NL8600726A - Zelfbekrachtigend aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het gatling-type. - Google Patents
Zelfbekrachtigend aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het gatling-type. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8600726A NL8600726A NL8600726A NL8600726A NL8600726A NL 8600726 A NL8600726 A NL 8600726A NL 8600726 A NL8600726 A NL 8600726A NL 8600726 A NL8600726 A NL 8600726A NL 8600726 A NL8600726 A NL 8600726A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- accumulator
- firearm
- barrel assembly
- hydraulic
- assembly
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41A—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
- F41A9/00—Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
- F41A9/49—Internally-powered drives, i.e. operated by propellant charge energy, e.g. couplings, clutches, energy accumulators
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41F—APPARATUS FOR LAUNCHING PROJECTILES OR MISSILES FROM BARRELS, e.g. CANNONS; LAUNCHERS FOR ROCKETS OR TORPEDOES; HARPOON GUNS
- F41F1/00—Launching apparatus for projecting projectiles or missiles from barrels, e.g. cannons; Harpoon guns
- F41F1/08—Multibarrel guns, e.g. twin guns
- F41F1/10—Revolving-cannon guns, i.e. multibarrel guns with the barrels and their respective breeches mounted on a rotor; Breech mechanisms therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Fluid-Pressure Circuits (AREA)
Description
- Zelfbekrachtigend aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het Gatling-type -
De uitvinding heeft betrekking op vuurwapens van het Gatling-type, die zelfbekrachtigend en zelfstartend zijn.
Uitwendig bekrachtigde automatische kanonsystemen hebben normaal een betrouwbaarheid, die ongeveer één orde van grootte groter is dan die van zelfbekrachtigde kanonnen. Bij de machinekanonnen van zwaarder kaliber is de zelfbekrachtiging meestal een aandrijfsysteem, werkende door terugstoot of door directe aandrijving door gas. De uitwendige krachtbron is veelal een electromotor, een pneumatische aandrijving of een hydraulische aandrijving. Dit is zelfs het geval voor vuurwapens van het Gatling-type, die systemen met continue beweging zijn, die zelfs bij gebruikelijke constructie betrouwbaarder zijn dan vuurwapens met enkele loop, die heen en weer bewegende systemen vormen.
In het Amerikaanse octrooischrift 2.849.921 wordt een vuurwapen van het Gatling-type van moderne constructie aangegeven, aangedreven door een uitwendige electromotor.
In het Amerikaanse octrooischrift 3.311.022 en het Amerikaanse octrooischrift 3.407.701 worden moderne vuurwapens van het Gatling-type weergegeven, aangedreven door een inwendige gaszuiger.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.535.979 toont een zelfspannende veerstarter en rem voor een mechanisme van het Gatling-type.
In Amerikaans octrooischrift 3.568.563 wordt een modern vuurwapen van het Gatling-type weergegeven, waarbij in het vuurwapen een met gas werkende schoepenmotor een veer voor het aandrijven van het kanon in een bepaalde richting drukt.
In Amerikaans octrooischrift 3.703.122 is een hulpinrichting voor het koppel aan de mond van de loop van een vuurwapen van het Gatling-type weergegeven,
In het Amerikaanse octrooischrift 3.991.650 is een hydraulisch systeem weergegeven voor het starten en aandrijven van een wapen van het Gatling-type, welk systeem zijn energie ontleent aan de terugstootbewe-ging van het vuurwapen.
In Amerikaans octrooischrift 4.046.056 is een pneumatisch systeem weergegeven voor het starten en aandrijven van een vuurwapen van het Gatling-type, dat zijn energie ontleent aan een onder druk staand medium opgeslagen in een reservoir.
In de publicatie USAF T.O.11W1-28-8-2 van 1 juli 19876 is een elec-trohydraulisch aandrijfsysteem weergegeven, dat continu van energie wordt voorzien door het hydraulische systeem van een vliegtuig.
Gebleken is dat de energie, die ontleend kan worden aan de terug-stootbeweging van het huis van een vuurwapen van het Gatling-type om een systeem te bekrachtigen voor het starten en aandrijven van het vuurwapen zeer beperkt is in mogelijkheden en daardoor de frequentie van afvuren van het vuurwapen beperkt. Er is echter geschikte overtollige energie beschikbaar door de rotatie van het samenstel van lopen met een inrichting voor het benodigde koppel van de mond van het vuurwapen van het Gatling-type voor het opnieuw Iaden van een hydraulisch systeem voor het starten en aandrijven van het vuurwapen.
Een doel van de uitvinding is nu om een hydraulisch systeem voor het aandrijven van een vuurwapen van het Gatling-type te verschaffen, dat zijn energie ontleent aan de roterende beweging van het samenstel van vuurlopen om de lengteas van het vuurwapen.
Een ander doel van de uitvinding is om zulk een systeem te verschaffen, dat dient voor het starten, aandrijven, regelen van de snelheid en omgekeerd aandrijven van een vuurwapen van het Gatling-type.
