NL8520103A - Duivenkooisamenstel. - Google Patents

Description

l*.' t J

-1-

Korte aanduiding: Duivenkooisamenstel.

Deze uitvinding heeft betrekking op een duivenkorf, kooi of krat voor wedstrijdduiven of andere doeleinden, en meer in het bijzonder, op een 5 zogenaamde "enkel opengooien" korf, kooi of kratsamenstel voor het verkrijgen van volledig geautomatiseerde getimede tussenruimtes voor openen van de deuren van ieder.

In het verleden waren kratten voor wedstrijdduiven uitgerust met een deur welke, als scharnierend aan de zijkanten of onderzijde en naar bui-10 ten zwenkte om de postduiven te bevrijden uit de kratten in grote groepen. Sommige deuren, die werden verzwenkt over de bodem waren uitgerust met veren om de deur open te laten springen.

Een in het oog lopend nadeel van een dergelijke deur is dat de deur met de hand moet worden geopend, hetgeen een mens vereist om de ope-15 ning van de deur in werking te stellen.

Een ander nadeel is dat de deur van gebruikelijke trainingskor-ven alle vogels in de krat toestaat tezamen naar buiten te treden in plaats van één per keer, aangezien geen voorziening was gemaakt voor het bevrijden van een duif per keer. Dientengevolge volgde het meest van de groep een paar 20 Leidende vogels in plaats van de koers naar huis door hun eigen mogelijkheden te sturen.

Ook hebben in het verleden enige een enkele vogel in een zeer kleine krat geplaatst met een met de hand in werking gestelde elektrische grendel. De grendel werd gebruikt voor het vrijgeven van een deur, welke 25 scharnierde om de onderzijde en gebruikte veren om de deur open te springen, zodra de elektrische grendel in werking werd gesteld.

Een in het oog springend nadeel hiervan is dat iedere kleine krat een afzonderlijke deur vereiste en een afzonderlijke solenoide om de grendel vrij te geven voor het openen van de deur.

30 Een ander nadeel is dat de elektrische grendel nog steeds een mens vereiste om hem in werking te stellen.

Een ander nadeel is dat de kleine deur van de bovengenoemde krat een veerbelaste scharnier vereiste en een losmaakbare grendel, welke moet werken in samenhang met de solenoide, waarvan de combinatie verhoudingsge-35 wijs gecompliceerd en duur is en soms werkt de veerscharnier niet juist, in het bijzonder onder sterke wind, waarop de deuren soms zelfs na te zijn ontgrendeld blijven vastzitten.

8520103

' V

-2- 26069/CV/t j

Een ander nadeel is dat een afzonderlijke krat wordt vereist voor iedere vogel. Vijftien vogels zullen bijvoorbeeld vijftien afzonderlijke kleine kratten vereisen, hetgeen transport moeilijk maakt, aangezien iedere kleine krat afzonderlijk moet worden verwerkt.

5 Een oogmerk van de huidige uitvinding is het verkrijgen van een volledig automatische enkele opening duivenkorf, krat of kooisamenstel, welke de bovengenoemde nadelen overwint.

Een meer specifiek oogmerk van de huidige uitvinding is het verkrijgen van een volledig automatische duivenkorf, krat of kooisamenstel 10 voor bijvoorbeeld wedstrijdduiven, waarin deuren verticaal naar beneden worden opengeschoven door zwaartekracht met getimede tussenruimtes om de wedstrijdduiven toe te staan alleen, dubbel of in drievoud, enz., met getimede tussenruimtes in plaats van in grote groepen vrij te geven.

Een ander oogmerk is het verkrijgen van een volledig automatische 15 korf, krat of kooisamenstel, dat verhoudingsgewijs eenvoudig en goedkoop in totale constructie is, gemakkelijk te hanteren en te transporteren, en bijzonder betrouwbaar in werking, zelfs onder windomstandigheden.

Een ander oogmerk is het verkrijgen van een volledig automatisch duivenkorf, krat of kooisamenstel, waarbij, indien de vogels eenmaal in de 20 gemechaniseerde krat zijn geplaatst en het vrijmaakmechanisme is gestart, het geheel automatisch is en geen menselijk toezicht vereist om de vogels vrij te maken.

Andere oogmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende beschrijving, genomen met de bijgaande tekenin-25 gen, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van een geheel automatische duivenkorf, krat of kooisamenstel, dat de huidige uitvinding belichaamt; fig. 2 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht op vergrote schaal is, genomen langs de lijn 2-2 van fig. 1, een van de solenoides of elektro-30 magneet en aanslagcombinaties opgenomen in de onderste afdeling van iedere verticale rij weergevend; fig. 3 een aanzicht is, zoals gezien van de rechterzijde van fig. 1; fig. 4 een bovenaanzicht is van het afdelingssamenstel; fig. 5 een vergroot deelaanzicht is van een voorste hoekgedeelte 35 van fig. 4, duidelijker het schuivend samenstel van de voordeuren weergevend; fig. 6 een aanzicht is, dat twee gestapelde korven, kratten of kooien toont onder een gemeenschappelijk dak in op afstand van elkaar ge- <ν κ, -3- 26069/CV/tj

Legen rug-aan-rug verhouding; fig. 7 een wijziging toont van de deur als zijnde een doorlopende

Lus.

