NL8520059A - INTERACTION SYSTEM FOR REMOTE SUBSCRIBERS. - Google Patents
INTERACTION SYSTEM FOR REMOTE SUBSCRIBERS. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8520059A NL8520059A NL8520059A NL8520059A NL8520059A NL 8520059 A NL8520059 A NL 8520059A NL 8520059 A NL8520059 A NL 8520059A NL 8520059 A NL8520059 A NL 8520059A NL 8520059 A NL8520059 A NL 8520059A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signals
- telephone
- signal
- audible
- devices
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04M—TELEPHONIC COMMUNICATION
- H04M11/00—Telephonic communication systems specially adapted for combination with other electrical systems
- H04M11/002—Telephonic communication systems specially adapted for combination with other electrical systems with telemetering systems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Alarm Systems (AREA)
- Telephonic Communication Services (AREA)
- Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)
- Gyroscopes (AREA)
Description
1 852 0 0-^ N.O. 33.517 ^ ^1 852 0 0- ^ N.O. 33.517 ^ ^
Interactiestelsel voor abonnees op afstand.Interaction system for remote subscribers.
Verwante aanvrage.Related Application.
Deze aanvrage is een "continuation-in-part” van de Amerikaanse aan-5 vrage serienummer 327.486 ingediend op 4 december 1981 en nu Amerikaans octrooischrift Nr.......This application is a "continuation-in-part" of U.S. Application Serial No. 327,486 filed December 4, 1981 and now U.S. Patent No. .......
Technisch gebied.Technical area.
Deze uitvinding heeft betrekking op stelsels voor het benutten van 10 telefoonnetten voor het verschaffen van toegevoegde functies, naast die van de traditionele telefoondienst met betrekking tot de conversatie tussen twee abonnees. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op die stelsels waarin het net bovendien gebruikt wordt voor bewaking van de toestand van een of meer toestellen, geplaatst in het perceel van de 15 abonnee.This invention relates to telephone network utilization systems to provide additional functions, in addition to that of the traditional telephone service in conversation between two subscribers. In particular, the invention relates to those systems in which the network is additionally used for monitoring the condition of one or more devices, placed in the plot of the subscriber.
De toestellen in kwestie mogen van verschillende typen zijn. Eén type is een inrichting voor het verschaffen van een electrisch alarmsignaal wanneer een onregelmatige toestand gedetecteerd wordt in het perceel van de abonnee. Een dergelijke onregelmatige toestand kan een brand, een 20 niet-geoorloofde binnenkomst, een storing in de een of andere inrichting onder toezicht, etc. zijn. Een ander type kan een inrichting zijn die een electrisch signaal verschaft ter indicatie van de stand van de een of andere uitrusting in het perceel van de abonnee, zelfs als er geen onregelmatigheid is. Dit kan het aflezen van nutsmeters, meteorologische metin-25 gen, te verwerken data van proces-uitrustingen, etc. zijn. Nog andere typen kunnen voorgesteld worden.The devices in question may be of different types. One type is a device for providing an electrical alarm signal when an irregular condition is detected in the subscriber's plot. Such an irregular condition could be a fire, an unauthorized entry, a malfunction in some facility under supervision, etc. Another type may be a device that provides an electrical signal to indicate the status of some equipment in the subscriber's property, even if there is no irregularity. This can be reading utility meters, meteorological measurements, process equipment data to be processed, etc. Still other types can be proposed.
Achtergrondinformatie♦Background information ♦
De onderhavige uitvinding is in geen enkel opzicht de eerste die 30 handelt over stelsels van deze soort. Inderdaad zijn in het verleden een aantal van dergelijke stelsels voorgesteld. Echter, voor zover de huidige uitvinders op de hoogte zijn, hadden al deze in het verleden voorgestelde stelsels eigenschappen, die, op de een of andere wijze, afbreuk deden aan hun bruikbaarheid of hun wenselijkheid.The present invention is in no way the first to deal with systems of this kind. Indeed, a number of such systems have been proposed in the past. However, as far as the present inventors are aware, all of these previously proposed systems had properties that somehow impaired their usefulness or desirability.
35 Bijvoorbeeld, enkele vroeger voorgestelde stelsels maakten gebruik van hulpsignalen, die hoorbaar zijn voor de abonnee bij het gebruik van de telefoon voor gebruikelijke conversatiedoeleinden. Dit is niet alleen storend voor de abonnee, maar ook in strijd met de technische beperkingen opgelegd door sommige telefoonmaatschappijen of regeringsinstanties.35 For example, some previously proposed schemes used assist signals, which are audible to the subscriber when using the telephone for conventional conversation purposes. This is not only disturbing to the subscriber, but also violates the technical limitations imposed by some telephone companies or government agencies.
40 Andere van dergelijke vroeger voorgestelde stelsels maakten gebruik 8520058 2 van hulpsignalen die boven het bereik van de hoorbare frequenties waren. Echter, dit bracht electrische filterbenodigdheden binnen het stelsel zelf met zich mee en mogelijk ook binnen het gebruikelijke telefoonnet, die moeilijk te implementeren waren en ook duur, als nadeel met betrek-5 king tot de economische haalbaarheid van het stelsel.40 Other such previously proposed systems used auxiliary signals above the range of the audible frequencies. However, this entailed electrical filtering supplies within the system itself and possibly also within the conventional telephone network, which were difficult to implement and also expensive, as a disadvantage in terms of the economic feasibility of the system.
Nog andere stelselvoorstellen, in een poging om de bovenbeschreven bezwaren op te heffen, offerden eenvoudigweg enkele benodigde stelsel-functies op, zoals een betrouwbare bewaking van de uitrusting in het perceel van de abonnee of dergelijke.Still other system proposals, in an attempt to overcome the above-described drawbacks, simply sacrificed some necessary system functions, such as reliable monitoring of equipment in the subscriber's property or the like.
1010
Beschrijving van de uitvinding.Description of the invention.
Dienovereenkomstig is het een hoofddoelstelling van de onderhavige uitvinding een stelsel te verschaffen dat samenwerkt met het conventionele telefoonnet voor het verschaffen van toegevoegde functies, maar op 15 een verbeterde wijze vergeleken met vroeger voorgestelde stelsels bestemd voor hetzelfde algemene doel.Accordingly, it is a primary object of the present invention to provide a system which cooperates with the conventional telephone network to provide additional functions, but in an improved manner compared to previously proposed systems serving the same general purpose.
Een andere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijk stelsel dat een of meer van de tekortkomingen van de vroeger voorgestelde stelsels mist.Another object of the present invention is to provide such a system that lacks one or more of the shortcomings of the previously proposed systems.
20 Een andere doelstelling is het verschaffen van een dergelijk stel sel dat geen gebruik maakt van hulpsignalen die hoorbaar zijn voor de abonnee tijdens het normale telefoongebruik.Another object is to provide such a system that does not use auxiliary signals audible to the subscriber during normal telephone use.
Een andere doelstelling is het verschaffen van een stelsel dat niet steunt op signalen boven het hoorbare frequentiebereik.Another object is to provide a system that does not rely on signals above the audible frequency range.
25 Een andere doelstelling is het verschaffen van een stelsel dat geen speciale electrische filtering vereist binnen het gebruikelijke telefoonnet .Another objective is to provide a system that does not require special electrical filtering within the conventional telephone network.
Een andere doelstelling is het verschaffen van een stelsel dat een hoge mate van betrouwbaar toezicht op de uitrusting in het perceel van de 30 abonnee verschaft.Another objective is to provide a system that provides a high degree of reliable monitoring of the equipment in the subscriber's lot.
Deze en andere doelstellingen die zullen blijken zijn in overeenstemming met de onderhavige uitvinding als volgt bereikt.These and other objects which will become apparent in accordance with the present invention have been achieved as follows.
Op een punt waarop een groep abonneelijnen bediend door het stelsel gemakkelijk toegankelijk is, wordt een centrale besturingseenheid (hier-35 na "scanner" genoemd) verbonden met al deze abonneelijnen. In elk perceel van de abonnee, wordt een afzonderlijke electronische eenheid (hierna "abonneeterminaleenheid" of "STU" genoemd) verbonden met die afzonderlijke abonneelijn.At a point where a group of subscriber lines served by the system are easily accessible, a central control unit (hereinafter referred to as "scanner") is connected to all these subscriber lines. In each lot of the subscriber, a separate electronic unit (hereinafter "subscriber terminal unit" or "STU") is connected to that separate subscriber line.
Met elke STD zijn de verschillende toestellen verbonden die bewaakt 40 moeten worden door het stelsel, zodat hun uitgangssignalen in electrische 8520059 3 vorm beschikbaar zijn binnen de STU.Each STD is connected to the various devices to be monitored by the system, so that their electrical 8520059 3 output signals are available within the STU.