Een kenmerk van de uitvinding is het voorzien in een vuurwapensys-teem omvattende een vuurwapen van het Gatling-type, waarbij een samenstel van lopen een koppelhulpinrichting heeft en gekoppeld is met een hydraulisch subsysteem voor het starten, voor het verschaffen van een initiële versnelling, met besturing van de rotatiesnelheid, remmen en in omgekeerde richting vrijmaken van het vuurwapen, en met een aandrijving door afvuurgas om een stabiele toestand van energielevering te verkrijgen voor het roteren van het samenstel van lopen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht ten aanzien van doeleinden, kenmerken en voordelen, aan de hand van bijgaande tekeningen. Daarin is:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een vuurwapensysteem, waarin de uitvinding is toegepast;
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een vuurwapengasaandrijving om constant evenwichtige energie te verschaffen voor de draaiing van het samenstel van lopen van het vuurwapen;
Fig. 3 een detail van Fig. 2, weergevende de aandrijving in de energieleverende slag;
Fig. 4 een detail van Fig. 2, weergevende de aandrijving in de uitlaat-slag;
Fig. 5 een schema van een hydraulisch startend sub-systeem in een eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 6 een langsdoorsnede van de hydraulische servopompmotor en tandwieloverbrenging van het sub-systeem van Fig. 5;
Fig. 7 een langsdoorsnede van een detail van de inrichting van Fig. 6 loodrecht op de doorsnede van Fig. 6;
Fig. 8 een grafiek van de energie, beschikbaar voor het bekrachtigen van het sub-systeem van Fig. 5; en
Fig. 9 een enigszins schematische doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het hydraulisch startende sub-systeem.
Een vuurwapensysteem volgens de uitvinding is in principe weergegeven in Fig. 1. Het omvat een vuurwapen 10 van het Gatling-type, dat kan zijn uitgevoerd als aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 4.342.253, en een munitietransportsysteem 11, dat bijvoorbeeld van het type kan zijn als aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 4.004.490.
Dit systeem heeft twee hoofdaandrijfcomponenten: een aandrijfsysteem, werkend met vuurwapengas, meer in detail weergegeven in Fig. 2, met een hulpinrichting 13 voor het koppel op het roterende samenstel 14 van vuurwapenlopen om continu stabiele energie daarvoor te leveren, en een hydraulisch startersysteem 15 voor het geven van een aanvankelijke versnelling, beheersing van de snelheid, remmen en vrijmaken voor de omzetting. De vuurwapengasaandrijving en de koppelhulpinrichting zijn in staat om een belangrijke hoeveelheid energie te produceren, uitgaande boven de energie, die het vuurwapen bij een bepaalde snelheid van afvuren nodig heeft. Deze extra energie wordt gebruikt om een hydraulisch aandrijfsysteem te herladen, welk systeem een hydraulische bron van hoge druk omvat, gekoppeld met een hydraulische motor, die gebruikt wordt om de aanvankelijke versnelling of startfunctie van het vuurwapen te verschaffen. Dit hydraulische systeem wordt ook gebruikt voor het vrijmaken van het systeem, het beheersen van de rotatiesnelheid en dynamisch remmen van het vuurwapen.
Het hydraulische systeem vereist na het aanvankelijke laden geen uitwendige energie anders dan voor besturingssignalen zoals voor het starten en stoppen vanuit een electrische besturingseenheid. Het systeem maakt het gebruikelijke toepassen van zware en veel ruimte innemende aandrijfeenheden en de bijbehorende energietoevoeren in vliegtuigen en vuurwapeninstallaties in geschutkoepels overbodig.
Fig. 8 geeft aan dat energie beschikbaar is voor het laden van het opslagsysteem. De energielevering van de zuigeraandrijving is een directe functie van de rotatiesnelheid van het vuurwapen. De energielevering van de hulpkoppelinrichting aan het vooreinde der vuurwapenlopen is een functie van het quadraat van de rotatiesnelheid van het vuurwapen. De rotatiesnelheid van het vuurwapen is een directe functie van de snelheid van afvuren daarvan. Het verschil tussen de rotatiesnelheid van 2000 ronden per minuut, waarbij het vuurwapen normaal en beheerst werkt, en de mogelijke, hoewel onbeheerste snelheid van meer dan 2400 ronden per minuut toont aan dat energie, die een functie is van de rotatiesnelheid maal het tegenhoudkoppel, beschikbaar is voor het opslagsysteem.