Fig. 8 een bovenaanzicht is van het onderste niveau of utiliteits-5 compartiment, een wijziging weergevend waarbij sLechts een enkele soLenoide wordt gebruikt voor het bedienen van aLLe schuifbare deuren van de kooi; fig. 9 een vergroot dwarsdoorsnedeaanzicht is, genomen Langs Lijn 9-9 van fig. 8; fig. 10 een dwarsdoorsnedeaanzicht is, genomen Langs Lijn 10-10 10 van fig. 8; en fig. 11 een wijziging is van de ondersteuning voor de deuraanslag.

Meer in het bijzonder verwijzend naar de tekeningen duidt nummer 1 een kooisamenstel aan voorzien van een aantal verticale rijen van afdelingen onder een gemeenschappelijk dak, iedere afdeLing voor het opnemen van een 15 enkeLe duif of andere vogeL.

Bij de voorzijde yan het staLsamensteL zijn er meerdere langge-strekte verticaaL schuivende deuren 2 aangebracht, een schuivende deur voor iedere verticaLe koLom afdeLingen, een deurgedeeLte ieder van de verticaaL gestapeLde afdeLingen afsluitend. Zoals duideLijker in fig 4 en fig. 5 20 weergegeven is iedere deur 2 van een verticaLe rij afdeLingen verticaaL geschoven tussen deurLeibanen 3, die zich verticaaL uitstrekken, — de einddeu-ren ook, aan de andere zijde geschoven zijnde in een inkeping 4 gevormd in een verticaLe zijkoLom of steun 5 van het samenstel, weLke een 3/4 inch bij 2-inch triplexstrip kan zijn. De deuren 2 kunnen uit "Plexiglas" of 25 een ander geschikt materiaal zijn, hetzij transparant, doorschijnend of ondoorzichtig. Bevestigd aan en naar binnen uitstekend van de deuren 2 zijn een aantaL aanslagen, zoals 6, — een voor iedere afdeling. De verticale afstand tussen ieder van de deuraanslagen 6 is gelijk aan de verticale hoogte van een afdeling. Zoals afgebeeld in fign. 1 en 2 zijn inkepingen 10 ge~ 30 sneden in de vloeren, de aanslagen toestaande door de vloeren te bewegen zonder de vloeren te treffen indien zij hun intermitterende verticale neerwaartse daling uitvoeren.

Zoals duidelijker in fig. 2 weergegeven heeft de onderste afdeling van iedere verticale rij een elektromagnetische solenoide 7, welke 35 een anker of zuiger 8 en een terugstelveer 9 bevat voor het normaal dringen van het solenoïde-anker of zuiger 8 tegen het binnenoppervlak van de deur 2 teneinde te dienen als een aanslag tegen welke de deuraanslag 6 zal 1520103 s.

-4- 26069/CV/tj rusten. Anker 8 wordt gedurende een fraktie van een seconde teruggetrokken naar de gestippelde lijnstand afgebeeld in fig. 2 indien de solenoïde gedurende een fraktie van een seconde wordt bekrachtigd/ juist een aanslag toestaande naar beneden te vallen voorbij het einde van het anker 8. Alle 5 deuraanslagen 6 hebben, zoals afgebeeld in fig. 2, een afgeschuinde bovenrand, het anker 8 toestaande over de stop 6 te glijden indien de bediener met de hand ieder van de verticale schuifdeuren 2 terugduwt naar hun geheel gesloten stand.

Door algemeen bekende regelmiddelen (niet weergegeven) bedienen 10 elektronische regelorganen de verschillende elektromagnetische solenoïdes 7, een enkele solenoïde per keer, door te voorzien in een getimede impuls van elektriciteit naar een solenoïde 7, welke juist een fraktie van een seconde in duur is en daardoor het solenoïde-anker gedurende slechts een fraktie van een seconde terugtrekt, juist lang genoeg voor een aanslag 6 op de 15 schuifdeur 2 om te vallen voorbij het einde van het solenoïde-anker 8. Veer 9 dringt onmiddellijk het solenoide-anker 8 terug naar buiten naar de aan-slagstand zodra de aanslag hem passeert, de schuifdeur 2 toestaande verticaal langs leibanen 3 en 5 naar beneden te schuiven totdat de aanslag 6 van de volgende daaronder liggende afdeling met het anker of zuiger 8 in 20 contact komt, op welk tijdstip de neerwaartse schuifbeweging van de deur 2 wordt stopgezet. Het elektronische regelorgaan voorziet ook in een tijdsinterval tussen solenoïde-bekrachtigingen, een opeenvolgende daling aan i iedere gegeven verticaal schuivende deur 2 voortbrengend als het het openen of blootgeven van een afdeling toestaat op een tijdstip met een tijdsinter-25 val tussen iedere opening of blootgeving van iedere afdeling.

