NL8601588A - Model van een vogel of ander gevleugeld dier en ophanginrichting daarvoor. - Google Patents

Description

N644

Ewoud Arie Pronk Dordrecht 5 Model van een vogel of ander gevleugeld dier en ophanginrichting daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op een model van een vogel of ander gevleugeld dier, dat een romp en een 10 tweetal daaraan bevestigde gespreide vleugels heeft en een ophanginrichting voor het model die een aantal, ophangkoorden omvat.

Een probleem bij modellen van deze soort is, dat voldaan moet worden aan de eis dat zij zo natuurgetrouw 15 raogelijk moeten zijn en dus niet alleen uiterlijk op het dier in kwestie moeten lijken doch ook vliegbewegingen moeten kunnen maken.

Verrassenderwijs werd gevonden, dat dit gerealiseerd kan worden door het model te doen reageren op 20 luchtbewegingen, ook gêringe, zoals die in vrijwel alle ruimten voorkomen door temperatuurverschillen, bewegingen van levende wezens, het openen en sluiten van deuren en dergelijke. Het model dient daartoe zo te worden uitgevoerd, dat het voor deze luchtbewegingen gevoelig 25 wordt.

De uitvinding is hiertoe gekenmerkt doordat de vleugels scharnierend met de romp zijn verbonden en nabij de uiteinden van contragewichten zijn voorzien en elke vleugel door twee dwars op de lengterichting van de 30 vleugels gelegen ophangpunten bevestigde koorden met de ophanginrichting is verbonden.

Eveneens volgens de uitvinding worden de plaatsen van de ophangpunten zo gekozen, dat in ruststand de gespreide vleugels geheel of nagenoeg geheel horizontaal 35 verlopen.

Bij voorkeur worden de twee paren ophangkoorden met de ophanginrichting verbonden via een ophangstaaf, :-¾ ft Π 1 ft o o

^ y ’ J Q

N644 -2- waardoor bij het opgehangen model deze koorden nagenoeg verticaal verlopen, en wordt de ophanginrichting verder zo uitgevoerd, dat deze een wartel omvat waaromheen het model vrij draaibaar is, waaraan een centraal ophangkoord is 5 bevestigd en waaraan de ophangstaaf is opgehangen.

Gebleken is verder dat het van voordeel is de ophangkoorden van een polyamide (nylon) te vervaardigen, aangezien dit door de betrekkelijke doorzichtigheid de koorden vrijwel onzichtbaar maakt.

10 Tenslotte wordt bij voorkeur de romp voorzien van een staartstuk dat ten opzichte van het ophangpunt in geringe mate omhoog gericht is. Een gevolg hiervan is dat het model steeds een neiging heeft om "met de kop in de wind" te gaan hangen.

15 Op deze wijze kan men modellen vervaardigen van vogels, maar ook van vlinders, waaiervissen en dergelijke. Bijzonder aantrekkelijk is de uitvinding toe te passen op een model van een albatros, aangezien dat dan op ware grootte kan worden uitgevoerd, wat een groot 20 realiteitseffekt oplevert.

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Pig. 1 een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont in vooraanzicht.

25 Pig. 2 dezelfde uitvoeringsvorm in zijaanzicht en fig. 3 dezelfde uitvoeringsvorm in bovenaanzicht toont.

Fig. 4 tenslotte toont de uitvoeringsvorm van het model op een iets grotere schaal, waardoor ook het 30 staartstuk zichtbaar is.

In de figuren 1 tot en met 3 is met 1 de romp van het model van een vogel aangeduid en zijn met 2 de twee gespreide vleugels aangegeven. Deze zijn door scharnieren 3 met de romp 1 verbonden. De romp en de vleugels kunnen van 35 een lichte houtsoort of van een kunststof vervaardigd zijn.

5 § 0 1 5 S b :**· -¾ Ν644 -3-

De scharnieren 3 worden in hun eenvoudigste vorm gevormd door stroken zelfklevend plakband. De romp is voorzien van een staartstuk 4, dat ook is weergegeven in figuur 4.

De vleugels 2 zijn elk nabij de vleugeltip 5 voorzien van een balansgewicht 5 van iets zwaarder materiaal dan de rest van de vleugel.

Elk van de vleugels is opgehangen aan een tweetal koorden 7, die deel uitmaken van de ophanginrichting. De koorden 7 zijn nabij de voor- en achterrand van de vleugel 10 op een lijn die evenwijdig loopt met de hartlijn van de romp bevestigd. De juiste afstand van deze ophangkoorden hangt af van de geometrie van het model en wordt zo gekozen, dat in ruststand de vleugels ten naastenbij horizontaal hangen. Deze koorden hangen ongeveer verticaal, 15 afgezien van de geringe hoek die een koordenpaar maakt door de bevestiging nabij de vleugel voor- en achterranden.

Aan hun bovenzijde zijn deze koorden 7 bevestigd aan een dwarsstuk 8. Deze dwarsbalk 8 is door middel van twee koorden 9 zoals getekend bevestigd aan een schematisch 20 weergegeven wartel 10. Deze laatste is met een koord 11 opgehangen aan een plafond of dergelijke. De wartel 10 en het koord 11 maken het geheel van model en ophangconstructie vrij draaibaar.

Zoals weergegeven in figuur 4 is het staartstuk 4 25 omhoog gericht. Dit bevordert in belangrijke mate het richtingeffekt, zoals hierboven reeds aangegeven.

Een model uitgevoerd zoals hier beschreven kan tengevolge van luchtbewegingen de romp op en neer doen gaan, de vleugels doen '‘klapwieken" door rotaties om de 30 scharnieren 3, terwijl de koorden 7 heen en weer kunnen bewegen en rotatie om de wartel 10 mogelijk is. Deze bewegingen geven een realistisch "vliegeffekt".

38 0 1 5 S §

Claims (6)

1. Model van een vogel of ander gevleugeld dier, dat een romp en een tweetal daaraan bevestigde gespreide 5 vleugels heeft en een ophanginrichting voor het model die een aantal ophangkoorden omvat, met het kenmerk, dat de vleugels (2) scharnierend met de romp (1) zijn ;vérbonden en nabij de uiteinden van contragewichten (5) zijn voorzien en elke vleugel (2) door op twee dwars op de lengterichting 10 van de vleugels gelegen ophangpunten bevestigde, koorden (7) met de ophanginrichting is verbonden.

2. Model volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaatsen van de ophangpunten zo zijn gekozen, dat in ruststand de gespreide vleugels (2) geheel of nagenoeg 15 geheel horizontaal verlopen.

3. Model volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de twee paren ophangkoorden (7) met de ophanginrichting zijn verbonden via een ophangstaaf (8) en deze koorden ( 7) bij opgehangen model nagenoeg verticaal 20 verlopen.

4. Model volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ophanginrichting voorts een wartel (10) omvat, waaromheen het model vrij draaibaar is, waaraan een centraal ophangkoord (11) is bevestigd en 25 waaraan de ophangstaaf (8) is opgehangen.

5. Model volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ophangkoorden (7, 9, 11) van een polyamide zijn vervaardigd.

6. Model volgens één der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de romp (1) is voorzien van een staartstuk (4) dat ten opzichte van het ophangpunt in geringen mate omhoog gericht is. Eindhoven, 3 juni 1986. :¾ £ Λ £ q ?