In één mode vraagt de scanner de STU's af op geschikte tijden door middel van hoorbare signalen binnen het hoorbare bereik. De STU's antwoorden door middel van soortgelijke signalen voor het aangeven van de 5 status van de toestellen in de percelen van de respectievelijke abonnees .In one mode, the scanner polls the STUs at appropriate times using audible signals within the audible range. The STUs respond by means of similar signals to indicate the status of the devices in the plots of the respective subscribers.
Dit normale patroon van afvragen en antwoorden is begrensd tot perioden gedurende welke de telefoon bij de abonnee vrij is, d.w.z. wanneer de abonnee de telefoon niet gebruikt voor gebruikelijke doeleinden, en 10 houdt op wanneer de abonnee de telefoon oppakt (dat is het scheppen van een bezettoestand).This normal pattern of interrogations and answers is limited to periods when the subscriber's phone is free, ie when the subscriber does not use the phone for usual purposes, and stops when the subscriber picks up the phone (that is, creating a busy status).
Een speciaal signaal op een frequentie ver beneden het hoorbare bereik wordt eveneens in de STU geproduceerd, en wordt via de telefoonlijn naar de scanner verzonden, die natuurlijk ook de andere conventionele te-15 lefoonsignalen overbrengt: spraak, kiestoon, beltoon, bezettoon etc. Dit speciale signaal (hierna "lage-toon" genoemd) is bij voorkeur continu aanwezig, zowel gedurende de vrij- als bezettoestand, maar alleen wanneer alle toestellen in het perceel van de betreffende abonnee in hun vooraf bepaalde normale of veilige bereik of toestand zijn.A special signal at a frequency far below the audible range is also produced in the STU, and is sent over the telephone line to the scanner, which of course also transmits the other conventional telephone signals: voice, dial tone, ringing tone, busy tone etc. This special signal (hereinafter referred to as "low tone") is preferably continuously present both during the free and busy state, but only when all the devices in the subscriber's property are in their predetermined normal or safe range or state.
20 Wanneer een of meerdere van deze toestellen afwijken van dit bereik, d.w.z. veronderstel een gevaar- of alarmtoestand, wordt de produktie van de lage-toon binnen de STU onderbroken. Een dergelijke onderbreking van de lage-toon wordt gedetecteerd door de scanner, en veroorzaakt onmiddellijk het afvragen van de betreffende STU die de bron is van dit ver-25 schijnsel, zelfs als de bijbehorende telefoon bezet is, omdat deze STU normaal niet afgevraagd zou worden (of antwoorden) op dit tijdstip. Het antwoord op een dergelijke afvraging dat dan door de STU geproduceerd wordt verschaft informatie over de oorzaak van het waargenomen verschijnsel, d.w.z. wat de bron van het gevaar of alarm is.When one or more of these devices deviate from this range, i.e. assume a danger or alarm condition, the low tone production within the STU is interrupted. Such a low tone interruption is detected by the scanner, and immediately causes the question of the particular STU that is the source of this phenomenon, even if the associated telephone is busy, because this STU would normally not be interrogated (or answers) at this time. The answer to such an interrogation then produced by the STU provides information about the cause of the observed phenomenon, i.e., the source of the hazard or alarm.
30 Zoals eerder beschreven, vindt het afvragen en antwoorden plaats binnen het hoorbare frequentiebereik en zijn daartoe gesuperponeerd op elk ander gebruik van de telefoon gedurende de vrijtoestand, bijvoorbeeld op abonneegesprekken. Echter, dit treedt alleen op in reactie op een gevaar- of alarmindicatie. Daarom wordt het niet als hinderlijk be-35 schouwd, noch is het verboden door telefoonvoorschriften. Inderdaad heeft dit zowaar het gewenste aspect dat de telefoongebruiker gelijktijdig gewaarschuwd wordt voor de situatie.As previously described, the polling and answering takes place within the audible frequency range and is superimposed on any other use of the telephone during the idle state, for example on subscriber calls. However, this only occurs in response to a hazard or alarm indication. Therefore, it is not considered to be a nuisance, nor is it prohibited by telephone regulations. Indeed, this actually has the desired aspect that the telephone user is simultaneously warned about the situation.
Bij afwezigheid van een verschijnsel zoals bovenbeschreven, vraagt de scanner normaal de individuele STU's af volgens een vooraf bepaalde, 40 periodieke volgorde. Echter, andere afwijkingen van deze volgorde worden 8520059 4 bij voorkeur ook verschaft. Bijvoorbeeld, wanneer een bepaalde STÜ als eerste geactiveerd wordt als deel van het stelsel, wordt deze bij voorkeur afgevraagd onmiddellijk, zelfs wanneer dit buiten de normale volgorde is, voor het zonder vertraging bepalen van de status van zijn bijbeho-5 rende toestellen. Ook, wanneer een abonnee oplegt, wordt de STU op die locatie bij voorkeur onmiddellijk afgevraagd, zelfs als de lage-toon geen gevaar- of alarmtoestand aangegeven heeft.In the absence of a phenomenon as described above, the scanner normally queries the individual STUs in a predetermined periodic order. However, other deviations from this order are preferably also provided. For example, when a particular STU is first activated as part of the system, it is preferably queried immediately, even if it is out of the normal order, to determine the status of its associated devices without delay. Also, when a subscriber enforces, the STU at that location is preferably promptly prompted even if the low tone has not indicated a danger or alarm condition.
In een andere mode, is het lage-toonsignaal de eerste bron van informatie betreffende de toestanden van de toestellen van een STU. In 10 plaats van te starten met de overdracht van afvraagsignalen en de ontvangst van de reacties, bewaakt de scanner de aan- of afwezigheid van het lage-toonsignaal gedurende zowel de vrij- als bezettoestand van de telefoon. Alleen nadat het lage-toonsignaal verdwenen is, aangevende een verandering in de toestand van op zijn minst één toestel, vraagt de scanner 15 de overeenkomstige STU af om de reden voor het verlies van het lage-toonsignaal vast te stellen.In another mode, the low tone signal is the first source of information regarding the states of the devices of an STU. Instead of starting with the transmission of polling signals and receiving the responses, the scanner monitors the presence or absence of the low-tone signal during both the idle and busy states of the phone. Only after the low tone signal has disappeared, indicating a change in the state of at least one device, the scanner 15 queries the corresponding STU to determine the reason for the loss of the low tone signal.
Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.
Voor verdere details, wordt verwezen naar de bespreking die volgt in 20 het licht van de bijgaande tekeningen, waarin:For further details, reference is made to the discussion that follows in the light of the accompanying drawings, in which:
Fig. 1 een totaal stelselblokschema is van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding;Fig. 1 is a total system block diagram of an embodiment of the invention;
Fig. 2 een blokschema is van een scanner deeluitmakend van de uitvoeringsvorm van Fig. 1; en 25 Fig. 3 een blokschema is van een abonneeterminaleenheid (of STU) deeluitmakend van de uitvoeringsvorm van Fig. 1.Fig. 2 is a block diagram of a scanner forming part of the embodiment of FIG. 1; and FIG. 3 is a block diagram of a subscriber terminal unit (or STU) forming part of the embodiment of FIG. 1.
Gelijke referentiegetallen duiden dezelfde elementen in de verschillende figuren aan.Like reference numbers indicate like elements in the different figures.
30 De beste wijze voor het uitvoeren van de uitvinding.The best way to practice the invention.
Verwijzend naar Fig. 1, dit toont een telefoonnet 10 dat, in zichzelf, in alle opzichten geheel gebruikelijk is. Inderdaad is een van de kenmerken van de onderhavige uitvinding dat deze toegepast kan worden bij gebruik van een gebruikelijk telefoonnet, zonder in het minst de werking 35 daarvan te verstoren.Referring to Fig. 1, this shows a telephone network 10 which, in itself, is fully customary in all respects. Indeed, one of the features of the present invention is that it can be used when using a conventional telephone network, without least disturbing its operation.
Dit net 10, dat in zeer vereenvoudigde vorm is weergegeven in Fig. 1, bevat een aantal abonneetelefoontoestellen, respectievelijk aangeduid door de referentiegetallen 11, 12 en 13. Elk van deze toestellen is verbonden met zijn eigen locale telefoonlijn of -lus. Deze zijn respectie-40 velijk aangeduid door de referentiegetallen 14, 15 en 16. Deze locale 8520059 5 lijnen leiden achtereenvolgens allen naar een schakelstelsel 17, normaal aangebracht in de telefooncentrale. Al deze elementen van het stelsel mogen in wezen elke conventionele vorm aannemen. De telefoontoestellen 11, 12, 13 mogen van het kiesschijf- of druktoetstype zijn. De telefooncen-5 trale 17 mag van het draaikiezer-, of kruisstangkiezer-, of zelfs van het volledig electronische type zijn. De locale lijnen 14, 15, 16 mogen eveneens van een conventioneel type zijn, inclusief versterkers, vereffenaars etc. zoals benodigd, mits zij in staat zijn de lage toonsignalen door te laten.This net 10, which is shown in a very simplified form in fig. 1, includes a plurality of subscriber telephone sets, denoted respectively by reference numbers 11, 12 and 13. Each of these sets is connected to its own local telephone line or loop. These are respectively indicated by the reference numbers 14, 15 and 16. These local 8520059 5 lines successively all lead to a switching system 17, normally arranged in the telephone exchange. All these elements of the system may take essentially any conventional form. Telephones 11, 12, 13 may be dial dial or push button type. The telephone center 17 may be of the rotary dial, or cross-bar dialer, or even of the fully electronic type. The local lines 14, 15, 16 may also be of a conventional type, including amplifiers, equalizers, etc. as needed, provided they are capable of transmitting the low tone signals.
