NL8601470A - Afzinkbaar transportvaartuig. - Google Patents

Description

« V

-1- VO 8240

Titel: Afzinkbaar transportvaartuig,

De uitvinding heeft betrekking op een afzinkbaar zwaartransportvaartuig voorzien van een dekconstructie voor het dragen van in het bijzonder zware en omvangrijke lasten en afzinkbaar tot een niveau waarbij zich de dekcon-5 structie onder water bevindt.

Een dergelijk transportvaartuig wordt in het bijzonder gebruikt voor het over zee vervoeren van zware en omvangrijke constructies naar of van een plaats op zee waar deze constructies middels bijvoorbeeld een kraan-10 schip zijn te plaatsen of op te nemen vanaf een bijvoorbeeld in de zeebodem verankerde steunconstructie ten behoeve van het opbouwen of afbreken van een werkplatform of dergelijke. Het nabij de bouw- of reparatieplaats op of aan de wal laden dan wel lossen van een constructie kan in 15 geval deze voldoende eigen drijfvermogen heeft plaatsvinden door het afzinken van het vaartuig totdat de constructie zelf gaat drijven en kan worden weggesleept. Heeft de constructie onvoldoende eigen drijfvermogen, dan dient deze vanaf de wal direct op het transportvaartuig te worden 20 geschoven, hetgeen beperkingen oplegt aan de plaatsen waar dit kan geschieden, omdat daartoe het transportvaartuig moet worden afgezonken tot het dek zich op walhoogte bevindt.

Bij een dergelijke wijze van werken kunnen zich verder problemen voordoen tijdens het opnemen vanaf of 25 plaatsen op het transportvaartuig van een constructie middels een kraanschip als gevolg van de golving van het zeeoppervlak. Met de huidige transportmiddelen ligt de grens voor het kunnen werken op zee rond 1,5 m significante golfhoogte. De huidige generatie kraanschepen kan nog 30 vaak-bij 3-3,5 m significante golfhoogte werkzaam zijn, zodat de voortgang van de werkzaamheden kan stagneren door het niet-inzetbaar zijn van de transportmiddelen $ « Λ I £ 7 n -2- bij de hefwerkzaamheden, terwijl het kraanschip in feite door zou kunnen werken. Aldus zijn alleen de transportmiddelen debet aan het verloren gaan van uiterst kostbare tijd.

Met de uitvinding wordt beoogd een afzinkbaar 5 transportvaartuig van de in de aanhef omschreven soort zodanig uit te voeren, dat dit onafhankelijk van de waterdiepte inzetbaar is nabij de bouw- of reparatieplaats op of aan de wal en bovendien zodanig ongevoelig voor golfbewegingen is te maken, dat dit niet meer alleen de 10 oorzaak is van het stagneren van de bouwwerkzaamheden op zee.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de dekconstructie middels een aantal verbindingskom-men met stabiliserende functie is verbonden met ten minste 15 een op afstand onder de dekconstructie gelegen onderponton, waarbij ten minste een stabilisatiekast tot boven de dekconstructie uitsteekt en het transportvaartuig vanaf een niveau waarbij alleen een deel van het onderponton zich onder de waterspiegel bevindt, afzinkbaar is tot zowel 20 een niveau waarbij het onderponton zich geheel onder en de dekconstructie zich geheel boven de waterspiegel bevindt, als tot een niveau waarbij het onderponton en de dekconstructie zich geheel onder de waterspiegel bevinden en slechts het bovenste deel van ten minste een tot boven de dekcon-25 structie uitstekende stabilisatiekast tot boven de waterspiegel reikt. Door deze maatregelen is het transportvaartuig op de wijze van een semi-submersible vaartuig in te zetten, d.w.z. door het afzinken tot een eerste niveau, waarbij de waterspiegel zich tussen de dekconstructie 30 en het onderponton bevindt, in een stabiele en aanmerkelijk minder golfgevoelige stand te brengen. Evenals bij een semi-submersible vaartuig bevindt zich tijdens het varen alleen een deel van het onderponton onder de waterspiegel ten einde optimale vaaromstandigheden te creëren. Ten 35 einde tenslotte het laden en lossen van het afzinkbare transportvaartuig nabij de wal waar de constructies veelal SSü147Ö «r -3- worden gebouwd, gerepareerd en/of onderhouden, op optimale wijze mogelijk te maken is het transportvaartuig zover afzinkbaar, dat de dekconstructie onder water komt. Alsdan is een te vervoeren constructie, indien deze voldoende 5 eigen drijfvermogen heeft, zelfstandig drijvend naar respectievelijk van het transportvaartuig te verslepen van respectievelijk naar water met geringere diepte. Aldus is een uiterst geschikte manier geboden om nabij de wal een constructie te lossen of te laden zonder dat omvangrijke 10 hefmiddelen voor het op het transportvaartuig plaatsen van de constructie of havens met diepe vaargeulen noodzakelijk zijn.