Zoals weergegeven in Fig. 2, 3 en 4 omvat de vuurwapengasaandrij-ving 16 een ruiger 20, waarvan de kop aangebracht is binnen een cilinder 24 en waarvan de zuigerstang 26 aan zijn vooreinde scharnierend verbonden is met de kop, terwijl zijn achtereinde verbonden is met een kruk 28. Een kroonwiel 30 is bevestigd aan het huis, bijvoorbeeld door een nok 32, en draait niet. De nok kan instelbaar zijn om het tandwiel te synchroniseren met de kruk. Een binnenring 34 heeft een aantal armen 36, die tezamen een spinachtige constructie vormen, bevestigd aan cilinder 24. De cilinder 24 is bevestigd binnen en aan het samenstel 14 van lopen door een klemplaat 40. De kruk heeft een paar naar buiten uitstekende assen 42, die respectievelijk scharnierend verbonden zijn met de spin en waarvan er een een rondsel 44 heeft, dat daaraan bevestigd is en in in-grijping is met het kroonwiel 30. Bij het heen en weergaan van de zuiger 20 wordt de kruk geroteerd en aldus wordt zijn rondsel over het kroonwiel gedraaid tezamen met de cilinder 24 en het samenstel 14 van vuurwapenlopen. Zoals in Fig. 3 weergegeven, ligt een gaspoort 46 in elke kanonloop in lijn met een bijbehorende gasinlaatpoort 48 in het vooreinde van de cilinder 24, en daardoor kan een deel van het kanongas, dat een projectiel 50 langs de boring van de betreffende kanonloop voortstuwt, tot in het vooreinde van de cilinder 24 stromen om de zuigerkop 22 achterwaarts aan te drijven. Wanneer de zuigerkop het einde van zijn achterwaartse beweging bereikt, maakt hij een gasuitlaatpoort 52 vrij (Fig. 4), welke poort gekoppeld is met een uitlaatleidingsysteem 54 binnen de wand van de cilinder 24, dat weer verbonden is met een uitlaatleiding 56. De zuiger voltooit een gehele bewegingscyclus, heen en weergaand, bij het afvuren van elke kanonloop. Een kanon met vijf lopen geeft dus vijf heen en weergaande bewegingen van de zuiger voor elke draaiing van het samenstel 14 van kanonlopen. Hoewel de gaspoorten, die de cilinder verbinden met de niet-afvurende lopen, openblijven tijdens de energie- slag van de zuiger, zal de snelle beweging van de zuiger en zijn relatief zeer grote oppervlak ten opzichte van dat van de gaspoorten verzekeren dat verreweg het grootste deel van de expansiearbeid, ontleend aan het gas, aan de zuiger wordt afgegeven en niet aan de lekstroom. Bovendien is de hoeveelheid energie, die uit het gas beschikbaar is, groot genoeg, zodat een zo hoog mogelijk rendeement in dit opzicht niet in de eerste plaats belangrijk is.
De tandwieloverbrenging met tandkrans en rondsel kan een kegelvormige of andere vertanding zijn, bijvoorbeeld met platte vertanding op de ring of wat dan ook, een en ander als bekend en gebruikelijk.
De koppelondersteunende inrichting 13 kan bijvoorbeeld van het type zijn als aangegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 617.052 van C.E. Hillman, ingediend op 1 juni 1984. De inrichting omvat een aantal turbines 60 met radiale stroming, elk gecentreerd op een bijbehorende kanonloop. Elke turbine leidt een deel van het kanongas radiaal af en verschaft daarbij een direct zuiver koppel, gecentreerd op de betreffende kanonloop, en deze koppels worden gesommeerd tot een gemeenschappelijk koppel, gecentreerd op de lengteas van het samenstel van kanonlopen zonder dat enige zijwaartse belastingen op de stilstaande delen van het kanon treden.
Een eerste uitvoering van het hydraulische sub-systeem voor het starten is weergegeven in Fig. 5, 6 en 7. Een pomp/motor 100 met zuiger met variabele verplaatsing en overcenter, met een servoafsluiter 102 om de hoekstand van het juk te besturen, is mechanisch via een tandwielkast 104 gekoppeld met de rotor 106 van het kanon, dat het samenstel van kanonlopen omvat. Zoals beschreven in "Machine Design" 9/29/83, p. 159, is de pomp/motor 100 een motor met axiale zuiger, die een huis heeft, dat verschillende zuigers bevat, normaal 7 tot 9, die uitgezet worden door medium van hoge druk. De zuigers worden aan een eind tegengehouden door een onder een hoek staande plaat, gedragen door een juk. Wanneer zij opeenvolgend worden verschoven om tegen de plaat te drukken wekken zij een roterende kracht op, waarbij de zuigers worden geroteerd. Bij de meeste constructies van dit type wordt de as direct gedreven door het bedoelde huis met zuigers of door de nokplaat. Bij sommige hydraulische motoren wordt de as aangedreven door een differentieel-constructie, die een lage snelheid en een hoog koppel toelaat. Als pomp wordt het juk overcenter verschoven om zijn hoekstand om te keren en de as drijft daarbij de zuigers aan.
