NL8601234A - Aansluitdoos voor een waterleidingshulpstuk. - Google Patents

Description

Aansluitdoos voor een waterleidingshulpstuk

De uitvinding heeft betrekking op een aansluitdoos voor de opneming van een hoekvormig aansluitstuk voor een waterleidingshulpstuk en voor een flexibele, door een loze buis gevoerde buisleiding, waarbij de aansluitdoos twee zich met een rechte hoek 5 ten opzichte van elkaar uitstrekkende buisstcmpen bezit, waarvan de ene voor het inlaten van het aansluitstuk en de met het aansluitstuk verbonden buisleiding dient en een moerdraad voor het inschroeven van een borgring voor het vastzetten en het stellen vein het aansluitstuk bezit en de andere het eind van de buisleiding 10 en de loze buis opneemt.

De bekende soortgelijke aansluitdozen zijn uit een stuk uit kunststof vervaardigd. Aanvankelijk wordt aan het hoek vormige aansluitstuk een uiteinde van de flexibele buisleiding bevestigd en daarna wordt de buisleiding samen met aansluitstuk 15 door de opening van de inlaatbuisstomp in de aansluitdoos ingevoerd. Hiervoor is het nodig de flexibele buisleiding relatief sterk te buigen, zodat de montage zich als relatief moeilijk betoont.

De uitvinding heeft tot doel een aansluitdoos 20 van de in de inleiding genoemde soort zo te vormen dat het hoekvormige aansluitstuk met de aangesloten flexibele buisleiding op eenvoudige wijze in de aansluitdoos kan worden ingevoerd.

Dit doel wordt bereikt door de uitvinding, volgens welke de aansluitdoos uit twee met elkaar verbonden 20 delen bestaat waarvan één deel een afneembare schaal vormt entenminste één scbeidingsoppervlak van de schaal ter plaatse van de inlaatbuisstomp is voorzien.

Bij de aansluitdoos volgens de uitvinding wordt voor het inlaten van de flexibele buisleiding en het hoekvormige 25 aansluitstuk de inlaatppening vergroot door. het afnemen van de genoemde schaal, die na het inzetten van het hoekvormige aansluitstuk in de aansluitdoos met het tweede deel van de aansluitdoos 3 6 C 1 2 3 4 ί ϊ - 2 - bijvoorbeeld door rustmiddelen en/of door schroeven wordt verbonden.

, Een bekende aansluitdoos uit een. stuk en uit tsee delen / ''' bestaande aansluitdozen volgens de uitvinding zijn weergegeven in de tekeningen en worden hierna beschreven. Getoond worden in: 5 fig. 1 een bekende, uiteenstuk bestaande, aan sluitdoos voor een waterleidingshulpstuk in perspectivische weergave ; fig. 2 een tweedelige aansluitdoos in gedemonteerde toestand in perspectivische weergave; 10 fig. 3 de aansluitdoos volgens fig. 2 met ingezet en vastgezet aansluitstuk; fig. 4 een verder uitvoeringsvoorbeeld van de aansluitdoos volgens de uitvinding in gedemonteerde toestand en in perspectivische weergave; 15 fig. 5 een verder uitvoeringsvoorbeeld waarbij de scheidingszone zich over de gehele slangaansluitbuisstomp uitstrekt; fig. 6 een schutkap voor de aansluitdoos in horizontale projectie; 20 fig. 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII in fig. 6 en fig. 8 een doorsnede volgens de lijn VIII-VII in fig. 6 met in streeppuntlijnen weergegeven aansluitdoos.

De bekende, uit-eenstuk bestaande, uit kunststof 25 vervaardigde aansluitdoos 1 voor een waterleidingshulpstuk bezit een inlaatbuisstomp 2 en een verdere buisstomp 3, waarbij de langsassen 4 en 5 van de buisstompen met een rechte hoek ten opzichte van elkaar verlopen.

De inlaatbuisstomp 2 is nabij de inlaafcopening 30 6 uitgerust met een moerdraad 7. waarin een borgring 8 voor het stellen en het vastzetten van het hoekvormige aansluitstuk 9 in de aansluitdoos 1 wordt ingeschroefd. Uit fig. 3 blijkt dat aan het aansluitstuk 9 een uiteinde van een flexibele, bij voorkeur uit kunststof vervaardigde, buisleiding 10 is aangesloten.

8601234 flr * - 3 -

Het waterleidingshulpstuk wordt vastgezet aan het uit de inlaatbuisstomp van de aansluitdoos uitstekende/ van een moerdraad voorziene uiteinde 11 van het aansluitstuk.