Heeft de te transporteren constructie onvoldoende eigen drijfvermogen, dan verdient het overeenkomstig een 15 verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de dekconstructie is uitgevoerd als steunvlak voor het opnemen van een gebruikelijk transportponton en de boven de dekconstructie uitstekende stabilisatiekasten aan de voorzijde en/of de achterzijde van het transportvaar-20 tuig op zodanige afstand van elkaar zijn gelegen, dat een op te nemen transportponton daartussen door kan varen. Aldus is de constructie nabij de wal op een gebruikelijk transportponton met geringe diepgang te hanteren, welk ponton voor transport over zee tot boven het in zijn laagste 25 stand afgezonken transportvaartuig wordt gevaren en aldus tezamen met de constructie omhoog wordt gebracht door het ontballasten van het transportvaartuig, terwijl het lossen van een ponton met een daarop rustende constructie plaatsvindt door het tot in zijn laagste stand afzinken 30 van het transportvaartuig, waardoor het ponton zelfstandig gaat drijven.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er een voorkeur voor uitgesproken, dat de stabilisatiekasten zich althans ten dele aan weers-35 zijden aan voor- en achterzijde van de dekconstructie en het onderponton bevinden. Aldus wordt in bovenaanzicht

86 0 1 4 7 C

w -4- een H-vormige constructie verkregen, waardoor het transportvaartuig op optimale wijze, d.w.z. zo dicht mogelijk dwars voor het kraanschip kan worden gepositioneerd, zodat de kraan met relatief geringe reikwijdte het midden van het 5 transportvaartuig kan bereiken, hetgeen de zwaarte van de maximaal te tillen last vergroot.

Onder verwijzing naar een schematisch in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal het transportvaartuig volgens de uitvinding thans nader worden besproken 10 en toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectief een transportvaartuig volgens de uitvinding;

Fig. 2 een bovenaanzicht van fig. 1;

Fig. 3 het transporttransportvaartuig volgens 15 fig. 1 met een op een ponton geplaatste, te transporteren constructie; en

Fig. 4 een vooraanzicht van fig. 3.

Het in fig. 1 weergegeven transportvaartuig is voorzien van een onderponton 1, een dekconstructie 20 2, stabilisatiekasten 3, 4 en verbindingskolommen 5. Het onderponton 1 en de dekconstructie 2 worden op een vaste „afstand van elkaar gehouden door de stabilisatiekasten 3 en de verbindingskolommen 5. De stabilisatiekasten zijn daarbij aan weerszijden van het onderponton 1 en de dek-25 constructie 2 aan de voor- en achterzijde van het transportvaartuig geplaatst, zodat, zoals uit fig. 2 blijkt, het transportvaartuig in bovenaanzicht een H-vorm krijgt, waardoor een kraanschip tot op minimale afstand kan worden gebracht bij dwarse plaatsing van het transportvaartuig 30 voor het kraanschip zonder dat daarbij hinder wordt ondervonden van de stabilisatiekasten 3, 4.

In fig. 3 is het transportvaartuig volgens fig.

1 weergegeven met daarop een gebruikelijk transportpon-ton 6 geplaatst, dat op zijn beurt een te transporteren 35 constructie 7 draagt.

Ten einde uitgaande van de ongeladen stand weerge- λ A d| ? *9 f5·.

5 3 0 1 4/ü *c -»*' -5- geven in fig. 1 te komen tot de geladen stand volgens fig. 3 wordt het transportvaartuig afgezonken tot ongeveer niveau 8 aangeduid in fig. 4, d.w.z. een niveau waarbij zowel onderponton 1 als dekconstructie 2 en stabilisatiekas-5 ten 3 zich geheel onder de waterspiegel bevinden. Tot boven de waterspiegel reiken nog slechts delen van de stabilisatiekasten 4. In deze afgezonken stand bevindt de dekconstructie 2 zich zover onder water, dat het ponton 6 met daarop gelegen constructie 7 tot boven de dekconstruc-10 tie 2 is te varen of verslepen. Nadat het ponton 6 ten opzichte van het transportvaartuig is gepositioneerd, wordt dit weer omhoog gebracht door het wegpompen van ballastwater, dat zich kan bevinden in de dekconstructie, de stabilisatiekasten, de verbindingskolommen en/of het 15 onderponton. Het omhoogbrengen geschiedt tot het vaarniveau, dat in fig. 4 met verwijzingscijfer 9 is aangeduid. In deze stand, waarin de vaarweerstand minimaal is, wordt de constructie 7 naar zijn bestemmingsplaats getransporteerd. Aldaar aangekomen wordt het transportvaartuig afgezonken 20 tot een niveau, waarbij het onderponton 1 zich geheel onder water doch de dekconstructie 2 zich geheel boven water bevindt, derhalve een niveau als bijvoorbeeld aangeduid met verwijzingscijfer 10 in fig. 4. In deze stand is het transportvaartuig het minst gevoelig voor golfbewegin-25 gen.