Tijdens bedrijf worden, zoals hierboven vermeld, de verschillende solenoïdes 7, beginnende met de meest linkse solenoïde van de verticale rijen, opeenvolgend bekrachtigd met gelijkmatige tijdsintervallen, zodat de meest linker deur 2 zal worden toegestaan om intermitterend naar beneden 30 te schuiven over slechts de verticale lengte of hoogte van een afdeling. Zoals bovenvermeld wordt deze daling van slechts een afdeling bij iedere solenoide-bekrachtiging bewerkstelligd door de solenoïde-bekrachtiging slechts voor een fraktie van een seconde te laten duren, juis lang genoeg om juist een deuraanslag 6 te laten vallen voorbij het einde van het anker 35 8. De veer 9 dringt het anker onmiddellijk terug naar buiten naar de aan-slagstand zodra als een aanslag het einde van het anker passeert. De deur wordt tegengehouden indien de volgende hoger gelegen aanslag naar beneden 8520103 -5- 26069/CV/tj valt om het solenoide-anker te treffen. Indien de onderste afdeling van een verticale kolom is geopend start de elektronische regeling automatisch de volgende deur naar rechts in zijn opeenvolgende daling. Op deze wijze zullen de afdelingen in iedere verticale kolom opeenvolgend van boven naar beneden wor-! den geopend om de duiven afzonderlijk met getimede tussenruimtes te bevrijden. De tijdslengte tussen solenoidebekrachtigingen kan met de hand worden ingesteld door de bediener voordat de machine wordt gestart. Een tijdsinterval tussen 0 en 10 minuten wordt het meest algemeen gebruikt.

In sommige gevallen is het gewenst misschien twee of drie of meer 10 afdelingen gelijktijdig met getimede tussenruimtes te hebben geopend; bijvoorbeeld de horizontaal opgestelde afdelingen. Dit kan worden gedaan door het regelorgaan eenvoudig te wijzigen teneinde twee of drie of meer van horizontaal opgestelde solenoides per keer te bekrachtigen totdat alle afdelingen in de verticale rijen opeenvolgend zijn geopend. In plaats van een 15 enkele schuivende deur dalend in zijn opeenvolgende daling van boven naar beneden kunnen dus twee of drie óf meer deuren worden bewerkstelligd gelijktijdig te dalen. Zoals bovenvermeld start, indien de onderste afdeling van een verticale kolom is geopend, het elektronische regelmechanisme automatisch de naburige deur naar rechts in zijn opeenvolgende daling.Zich een beeld vor-20 mend van een gelijktijdige intermitterende daling van twee deuren in fig. 1 wordt het duidelijk dat de eerste deur (meest linkse deur)en de vierde deur samen vallen, dan de tweede en vijfde deur samen vallen, dan de derde en » zesde deur samen vallen.In het vallen van gelijktijdig drie deuren vallen de eerste, derde en vijfde deur tezamen, dan vallen de tweede, vierde en 25 zesde deur tezamen. Indien de laatste vogel of vogels zijn bevrijd door de machine schakelt de inrichting zich automatisch uit.

In gebruik wordt de kooi drie tot vier voet boven de grond opgeheven, de deuren toestaande om onderbroken naar beneden te schuiven. Het zal gemakkelijk blijken dat iedere deur 2, op het tijdstip dat de onderste 30 afdeling is geopend, aanzienlijk onder de vloer van deze onderste afdeling zal uitsteken. Indien het gewenst is dergelijk abnormaal uitsteken te vermijden kan de deur 2 voldoende flexibel worden gemaakt door te worden vervaardigd uit dun flexibel kunststofstrookmateriaal 2a continu opgesteld in een lusvorm, zoals in zijaanzicht getoond in fig. 7, waarin Lus 2a vol-35 ledig is gewikkeld om het samenstel en kan worden aangedreven door een geschikte door een motor aangedreven krachtbron 8 om de plaats in te nemen van de zwaartekracht-trekkracht op de deur. De Lus zal een langgestrekte 8520103 -6- 26069/CV/tj opening hebben, de Lengte van een verticale rij afdelingen. Het aandrijf-vermogen kan slechts voldoende zijn om de lus 2a te bewegen indien deze niet wordt tegengehouden door een of meer ankers 8 van een solenoide.

Fig. 6 toont een opstelling waarbij twee stapels afdelingen, dat 5 wil zeggen twee afzonderlijke afdelingeenheden zoals afgebeeld in fign. 1 tot 4 in op afstand van elkaar rug tot rug verhouding zijn opgesteld. Fig.