De montage van het hoekvormige aansluitstuk 9 5 en de flexibele buisleiding 10 wordt aanzienlijk vergemakkelijkt wanneer/ zoals in de figuren 2, 3, 4 en 5 getoond is, de aansluitdoos 1 tweedelig uitgevoerd wordt.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 2 en 3 bezit de aansluitdoos 1 een afneembare schaal 12, die 10 hoofdzakelijk door zich ten opzichte van elkaar met een rechte hoek uitstrekkende scheidingsoppervlakken 13, 14 wordt begrensd.

De scheidingsoppervlakken 13 liggen in een vlak dat zich midden door de moerdraad 7 van de inlaatbuisstomp 2 en loodrecht op de langsas 5 van de andere buisstomp 3 uitstrekt.

15 De afneembare schaal 12 vormt bijgevolg een deel van de inlaatbuisstomp 2.

De afneembare schaal 12 bezit ter plaatse van de inlaatopening 6 een ringband 15 die het andere deel van de inlaatbuisstomp 2 aan de buitenkant aanliggend omvat.

20 Na het opzetten van de schaal 12 op het tweede deel van de aansluitdoos wordt de schaal 12 door de in de moerdraad 7 ingeschroefde borgring 8 vastgezet.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 zijn verdere rustmiddelen aanwezig door welke de afneembare schaal 25 12 aan het andere deel van de aansluitdoos wordt bevestigd.

De afneembare schaal is met zich evenwijdig tot haar langsas 4 uitstrekkende gleuven 16 uitgerust waarin richels 17, die één geheel vormen met het andere deel van de aansluitdoos, worden ingevoerd.

30 De afneembare schaal 12 is verder van rustuitspa- ringen 18 voorzien waarin de rustuitsteeksels 19 van het andere deel bij het opzetten van de schaal 12 insnappen.

üit fig. 2 blijkt dat bij gedemonteerde schaal 12 het met de buisleiding 10 verbonden aansluitstuk 9, zender dat 8601234 t ? - 4 - de buisleiding 10 behoeft te worden gebogen, in de aansluitdoos kan worden ingelaten.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 is de afneembare schaal 20 hoekvormig uitgevoerd. Haar in 5 fig. 4 vertikale scheidingsoppervlakken 21 liggen in het vertikale middenvlak van de inlaatbuisstomp 2, terwijl de in fig. 4 horizontale scheidingsoppervlakken evenwijdig tot de langsas 5 van de buisstomp 3 verlopen en tegenover deze langs-as naar de inlaatopening 6 heen verplaatst zijn.

10 De schaal 20 bezit eveneens ter plaatse van de moerdraad 7 een ringband 22 die het schroefdraaddeel van het andere deel van de aansluitdoos aan de buitenkant aanliggend omvat. Ook bij deze uitvoering wordt de schaal 20 aanvankelijk door de in de moerdraad 7 ingeschroefde borgring vastgezet.

15 Voor verdere bevestiging van de schaal 20 aan het tweede deel van de aansluitdoos is de schaal 20 met verende tongen 23 uitgerust, die elk een rustuitsparing 24 bezitten waarin bij het opzetten van de schaal rustnokken 25 van het andere deel van de aansluitdoos ingrijpen. De schaal 20 is verder van gleuven 20 26 voorzien die naar de binnenkant van de schaal toe geopend zijn en bij het opzetten van de schaal op het tweede deel van de aansluitdoos richels 27 opnemen die een geheel vormen met het tweede deel van de aansluitdoos.

Bij de uitvoering volgens fig. 4 behoeft de 25 buisleiding 10 bij het inzetten van de buisleiding 10 en het aansluitstuk 9 in de aansluitdoos slechts in geringe mate gebogen te worden.

in de buisstomp 3 van de aansluitdoos wordt ook een uiteinde van een loze buis, bijvoorbeeld een uit kunststof 30 vervaardigde gegolfde buis, ingelaten en daar vastgezet. Deze loze. buis, die de buisleiding 10 omsluit, is niet in de tekeningen weergegeven.

Voor bevestiging van de aansluitdoos is deze met een plaat 28 uitgerust die doorsteekkanalen 29 voor bevestigings-35 elementen bezit.

fo Ci.o* & i - 5 -

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 strekt het rechthoekig tot het scheidingsvlak 30 ter plaatse van de inlaat-buisstomp 2 verlopende scheidingsvlak 31 zich over de gehele slangaansluitbuisstomp 32 uit. De afneembare schaal 33 met haar 5 ringband 34 wordt door schroeven 35, die in kanalen 36, 37 ingeschroefd worden,en door rustmiddelen met het tweede deel 38 van de aansluitdoos verbonden. De rustmiddelen bezitten nokken 39 die in rustsleuven 40 van strippen 41 van het deel 33 worden ingesnapt.