Indien de constructie 7 voldoende eigen drijfver-mogen heeft, kan worden afgezien van het toepassen van een ponton 6 en kan de constructie 7 direct steunnemen op de dekconstructie 2. Verder zijn uiteraard ook meer 30 dan één constructies 7 al dan niet geplaatst op één of meerdere pontons 6 te hanteren.

Opgemerkt wordt dat het transportvaartuig evenzeer is in te zetten voor andere werkzaamheden dan het transporteren van constructies naar of van een bouwplaats op zee.

35 Zo is het transportvaartuig ook inzetbaar voor allerlei andere transporten, zoals het overzee vervoeren van lasten

860 1 47 C

" mr· v -6- van de ene naar de andere haven, het naar een bepaalde plaats brengen van zware en omvangrijke af te zinken elementen enz. Verder is het transportvaartuig te gebruiken als platform voor een normaliter alleen voor binnengaats 5 gebruik geschikte, drijvende hefinrichting ten einde deze ook buitengaats te kunnen inzetten of voor andere drijvende elementen of constructies ten einde deze een platform te geven, dat minder gevoelig is voor golfbewegingen.

Opgemerkt wordt, dat er binnen het kader van 10 de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn.

Zo is de in de figuren weergegeven opstelling, verdeling en vormgeving van de stabilisatiekasten en verbindingskolom-men op vele wijzen te variëren. De verbindingskolommen 5 zouden bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door één 15 enkele, centraal geplaatste middenkolom met grotere dwarsdoorsnede. Verder kunnen de stabilisatiekasten 4 loskoppel-baar met de stabilisatiekasten 3 zijn verbonden, zodat voor bijvoorbeeld het hanteren van constructies met zeer groot bodemvlak twee stabilisatiekasten 4 zijn los te 20 koppelen en eventueel met de overige stabilisatiekasten 4 te verbinden, waardoor een groter vlak draagoppervlak wordt verkregen. In plaats van één met al de stabilisatiekasten 3 en verbindingskolommen 5 verbonden onderponton 1 kan dit laatste ook uit meerdere, afzonderlijke elementen 25 bestaan, zoals twee langsdrijvers die in dwarsrichting bijvoorbeeld door dwarsstaven gekoppeld kunnen zijn. Ook zouden de verbindingskolommen 5 en de stabilisatiekasten 3 alle gelijk kunnen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als kolommen met grotere dwarsdoorsnede dan de verbindingskolom-30 men 5 en kleinere dwarsdoorsnede dan de stabilisatiekasten 3. Afhankelijk van de lengte van het vaartuig is het ook mogelijk de verbindingskolommen 5 weg te laten en te volstaan met alleen stabilisatiekasten 3, waarbij eventueel de twee aan voor- en/of achterzijde van het transportvaartuig 35 gelegen stabilisatiekasten 3 en/of 4 kunnen worden vervangen door een doorlopende stabilisatiekast.

8801470

Claims (3)

1. Afzinkbaar transportvaartuig voorzien van een dekconstructie voor het in het bijzonder dragen van zware en omvangrijke lasten en afzinkbaar tot een niveau waarbij zich de dekconstructie onder water bevindt, met het kenmerk, 5 dat de dekconstructie middels een aantal verbindingskolommen met stabiliserende functie is verbonden met ten minste een op afstand onder de dekconstructie gelegen onderponton, waarbij ten minste een stabilisatiekast tot boven de dekconstructie uitsteekt en het transportvaartuig vanaf een 10 niveau waarbij alleen een deel van het onderponton zich onder de waterspiegel bevindt, afzinkbaar is tot zowel een niveau waarbij het onderponton zich geheel onder en de dekconstructie zich geheel boven de waterspiegel bevindt, als tot een niveau waarbij het onderponton en de dekconstruc-15 tie zich geheel onder de waterspiegel bevinden en slechts het bovenste deel van ten minste een tot boven de dekconstructie uitstekende de stabilisatiekast tot boven de waterspiegel reikt.

2. Transportvaartuig volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat de dekconstructie is uitgevoerd als steunvlak voor het opnemen van een gebruikelijk transportponton en de boven de dekconstructie uitstekende stabilisatiekasten aan de voorzijde en/of de achterzijde van het transportvaartuig op zodanige afstand van elkaar zijn gelegen, dat 25 een op te nemen transportponton daartussen door kan varen.

3. Transportvaartuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stabilisatiekasten zich althans ten .dele aan weerszijden aan voor- en achterzijde van de dekconstructie en het onderponton bevinden. sas 1470