6 toont hoe beide afdelingen een gemeenschappelijk dak 9 delen voor het verkrijgen van de dekking en isolatie voor de bovenste evenals onderste afdelingen. Een enkele eenheid afdelingen is ook uitgerust met een of ander 10 type eenvoudig dak. De achterwand of paneel dat de achterzijde van de afdelingen afsluit is bij voorkeur geventileerd door het aanbrengen van ope-ningen daarin.

Aangezien het in de aard van de vogel ligt terug te bewegen naar de achterzijde van de afdeling indien hij wordt geplaatst in een afdeling van 15 de machine, wordt het de voorkeur gegeven iedere afdeling van het kooisa-menstel uit te rusten met een stang 9a (fig. 3). Dit kan worden gedaan door boren van tegenover elkaar gelegen gaten door de verticale scheidingswanden op ieder niveau van afdelingen en dan horizontaal door de gaten een massieve een kwart inch houten geleidingsstang 9a te steken, een voor ieder 20 niveau afdelingen. De stang is bij voorkeur 1-5/8-inch hoog vanaf de vloer van iedere afdeling en voldoende op afstand gelegen van de achterste stationaire wand, welke bij voorkeur schermvormig of geventileerd is, zodat de vliegveren en staart van de duiven niet de schermvormige of geventileerde achterwand zullen treffen, hetgeen het einde van hun vliegveren zou ra-25 felen. Aangezien een wedstrijdduif moet vliegen met een gemiddelde van 1.500 tot 2.000 mijl gedurende ieder seizoen is het kritisch, dat de einden van de vliegveren onbeschadigd worden gehouden, aangezien zij het vlieg-vermogen leveren.

Natuurlijk moet, voor het juist uittreden uit het kooi samenstel, 30 de wedstrijdduif gericht blijven in de richting van de schuifdeur en daarom is de breedte en de hoogte van iedere afdeling juist groot genoeg voor een duif om daarin te passen, maar klein genoeg zodanig dat hij niet kan omkeren. De diepte van de afdelingen is ongeveer twaalf inch. In sommige gevallen kunnen de afdelingen langgestrekt zijn, zodat twee of drie duiven 35 in een enkele afdeling kunnen worden geplaatst, de een achter de ander. De pen 9a is hoog genoeg opgesteld, zodanig het de bovenzijde van de poten van de vogel raakt, zodat deze er niet overheen kan stappen om achteruit 152 0 1 0 3 ft -7- 26069/CV/tj te gaan. De pen kan ook ongeveer drie inches boven de vLoer zijn opgesteld in plaats van 1-5/8 inch, zodat de pen boven de rug van de vogel is. Dit voorkomt eveneens dat de vogel in de afdeling achteruit gaat. De penstaven kunnen horizontaal uit de weg worden geschoven totdat de vogels in de kooi 5 zijn geladen. De penstaaf vermijdt zelfs de noodzaak om een achterste wand of scherm te hebben aan de achterzijde van de kooi, aangezien de vogel niet achteruit kan bewegen, hetgeen de vervaardigingskosten van de kooi aanzienlijk minder maakt en zelfs grotere ventilatie geeft. Het dak zal de regen en sneeuw tegenhouden om de kooi hetzij van de voorzijde of achter-10 zijde binnen te treden.

Uiteraard kunnen de voorste schuifbare deuren geperforeerd of van gaas zijn voorzien voor ventilatiedoeleinden, indien dit gewenst is.

Indien een van gaas voorziene achterzijde wordt gebruikt op het kooi samenstel plaatst de bediener de vogels (met de kop van de vogel naar 15 de deur gericht) in de afdelingen vanaf de voorzijde van het kooi samenstel, beginnende met de onderzijde van een verticale rij en opeenvolgend naar de top doorgaande. Indien iedere vogel in zijn afdeling is geplaatst duwt de bediener met de hand de verticaal schuivende deur omhoog om die afdeling af te dekken, zo de vogel in die afdeling opsluitend. Indien geen van gaas 20 voorziene achterzijde wordt gebruikt is het gemakkelijkste eerst alle schuifdeuren geheel te sluiten en daardoor alle afdelingen af te sluiten, dan alle penstaven 9a uit het kooisamenstel te schuiven, vervolgens iedere vogel vanaf de achterzijde van het kooisamenstel in te brengen, de penstaaf 9a horizontaal terug te schuiven door de tegenover elkaar gelegen gaten in de 25 verticale scheidingswanden van het kooisamenstel en achter de benen van de vogels indien ieder vogel is ingeladen. Nadat alle vogels zijn ingeladen wordt het elektronische regelorgaan van het kooisamenstel met de hand ingesteld om 1, 2, 3 etc., deuren per keer te openen. Het kooisamenstel wordt dan met de hand ingeschakeld en benodigd vanaf dat tijdstip geen menselijke 30 aandacht of toezicht om de vogels afzonderlijk, dubbel, met zijn drieën, enz. vrij te laten.

