NL8600654A

NL8600654A - Werkwijze voor het vervaardigen van metaalgaas en gevormd metaalgaas.

Info

Publication number: NL8600654A
Application number: NL8600654A
Authority: NL
Original assignee: Bekaert Sa Nv
Priority date: 1986-03-13
Filing date: 1986-03-13
Publication date: 1987-10-01
Also published as: NO871029D0; DK122487A; DK122487D0; NO871029L; ZA871841B; EP0241052A1

Description

% » 1 < » t ” ? « -1- 865016/vdV/Ba/Jb

Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van metaalgaas en gevormd metaalgaas

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: F. Bruggeman te Zulzeke-Kluisbergen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van metaalgaas waarin elkaar kruisende draden op de kruispunten aan elkaar gelast worden onder vorming van mazen en het aldus verkregen gaas aan een mechanische bewerking 5 wordt onderworpen die leidt tot vervorming van tenminste een deel der mazen.

Dergelijk metaalgaas waarvan door een mechanische bewerking de mazen vervormd zijn ten opzichte van de uitgangstoestand is bekend en vindt vooral toepassing als 10 siergaas in bijvoorbeeld afrasteringen van tuinen. Bij de vervaardiging van dergelijk bekend gaas wordt uitgegaan van elkaar kruisende, .al dan niet geprofileerde, al dan niet rechte draden, die op de kruispunten aan elkaar gelast worden.

Het op die manier gevormde gaas wordt vervolgens vastgezet 15 en zodanig mechanisch bewerkt dat van een deel of alle mazen van het aldus gevormde gaas steeds de in éénzelfde richting lopende draden vervormd worden ten opzichte van de uitgangstoestand. De vervorming van uitsluitend in éénzelfde richting verlopende draden stelt hoge eisen aan het vastzetten 20 van het gaas tijdens deze vervormingsbewerking; waarbij gebreken in het vastzetten gemakkelijk tot een overmatige, totale vervorming dan wel een beschadiging van het gaas kunnen aanleiding geven. Een ander nadeel van de vervorming van de slechts in éénzelfde richting verlopende draden van een deel 25 of alle mazen van het aldus gevormde gaas is, dat het hierdoor slechts mogelijk is om een beperkt aantal vormen of \ patronen van de vervormde mazen te verkrijgen.

Λ

*· - V V -V

• ». i /ü

V

-2-

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een werkwijze van bovenbedoelde soort te verschaffen waarbij de hierboven genoemde nadelen worden opgeheven.

De werkwijze wordt daartoe volgens de uitvinding 5 gekenmerkt doordat de vervorming wordt uitgevoerd met behulp van in de mazen aangrijpende vervormingsmiddelen en dat in elk der rechtstreeks te vervormen mazen alle elkaar kruisende draden vervormd worden ten opzichte van de toestand voorafgaand aan de vervormingsbewerking.

10 Doordat in de bovengegeven werkwijze volgens de uitvinding alle elkaar kruisende draden van een rechtstreeks te vervormen maas worden vervormd ten opzichte van de uitgangstoestand wordt de kans op totale vervorming van het gaas of beschadiging van het gaas bij minder goed vastzetten sterk gereduceerd.

15 Indien bij de vervormingsbewerking de symmetrie van de maas gehandhaafd blijft, zal zelfs indien het gaas in het geheel niet vastgezet is, geen totale vervorming of beschadiging van het gaas kunnen optreden aangezien in dat geval als gevolg van de vervormingsbewerking het gaas geen neiging tot verschuiving 20 zal vertonen.

De vervormingsbewerking zal in het algemeen zodanig worden uitgevoerd dat de kruispunten van de elkaar kruisende draden ten·opzichte van elkaar op dezelfde plaats blijven; met andere woorden, de draden die de mazen van het gaas vormen, 25 zullen kunnen vervormen, maar de hoekpunten van de mazen blijven ten opzichte van elkaar op hun plaats zodat daardoor de kans op totale vervorming van het gaas of beschadiging sterk wordt verminderd.

In de werkwijze volgens de uitvinding wordt onderscheid 30 gemaakt tussen rechtstreeks te vervormen mazen en niet- rechtstreeks te vervormen mazen. Rechtstreeks te vervormen mazen zijn mazen waarin een vervormingsmiddel direct aangrijpt wat leidt tot vervorming van de betreffende maas; niet-rechtstreeks te vervormen mazen zijn mazen die worden gevormd als gevolg van 35 het aangrijpen van een vervormingsmiddel in één of meer naburige mazen wat leidt tot een niet-rechtstreekse vervorming van de betreffende, niet door een vervormingsmiddel bewerkte maas.