Een accumulator 104 heeft een vulklepsamenstel 105 dat zorgt voor de aanvankelijke druklading van gas, dat gescheiden wordt gehouden van de hydraulische olie door een zuiger, membraan of balg, en deze accu is via een terugslagklep 106 en een stroombeperkingsklep 108 in serie door een hoge drukverbinding 109 verbonden met wat bij het werken als pomp de uitlaatpoort 100a van de pomp/motor 100 is. De terugslagklep 106 en de stroombeperkingsklep 108 hebben een daaraan parallelle stroomtak, waarin een door een electrische spoel bediende aan/uit-afsluiter 110 en een terugslagklep 112 zijn aangebracht. De inlaatpoort 100b van de als pomp werkende pomp/motor 100 is gekoppeld met een lagedrukverbinding 113. Een handpomp 114 en een terugslagklep 116 zijn in serie aangebracht tussen de accu 104 en de lagedrukverbinding 113. Een met de hand bediende ora-loopafsluiter 118 is gekoppeld tussen de hogedrukverbinding 109 en de lagedrukverbinding 113. Een door een electrische spoel bediende aan-uit-afsluiter 120 koppelt de servo bedieningsinrichting 102 met de accu 104. Een systeemontlastklep 122 is aangebracht tussen de hogedruk-verbinding 109 en één lagedrukpoort 124a van een een lus in het systeem vormend reservoir 124, waarvan de tweede lagedrukpoort 124b gekoppeld is met de lagedrukverbinding 113. Een filter 123 kan worden aangesloten tussen de uitlaatontlastpoort 100c van de motor 100 en de poort 124a van het reservoir 124.
Om de rotor van het kanon te versnellen tot de vuursnelheid moet de servoklep 120 voor aan en uit openen en de servoklep 102 bekrachtigen om de afsluiterplaat van de porap/motor-combinatie overcenter te bewegen van de pompwerking naar de motorwerking en de door een electrische spoel bediende aan/uit-afsluiter 110 moet worden geopend om de accu via de hogedrukverb inding 109 met de pomp/motor te koppelen. Druk van de accu zal toegevoerd worden aan de inlaatpoort 100a van de als motor werkende inrichting om de rotor 106 van het kanon in beweging te brengen en te versnellen via de tandwieloverbrenging 104 in de voorwaartse/afvurende draaiingsrichting. Bij de volle afvuursnelheid moet de aan/uit-klep 110, door een spoel bediend, gesloten worden.
Bij normaal koppel op het geladen kanonsysteem is de pomp 10Q, werkend bij volle verplaatsing, bij lage accudruk geschikt om de rotatie-snelheid van de rotor van het kanon te begrenzen. Tijdens het afvuren wordt de accu opnieuw gevuld door de pomp 100 door de stroombeperkende afsluiter 108 en de terugslagklep 106, waardoor de drukvulling van de accu tot normaal of hoger wordt verhoogd. De servobesturing 102 zal de verplaatsing van de pomp verkleinen wanneer de druk in de accu stijgt, zodat het totale belastingskoppel van het systeem in overeenstemming is met het uitlaatkoppel van de gasaandrijving met inbegrip van het koppel op de vuurmonden om bij het afvuren te helpen om de rotatiesnelheid van het samenstel van lopen te beheersen. Als dit samenstel zijn rotatiesnelheid verandert zal de servo de pompverplaatsing en de pompbelasting bijstellen, zodat de vuursnelheid wordt behouden of daarnaar wordt teruggekeerd.
Wanneer het koppel door de kanonbelasting beneden normaal is zal de pomp bij volle verplaatsing de instelling van de stroombeperkingsklep bereiken bij een bepaalde rotatiesnelheid van het samenstel van lopen als vooraf gewenst geacht en de stroombeperkingsklep zal de nodige tegendruk verschaffen om de rotatiesnelheid van het loopsamenstel te begrenzen totdat de accu tot de vereiste hogere tegendruk is opgeladen.
Bij langere dan normale vuurstoten zal de accu gevuld worden tot een druk, hoger dan normaal. De systeemontlastklep 122 is zo ingesteld dat hij de maximale ladingdruk van de accumulator tijdens zulke vuurstoten begrenst door het openen van de omloop voor medium door de poorten 124a en 124b van het reservoir 124 naar de lagedrukverbinding 113.
Wanneer de slagpennen van het kanon op veilig staan, waardoor het afvuren van ammunitie wordt onderbroken, wordt niet langer kanongas gevormd en wordt dus de aandrijving, daarmee werkend, niet langer bekrachtigd, en de koppelbelasting van het kanon en de pomp zullen dan het loopsamenstel remmen totdat dit stopt. De terugslagklep 106 verhindert dat de pomp in tegengestelde richting gaat draaien als motor. De door een spoel bediende aan/uitklep 110 wordt bekrachtigd wanneer het loopsamenstel geheel is gestopt, waardoor de inlaatpoort 100a voor het als motor werkende samenstel 100 via de hogedrukverbinding 109 onder druk wordt gebracht, zodat de pomp/motor als een motor gaat werken, en wel in de omgekeerde vrijlopende richting, dat wil zeggen dat het loopsamenstel gedraaid wordt in de tegengestelde richting als bij het afvuren. Wanneer het vrijmaken voltooid is wordt de klep 110 niet meer bekrachtigd en daardoor wordt de hoge druk van de verbinding 100a verwijderd om die motorfunctie in omgekeerde richting te doen stoppen.