Het zal dus worden gezien, dat ik heb voorzien in een efficiënte, geheel automatische, "enkel openen" korf, krat, kooi of machinesamenstel voor het vrijmaken van duiven en besparing van de eigenaar van grote hoe-35 veelheden trainingstijd aangezien het de taak van de eigenaar van het afzonderlijk bevrijden van de duiven met de hand elimineert, en voor andere doeleinden, welke van verhoudingsgewijs eenvoudige en goedkope constructie 8520103 -8- 26069/CV/tj is en ook weerbestendig, en gemakkelijk te transporteren en te hanteren aangezien alle afdelingen voor het vasthouden van de vogels onderling zijn verbonden als een enkele eenheid en waarin een aantal schuivende voordeuren met getimede tussenruimtes geleidelijk intermitterend worden geopend om een 5 opeenvolgende opening van afdelingen onder een gemeenschappelijk dak in een verticale rij toe te staan zodanig dat duiven daarin kunnen ontsnappen of worden bevrijd, een per keer, met getimede tussenruimtes, — of waarbij twee of meer duiven kunnen worden bevrijd met getimede tussenruimtes, door opeenvolgend openen van twee of meer afdelingen gelijktijdig onder een gemeen-10 schappelijk dak in twee of meer verticale rijen, zodat duiven daarin met getimede tussenruimtes kunnen ontsnappen of worden bevrijd, — of waarbij een, twee of meer duiven met getimede tussenruimtes kunnen worden bevrijd indien een doorlopende lusvormige flexibele deur geleidelijke opening toestaat van de afdelingen, intermitterend met getimede tussenruimtes.

15 Fign. 8, 9 en 10 tonen een modificatie van de uitvinding waarin in plaats van gebruik making van een elektromagnetische solenoide om de val voor ieder van de schuifdeuren te regelen, slechts een solenoide wordt gebruikt om de val van alle schuifdeuren te regelen. Dit vermindert aanzienlijk de vervaardigingskosten.

20 In het bijzonder verwijzend naar de bovengenoemde modificatie toont fig. 8 het onderste niveau of utiliteitscompartiment. De elektromagnetische solenoide 10 heeft een veer 11, die anker 17 en stijf koppelorgaan 12 normaal.naar buiten dringt naar de schuifdeuren.Indien de solenoide wordt bekrachtigd voor een fraktie van een seconde trekt hij de zuiger of 25 anker 17 terug met het gehele stijve koppelorgaan 12 naar de met gestippelde lijnen weergegeven stand afgebeeld in fig. 9. Het stijve koppelorgaan 12 is samengesteld .uit staal, aluminium, kunststof of enig ander type stijf materiaal, dat niet zal buigen indien de solenoide eraan trekt. De anker-einden van het stijve koppelorgaan, een ankereinde voor iedere schuifdeur, 30 ondersteunt de deuraanslagen 15. De vorm van het stijve koppelorgaan is het best weergegeven in fig. 8.

Iedere schuifdeur 15a heeft een grendelpen-vrijmaakaanslag' 14 vast bevestigd nabij de bovenzijde van iedere deur. Op soortgelijke wijze als in fig. 1 heeft de modificatie een aantal verticaal op afstand van elkaar 35 gelegen deuraanslagen 15 vast bevestigd aan de deuren en die zijn aangepast om te rusten op de ankereinden van het uit een stuk bestaande stijve koppelorgaan 12, dat is bevestigd aan het anker of zuiger 17 van de solenoide.

% -9- 26069/CV/tj

Het stijve koppelorgaan 12 wordt ondersteund door een steunrol 18 (duidelijkste weergegeven in fig. 9) of door enig ander type wrijvingsloze ondersteuning aangebracht op de ondervloer van het kooi samenstel of krat.

Ook op de ondervloer van het kooisamenstel of op enige andere doelmatige 5 plaats zijn er verschillende één-richting scharnierende grendelpennen 19 stevig bevestigd, een voor iedere deur, behalve de eerste deur, aangezien de eerste deur altijd de openingsvolgorde begint, en wiens werking het beste is afgebeeld in fig. 10. Grendelpen 19 vergrendelt in de horizontale stand, in de richting van de klok draaiend; daardoor rust, indien het in de hori-10 zontale stand is, zoals met getrokken lijnen weergegeven, de ondersteunings-aanslag 15b van de verschuifbare deur, van de naburige verticaal verschuifbare deur, welke stevig is bevestigd aan de plexiglas deur, erop en ondersteunt daardoor de deur in een bepaalde stand.