10 In overeenstemming met de onderhavige uitvinding bevat het stelsel van Fig. 1 verder een scanner 18. Deze scanner is bij voorkeur fysiek geplaatst op een punt waarop deze gemakkelijk verbonden kan worden met de verschillende individuele abonneelijnen. Dit kan in de telefooncentrale zijn, waar het schakelstelsel 17 eveneens geplaatst is. In Fig. 1, zijn 15 de verbindingen 19, 20 en 21 weergegeven tussen de scanner 18 en de respectievelijke lijnen 14, 15 en 16. Verder is in overeenstemming met de onderhavige uitvinding op elke individuele abonneelocatie een aparte abonneeterminaleenheid verschaft, afgekort tot STU, respectievelijk aangeduid door de referentiegetallen 22, 23 en 24.In accordance with the present invention, the system of FIG. 1 further a scanner 18. This scanner is preferably physically placed at a point where it can be easily connected to the different individual subscriber lines. This can be in the telephone exchange, where the switching system 17 is also located. In FIG. 1, connections 19, 20 and 21 are shown between the scanner 18 and the respective lines 14, 15 and 16. Furthermore, in accordance with the present invention, a separate subscriber terminal unit, abbreviated to STU, is indicated at each individual subscriber location, respectively denoted by reference numbers 22, 23 and 24.
20 Aandacht wordt gevraagd voor het feit, dat de uitrusting voor slechts drie abonnees weergegeven is in Fig. 1. Echter, het zal duidelijk zijn dat dit slechts voor de eenvoud van de illustratie is. De uitvinding wordt verondersteld gebruikt te worden met grotere aantallen abonnees, in welk geval de telefoontoestellen, de verbindingen en de STU's alle over-25 eenkomstig in aantal zouden toenemen. Dit is symbolisch aangegeven in Fig. 1 door lege ruimtes overbrugd met stippellijnen, tussen alle voorafgaande elementen van het totale stelsel.Attention is drawn to the fact that the equipment for only three subscribers is shown in FIG. 1. However, it will be understood that this is for the simplicity of the illustration only. The invention is believed to be used with larger numbers of subscribers, in which case the telephones, connections and STUs would all increase correspondingly. This is symbolically indicated in Fig. 1 bridged by blank spaces with dotted lines, between all the preceding elements of the total system.
Terugkerend nu naar Fig. 2, dat het "inwendige" toont van de scanner 18, bevattende eerste, tweede en derde multiplexers 25, 26 en 27. 30 Dit zijn allen tijd-verdeelmultiplexers die, op conventionele wijze, signalen selecteren van verschillende verbindingen 19, 20 en 21 op verschillende tijden, en de op deze wijze geselecteerde signalen overdragen aan hun respectievelijke uitgangen. Bovendien is multiplexer 25 een tweeweg-inrichting, die ook in staat is tot selectieve verdeling van signalen op 35 verschillende tijdstippen, naar de verschillende verbindingen 19, 20 en 21, toegevoerd aan het andere "einde" van deze multiplexer 25. Dus, elk van de beide einden van multiplexer 25 kan dienen als ingang en uitgang, zoals benodigd. De multiplexer 25 is verbonden met een zendontvangschake-laar 28 (ook afgekort tot T/R-schakelaar). Het gedeelte van de T/R-scha-40 kelaar 28 dat werkt in de ontvangststand voert achtereenvolgens signalen 8520059 6 van multiplexer 25 aan demodulator 29 voor "frequency-shift keyed" (afge-kort tot FSK) signalen toe. Het gedeelte van de T/R-schakelaar 28 dat werkt in de zendmode ontvangt zijn ingangssignaal (om te verzenden) van een modulator 30 voor FSK-signalen.Returning now to Fig. 2, showing the "interior" of the scanner 18, containing first, second and third multiplexers 25, 26 and 27. These are all time division multiplexers which, in a conventional manner, select signals from different connections 19, 20 and 21 at different times, and transfer the signals selected in this way to their respective outputs. In addition, multiplexer 25 is a two-way device, which is also capable of selectively distributing signals at 35 different times, to the different connections 19, 20 and 21 supplied to the other "end" of this multiplexer 25. Thus, each of both ends of multiplexer 25 can serve as input and output as needed. The multiplexer 25 is connected to a transceiver switch 28 (also shortened to T / R switch). The portion of the T / R switch 40 operating in the receive mode sequentially outputs signals 8520059 6 from multiplexer 25 to demodulator 29 for "frequency-shift keyed" (abbreviated to FSK) signals. The portion of the T / R switch 28 operating in transmit mode receives its input signal (to transmit) from a modulator 30 for FSK signals.
5 Achtereenvolgens voert demodulator 29 zijn uitgangssignalen toe aan stelselbesturing 31, en ontvangt modulator 30 zijn ingangssignalen van dezelfde besturing 31.Successively, demodulator 29 applies its output signals to system controller 31, and modulator 30 receives its input signals from the same controller 31.
Wat betreft de multiplexers 26 en 27, deze voeren hun respectievelijke uitgangssignalen toe aan verschillende filters 32, 33. Achtereen-10 volgens voert filter 32 zijn uitgangssignaal toe aan detector 34, terwijl filter 33 zijn uitgangssignaal toevoert aan detector 35. Beide detectors voeren tenslotte hun uitgangssignalen toe aan dezelfde stelselbesturing 31 die eerder genoemd is.As for the multiplexers 26 and 27, they supply their respective output signals to different filters 32, 33. Subsequently, filter 32 supplies its output signal to detector 34, while filter 33 supplies its output signal to detector 35. Finally, both detectors supply their outputs to the same system controller 31 previously mentioned.
Vanwege de in elkaar grijpende relatie tussen de handelingen van de 15 verschillende elementen van scanner 18 die zijn weergegeven in Fig. 2, en de elementen van elke STU 22, 23 en 24 (zie Fig. 1), wordt gemeend dat het noodzakelijk is deze laatste verder gedetailleerd te beschrijven voordat meer volledig de werkeigenschappen van elk behandeld worden. Om deze reden wordt nu verwezen naar Fig. 3, die het "inwendige" toont van 20 STU 22. Het zal duidelijk zijn, dat alle STU's hoofdzakelijk gelijk in opbouw mogen zijn zodat de hierin weergegeven beschrijving van STU 22 eveneens van toepassing is op STU's 23 en 24, en op alle toegevoegde STU's gesymboliseerd door de stippellijnen tussen STU 23 en STU 24 in Fig. 1.Due to the interlocking relationship between the actions of the 15 different elements of scanner 18 shown in FIG. 2, and the elements of each STU 22, 23 and 24 (see Fig. 1), it is believed necessary to describe the latter in more detail before more fully discussing the working properties of each. For this reason, reference is now made to FIG. 3, showing the "interior" of 20 STU 22. It will be appreciated that all STUs may be of substantially the same construction so that the description of STU 22 shown herein also applies to STUs 23 and 24, and any added STUs. symbolized by the dotted lines between STU 23 and STU 24 in Fig. 1.
25 Deze STU 22 (Fig. 3) is verbonden met lijn 14, die ook het tele foontoestel 11 van de abonnee verbindt met de telefooncentrale 17 en de scanner 18.This STU 22 (Fig. 3) is connected to line 14, which also connects the subscriber's telephone 11 to the telephone exchange 17 and the scanner 18.
Signalen ontvangen van lijn 14 worden binnen STU 22 toegevoerd aan een filter 36, het uitgangssignaal van dat filter wordt toegevoerd aan 30 een demodulator 37 voor frequency-shift keyed signalen.Signals received from line 14 are applied to a filter 36 within STU 22, the output of that filter is applied to a demodulator 37 for frequency-shift keyed signals.
Aan lijn 14 worden signalen toegevoerd van een modulator 38 voor frequency-shift keyed signalen.Line 14 is supplied with signals from a modulator 38 for frequency-shift keyed signals.
Ook worden aan lijn 14 signalen van een signaalgenerator 39 toegevoerd.Signals from a signal generator 39 are also applied to line 14.
35 Achtereenvolgens worden de uitgangssignalen van demodulator 37 toe gevoerd aan signaalverwerkingsschakeling 40.Successively, the output signals of demodulator 37 are applied to signal processing circuit 40.