In het bijzonder wordt in de werkwijze volgens de u ; v 0 ϋ 0 4 -3- uitvinding een gaas gevormd waarvan de mazen voorafgaand aan de vervormingsbewerking een vierhoekige vorm bezitten en door de vervormingsbewerking tenminste de rechtstreeks te vormen mazen een n-hoekige vorm verkrijgen waarbij n > 4. Door een dergelijke 5 werkwijze wordt een gaas verkregen waarin elk der draden van de rechtstreeks te vervormen mazen één of meer knikken bevat en waarin de draadstukken tussen de verschillende knikken en hoekpunten recht zijn gebleven. In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm gaat men op deze wijze over van een vierhoekige 10 maas naar een achthoekige maas.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een gaas gevormd waarvan de mazen voorafgaand aan de vervormingsbewerking een vierkante vorm bezitten en door de vervormingsbewerking alle elkaar kruisende draden van elk der 15 rechtstreeks te vervormen mazen een tenminste gedeeltelijk gekromde vorm verkrijgen. Bij de grootst mogelijke symmetrische vervorming zal bereikt worden dat de oorspronkelijke kruispunten van de draden komen te liggen op de omtrek van een door vervorming gevormde cirkel en waarbij de maximale maat van 20 het vervormingsmiddel respectievelijk het maximale werkingsgebied van dit vervormingsmiddel wordt bepaald door de oorspronkelijke onderlinge afstand van de kruispunten van het in eerste aanleg gevormde gaas.

Met bijzonder veel voordeel wordt volgens de werkwijze 2'5 een gaas gevormd waarvan de mazen grenzend aan de randen een kleiner oppervlak bezitten dan de overige mazen en waarbij de afmetingen van de in de randmazen aangrijpende vervormingsmiddel en dienovereenkomstig zijn aangepast. Doordat het oppervlak van de zogenaamde randmazen kleiner is dan het oppervlak van 30 de mazen in de rest van het gaas wordt aan de randen van het gaas een verstevigingseffekt bereikt dat bijvoorbeeld het vastzetten van dergelijk gaas aan palen of andere bevestigingsplaatsen vergemakkelijkt en waardoor de handhaving van dergelijk gaas tijdens het gebruik wordt verbeterd.

35 Met zeer veel voordeel wordt in de werkwijze volgens de uitvinding de vervormingsbewerking toegepast op ten hoogste 50 % van het totale aantal mazen. Door de alzijdige vervorming van de rechtstreeks te vervormen mazen wordt bereikt, dat ook - rr λ.

-4- mazen waarin geen vervormingsmiddel aangrijpt, vervormd worden ten opzichte van de uitgangstoestand. Door met dit aspect rekening te houden zal men uiteindelijk slechts maximaal 50 % van alle mazen hoeven te vervormen om te bereiken dat alle mazen 5 als gevolg van de vervormingsbewerking vervormd zijn; 50 % van alle mazen zijn in dat geval rechtstreeks vervormd en 50 % van de mazen worden in dat geval niet-rechtstreeks vervormd.

Deze omstandigheid heeft derhalve een sterke vermindering van het benodigde aantal vervormingsbewerkingen respectievelijk het 10 per gaasoppervlak benodigde aantal vervormingsmiddelen tot gevolg.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een metaalgaas gevormd door elkaar kruisende draden die op de kruispunten aan elkaar gelast zijn waarvan tenminste een deel der mazen vervormd is ten opzichte van een uitgangsvorm dat gekenmerkt wordt 15 doordat het gaas mazen omvat waarvan alle elkaar kruisende draden zijn vervormd ten opzichte van een uitgangstoestand en eventueel mazen waarvan tenminste een deel der elkaar kruisende draden onvervormd is ten opzichte van een uitgangstoestand.

De uitvinding zal nu worden toegelicht met behulp van de 20 tekening waarin:

Fig. 1 een gaas met vierkante mazen weergeeft met een schematische i aanduiding van minimale en maximale afmeting van een 4vervormingsmiddel.

Fig. 2 een gaas als in figuur 1 weergeeft bij een 25 vervormingsbewerking met de hoogste frequentie.

Fig. 3 een gaas als in figuur 1 en 2 weergeeft met een schematische aanduiding van een anders gevormd vervormingsmiddel.

Fig. 4 een gaasvorm weergeeft die wordt bereikt door uitvoering van de in figuur 1 schematisch weergegeven vervormingsbewerking.

30 Fig. 5 een gaasvorm weergeeft na uitvoering van de in figuur 2 schematisch aangegeven vervormingsbewerking met de hoogste frequentie.

Fig. 6 een gaasvorm weergeeft met een daarop uitgevoerde vervormingsbewerking zoals schematisch in figuur 3 is aangegeven.

35 In figuur 1 is met verwijzingscijfer 1 een rechtstreeks te vervormen maas aangegeven terwijl met verwijzingscijfer 10 een niet rechtstreeks, gedeeltelijk te vervormen maas is aangeduid en met verwijzingscijfer 20 een niet te vervormen maas.