10 ΙΠ de figuren 7 en 8 is een bij voorkeur uit kunststof vervaardigde schutkap 41 weergegeven die op de aansluitdoos 1 gestulpt wordt en daar onder de optredende krachten en vormen sluitend wordt vastgezet.

Bij de inbouw van wateraansluitdozen tijdens de 15 bouwfase wordt de aansluithoek gedeeltelijk direct of eerst later, nadat de aansluitdoos ingemetseld is, ingebouwd. Hiervoor is het voordelig dat het bovenste deel van de aansluitdoos gedemonteerd kan worden, om de voordelen van het gemakkelijke inleggen van de met de buis verbonden aansluithoek ook in 20 reeds ingemetselde toestand te benutten. Hiertoe werd de in de figuren 6-8 getoonde schutkap 42 ontwikkeld. Deze wordt over de wateraansluitdoos 1 gestulpt die in de figuren 7 en 8 in streep-puntlijnen getoond is. De schutkap 42 vormt bij het bepleisteren een holle ruimte die na het verwijderen van de schutkap de 25 demontage van het bovenste wateraansluitdoosdeel, de afneembare schaal,in ingepleisterde toestand mogelijk maakt.

Uit de figuren 6-8 blijkt dat de schutkap 42 een voorwand 43 bezit die de opening van de slangaansluitbuisstomp 32 afsluit. Aan de binnenzijde van de voorwand 43 zijn evenwijdig met 30 elkaar lopende ribben voorzien die aan beide zijden van de slangaansluitbuisstonp 32 aangebracht zijn en deze raken. De schutkap bezit zijwanden 45 die met naar binnen omgeslagen eindlijsten 46 uitgerust zijn. Deze eindlijsten grijpen onder de optredende krachten sluitend over de langsranden van de aansluitdoos 35 1.

5801234

Claims (8)

1. Aansluitdoos voor het opnemen van een hoek-vorraig aansluitstuk voor een waterleidingshulpstuk en voor een flexibele, door een losse buis gevoerde buisleiding, waarbij de aansluitdoos twee zich met een rechte hoek ten opzichte van 5 elkaar uitstrekkende buisstompen bezit, waarvan de ene voor het inlaten van het aansluitstuk en de met het aansluitstuk verbonden buisleiding dient en een moerdraad voor het inschroeven van een borgring voor het vastzetten en het stellen van het aansluitstuk bezit en de andere het eind van de buisleiding en 10 de losse buis opneemt, met het kenmerk, dat ze uit twee met elkaar verbonden delen bestaat waarvan één deel een afneembare schaal (12, 20, 33) vormt en tenminste één scheidingsoppervlak (13, 21, 30) van de schaal ter plaatse van de inlaatbuisstomp (2) is voorzien.

2. Aansluitdoos volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afneembare schaal (12, 20, 33) door zich met een rechte hoek ten opzichte van elkaar uitstrekkende scheidings-oppervlakken begrensd is.

3. Aansluitdoos volgens conclusie 1 of 2, 20 met het kenmerk, dat een scheidingsvlak midden door de moerdraad (7) van de inlaatbuisstomp (2) en loodrecht op de langs-as (5) van de andere buisstomp (3) verloopt.

4. Aansluitdoos volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tweede scheidingsvlak ter plaatse van de buis- 25 stomp (3) evenwijdig met zijn langsas (5) en verplaatst naar de zijde van de invoeropening (6) verloopt.

5. Aansluitdoos volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afneembare schaal (12, 20, 33. ter plaatse van de inlaat opening (6) een ringband (15, 22, 30 34) bezit die het andere deel van de inlaatbuisstomp aan de buitenkant aanliggend omvat.

6. Aansluitdoos volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de afneembare schaal (12, 20, 33) door 8601234 - 7 - A- -ς rustmiddelen met het tweede deel van de aansluitdoos is verbonden.

7. Aansluitdoos volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afneembare schaal (12, 20) gleuven (16, 26) voor het opnemen van richels (17, 27) van het tweede deel en rust- 5 uitsparingen (18, 24), waarin de rustuitsteeksels (19, 25) van het tweede deel ingrijpen,bezit.

8. Aansluitdoos volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dwars op de inlaatbuisstomp (2) verlopende scheidingsoppervlak (31) zich door de gehele aansluitbuisstomp 10 (32) van de aansluitdoos (1) uitstrekt.

9. Aansluitdoos volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de aansluitdoos (1) een schutkap (41) te stulpen.is.

10. Aansluitdoos volgens conclusie 9, met het 15 kenmerk, dat de schutkap (42) onder de optredende krachten en vormen sluitend aan de aansluitdoos (1) is vast te zetten. -o-o-o-o-o-o-o-

8. OM** v# V V I lm. 7