De signaalbronnen 41, 42 en 43 in Fig. 3 geven electrische uitgangssignalen weer van overeenkomstige toestellen (niet aangegeven) die geplaatst zijn in hetzelfde perceel als de STU 22 en telefoontoestel 11, 40 en die verondersteld worden te werken onder het toezicht van het stelsel 8520059 7 dat de onderhavige uitvinding vormt.The signal sources 41, 42 and 43 in FIG. 3 depict electrical output signals from corresponding devices (not shown) located in the same lot as STU 22 and telephone 11, 40 and which are believed to operate under the control of system 8520059 7 constituting the present invention.
Bijvoorbeeld, signaalbron 41 kan een relais zijn dat sluit en daardoor een electrisch signaalpad tot stand brengt steeds als een brand-alarminrichting in het perceel van de abonnee een alarmtoestand detec-5 teert. Evenzo kan signaalbron 42 een relais zijn dat op dezelfde wijze werkt wanneer een inbraakalarm wordt geactiveerd, en signaalbron 43 kan op dezelfde wijze werken in het geval van onderbrekingen in een tempera-tuurregelinrichting.For example, signal source 41 may be a relay that closes and thereby establishes an electrical signal path whenever a fire alarm device detects an alarm condition in the subscriber's property. Likewise, signal source 42 may be a relay that operates in the same manner when a burglar alarm is activated, and signal source 43 may operate in the same manner in the event of interruptions in a temperature control device.
Nu verdergaand met de werkingseigenschappen van de bovenbeschreven 10 elementen, is het noodzakelijk eerst uit te leggen wat bedoeld wordt met een zogenaamd "gesloten-lus"-relatie tussen de scanner 18 en elke STU 22, 23 en 24. Dat wil zeggen, de scanner produceert signalen die verzonden worden aan de STU, die hierop reageert met het zenden van signalen terug naar de scanner enzovoorts, in heen en weer gaande of gesloten-lus-rela-15 tie.Continuing with the operating characteristics of the above-described 10 elements, it is necessary to first explain what is meant by a so-called "closed-loop" relationship between the scanner 18 and each STU 22, 23 and 24. That is, the scanner produces signals that are sent to the STU, which responds by sending signals back to the scanner, and so on, in reciprocating or closed loop relationship.
Laat ons voor de beschrijving hiervan daartoe als eerste de gesloten lus aan die uitgang van stelselbesturing 31 bekijken die verbonden is met FSK-modulator 30 (Fig. 2). Deze stelselbesturing is opgebouwd om aan deze uitgang telkens FSK-gemoduleerde signalen te produceren volgens een voor-20 af bepaald patroon. Dit patroon is zodanig dat de STU's 22, 23, 24 deeluitmakend van het totale stelsel hierop reageren met het verschaffen van, achtereenvolgens, bepaalde hierna te beschrijven uitgangssignalen. De FSK-modulator 30 reageert door het produceren van een FSK-gemoduleerde equivalent van het signaal van besturing 31. De twee gebruikte draaggolf-25 frequenties liggen bij voorkeur in de buurt van 2.700 en 2.900 Hz, d.w.z. nabij het bovenste einde van de frequentieband die normalerwijze door een locale telefoonlijn wordt doorgelaten.To describe this, let us first consider the closed loop at that output of system controller 31 connected to FSK modulator 30 (Fig. 2). This system control is designed to produce FSK modulated signals at this output in accordance with a predetermined pattern. This pattern is such that the STUs 22, 23, 24, part of the overall system, respond to it, sequentially, providing certain output signals to be described below. The FSK modulator 30 responds by producing an FSK modulated equivalent of the signal from controller 31. The two carrier frequencies used are preferably in the range of 2,700 and 2,900 Hz, ie near the upper end of the frequency band. is normally passed through a local telephone line.
Deze FSK-gemoduleerde signalen van modulator 30 gaan daarna door T/R-schakelaar 28 naar multiplexer 25. Daaraan worden ook stuursignalen 30 van stelselbesturing 31 toegevoerd, zodanig in de tijd gerangschikt met de signalen van FSK-modulator 30, dat deze laatste aan de een of andere verbinding 19, 20 en 21 gerouteerd worden, afhankelijk van welke van de STU's 22, 23 of 24 de veronderstelde bestemming van deze signalen van FSK-modulator 30 op dat tijdstip is.These FSK modulated signals from modulator 30 then pass through T / R switch 28 to multiplexer 25. Control signals 30 from system controller 31 are also applied thereto, arranged in time with the signals from FSK modulator 30 such that the latter is connected to the some connection 19, 20 and 21 are routed, depending on which of the STUs 22, 23 or 24 is the supposed destination of these signals from FSK modulator 30 at that time.
35 Verondersteld dat de gewenste bestemming voor een bepaalde signaal- reeks STU 22 is, dan voert multiplexer 25 deze reeks toe aan verbinding 19, vanwaar STU 22 via telefoonlijn 14 bereikt wordt. Merk op, dat dezelfde signaalreelcs ook telefoontoestel 11 via lijn 14 bereikt. Hierover zal later meer gezegd worden.Assuming that the desired destination for a given signal sequence is STU 22, multiplexer 25 feeds this sequence to link 19, from which STU 22 is reached via telephone line 14. Note that the same signal relcs also reach telephone 11 via line 14. More will be said about this later.
40 Bij het bereiken van STU 22, en nu verwijzend naar Fig. 3, wordt de 8520059 v- 8 bovenbeschreven signaalreeks gedemoduleerd in FSK-demodulator 37, na doorgang door filter 36, dat bij voorkeur een banddoorlaatfilter is opgebouwd voor het selectief doorlaten van de frequentieband bezet door de twee FSK-draaggolffrequenties (bijvoorbeeld de 2.700 tot 2.900 Hz band).40 Upon reaching STU 22, and now referring to FIG. 3, the 8520059 v-8 signal sequence described above is demodulated in FSK demodulator 37, after passing through filter 36, which is preferably constructed a band-pass filter for selectively passing the frequency band occupied by the two FSK carrier frequencies (e.g., the 2,700 to 2,900 Hz band).
5 Aan de uitgang van demodulator 37 zijn bij gevolg de gemoduleerde signalen oorspronkelijk verschaft door besturing 31 (Fig. 3) gereconstrueerd. Deze gereconstrueerde signalen worden toegevoerd aan signaalprocessor 40 binnen STU 22.Consequently, at the output of demodulator 37, the modulated signals originally provided by controller 31 (Fig. 3) have been reconstructed. These reconstructed signals are applied to signal processor 40 within STU 22.
Deze processor 40 is opgebouwd om te reageren op de bovenbeschreven 10 signalen met het opwekken van een reeks gemoduleerde signalen die achtereenvolgens toegevoerd worden aan FSK-modulator 38, waar zij een overeenkomstige reeks van FSK-gemoduleerde signalen produceren, bij voorkeur op dezelfde draaggolffrequenties als die ontvangen van scanner 18. Deze reeks van FSK-gemoduleerde signalen keert terug naar de scanner via lijn 15 14 en verbinding 19. In dit verband wordt opgemerkt dat deze reactiesig-naalreeks natuurlijk ook telefoontoestel 11 bereikt.This processor 40 is configured to respond to the above-described signals with generating a series of modulated signals which are sequentially fed to FSK modulator 38, where they produce a corresponding series of FSK modulated signals, preferably at the same carrier frequencies as those receiving from scanner 18. This sequence of FSK modulated signals returns to the scanner via line 14 and link 19. In this connection it is noted that this response signal sequence naturally also reaches telephone 11.
Bij de scanner wordt de multiplexer 25 geactiveerd door besturing 31 in de tijd gecoördineerd met de verwachte aankomst van deze reactiesig-naalreeks van STU 22 voor het doorlaten van signalen op verbinding 19 20 naar de FSK-demodulator 29, via het ontvangstgedeelte van T/R-schakelaar 28. De demodulator 29 herstelt de signalen die gebruikt zijn voor modulatie van de FSK-signalen in de STU 22 en voert deze toe aan stelselbestu-ring 31.At the scanner, the multiplexer 25 is activated by controller 31 temporally coordinated with the expected arrival of this response signal sequence from STU 22 to pass signals on link 19 20 to the FSK demodulator 29, via the receive portion of T / R switch 28. Demodulator 29 restores the signals used for modulation of the FSK signals in STU 22 and supplies them to system controller 31.