Fig. 9 toont een zijaanzicht genomen langs lijn 9-9 van fig. 8. 15 Indien gelegen tegenover de voorzijde of deurzijde van de kooi toont cijfer 14 van fign. 9 en 10 de grendelpen-vrijmaakaanslag van de meest linkse deur, terwijl nummer 15b de schuifdeur ondersteuningsaanslag is van de eerste deur rechts en nabij de meest linkse zijdeur. De relatieve standen van beide cijfers 14 en 15b van fig. 9 zijn duidelijker weergegeven op fig. 10. 20 Bij bekrachtiging van de solenoïde voor een fraktie van een se conde worden anker 17en het gehele stijve koppelorgaan 12 teruggetrokken, hetgeen de deuraanslag 15 toestaat voorbij het ankereinde van het stijve koppelorgaan te vallen, zodoende de verschuifbare deure toestaande slechts over de verticale lengte of hoogte van een afdeling te vallen. Deze val .

25 over slechts een afdeling bij ieder solenoidebekrachtiging wordt bewerkstelligd door de solenoidebekrachtiging slechts een fraktie van een sekonde te laten duren, juist lang genoeg om een deuraanslag 15 langs het einde van het stijve'koppelorgaan 12 te laten vallen. De veer 11 dringt onmiddelijk het anker met het stijve koppelorgaan terug naar buiten naar de stopstand, 30 zodra als een aanslag het einde van het stijve koppelorgaan passeert. Deze deur wordt dan tegengehouden indien de daarboven liggende aanslag naar beneden valt om het einde van het stijve koppelorgaan te treffen. Alle schuifdeuren zullen onder invloed van de zwaartekracht naar beneden schuiven, aangezien alle ondersteunende ankereinden (een voor iedere schuifbare deur) 35 van het stijve koppelorgaan worden ingetrokken indien de solenoïde wordt bekrachtigd, maar de één-richting scharniergrendelpennen 19, het duidelijkste afgebeeld in fig. 10, ondersteunen tijdelijk de deuren rechts van de 8520103 ψ -10- 26069/CV/t j * deur in werking. Zoals afgebeeld in fig. 10 ondersteunt de één-richting scharniergrendelpen 19 in de horizontale of grendelstand de deur aan de rechterzijde tegen naar beneden schuiving indien de solenoide wordt bekrachtigd.

Zoals het duidelijkste in fign. 9 en 10 weergegeven rust de onderste deur-5 aanslag 15 van de deur aan de rechterzijde niet op het ankereinde van het stijve koppelorgaan aangezien de één-richting scharniergrendelpen 19 tijdelijk de deur ondersteunt. Daardoor kan de aanslag en deur niet naar beneden vallen/ zelfs ofschoon het stijve koppelorgaan wordt ingetrokken met iedere solenoidebekrachtiging totdat de eerste deur aan de linkerzijde zijn on-10 derste afdeling opent en gelijktijdig de grendelpen-vrijmaakaanslag 14 tegen de grendelpen 19 slaat.

Fig. 10 toont dat de schuivende deur 15a aan de linkerzijde reeds naar beneden is geschoven onder het openen van de afdelingen#1,#2,#3/ en #4 daarboven, een per keer. Bij de volgende solenoidebekrachtiging zal de meest 15 linkse deur naar beneden schuiven om afdeling #5 te openen, welke de laatste afdeling is in die verticale rij, die een vogel bevat, aangezien het onderste compartiment de mechanische en elektrische delen opneemt. Indien het stijve koppelorgaan wordt ingetrokken door de solenoide en de linker-deur toestaat te vallen dringt de kracht van de grendelpen-vrijmaakaanslag 20 14, die slaat tegen de één-wegsscharniergrendelpen 19, de één-wegsscharnier-grendelpen in de geheven stand afgebeeld door de stippellijnen, de tijdelijke ondersteuning verkregen door de éénwegsscharniergrendelpen vrijmakend..

De deur aan de rechterzijde is dan vrij om onder invloed van de zwaartekracht te vallen indien de solenoide het stijve koppelorgaan terugtrekt . 25 met iedere solenoidebekrachtiging. Indien de tweede deur zijn onderste afdeling opent slaat zijn grendelpen-vrijmaakaanslag 14 gelijktijdig tegen de grendelpen 19 voor de derde deur. Dit proces gaat door totdat alle deuren zijn geopend. Meer dan een deur kan worden toegestaan per keer te vallen door eenvoudig de één-richting scharniergrendelpennen voor deze deuren 30 niet in ingrijping te brengen. Dat wil zeggen dat indien iemand wenst dat meer dan een deur per keer valt hij eenvoudig met de hand de één-richting scharniergrendelpen 19 voor deze deuren loskoppelt voordat de machine wordt gestart. Daardoor zijn geen wijzigingen van de elektrolitische regelmidde-len noodzakelijk om toe te staan, dat 2, 3, 4, 5 enz. deuren per keer openen, 35 hetgeen betekent dat de vervaardigingskosten van het elektronische regelmechanisme wordt verminderd aangezien geen wijziging op de elektronische re-gelorganen noodzakelijk zijn. Deur 15a valt altijd 1/2 - 1 inch onder de 8520103 % -11- 26069/CV/tj bodem van de vloer erboven, zodat de tenen van de vogel niet kunnen worden gegrepen tussen de deur en de vloer van de afdeling indien de vogel naar buiten gaat. Indien de schuifbare deur in de gesloten stand voor een gegeven afdeling is, welke de volgende is om te worden geopend, is dus een 5 ruimte 20 aanwezig tussen de bovenzijde van de deur en de vloer erboven.