Zoals blijkt uit Fig. 6 en 7 omvat de hydraulische servopomp/motor 100 en de overbrengingskast 104 een huis 198 met een as 200 van die pomp/motor, die door groeven en ruggen verbonden is met een cilinder-blok of -bus 202 en die ook door zulke groeven of ruggen verbonden is met een koppelas 204, die op zijn beurt weer aldus verbonden is met een invoeras en -tandwiel 206, dat in ingrijping is met een uitvoeras en -tandwiel 208, dat gekoppeld is met een uitvoerkoppelas 210, weer verbonden met een tandwielkast-invoeras en -tandwiel 212, dat op zijn beurt in ingrijping is met het invoertandwiel 214 van een differentieel drijfwerk 216, waarvan de uitvoeras en -tandwiel 218 uiteindelijk gekoppeld is met een kroonwiel op de rotor van het kanon, waardoor het samenstel van lopen, het voedingssysteem en het ammunitiebehandelsysteem worden aangedreven.
Het juk 220 heeft twee één geheel daarmee vormende co-axiale tappen 222, die draaibaar gelagerd zijn in rollenlagers 224, zodat het juk kan draaien om een as 226, die loodrecht staat op de rotatieas 228 van de as 200. Een ringvormige slijtplaat 230 is bevestigd aan en kantelt met het juk. Het cilinderblok 202, dat met groeven en ruggen gekoppeld is met en roteert met de as 200 heeft een aantal cilinders 232, die in een kransvormige rij zijn aangebracht, die concentrisch is met de as 228. Elke cilinder 232 heeft een bijbehorende zuiger 234 met een een geheel daarmee vormende zuigerstang 236, die eindigt in een kogel 238, die een schoen 240 draagt, welke schoen dicht in aanraking is met de slijtplaat 230. De cilinder 232 heeft een poort 242, die eenmaal tijdens elke rotatie van het blok 202 om de as 228 achtereenvolgens op een lijn ligt met een hogedrukpoort 244 en een lagedrukpoort 246 in een stilstaande afsluiterplaat 248. De poort 242 is via een verbindingsleidinggedeelte 250 gekoppeld met de hogedrukaansluiting 109. De poort 246 is via een verbinding 252 gekoppeld met de lagedrukaansluiting 113.
Een magnetische sensor 254 is vast aangebracht nabij de tanden van het invoertandwiel en de as 206 om een uitvoersignaal te geven, dat gebruikt kan worden om de rotatiesnelheid van de as 200 te bepalen.
De kanteling van het juk 220 wordt bestuurd door twee zuigersamen-stellen 260 en 260'. Elk zuigersamenstel is bevestigd aan het huis 198 en omvat een bijbehorende zuigerbus 262 met een cilinder 264, een poort 266 en een zuiger 268. Elke zuiger heeft een bijbehorende zuigerstahg 270 met een bovenste kop 272, sluitend opgenomen door de zuiger 268, en een onderste kop 274, opgesloten binnen een schoen 276, welke gevangen is in een kas 278 in het juk. Twee jukvertragers 280 zijn aan het huis bevestigd tegenover de zuigers om de beweging in het verlengde van de zuigerrichting te begrenzen. Eén poort 266 is via een leiding 282 gekoppeld met de hogedrukleidingruimte 250. De andere poort 260' is via een leiding 284 verbonden met een leidingruimte 286 voor de servobestu-ring.
Een afwijkende uitvoering van het hydraulische sub-systeem voor het aanzetten is weergegeven in Fig. 9, en wel in de uitgeschakelde stand. Een huis 300 heeft een hogedrukleidingruimte 302, gekoppeld met een ho-gedrukaccumulator 304 en een lagedrukleidingruimte 306, gekoppeld met een lagedrukaccumulator 307. Deze accu's zijn door het sub-systeem gekoppeld met een axiale zuigermotor 308, die omkeerbaar is afhankelijk van de vraag welke van zijn hoofdpoorten gekoppeld is met de hogedruk, en deze heeft een verplaatsing, die progressief variabel is tussen een maximum en een minimum. Luchtdruk binnen de accu's kan worden toegevoerd door een niet-getekende afzonderlijke oplaadbare luchtfles. In de uitgeschakelde stand wordt hoge druk bij de hogedrukleidingruimte 302 toegevoerd naar de inlaat 310 van de voorwaarts werkende electromagnetisch bediende klep 312, naar de inlaat 314 van een achterwaarts werkende electromagnetisch bediende klep 316 en naar beide zijden van een stuur-zuiger 318. De gelijke hoge drukken, uitgeoefend op beide zijden, brengen de besturingszuiger 318 in evenwicht maar veroorloven dat een veer 320 de motorbesturingsschuif 322 naar rechts in de gesloten (of uitstaande) stand tegen een aanslag 324 drukt. Een poort 334 verbindt via een leidingruimte 335 de motorinlaatpoort 336 met een kamer 328, die onder lage druk staat. De motoruitlaatpoort 342 is eveneens verbonden met lage druk via de leidingruimte 337, waardoor voorkomen wordt dat de motor in de uitgeschakelde stand langzaam beweegt (kruipt).