Terugkerend nu naar STU 22 (Fig. 3), de gemoduleerde signalen gepro-25 duceerd door signaalprocessor 40 verschaffen informatie over de toestand van de signaalbronnen 41, 42 en 43. Bijvoorbeeld, wanneer in STU 22 geen gesloten relais aanwezig zijn die een alarmtoestand weergeven van de verschillende toestellen onder toezicht, dan wordt door processor 40 een vooraf bepaald patroon van gemoduleerde signalen geproduceerd. Wanneer 30 één of meer gesloten relais aanwezig zijn, dan worden overeenkomstig verschillende patronen geproduceerd, en de gedemoduleerde signalen die tenslotte de besturing 31 van STU 22 bereiken zijn eveneens verschillend. De stelselbesturing 31 reageert op de afzonderlijke ontvangen signaalpatro-nen op een afzonderlijke wijze. Bijvoorbeeld, wanneer een signaalpatroon 35 wordt ontvangen dat aangeeft dat er een alarmtoestand in signaalbron 41 van STU 22 (Fig. 3) is, verschaft de stelselbesturing 31 een overeenkomstig alarmsignaal aan elke gewenste indicator. Bijvoorbeeld, dit kan een indicator zijn in de brandweerkazerne onder wiens hoede het perceel van de abonnee waarin de STU 22 is aangebracht valt. Een dergelijke toepas-40 sing van het door elke STU ontvangen signaalpatroon is op zichzelf ge- 8520059 9 bruikelijk en kan een willekeurige vorm aannemen, zonder beïnvloeding van die gezichtspunten van het totale stelsel die de onderhavige uitvinding vormen. De middelen voor het tot stand brengen van deze toepassingen worden daarom hierin niet verder beschreven of weergegeven.Returning now to STU 22 (Fig. 3), the modulated signals produced by signal processor 40 provide information about the state of the signal sources 41, 42 and 43. For example, when in STU 22 there are no closed relays displaying an alarm condition of the various devices under supervision, processor 40 produces a predetermined pattern of modulated signals. When one or more closed relays are present, correspondingly different patterns are produced, and the demodulated signals that finally reach the controller 31 of STU 22 are also different. The system controller 31 responds to the individual received signal patterns in a separate manner. For example, when a signal pattern 35 is received indicating that there is an alarm condition in signal source 41 of STU 22 (Fig. 3), the system controller 31 provides a corresponding alarm signal to each desired indicator. For example, this could be an indicator in the fire station under whose care the subscriber's plot in which the STU 22 is located falls. Such an application of the signal pattern received by each STU is per se conventional and may take any form without affecting those views of the overall system constituting the present invention. Therefore, the means for accomplishing these applications are not further described or shown herein.
5 De aandacht wordt nu opnieuw gericht op het eerder opgemerkte feit, dat de FSK-signalen die heen en weer tussen scanner 18 en een bepaalde STU bewegen ook het telefoontoestel bereiken waarbij deze STO behoort. Dit is geen probleem, zolang als de telefoon vrij is, omdat deze FSK-signalen onopgemerkt blijven door de abonnee tijdens een dergelijke vrije 10 toestand. Niet zo tijdens een bezettoestand. De FSK-signalen liggen binnen het hoorbare frequentiebereik. Zij worden daardoor door de abonnee gehoord wanneer deze de telefoon voor normale communicatiedoeleinden tracht te gebruiken. Dit is nogal storend, in het bijzonder omdat deze FSK-signalen bedoeld zijn om in frequente intervallen herhaald te worden, 15 ten einde over de toestand van de toestellen onder toezicht aanwijzingen te verschaffen die relatief "up-to-date" zijn. Bovendien, zelfs wanneer het hoorbare effect van deze FSK-signalen als acceptabel door de abonnee beschouwd werd, zouden zij toch in veel gevallen indruisen tegen telefoonmaatschappij- en/of regeringsvoorschriften, die de introductie van 20 dergelijke vreemde hoorbare signalen in het net gedurende bezettoestanden verbieden.Attention is now again focused on the previously noted fact that the FSK signals moving back and forth between scanner 18 and a particular STU also reach the telephone to which this STO belongs. This is not a problem as long as the phone is free, because these FSK signals go unnoticed by the subscriber during such a free state. Not so during a busy state. The FSK signals are within the audible frequency range. They are therefore heard by the subscriber when he tries to use the telephone for normal communication purposes. This is quite disturbing, especially since these FSK signals are intended to be repeated at frequent intervals, in order to provide indications of the condition of the devices under supervision which are relatively "up to date". Moreover, even if the audible effect of these FSK signals was considered acceptable by the subscriber, they would in many cases still violate telephone company and / or government regulations, which prohibit the introduction of such strange audible signals into the network during busy states. .
In overeenstemming met de onderhavige uitvinding wordt deze kwestie als volgt behandeld.In accordance with the present invention, this issue is addressed as follows.
De generator 39 die verschaft is in elke STU (Fig. 3) is opgebouwd 25 om een signaal te produceren op een frequentie aanzienlijk beneden het hoorbare frequentiebereik. Bijvoorbeeld, deze generator 39 kan in staat zijn een signaal te produceren met een frequentie van bij benadering 25 Hz. Vanwege zijn werking op een dergelijk lage frequentie wordt generator 39 aangeduid als een "lage-toon”-generator.The generator 39 provided in each STU (Fig. 3) is constructed 25 to produce a signal at a frequency significantly below the audible frequency range. For example, this generator 39 may be able to produce a signal at a frequency of approximately 25 Hz. Because of its operation at such a low frequency, generator 39 is referred to as a "low-tone" generator.
30 De generator 39 werkt niet continu. Maar hij wordt gestuurd door signaalprocessor 40 om in de ene of de andere van twee standen te verkeren. Zolang als de signaalbronnen 41, 42 en 43 alle in hun niet-alarmtoe-stand zijn, laat de signaalprocessor 40 de lage-toongenerator 39 zijn laagfrequent uitgangssignaal produceren, dat daarop de scanner 18 via te-35 lefoonlijn 14 en verbinding 19 bereikt. Tegengesteld hiermee, wanneer willekeurig één of meer van de signaalbronnen 41, 42 of 43 in een alarm-toestand is, laat signaalprocessor 40 dan de lage-toongenerator 39 stoppen met de produktie van zijn laagfrequent uitgangssignaal. Dit laagfrequent signaal houdt daardoor ook op met het bereiken van scanner 18. Zo-40 als eerder aangegeven is elke STU hoofdzakelijk op dezelfde manier uitge- 8520059 10 rust als de STU 22 die specifiek in Fig. 3 getoond is, en werkt hoofdzakelijk op dezelfde wijze.The generator 39 does not operate continuously. But it is controlled by signal processor 40 to be in one or the other of two positions. As long as the signal sources 41, 42 and 43 are all in their non-alarm state, the signal processor 40 causes the low-tone generator 39 to produce its low-frequency output signal, which then reaches the scanner 18 via telephone line 14 and link 19. In contrast, when one or more of the signal sources 41, 42, or 43 is randomly in an alarm state, the signal processor 40 then stops the low-tone generator 39 from producing its low-frequency output. This low frequency signal therefore also ceases to reach scanner 18. So-40 as previously indicated, each STU is equipped essentially in the same manner as the STU 22 specifically shown in FIG. 3, and operates essentially in the same manner.
In de scanner 18 worden de multiplexers 26 en 27 gevoed door stel-selbesturing 31 om opeenvolgend de signalen verschijnend aan respectieve-5 lijk de verbindingen 19, 20 en 21 te bemonsteren.In the scanner 18, the multiplexers 26 and 27 are powered by system controller 31 to sequentially sample the signals appearing at connections 19, 20 and 21, respectively.
Van multiplexer 26 wordt een signaal, dat in herhaalde volgorde de haaktoestand van de verschillende telefoontoestellen 11, 12 en 13 weergeeft, afgeleid via filter 32 en haak-detector 34 en toegevoerd aan stel-selbesturing 31.From multiplexer 26, a signal representing the hook state of the different telephones 11, 12 and 13 in repeated order is derived through filter 32 and hook detector 34 and applied to system controller 31.
10 Van multiplexer 27 wordt een signaal, dat eveneens in herhaalde volgorde de aanwezigheid of afwezigheid van de laagfrequent signalen van de verschillende lage-toongeneratoren of STU's 22, 23 en 24 weergeeft, afgeleid via filter 33 en toegevoerd aan stelselbesturing 31.From multiplexer 27, a signal, which also reproduces in sequence the presence or absence of the low-frequency signals from the various low-tone generators or STUs 22, 23 and 24, is derived via filter 33 and fed to system controller 31.
Beschouw nu wat gebeurt tijdens elk van de vier mogelijke heersende 15 situaties aan elke gegeven STU, bijvoorbeeld STU 22 in Fig. 3.Now consider what happens during each of the four possible prevailing situations on any given STU, for example STU 22 in Fig. 3.
Een mogelijke situatie is dat het telefoontoestel 11 verbonden met STU 22 vrij is en er geen alarmtoestand heerst aan STU 22. De vrijtoe-stand wordt gedetecteerd door scanner 18 en het uitgangssignaal van FSK-modulator 30 wordt periodiek toegevoerd aan die STU 22, die reageert met 20 een niet-alarmuitgangssignaal van zijn FSK-modulator 38. Dit wordt gedetecteerd door FSKdemodulator 29 en stelselbesturing 31 onderneemt geen alarmactie, maar continueert eenvoudig de periodieke bemonstering van de verbinding naar deze STU zowel voor een continu vrijsignaal als voor een continu niet-alarm FSK-signaal.One possible situation is that the telephone 11 connected to STU 22 is free and there is no alarm condition at STU 22. The free state is detected by scanner 18 and the output of FSK modulator 30 is periodically applied to that STU 22 which responds with a non-alarm output signal from its FSK modulator 38. This is detected by FSK demodulator 29 and system controller 31 does not take alarm action, but simply continues the periodic sampling of the connection to this STU both for a continuous free signal and for a continuous non-alarm FSK signal.