In sommige gevallen kunnen, in plaats van een enkele elektromagnetische solenoide zoals afgebeeld in fig. 8, twee naast elkaar worden gebruikt om het stijve koppelorgaan te bewegen doordat hun ankers 17 vast zijn verbonden met het stijve koppelorgaan 12.

10 Fig. 11 toont een alternatieve methode voor het ondersteunen van deuraanslagen 15 tijdens bedrijf, welke is het bevestigen van het einde van het stijve koppelorgaan 16 of solenoidezuiger 8 (uit fig. 2) aan een platte veer welke is gevormd en bevestigd om te drukken tegen de schuifbare deur,en tegelijkertijd stijf genoeg is om het gewicht van de deur te 15 dragen indien de deuraanslag 15 erop rust. Met deze werkwijze zijn veer 11 en rolsteun 18 (afgebeeld in fign. 8 en 9) niet benodigd.

Met betrekking tot de één-wegsscharniergrendelpen zoals hierboven uiteengezet en in fig. 10, dient het als een tijdelijke ondersteuning. Het is het idee om de deur tijdelijk te ondersteunen totdat hij gereed is om 20 te vallen in zijn juiste volgorde hetgeen een belangrijk deel van mijn uitvinding is, en niet noodzakelijkerwijs de mechanische werkwijze gebruikt om de ondersteuning te bereiken. Verschillende andere eenvoudige mechanische samenstellen (niet weergegeven) kunnen worden gebruikt om dezelfde tijdelijke ondersteuning te bereiken.

25 Met betrekking tot de getimede intervallen tussen solenoidebe- krachtigingen zoals eerder vermeld kan het tijdsinterval tussen solenoide bekrachtigingen met de hand worden ingesteld door de bediener voordat de machine wordt gestart. Bijvoorbeeld, — met een staartwind kunnen de duiven normaal voor huis starten binnen een minuut na te zijn bevrijd, zo-30 dat een tijdsinterval van misschien twee minuten wordt gekozen voor gebruik op die dag en voldoende is om te waarborgen, dat de duiven een per keer thuis komen. Met een kopwind kunnen de vogels echter ongeveer zeven minuten nemen om voor huis gestart te raken omdat de wind ze in aanzienlijke mate vertraagt. Daarom kan een tijdsduur van misschien tien minuten worden geko-35 zen voor die dag en zal voldoende zijn om te waarborgen de vogels afzonderlijk naar huis gaan.

Ofschoon ik de beschreven machine het weergegeven als voorzien 8520103 * -12- 26069/CV/tj zijnde van zes verticale rijen van vijf afdelingen kan ieder aantal combinatie van afdelingen in de machine worden gebouwd.

Ook kan de machine in werking worden gesteld door hetzij elektrische gelijkstroom of wisselstroom. Met zowel wisselstroom als gelijkstroom 5 schakelt de machine zichzelf uit indien de laatste afdeling is geopend om de laatste vogel in de machine toe te staan uit te treden.

Ofschoon ik verschillende uitvoeringsvoorbeelden van mijn uitvinding heb weergegeven en beschreven zal het worden begrepen dat deze slechts bij wijze van illustratie zijn en dat verschillende wijzigingen en modifi-10 caties kunnen worden overwogen in mijn uitvinding en binnen de beschermings-omvang van de volgende conclusies.

8520103

Claims (9)

