van hoofdpijn.

Als plaats op het lichaam komt in het bijzonder in aanmerking het midden van het gezicht ter hoogte van de lijn der ogen. Dat lichaam moet daartoe aan bepaalde vereisten van opbouw voldoen. Daartoe is een lichaam als bedoeld volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het een 15 lichtondoorlatende laag met openingen omvat, en een film van doorzichtig dragermateriaal als in de fotografie gebruikt, zoals van cellulose— acetaat, die tenminste de openingen in die lichtondoorlatende laag overdekt. De film kan ook uit andere materialen als voor fotografische films toegepast bestaan, zoals uit daarvoor geschikte polyesters, speciaal po-20 lyethyleentereftalaat.

Bij voorkeur is de film een belichte en ontwikkelde röntgenfilm of dergelijke, waarbij ter plaatse van de openingen een zilverlaagje op de dragerlaag resteert, wat beter blijkt te werken dan wanneer "witte", dus niet belichte delen van de film voor de openingen liggen.

25 Verdere kenmerken en uitvoeringsmogelijkheden blijken uit onder staande beschrijving en uit bijgaande conclusies.

De tekening geeft in drie figuren aanzichten van een lichaam volgens de uitvinding in verschillende uitvoeringsvormen.

In Fig. 1 is dat lichaam 1 gelijkbenig-driehoekig. Het zou ook cir-30 keirond kunnen zijn als met cirkel 2 aangeduid. Het bestaat bij voorkeur uit een laag papier of karton, maar deze laag kan ook van een ondoorzichtige kunststof of van een metaal zoals aluminium of roestvaststaal zijn. Bij voorkeur is die laag gekleurd met een enkelvoudige kleur. Er zijn openingen 3 in aangebracht, hier cirkelrond, die zich vanaf een 35 centraal punt 4, waarin zich een opening bevindt, in rechte rijen uitstrekken tot de hoekpunten van het lichaam. Bij 5 is de rij, die volgens de hoogtelijn van de driehoek loopt, tot aan de basis voortgezet. De openingen zijn bij voorkeur alle 2 mm of groter in diameter en in het midden zijn één of meer openingen zoals de centrale opening 8602221 Μ -2- 4 groter dan de openingen meer naar de einden van de rijen nabij de hoekpunten en de basis.

Tegen die laag gelijmd bevindt zich een belichte en ontwikkelde röntgenfilm met cellulose-acetaat als doorzichtige 5 dragerlaag, die over het gehele oppervlak tegen die laag kan zijn gelijmd. Daartegen kan weer een dunne laag aluminium zijn gelijmd, maar dat is voor de werking niet nodig. Ook andere verbindingswijzen zijn mogelijk, bijv. door onderling vastklemmen der lagen om -de gehele of een deel van de 10 buitenrand of door het inbedden van de lagen gezamenlijk in een geschikte kunststof.

In Fig. 2 is een cirkelvormig lichaam 1 getoond uit hetzelfde materiaal als bij Fig. 1 beschreven, met ook een film daartegen gelijmd, waarbij openingen zijn aangebracht in i 15 rijen volgens een recht kruispatroon met de grootste opening 6 in het middelpunt en met naar de omtrek stapsgewijze kleiner wordende openingen. Ook hier kan een metaallaag daarachter zijn aangebracht.

In Fig. 3 zijn, evenals in Fig. 1, twee mogelijkheden 20 over elkaar getekend: een cirkelronde (omtrek 7) en een po- lygonale (omtrek 8) uitvoering van het lichaam. Het oppervlak van de ondoorzichtige laag kan verdeeld gedacht worden in driehoeken (of cirkelsectoren), gescheiden volgens de streeplijnen 9 en bij voorkeur ook zichtbaar volgens deze 25 lijnen gescheiden doordat die driehoeken althans ten dele een onderling verschillende kleur hebben ter gemakkelijke identificatie bij het plaatsen, hoewel dit kleurverschil niet strikt nodig is.

De patronen der openingen kunnen voor elke driehoek ge-30 lijk of onderling ongelijk zijn en verschillende mogelijkheden zijn getekend, met overal even grote openingen bij 1Ó (kleinere openingen, bijv. van 2 mm) en bij 11 (grotere openingen, bijv. van 4 mm), met geleidelijk vanuit het midden naar de hoeken kleiner wordende openingen bij 12 en met 35 andere patronen, naar de hoeken groter wordend of afwisselend groter en kleiner in de andere driehoeken.

De opbouw en materiaalkeuze is weer dezelfde als bij Fig. 1 en 2.