25 Een tweede mogelijke situatie is dat het telefoontoestel 11 nog al tijd vrij is, maar dat er een alarmtoestand heerst aan STU 22. De vrij-toestand wordt nog steeds gedetecteerd aan scanner 18 en het uitgangssignaal van FSK-modulator 30 wordt nog steeds periodiek toegevoerd aan die STU 22. Echter, de STU reageert nu met een alarmsignaal van zijn FSK-mo-30 dulator 38. Dit wordt gedetecteerd door FSK-demodulator 29 en stelselbesturing 31 onderneemt de passende alarmactie, zoals eerder beschreven.A second possible situation is that the telephone 11 is still free for some time, but there is an alarm condition at STU 22. The free status is still detected on scanner 18 and the output signal of FSK modulator 30 is still periodically supplied to that STU 22. However, the STU now responds with an alarm signal from its FSK modulator 38. This is detected by FSK demodulator 29 and system controller 31 takes the appropriate alarm action as previously described.
Een derde situatie is dat het telefoontoestel 11 bezet is en dat er geen alarmtoestand aan STU 22 is. Deze bezettoestand wordt nu gedetecteerd aan scanner 18, die daarop geen uitgangssignalen van FSK-modulator 35 30 aan STU 22 toevoert gedurende deze derde situatie, onder voorwaarde dat de scanner 18 ook een lage-toonsignaal detecteert ontvangen van dezelfde STU. Er wordt aan herinnerd dat een lage-toon door generator 30 geproduceerd wordt wanneer er geen alarmtoestand heerst.A third situation is that the telephone 11 is busy and that there is no alarm condition at STU 22. This busy state is now detected on scanner 18, which does not supply any output signals from FSK modulator 35 to STU 22 during this third situation, provided that the scanner 18 also detects a low-tone signal received from the same STU. It is recalled that a low tone is generated by generator 30 when there is no alarm condition.
De vierde situatie is dat het telefoontoestel 11 opnieuw bezet is, 40 maar dat er tenminste éên alarmtoestand aan STU 22 is. De bezettoestand 11 aan STU 22 wordt opnieuw gedetecteerd aan scanner 18, maar ook de afwezigheid van het lage-toonsignaal van dezelfde STU. Onder deze omstandigheden voert scanner 18 uitgangssignalen van FSK-modulator 30 toe aan STU 22, van hetzelfde type als dat hij toegevoerd zou hebben wanneer het te-5 lefoontoestel 11 vrij zou zijn, in plaats van bezet. Dit zal natuurlijk een antwoord veroorzaken van STU 22, in de vorm van een FSK-gemoduleerd signaal van zijn modulator 38, dat achtereenvolgens gedetecteerd wordt aan scanner 18 en gebruikt wordt voor het produceren van de gewenste alarmreactie.The fourth situation is that the telephone set 11 is busy again, 40 but that there is at least one alarm condition on STU 22. The busy state 11 on STU 22 is redetected on scanner 18, but also the absence of the low-tone signal from the same STU. Under these conditions, scanner 18 supplies outputs from FSK modulator 30 to STU 22, of the same type as it would have supplied if the telephone 11 were free, rather than busy. This will, of course, cause a response from STU 22, in the form of an FSK modulated signal from its modulator 38, which is sequentially detected at scanner 18 and used to produce the desired alarm response.
10 Nu kan opgemerkt worden dat, zolang er geen alarmtoestand aan de STU10 Now it can be noted that as long as there is no alarm condition to the STU
is, er geen signaal in het hoorbare bereik zal zijn door de werking van de onderhavige uitvinding terwijl het bijbehorende telefoontoestel door de abonnee gebruikt wordt. Dit voldoet aan de wensen van de abonnee en voldoet ook aan de voorschriften. In het andere geval, wanneer er een 15 alarmtoestand heerst, zullen er wel dergelijke hoorbare signalen zijn, zelfs wanneer het telefoontoestel in gebruik is, in de vorm van de FSK-gemoduleerde signalen heen en weer gaand tussen de plaats van de scanner en het perceel van de abonnee. Echter, tijdens alarmtoestanden, is de aanwezigheid van dergelijke hoorbare signalen niet alleen toegestaan door 20 de voorschriften, maar wordt ook vanuit het standpunt van de abonnee wenselijk bevestigd, omdat dit direct een waarschuwing verschaft aan de abonnee dat een alarmtoestand opgetreden is.there is no signal in the audible range due to the operation of the present invention while the associated telephone set is being used by the subscriber. This meets the wishes of the subscriber and also complies with the regulations. Otherwise, when there is an alarm condition, there will be such audible signals, even when the telephone is in use, in the form of the FSK modulated signals going back and forth between the scanner site and the plot of the subscriber. However, during alarm conditions, the presence of such audible signals is not only permitted by the regulations, but is also desirably confirmed from the subscriber's point of view, as this provides an immediate warning to the subscriber that an alarm condition has occurred.
Het zal ook duidelijk zijn dat, door middel van de multiplexers 25, 26 en 27 in scanner 18 (Fig. 2), dezelfde behandeling die gegeven wordt 25 aan STU 22 ook in herhaalde volgorde gegeven wordt aan de STU's 23 en 24. Dat wil zeggen, als eerste wordt scanner 18 verbonden zodat hij en STU 22 op elkaar inwerken op de wijze zoals bovenbeschreven, daarna wordt hij verbonden met STU 23 voor hetzelfde doel, daarna met STU 24 enzovoort, in herhaalde volgorde.It will also be appreciated that, through the multiplexers 25, 26 and 27 in scanner 18 (Fig. 2), the same treatment given to STU 22 is also given to STUs 23 and 24 in repeated order. That is first, scanner 18 is connected so that it and STU 22 interact in the manner described above, then it is connected to STU 23 for the same purpose, then to STU 24 and so on, in repeated order.
30 Bovendien, wanneer er meer dan drie STU's zijn - hetgeen normaal het geval zal zijn in elke praktische toepassing - worden deze allen in herhaalde volgorde behandeld op de wijze zoals bovenbeschreven voor de enkele STU 22.In addition, when there are more than three STUs - which will normally be the case in any practical application - they are all treated in repeated order as described above for the single STU 22.
Een aantal extra waarnemingen rond de onderhavige uitvinding worden 35 verondersteld nu aan de orde te zijn.A number of additional observations around the present invention are believed to be present.
Een bijzondere "gelukkige" combinatie van op elkaar inwerkende kenmerken wordt verondersteld verschaft te worden door primair te vertrouwen op het hoogfrequent einde van het hoorbare bereik voor alarmmeldingsdoel-einden in de vrijtoestand en te vertrouwen op een subhoorbaar signaal 40 voor eerste alarmmeldingsdoeleinden in bezettoestand.A particular "lucky" combination of interacting features is believed to be provided by relying primarily on the high-frequency end of the audible range for alarm state purposes in the off-state and relying on a sub-audible signal 40 for initial alarm state purposes in the busy state.
8520059 128520059 12
Gebruik van het hoogfrequent einde maakt een relatief hoge data-snelheid mogelijk, hetgeen betekent dat relatief gedetailleerde informatie over de toestellen onder toezicht verkregen kan worden, en ook dat dit regelmatig herhaald kan worden, en relatief veel STU's door het stel-5 sel omvat kunnen worden. Gebruik van het sub-audio einde maakt het mogelijk te spreken zonder storing tijdens het (vermoedelijk overstelpende) grootste deel van de tijd wanneer geen alarm aanwezig is. Doch, door verschuiving van sub-audio naar hoogfrequent kan de benodigde gedetailleerde informatie indien nodig verkregen worden, d.w.z. wanneer een alarmtoe-10 stand optreedt zelfs gedurende bezetperioden.The use of the high-frequency end enables a relatively high data rate, which means that relatively detailed information about the devices can be obtained under supervision, and that this can be repeated regularly, and that relatively many STUs can be included in the system. turn into. Use of the sub-audio end allows speaking without interference during the (presumably overwhelming) most of the time when no alarm is present. However, by shifting from sub-audio to high-frequency, the necessary detailed information can be obtained if necessary, i.e. when an alarm condition occurs even during busy periods.
Ook wordt opgemerkt dat de lage-toon redundantie verschaft voor de alarmfunctie van het stelsel gedurende vrijtoestanden. Gedurende deze toestand, wordt de lage-toon voortdurend door elke STU verzonden naar de scanner, zolang er geen alarm aanwezig is aan de STU. Elke onderbreking 15 van de lage-toon tijdens vrijtoestanden wordt ook gedetecteerd door de scanner en verschaft wat genoemd kan worden een "grove" achtergrondalarm-indicatie voor de meer gedetailleerde die natuurlijk normaal verschaft wordt door het FSK-gemoduleerde antwoord van de STU.It is also noted that the low tone provides redundancy for the alarm function of the system during free states. During this state, the low tone is continuously sent from each STU to the scanner, as long as there is no alarm on the STU. Any interruption of the low tone during free states is also detected by the scanner and provides what may be termed a "coarse" background alarm indication for the more detailed one normally provided by the STU's FSK modulated response.