1. Een geheel automatisch kooisamenstel voor duiven en dergelijke, voorzien van een aantal afdelingen in gestapelde verhouding opgesteld in 5 een aantal verticale rijen, een een eenheid vormend voorste deurpaneelor-gaan verticaal schuifbaar aangebracht, een van genoemde deurpaneelorganen voor ieder van genoemde verticale rijen om genoemd aantal afdelingen in een verticale rij af te dekken, een achterzijde voor het afdekken van de achterzijde van genoemd kooisamenstel, een aantal aanslagen, een voor iedere af-10 deling, stevig bevestigd aan genoemd voorste deurpaneelorgaan, zich naar binnen uitstrekkend van genoemd voorste deurpaneelorgaan en elektrisch geregeld stopzetorgaan bij de onderzijde van iedere verticale kolom afdelingen, met getimede intervallen in werking gesteld, zodat genoemd deurpaneelorgaan intermitterend omlaag zal bewegen om althans een afdeling per keer 15 in genoemde verticale rij bloot te geven met getimede tussenruimtes, genoemd stopzetorgaan in de vorm zijnde van een elektromagnetische solenoide bij de onderzijde van iedere verticale kolom afdelingen, ieder een anker bezittend, welke normaal naar buiten uitsteekt in de baan van de in de afdelingen uitstekende aanslagen, en waarbij, indien bekrachtigd, het anker 20 wordt teruggetrokken om een aanslag bij iedere solenoïdebekrachtiging toe te staan naar beneden te bewegen voorbij het einde van het anker, orgaan dat onmiddellijk het genoemde anker naar buiten dringt naar de aanslagstand zodra de aanslag valt voorbij het einde van het anker, de genoemde strook weer stopgezet wordend indien de eerstvolgende hoger liggende aanslag naar 25 beneden valt om het solenoide-anker te treffen, terwijl een gelijkmatig tijdsinterval tussen iedere solenoïdebekrachtiging afzonderlijk openingen van iedere afdeling bewerkstelligt.

2. Een geheel automatisch duivenkooisamenstel volgens conclusie 1, tezamen met een stijf koppelorgaan bestaande uit een aantal ankereinden, 30 een voor ieder van genoemde deurpaneelorganen, alle stevig onderling verbonden en bevestigd zijnde aan een van genoemde elektromagnetische sole-noides,het mogelijk makend, dat alle genoemde deurpaneelorganen gelijktijdig in hun getimede tussenruimte van daling vallen, de noodzaak eliminerend om een solenoide te moeten hebben voor ieder van de genoemde deurpaneelor-35 ganen.

3. Een geheel geautomatiseerd duivenkooisamenstel volgens conclusie 1, tezamen met een één-richting scharniergrendelpen voor ieder van genoemde 8520103 4 * -14- 26069/CV/1 j f deurpaneelorganen, behoudens voor de eerste van genoemde deurpaneelorganen, werkend als een verzwenkbaar orgaan stevig aangebracht in het onderste compartiment van genoemd kooisamenstel,vergrendelend in een horizontale stand om tijdelijk genoemd deurpaneelorganen te ondersteunen boven de genoemde 5 ankereinden van genoemd stijfkoppelorgaan en daardoor voorkomend dat genoemd deurpaneelorganen vallen met ieder van genoemde solenoidebekrachtigin-gen, totdat het naburige genoemde deurpaneelorgaan zijn opeenvolgende daling heeft voltooid, en welke met de hand in ingrijping kan worden gebracht of losgekoppeld door de bediener, en indien gebruikt in samenhang met het 10 stijve koppelorgaan, dient om genoemde elektronische regeling te vereenvoudigen door een aantal van genoemde deurpaneelorganen in staat te stellen hun opeenvolgende val gelijktijdig zonder enige elektrische instellingen te starten.

4. Een geheel geautomatiseerd duivenkooisamenstel volgens conclusie 15 1, tezamen met horizontaal verschuifbare pennen welke de noodzaak opheffen voor het plaatsen van draadscherm of ander afsluitorgaan over de achterzijde van genoemd afdelingssamenstel aangezien genoemde pennen de vogel verhinderen achterwaarts uit de afdeling te bewegen en tegelijkertijd schade verhinderen aan de vliegveren van de vogel aangezien er geen draadscherm 20 of andere achterwandomsluiting is waartegen de veren van de vogel kunnen slaan.

5. Een geheel geautomatiseerd duivenkooisamenstel volgens conclusie 1, waarin alle van het genoemde aantal afdelingen onderling zijn verbonden zodat de vloer van een afdeling het dak van de afdeling daaronder vormt, 25 en de wand van een afdeling de wand vormt van de naburige afdeling, waarbij alle genoemde onderling verbonden afdelingen het genoemde kooisamen-stel vormen en zijn afgedekt door een gemeenschappelijk dak.

6. Een samenstel volgens conclusie 1, waarin genoemd deurpaneelorgaan een enkele strip is, die alle afdelingen van genoemde verticale rijen 30 bedekt en waarin genoemd laatstgenoemd orgaan een veer is.

7. Samenstel volgens conclusie 1, tezamen met elektrische regelmid-delen om althans twee van genoemde deurpaneelorganen toe te staan intermitterend tezamen naar beneden te bewegen.

8. Een samenstel volgens conclusie 1, tezamen met middelen voor het 35 met de hand instellen van de tijdsduur tussen solenoidebekrachtigingen.

9. Een samenstel volgens conclusie 1, tezamen met middelen reagerend op openen van de onderste afdeling van een gegeven rij voor het op gang brengen van naar beneden bewegen van een naburige rij in zijn getimede daling. 8520103