Wanneer een trekkersignaal wordt uitgeoefend, wordt de voorwaartse electromagnetisch bediende klep 312 bekrachtigd en dus wordt hoge druk verwijderd van de linkerzijde van de stuurzuiger 318. De hoge druk aan de rechter zijde van de stuurzuiger 318 drukt de zuiger naar links waarbij de veer 320 wordt samengedrukt. Dit maakt het mogelijk voor een veer 338 om de motorstuurschuif 322 naar links te bewegen, waardoor hoge druk uit de leidingruimte 302 via kamer 309 toegelaten wordt naar de leidingruimte 335 en dus zal de motor 308 starten om het kanon te versnellen tot volle snelheid. Tijdens deze versnelling vult de gasaandrijving 16 de motor aan bij het brengen van het kanon op volle snelheid wanneer het afvuren is begonnen. Wanneer motor en kanon ongeveer 90% van de volle snelheid bereiken zal een snelheidssensor (niet-getekend) een electro-nische stuureenheid van een signaal voorzien om gelijktijdig de voorwaartse spoelbediende klep 312 te ontkrachten en de klep 316 voor omgekeerde aandrijving, ook spoelbediend, te bekrachtigen. Deze kleppen oefenen dus druk op de linker zijde van de stuurzuiger 318 uit en ver- wijderen de druk van de rechterzijde. De gecombineerde kracht van de veer 320 en van de stuurzuiger 318 beweegt nu de motorstuurschuif 322 naar rechts, voorbij de normale gesloten (uit)stand, tot in de orakeer-stand waar deze schuif de veren 338 en 339 samendrukt. De aanslag 324, die de uit-stand van de motorstuurschuif 322 bepaalt, wordt naar links gehouden door de kracht van veer 339. De inlaat 336 naar de motor wordt nu verbonden met de lagedrukaccu 307 door een kamer 340, de centrale boring 330 van de motorstuurbus en de poort 334. De uitlaat 342 van de motor wordt nu verbonden met de hogedrukaccu 304 door de terugslagklep 354 terwijl de normale uitlaatbaan van de lagedrukaccu wordt geblokkeerd. Deze toestand wordt in stand gehouden tijdens het op stabiele wijze afvuren van het kanon, daar de gasaandrijving energie aan het kanonsysteem afgeeft en bovendien de motor 308 aandrijft als een pomp om de hogedrukaccu 304 via de terugslagklep 354 te laden. Indien en wanneer de hogedrukaccu een druk heeft bereikt, die een bepaalde voorgekozen waarde vertegenwoordigt, opent een voorwaartse ontlastklep 350 en het medium, dat uit de motoruitlaat 342 is gepompt, wordt nu naar de motorinlaat 336 teruggevoerd.
Om de snelheidsbesturing in voorwaartse richting in stabiele toestand bij het afvuren in stand te houden moet de verplaatsing van motor 308 variabel zijn om een constant belastingskoppel te produceren, zoals vereist in de eerstbeschreven uitvoering van het hydraulische systeem voor het starten. Daar de druk in de hogedrukaccu 304 stijgt wanneer de accu door de motor wordt herladen, moet de verplaatsing van de motor worden verminderd zodanig dat zijn belastingskoppel constant blijft. Deze functie wordt vervuld door een servo 308a, die de verplaatsing beheerst.
Wanneer het trekkersignaal wordt vrijgegeven en nadat de laatste ronde is afgevuurd houdt de gasaandrijving 16 op met energie te leveren en het kanonsysteem vertraagt nu snel ten gevolge van de doorgaande belasting daarop door de motor 308, die nu aangedreven wordt als een pomp door de rotatietraagheid van het kanonsysteem. De motorstuurbus 322 blijft in deze periode in de omkeerstand staan, en, afhankelijk van de lengte van de vuurstoot, zal deze hetzij het kanonsysteem zo besturen dat de hogedrukaccu 304 wordt herladen of dat medium van de motoruitlaat 342 naar de motorinlaat 336 wordt hercirculeerd zoals hiervoor beschreven.