Bovendien is de alarmindicatie gedurende bezetperioden bestand te-20 gen storingen omdat het, het verdwijnen van het lage-toonsignaal is dat een alarmtoestand aangeeft. Het falen van de uitrusting in de STU zal dus een vals-alarmindicatie veroorzaken bevorderlijk voor een direct herstel.In addition, the alarm indication is resistant to disturbances during busy periods because it is the disappearance of the low-tone signal indicating an alarm condition. Thus, failure of the equipment in the STU will cause a false alarm indication conducive to immediate recovery.
In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is er een andere aan-25 leiding, behalve die bovenbeschreven, wanneer een bepaalde STU de FSK-ge-moduleerde signaalreeks van scanner 18 toegezonden krijgt, zelfs wanneer deze STU in herhaalde volgorde normaal niet aan de beurt is.In a preferred embodiment of the invention, there is another reason, except that described above, when a particular STU is sent the FSK modulated signal sequence from scanner 18, even when this STU is not normally in repeat order.
Deze aanleiding is het terugkeren van de bezet- naar de vrijstatus van het daarbij behorende telefoontoestel.This reason is the return of the busy to the free status of the associated telephone.
30 Er wordt aan herinnerd dat de haakstatus gedetecteerd wordt voor elke STU aan de scanner 18. Wanneer dus een verandering van bezet- naar vrijstatus gedetecteerd wordt, is de STU in het perceel van die abonnee bij voorkeur de volgende die het FSK-gemoduleerde signaal van de scanner moet ontvangen en daardoor ook de volgende die zijn FSK-gemoduleerd ant-35 woord verschaft. De reden hiervoor is dat slechts niet-gedetailleerde informatie over de status van de toestellen op die plaats beschikbaar is geweest tijdens de voorafgaande bezetperiode en het wordt wenselijk geacht deze bij te werken zonder vertraging zodra de bezettoestand niet langer heerst.30 It is recalled that the hook status is detected for each STU on the scanner 18. Thus, when a change from busy to free status is detected, the STU in that subscriber's plot is preferably the next one that uses the FSK modulated signal from the scanner must receive and thereby also the next one providing its FSK modulated answer. This is because only non-detailed information about the status of the devices at that location has been available during the previous busy period and it is considered desirable to update them without delay once the busy status no longer exists.
40 Een andere zeer wenselijke eigenschap van de onderhavige uitvinding 85 2 0 0 59 13 is dat de afzonderlijke componenten van het totale stelsel elke van een aantal bekende vormen kunnen aannemen.Another highly desirable feature of the present invention is that the individual components of the overall system can take any of a number of known forms.
Al de elementen van de scanner 18 (Fig. 2) mogen dus van een bekende vorm zijn, net zoals de elementen van de STU 22 (Fig. 3).All the elements of the scanner 18 (Fig. 2) may therefore be of a known shape, just like the elements of the STU 22 (Fig. 3).
5 Beschouw eerst de scanner 18. Men zal herkennen dat de multiplexers 25, 26 en 27 van een bekende opbouw kunnen zijn. De filters 32 en 33 kunnen van een bekende vorm zijn, geschikt voor het selecteren van de afzonderlijke frequenties die men door wenst te laten naar respectievelijk de haakdetector 34 en lage-toondetector 35. Deze detectoren zelf, kunnen ook 10 van bekende vorm zijn, de haakdetector 34 is een gebruikelijk deel van telefoonstelsels en de lage-toondetector 35 is een detector voor de aanwezigheid of afwezigheid van het 25 Hz lage-toonsignaal. De T/R-schake-laar 28 kan van een bekende vorm zijn en de stelselbesturing 31 kan elke bekende schakeling bevatten geschikt voor het verschaffen van de recht-15 streekse aftastings- en reactiebesturingsfuncties die beschreven zijn. De stelselbesturing 31 kan derhalve een gebruikelijke bron voor kloksignalen bevatten, waarvan de opeenvolgende besturingssignalen voor de multiplexers 25, 26 en 27 afgeleid worden. Ook gestuurd door signalen afgeleid van de kloksignalen kunnen er bronnen zijn, zoals schuifregisters, voor 20 de reeks van gemoduleerde signalen voor FSK-modulator 30. EN-poortschake-lingen kunnen toegepast worden voor het detecteren van de gelijktijdige aanwezigheid van bezetdetectiesignalen en lage-toondetectiesignalen. Een dergelijke detectie wordt toegepast in gebruikelijke schakelingen om signalen naar de FSK-modulator 30 te onderdrukken. Omgekeerd veroorzaakt het 25 niet-detecteren van deze gelijktijdige signalen het verzenden van dergelijke signalen aan de FSK-modulator.5 First consider the scanner 18. It will be recognized that the multiplexers 25, 26 and 27 may be of a known construction. The filters 32 and 33 may be of a known form, suitable for selecting the individual frequencies that it is desired to pass to the hook detector 34 and low-tone detector 35, respectively. These detectors themselves may also be of known form, the hook detector 34 is a common part of telephone systems, and the low tone detector 35 is a detector for the presence or absence of the 25 Hz low tone signal. The T / R switch 28 may be of a known form and the system controller 31 may include any known circuit capable of providing the direct scan and response control functions described. The system controller 31 may therefore contain a conventional clock signal source from which the successive control signals for the multiplexers 25, 26 and 27 are derived. Also controlled by signals derived from the clock signals, there may be sources, such as shift registers, for the series of modulated signals for FSK modulator 30. AND gate circuits can be used to detect the simultaneous presence of busy detection signals and low-tone detection signals. . Such detection is used in conventional circuitry to suppress signals to the FSK modulator 30. Conversely, failure to detect these simultaneous signals causes the transmission of such signals to the FSK modulator.
Beschouw vervolgens de STU 22, de FSK-demodulator 37 en de FSK-modulator 38. Deze kunnen weer van een bekende vorm zijn, evenals het filter 36 dat voorafgaat aan de demodualtor 37. De lage-toongenerator kan 30 ook van elke bekende vorm zijn die, wanneer gevoed, in staat is tot het produceren van het gewenste 25 Hz-signaal. De signaalbronnen kunnen eenvoudige relaisschakelingen zijn bediend door de respectievelijke alarmen, en de signaalprocessor kan elke bekende vorm van digitale logica zijn, of een microprocessorschakeling geprogrammeerd op gebruikelijke wijze voor 35 het verkrijgen van de geschikte kloksignaalreacties, zoals eerder beschreven.Next, consider the STU 22, the FSK demodulator 37 and the FSK modulator 38. These can again be of a known form, as can the filter 36 that precedes the demodaltor 37. The low tone generator can also be of any known form. which, when powered, is capable of producing the desired 25 Hz signal. The signal sources may be simple relay circuits operated by the respective alarms, and the signal processor may be any known form of digital logic, or a microprocessor circuit programmed in a conventional manner to obtain the appropriate clock signal responses, as previously described.
Het telefoonstelsel zelf wordt in het geheel niet beïnvloed door de uitvinding. Er zijn geen extra filters nodig in het telefoonstelsel; in het bijzonder is er geen overspraak van lage-toonsignalen van de ene zij-40 de van de telefooncentrale 17 naar de andere omdat de telefooncentrale 8520059 14 geschikte filtering bevat voor andere redenen, namelijk voor het scheiden van verschillende gelijkspanningsniveaus aan tegenovergestelde zijden van de centrale.The telephone system itself is not affected at all by the invention. No additional filters are required in the telephone system; in particular, there is no crosstalk of low-tone signals from one side-40 of the telephone exchange 17 to the other because the telephone exchange 8520059 14 contains suitable filtering for other reasons, namely for separating different DC voltage levels on opposite sides of the exchange .
Wanneer het stelsel dat de onderhavige uitvinding omvat gebruikt 5 wordt, niet voor het signaleren van een alarm als zodanig, maar veeleer voor het signaleren van andere toestanden van toestellen in het perceel van een telefoonabonnee, zoals meteruitlezing, meteorologische metingen etc., dan kan de lage-toon gebruikt worden voor het aanduiden dat alle meetinstrumenten continu werkzaam zijn, zelfs wanneer het telefoontoestel 10 bezet is. Tijdens vrije perioden, kunnen de signalen van elke gegeven STU dan de gewenste meer gedetailleerde data betreffende de toestellen leveren.When the system embodying the present invention is used, not for signaling an alarm per se, but rather for signaling other states of devices in the telephone subscriber's field, such as meter reading, meteorological measurements, etc., the low tone are used to indicate that all measuring instruments are operating continuously, even when the telephone 10 is busy. During idle periods, the signals from any given STU can then provide the desired more detailed data regarding the devices.
Het stelsel weergegeven in de Fig. 1, 2 en 3 kan werkzaam zijn op een tweede wijze. In plaats van het starten van de bewakingsprocedure 15 door het verzenden van afvraagsignalen en het ontvangen van reacties, kan scanner 18 ingericht worden voor het aftasten van de aanwezigheid of afwezigheid van de lage-toonsignalen en slechts bij verlies van het lage-toonsignaal van een afzonderlijke STU die STU afvragen voor het bepalen van de reden voor het verlies van het lage-toonsignaal. In deze werkwijze 20 verschaffen de lage-toonsignalen de eerste aanwijzing voor de toestand van de toestellen. Zolang het lage-toonsignaal ontvangen wordt door de scanner van een afzonderlijke STU, vraagt de scanner die STU niet af omdat de aanwezigheid van het lage-toonsignaal een aanwijzing is dat de STU niet afgevraagd hoeft te worden (d.w.z. alle aangesloten toestellen op de 25 STU zijn in een ”niet-alarm"-toestand). Bij verlies van het lage-toonsignaal, neemt de scanner een verandering waar en zendt hij afvraagsignalen naar de betreffende STU voor het bepalen van de reden voor het verlies van het lage-toonsignaal, dat aangeduid wordt door het reactiesignaal verzonden door de STU.The system shown in Figs. 1, 2 and 3 can act in a second way. Instead of starting the monitoring procedure 15 by sending interrogation signals and receiving responses, scanner 18 can be arranged to sense the presence or absence of the low-tone signals and only if the low-tone signal is lost from an individual STU asking STU to determine the reason for the loss of the low-tone signal. In this method 20, the low tone signals provide the first indication of the state of the devices. As long as the low-tone signal is received by the scanner from a separate STU, the scanner does not interrogate that STU because the presence of the low-tone signal is an indication that the STU does not need to be interrogated (ie all connected devices on the 25 STU are in a "non-alarm" state). When the low tone signal is lost, the scanner detects a change and sends interrogation signals to the appropriate STU to determine the reason for the loss of the low tone signal, which is indicated by the response signal sent by the STU.
30 Het zal duidelijk zijn dat verschillende veranderingen aangebracht kunnen worden door een deskundige zonder af te wijken van de inventieve gedachte, waarvan de strekking slechts beschreven wordt door de bijgevoegde conclusies.It will be clear that various changes can be made by a person skilled in the art without departing from the inventive idea, the scope of which is only described by the appended claims.
85200598520059
Claims (13)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US59018984A | 1984-03-16 | 1984-03-16 | |
US59018984 | 1984-03-16 | ||
PCT/US1985/000406 WO1985004302A1 (en) | 1984-03-16 | 1985-03-12 | Remote subscriber interaction system |
US8500406 | 1985-03-12 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8520059A true NL8520059A (en) | 1986-02-03 |
NL192419B NL192419B (en) | 1997-03-03 |
NL192419C NL192419C (en) | 1997-07-04 |
Family
ID=24361223
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8520059A NL192419C (en) | 1984-03-16 | 1985-03-12 | System for providing signal transmission between a telephone exchange and instruments placed in the plots of telephone operators. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0177554A4 (en) |
JP (1) | JPS61502021A (en) |
AU (1) | AU573323B2 (en) |
BR (1) | BR8505861A (en) |
CA (1) | CA1230692A (en) |
CH (1) | CH672040A5 (en) |
DE (2) | DE3590106C2 (en) |
GB (1) | GB2167625B (en) |
NL (1) | NL192419C (en) |
NO (1) | NO854558L (en) |
NZ (1) | NZ211461A (en) |
SE (1) | SE462667B (en) |
WO (1) | WO1985004302A1 (en) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4706241A (en) * | 1985-03-12 | 1987-11-10 | Pacific Bell | Low speed gate circuit |
US4741022A (en) * | 1985-12-13 | 1988-04-26 | Base 10 Telecom, Inc. | Remote subscriber interaction system |
DE9407124U1 (en) * | 1994-04-29 | 1994-07-28 | Heckler & Koch Maschinen- und Anlagenbau GmbH, 78713 Schramberg | Fault or maintenance message for machine control |
GB9519261D0 (en) * | 1995-09-21 | 1995-11-22 | Isdn Systems Ltd | A security system |
EP1168802A1 (en) * | 2000-06-20 | 2002-01-02 | BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company | Terminal interface device |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2088881A5 (en) * | 1970-04-28 | 1972-01-07 | Fichet Bauche | |
FR2359554A1 (en) * | 1976-07-20 | 1978-02-17 | Matra | Two condition telephone alarm system - employs low frequency carrier modulated with test frequency to indicate two possible alarm states |
US4162488A (en) * | 1977-03-11 | 1979-07-24 | Emergency Products Corporation | Alarm system |
US4258357A (en) * | 1978-06-24 | 1981-03-24 | Plessey Handel Und Investments Ag | Alarm signalling systems |
US4342986A (en) * | 1980-05-07 | 1982-08-03 | Honeywell Inc. | Central station alarm reporting system |
US4332980A (en) * | 1980-05-30 | 1982-06-01 | Harris Corporation | Multiple services system using telephone local loop |
US4442320A (en) * | 1981-12-04 | 1984-04-10 | Base Ten Systems, Inc. | Remote subscriber interaction system |
-
1985
- 1985-03-12 NL NL8520059A patent/NL192419C/en not_active IP Right Cessation
- 1985-03-12 DE DE3590106A patent/DE3590106C2/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-03-12 AU AU40699/85A patent/AU573323B2/en not_active Expired
- 1985-03-12 JP JP60501298A patent/JPS61502021A/en active Granted
- 1985-03-12 EP EP19850901736 patent/EP0177554A4/en not_active Ceased
- 1985-03-12 WO PCT/US1985/000406 patent/WO1985004302A1/en not_active Application Discontinuation
- 1985-03-12 BR BR8505861A patent/BR8505861A/en not_active IP Right Cessation
- 1985-03-12 GB GB08527702A patent/GB2167625B/en not_active Expired
- 1985-03-12 CH CH4959/85A patent/CH672040A5/de not_active IP Right Cessation
- 1985-03-12 DE DE19853590106 patent/DE3590106T/en active Pending
- 1985-03-13 CA CA000476340A patent/CA1230692A/en not_active Expired
- 1985-03-15 NZ NZ211461A patent/NZ211461A/en unknown
- 1985-11-14 SE SE8505399A patent/SE462667B/en not_active IP Right Cessation
- 1985-11-15 NO NO854558A patent/NO854558L/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL192419C (en) | 1997-07-04 |
WO1985004302A1 (en) | 1985-09-26 |
GB2167625A (en) | 1986-05-29 |
NZ211461A (en) | 1989-02-24 |
AU4069985A (en) | 1985-10-11 |
SE462667B (en) | 1990-08-06 |
JPS61502021A (en) | 1986-09-11 |
DE3590106C2 (en) | 1994-11-10 |
EP0177554A4 (en) | 1986-08-21 |
GB8527702D0 (en) | 1985-12-11 |
SE8505399D0 (en) | 1985-11-14 |
CA1230692A (en) | 1987-12-22 |
NO854558L (en) | 1985-11-15 |
DE3590106T (en) | 1986-06-26 |
CH672040A5 (en) | 1989-10-13 |
BR8505861A (en) | 1986-03-25 |
SE8505399L (en) | 1985-11-14 |
AU573323B2 (en) | 1988-06-02 |
NL192419B (en) | 1997-03-03 |
EP0177554A1 (en) | 1986-04-16 |
JPH0575217B2 (en) | 1993-10-20 |
GB2167625B (en) | 1988-05-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0095491B1 (en) | Remote subscriber interaction system | |
CA1270345A (en) | Apparatus for transmitting information via telephone lines | |
EP0418225B1 (en) | Security system comprising a signal transmitter | |
KR890001009A (en) | Surveillance and Interactive Alarm Reporting System | |
US4741022A (en) | Remote subscriber interaction system | |
US4528423A (en) | Remote subscriber terminal unit | |
NL8520059A (en) | INTERACTION SYSTEM FOR REMOTE SUBSCRIBERS. | |
GB9005874D0 (en) | Telephone signalling | |
JPS6232861B2 (en) | ||
KR970702650A (en) | TELECOMMUNICATIONS NETWORKS | |
JPH0577227B2 (en) | ||
JPS61219254A (en) | Subscriber's line disconnection automatic information device | |
JPH01126862A (en) | Dialing position detection system for emergency telephone system | |
JPH01180177A (en) | Alarm signal transmission system | |
GB191016336A (en) | Improvements in "A Central Energy Electrical Signalling System." | |
ES2046112A2 (en) | Telephone equipment for direct point to point lines | |
JPH0484548A (en) | In-band signal device | |
JPS60158763A (en) | Simultaneous communication system between observation center and observation terminal station | |
JPH02252353A (en) | Automatic generator for talking or communication start and end signal for telephone terminal equipment or the like |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20050312 |