1 ' Λ Λ ? 'v A

5'jv.' 0 4 -5-

De draden 2 en 3 kruisen elkaar in kruispunten 4; deze kruispunten 4 blijven bij de vervormingsbewerking ten opzichte van elkaar op hun plaats. In de rechtstreeks te vervormen mazen 1 is met stippellijnen de inbrengmaat en de maximale maat 5 van een vervormingswerktuig aangegeven waarmee een ten minste gedeeltelijk gekromde eindvorm van elk der draden die de rechtstreeks te vervormen maas begrenzen bewerkstelligd wordt.

In dit geval is de maximaal te bereiken vervorming zodanig dat de vierkante maas een cirkelvorm verkrijgt waarbij de 10 oorspronkelijke kruispunten 4 op deze cirkel zijn gelegen.

In figuur 2 zijn weer de rechtstreeks te vervormen mazen met 1 aangegeven en de niet-rechtstreeks doch alzijdig te vervormen maas in het centrum is met 11 aangeduid. In dit geval is om alle mazen van het uitgangsgaas te vervormen een 15 rechtstreekse vervorming van 50 % van het totale aantal mazen benodigd.

In figuur 3 is nog een andere vorm aangegeven waarbij de binnenste stippellijn weer een mogelijke afmeting en vorm van het vervormingsmiddel bij inbrengen in de maas 1 voorstelt en de 20 buitenste stippellijn een maximaal te realiseren eindvorm van de maas 1 weergeeft. De niet-rechtstreeks te vervormen mazen zijn weer met 10 aangegeven, terwijl de niet te vervormen mazen met 20 zijn aangeduid.

In de figuren 4, 5 en- 6 zijn een drietal mogelijke vormen 25 weergegeven die het gevolg zijn van de in de figuren 1, 2 en 3 schematisch aangeduide vervormingswerkwijzen volgens de uitvinding en die zijn toegepast op gaas met vierkante mazen.

Alhoewel in de voorgaande beschrijving steeds gesproken is over vierhoekige respectievelijke vierkante mazen is 30 de uitvinding niet tot dergelijke maasvormen beperkt; ook driehoekige of zeshoekige maastypen kunnen op dezelfde wijze bewerkt worden; ook mazen waarvan de draden geen rechte uitgangsvorm bezitten kunnen op dezelfde wijze worden behandeld. Veel aandacht is geschonken aan vierhoekige of vierkante 35 maastypen omdat dergelijke maastypen in de praktijk zeer veelvuldig worden toegepast.

0 3 ft Λ ? f V VVV V ·- '*

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van metaalgaas waarin elkaar kruisende draden op de kruispunten aan elkaar gelast worden onder vorming van mazen en het aldus gevormde gaas aan een mechanische bewerking wordt onderworpen die leidt 5 tot vervorming van tenminste een deel der mazen met het kenmerk: dat de vervorming wordt uitgevoerd met behulp van in de mazen aangrijpende vervormingsmiddelen en dat in elk der rechtstreeks te vervormen mazen (1) alle elkaar kruisende draden (2,3) 10 vervormd worden ten opzichte van de toestand voorafgaand aan de vervormingsbewerking..

2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat een gaas wordt gevormd waarvan de mazen voorafgaand 15 aan de vervormingsbewerking een vierhoekige vorm bezitten en door de vervormingsbewerking tenminste de rechtstreeks te vervormen mazen (1) een n-hoekige vorm verkrijgen waarbij n > 4.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 20 met het kenmerk dat een gaas wordt gevormd waarvan de mazen voorafgaand aan de vervormingsbewerking een vierkante vorm bezitten en door de vervormingsbewerking alle elkaar kruisende draden (2,3) van elk der rechtstreeks te vervormen mazen (1) een 25 tenminste gedeeltelijk gekromde vorm verkrijgen.

4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-3 met het kenmerk dat een gaas wordt gevormd waarvan de mazen grenzend aan 30 de randen een kleiner oppervlak bezitten dan de overige mazen ƒ> ^ v ƒ 5¾ « f. * * ,Λ \r ,J -f J j * * ' -7- en dat de afmetingen van de in de randmazen aangrijpende vervormingsmiddelen dienovereenkomstig zijn aangepast.

5. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-4 5 methetkenmerk dat de vervormingsbewerking wordt toegepast op ten hoogste 50 % van het totale aantal mazen.

6. Metaalgaas gevormd door elkaar kruisende draden die op de kruispunten aan elkaar gelast zijn waarvan tenminste 10 een deel der mazen vervormd is ten opzichte van een uitgangsvorm methetkenmerk dat het gaas mazen (1;11) omvat waarvan alle elkaar kruisende draden (2;3) zijn vervormd ten opzichte van een 15 uitgangstoestand en eventueel mazen (10;20) waarvan tenminste een deel der elkaar kruisende draden (2;3) onvervormd is ten opzichte van een uitgangstoestand. 88 0 0 i : ?