Wanneer de motor de snelheid nul bereikt stroomt hogedrukmedium van de accu 304 via de motorstuurbus door poort 326, terugslagklep 352 en stromingsbeperker 353 naar de uitlaatpoort 342 van de motor, waar dit medium de motor in omgekeerde richting versnelt. De omgekeerde snelheid van de motor wordt bestuurd door de instelling van de stroombeperker 353. De stuureenheid ontkrachtigt de spoelbediende klep voor de omkeer-beweging nadat de niet-afgevuurde projectielen in het kanon uit het kanon zijn afgevoerd. Wanneer deze klep ontkrachtigd wordt, wordt hoge druk uitgeoefend op de rechter zijde van de stuurzuiger 318 en de gecombineerde kracht van de veer 338 en de veer 339 beweegt nu de motorstuur-bus 322 naar links. Als de motorstuurschuif naar links beweegt, wordt de kracht van veer 339 tevens uitgeoefend op de aanslag 324 waardoor veroorzaakt wordt dat deze in dezelfde richting beweegt totdat hij het einde van zijn baan bereikt in de uitstaande stand. Met de aanslag 324 in de uit-stand wordt de veer 339 verhinderd om de motorstuurbus 322 verder naar links te bewegen en die schuif wordt dus in de gesloten (of uit-)-stand gehouden tegen de aanslag 324 door de kracht van de veer 320, die hoger is dan de tegenwerkende kracht van de veer 338. Wanneer de druk de instelwaarde van de omkeerontlastklep 351 bereikt opent deze klep. Wanneer deze klep in open-stand staat stroomt het hydraulische medium van de motorinlaat 336 naar de motoruitlaat 342. Het medium gaat door met hercirculeren op de aangegeven wijze totdat de motor tot stilstand komt.
Claims (5)
1. Vuurwapensysteem van het Gatling-type omvattende: een huis, een samenstel van vuurlopen, draaibaair ondersteund ten opzichte van dat huis, een vuurgasaandrijving gekoppeld met en tussen dat samenstel van lopen en dat huis voor opnemen van vuurgas uit die lopen en voor daardoor roteren van het samenstel der lopen ten opzichte van dat huis, verder omvattende een hydraulisch startend subsysteem, omvattende een accumulator, welk systeem mechanisch met dat samenstel van lopen is gekoppeld om daardoor te worden aangedreven en om dat te helpen aandrijven voor het verschaffen van initiële versnelling, een besturing van de rotatiesnelheid daarvan, een remmen en een in omgekeerde richting vrijmaken van dat samenstel van lopen.
2. Vuurwapensysteem volgens conclusie 1, waarbij dat hydraulische subsysteem een hydraulische motor omvat, die hydraulisch met die accumulator is gekoppeld en die mechanisch met die lopen is gekoppeld om door die lopen te worden aangedreven en daardoor die accumulator onder druk te brengen wanneer dat samenstel van lopen wordt aangedreven door die vuurgasaandrijving.
3. Vuurwapensysteem volgens conclusie 1, waarbij dat hydraulische subsysteem een hydraulische motor omvat, die hydraulisch gekoppeld is met die accumulator en die mechanisch met dat samenstel van lopen is gekoppeld voor het starten van de draaiing van dat samenstel van lopen in de afvuurrichting van de draaiing om gebruik van de vuurgasaandrijving te initiëren, welke motor wordt aangedreven door druk uit die accumulator.
4. Vuurwapensysteem volgens conclusie 1, waarbij dat hydraulische subsysteem een hydraulische motor omvat, hydraulisch gekoppeld met die accumulator en mechanisch gekoppeld met dat samenstel van lopen voor het draaien daarvan in de richting tegengesteld aan de draairichting bij het afvuren, welke motor wordt aangedreven door druk uit die accumulator.
5. Vuurwapensysteem volgens conclusie 1, waarbij dat samenstel van wapenlopen een koppelhulpinrichting heeft, gemonteerd aan de afgeefein-den van die vuurwapenlopen om het vuurgas aldaar af te leiden, en de stroming dan om te zetten in rotatie-energie voor het draaien van dat samenstel van lopen ten opzichte van dat huis.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US67741684 | 1984-12-03 | ||
US06/677,416 US4924753A (en) | 1984-12-03 | 1984-12-03 | Self powered drive system for a Gatling type gun |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8600726A true NL8600726A (nl) | 1990-05-01 |
Family
ID=24718617
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8600726A NL8600726A (nl) | 1984-12-03 | 1986-03-21 | Zelfbekrachtigend aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het gatling-type. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4924753A (nl) |
AU (1) | AU605741B2 (nl) |
DE (1) | DE3608674A1 (nl) |
FR (1) | FR2644573A1 (nl) |
GB (1) | GB2238375B (nl) |
NL (1) | NL8600726A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5042360A (en) * | 1985-12-23 | 1991-08-27 | M.C. Aerospace Corporation | Hydraulic regenerative starter/speed regulator for a gun gas powered gatling gun |