De polygonale uitvoering heeft het voordeel boven de 40 cirkelronde dat de stand, waarin het lichaam op of nabij de 6602221 -3- y huid van de patiënt moet worden geplaatst, bijv. op het voorhoofd en het bovenste deel van de neus met de volgens een hoogtelijn in een driehoek verlopende rij openingen volgens de vertikale middellijn van het gezicht, gemakkelijker 5 kan worden bepaald.

Fig. 4 geeft een uitvoering van het lichaam 1 weer met nabij het zwaartepunt Z een op een cirkel 13 gelegen stel openingen 3 en openingen daarbuiten, die, als met de streep-lijnen 14 en 15 aangeduid, althans ten dele op rijen kunnen 10 liggen, die niet volgens een rechte, maar volgens gekromde lijnen verlopen. In het zwaartepunt Z of dicht daarbij kan ook een opening binnen de kring 13 zijn aangebracht.

De lagen kunnen in een kunststof worden ingebed, die 15 bijv. door polymerisatie vast wordt, zoals een expoxyhars, dat bij voorkeur doorzichtig is, maar ook wel weinig doorzichtig mag zijn.

De ervaring leert dat verschillende patronen der openingen en verschillende kleuren nuttig zijn omdat de patiënten 20 niet gelijk op eenzelfde patroon en eenzelfde kleur reageren en hetzelfde geldt voor de keuze der materialen vooral van de ondoorzichtige laag met openingen en eventueel de metalen laag onder de film, die de openingen overdekt.

De afmetingen der driehoeken en cirkels van Fig. 1 en 2 25 zijn bijv. zo dat de grootste buitenafmeting 5 a 10 cm is en de schijf van Fig. 3 heeft bij voorkeur een diameter van 10 a 20 cm.

De patronen der openingen en de uitwendige vorm van het lichaam kunnen binnen ruime grenzen variëren naar grootte 30 en gedaante. De openingen behoeven niet cirkelrond te zijn en het lichaam kan een ingewikkelder vorm hebben dan driehoekig, sectorvormig, cirkelvormig of polygonaal, maar de beschreven cirkelronde openingen en de getekende uitwendige vormen van het lichaam zijn de beste voor het beoogde doel 35 en meestal het eenvoudigst om aan te brengen of te maken.

8602221

Claims (15)

1. Therapeutisch lichaam voor het uitwendig aanbrengen nabij de huid van een patiënt, met het kenmerk, dat dit lichaam een lichtondoorlatende laag met openingen omvat, en een film van doorzichtig dragermateriaal als in de fotogra- 5 fie gebruikt, zoals van cellulose-acetaat, die tenminste de t openingen in die lichtondoorlatende laag overdekt.

2. Lichaam volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat die film althans ter plaatse van die openingen bedekt is met een zilverlaag, bijv. een belichte en ontwikkelde röntgenfilm 10 is.

3. Lichaam volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de openingen in rijen zijn aangebracht, die vanuit een middelpunt in tenminste drie richtingen verlopen.

4. Lichaam volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat dit 15 een driehoekige vorm heeft en dat de rijen openingen vanuit dat middelpunt naar de hoekpunten van de driehoek lopen.

5. Lichaam volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat één rij openingen volgens een rechte lijn door dat middelpunt doorloopt tot overstaande einden van het lichaam.

6. Lichaam volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat die driehoek gelijkbenig is en dat dat middelpunt dichter bij de basis ligt dan het zwaartepunt, bij voorkeur op l/5e van de lengte van de hoogtelijn vanaf die basis.

7. Lichaam volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het 25 lichaam rond is.

8. Lichaam volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het lichaam rond of veelhoekig is, met in driehoekige sectoren % daarvan middelpunten voor rijen openingen naar de hoeken van de sector, waarin dat middelpunt ligt.

9. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lichtondoorlatende laag een van wit, grijs en zwart afwijkende kleur heeft.

10. Lichaam volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat die laag in verschillende driehoekige sectoren verschil- 35 lend is gekleurd.

11. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aan de andere zijde van de film dan waar die lichtondoorlatende laag met openingen ligt bedekt —·*& 8602221 « -< _5 _ % is met een plaat metaal zoals aluminium.

12. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans het grootste deel van het totale oppervlak der openingen gevormd wordt door openingen met een 5 diameter of vergelijkbare dwarsafmeting van 2 mm of groter.

13. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lichtondoorlatende laag met openingen uit papier, karton of ondoorzichtige kunststof bestaat.

14. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de lichtondoorlatende laag met openingen uit metaal zoals aluminium of roestvast staal bestaat.

15. Lichaam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde lagen geheel in een kunststof zoals een expoxyhars zijn ingebed. #****·*·** \ 8602221