FR2728065A1 (fr) * | 1994-12-12 | 1996-06-14 | Giat Ind Sa | Systeme d'arret de tir et de securite long feu pour une arme a feu automatique multitubes de petit ou moyen calibre |
MX367950B (es) | 2013-06-03 | 2019-09-12 | Profense Llc | Miniametralladora con rueda dentada y árbol de cargador mejorados. |
US10557683B1 (en) | 2018-02-08 | 2020-02-11 | Joseph Staffetti | Controllable firing pattern firearm system |
US10871336B1 (en) | 2018-10-30 | 2020-12-22 | Travis Johnston | Revolving battery machine gun with electronically controlled drive motors |
US10920795B2 (en) * | 2018-11-23 | 2021-02-16 | The Boeing Company | Bootstrap hydraulic reservoir |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2849921A (en) * | 1954-04-02 | 1958-09-02 | Company The Schenectady Trust | Gatling gun |
US3311022A (en) * | 1965-12-01 | 1967-03-28 | Robert R Bernard | Gas drive for automatic gun with rotating barrel cluster |
US3407701A (en) * | 1967-07-17 | 1968-10-29 | Gen Electric | Gas drive for a rotating barrel gun |
US3535979A (en) * | 1968-09-18 | 1970-10-27 | Gen Electric | Self cocking spring starter and brake |
US3568563A (en) * | 1969-01-02 | 1971-03-09 | Gen Electric | Gas drive for a weapon having a rotating cluster of barrels |
US3703122A (en) * | 1970-12-10 | 1972-11-21 | Gen Electric | Muzzle brake torque assist for multi-barrel weapons |
US4004490A (en) * | 1973-04-17 | 1977-01-25 | General Electric Company | Structure for article handling systems |
US3991650A (en) * | 1974-05-15 | 1976-11-16 | General Electric Company | Gun self powered drive system |
US4046056A (en) * | 1976-04-05 | 1977-09-06 | The Garrett Corporation | Pneumatic gun system and method |
US4161904A (en) * | 1977-06-06 | 1979-07-24 | Pulsepower Systems, Incorporated | Liquid propellant modular gun incorporating hydraulic pressurization of the case |
US4342253A (en) * | 1980-04-07 | 1982-08-03 | General Electric Company | Sprocket arrangement in a high rate of fire revolving battery gun |
DE3562167D1 (en) * | 1985-01-17 | 1988-05-19 | Oerlikon Buehrle Ag | Barrel mounting mechanism for multibarrel guns |
-
1984
- 1984-12-03 US US06/677,416 patent/US4924753A/en not_active Expired - Fee Related
-
1986
- 1986-03-03 GB GB8605228A patent/GB2238375B/en not_active Expired - Fee Related
- 1986-03-14 DE DE19863608674 patent/DE3608674A1/de not_active Withdrawn
- 1986-03-21 NL NL8600726A patent/NL8600726A/nl not_active Application Discontinuation
- 1986-03-24 AU AU55341/86A patent/AU605741B2/en not_active Ceased
- 1986-04-30 FR FR8606300A patent/FR2644573A1/fr not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU605741B2 (en) | 1991-01-24 |
AU5534186A (en) | 1990-03-29 |
DE3608674A1 (de) | 1990-08-16 |
US4924753A (en) | 1990-05-15 |
GB2238375B (en) | 1991-12-04 |
FR2644573A1 (fr) | 1990-09-21 |
GB2238375A (en) | 1991-05-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101688669B1 (ko) | 무기용 브리치 드라이브 | |
US10871336B1 (en) | Revolving battery machine gun with electronically controlled drive motors | |
US4204405A (en) | Regenerative drive system | |
NL8600726A (nl) | Zelfbekrachtigend aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het gatling-type. | |
NL8600725A (nl) | Aandrijfsysteem voor een vuurwapen van het gatling-type. | |
US3991650A (en) | Gun self powered drive system | |
US5408915A (en) | Shell feeder for an automatic gun | |
US4328737A (en) | Ammunition feeder for a gun | |
US5042360A (en) | Hydraulic regenerative starter/speed regulator for a gun gas powered gatling gun | |
JPH0221200A (ja) | 可動式武器系統 | |
CA1296936C (en) | Self-powered drive system for a gatling type gun | |
CA1296935C (en) | Drive system for a gatling type gun | |
NO167480B (no) | Kanonsystem av gatling-typen. | |
NO168203B (no) | Drivsystem for en kanon av gatling-typen | |
WO1994010523A1 (en) | Lightweight grenade launcher | |
RU2682699C1 (ru) | Автоматическая стрелково-артиллерийская система "Симметрия" | |
US3915058A (en) | Single barrel gun with a rotary operating mechanism | |
RU2223458C1 (ru) | Спаренная артиллерийская установка | |
JPH0560492A (ja) | ガツトリング型砲装置の駆動機構 | |
JPH0560493A (ja) | ガツトリング型砲の内蔵駆動装置 | |
US9212626B2 (en) | Engine propulsion system | |
US3955300A (en) | Gun bolt | |
US4257310A (en) | Ammunition feeding mechanism for a gun | |
EP4411308A1 (en) | High pressure compressor system for compressed air or gas rifles or pistols | |
EP0041518A1 (en) | Drive transmission means |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |