NL8520020A - Motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten. - Google Patents

Motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten. Download PDF

Info

Publication number
NL8520020A
NL8520020A NL8520020A NL8520020A NL8520020A NL 8520020 A NL8520020 A NL 8520020A NL 8520020 A NL8520020 A NL 8520020A NL 8520020 A NL8520020 A NL 8520020A NL 8520020 A NL8520020 A NL 8520020A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bearing
shaft
housing
parts
fixed
Prior art date
Application number
NL8520020A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Teleco Magna Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Teleco Magna Inc filed Critical Teleco Magna Inc
Publication of NL8520020A publication Critical patent/NL8520020A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B4/00Drives for drilling, used in the borehole
    • E21B4/003Bearing, sealing, lubricating details

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Motor Or Generator Frames (AREA)
  • Rolling Contact Bearings (AREA)
  • Magnetic Bearings And Hydrostatic Bearings (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

Ύ 8 5 2 0 0 2 0 60.77.820
Teleco-Magna Inc, Houston TX 77091, U.S.A.
MOTOR- EN LAGERSAMENSTEL VOOR GEBRUIK IN BOORPUTTEN
De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde motor voor gebruik in boorputten, en meer in het bijzonder op lagersamenstellen voor gebruik bij dit soort motoren.
Boorgereedschap, waarbij de boorkop wordt aangedreven 5 door een motor in het boorgat, zoals een positieve verplaatsingsvloeistofmotor, of door een turbine aangedreven motoren, is reeds bekend. Bij dit soort motoren wordt de boorkop rondgedraaid door een rotor, welke weer rondgedraaid wordt door een vloeistofstroom, 10 zoals boorvloeistof, door het motorsamenstel.
In dit soort motorsamenstellen voor gebruik in boorputten worden lagers toegepast, welke soms deel uitmaken van het gehele motorsamenstel en soms aangebracht zijn in een los lagerpakket of lagersamenstel, dat vast-15 gemaakt of bevestigd is aan het motorhuis. De lagers nemen de voorwaartse boordruk van de schacht tijdens het boren op. Andere lagers brengen hydraulisch de belasting over van de motor op de schacht, wanneer de motor uit het boorgat wordt getrokken, of wanneer de ! 20 boorkop van de bodem getild wordt.
Lagersamenstellen worden over het algemeen uitgerust met veren voor het absorberen van de axiale stoten tijdens het boren. Bij de meeste lagersamenstellen is voorzien in zowel axiale druklagers als radiale lagers, j 25 Het is mogelijk dat de druklagers variërende axiale drukken moeten opnemen, afhankelijk van de op de boorkop uitgeoefende kracht bij het boren. In enkele gevallen is het noodzakelijk om een aanzienlijke 8520020 ’ ' -2- opwaartse kracht op te nemen. In andere gevallen moeten min of meer gelijke opwaartse en neerwaartse krachten worden opgenomen. In weer andere gevallen dienen neerwaartse belastingen te worden opgenomen.
5 Het Amerikaanse octrooi US-3,879,094 (Tschirky) beschrijft een motor voor gebruik in boorputten, bestaande uit een positieve verplaatsingsmotor, voorzien van een lagersamenstel aan het motorhuis, met radiale lagers van wolfraamcarbide en een veelvoud aan axiale 10 druklagers, welke in langsrichting op afstand van elkaar zijn geplaatst.
Het Amerikaanse octrooi US-3,449,030 (Tiraspolsky) beschrijft een lagersamenstel voor het gebruik bij motoren in boorputten, hetwelk een veelvoud aan axiale druklagers 15 bevat, welke op afstand van elkaar zijn geplaatst, en welke zijn voorzien van ringvormige kussens van geweven draad, welke kussens dienen om schokken te absorberen.
Het Amerikaanse octrooi US-3,594,106 (Garrison) beschrijft een motorsamenstel voor gebruik in een boorput 20 met een veelvoud aan axiale druklagers, welke longitudinaal met tussenafstanden zijn geplaatst, en met een veermechanisme voor het absorberen van schokken.
Het Amerikaanse octrooi US-4,135,772 (Stodt) beschrijft een lagersamenstel voor een door een, in het boorgat aan-| 25 wezige, motor aangedreven boor, welke axiaal verdeelde kogellagers heeft voor het opnemen van de axiale belastingen, en veren heeft, welke tussen de lagers zijn geplaatst voor het absorberen van schokken.
8520020 ' ' -3-
Het Amerikaanse octrooi US-4,260,202 (Crase) beschrijft een lagersamenstel voor motoren, voor gebruik in boorgaten, hetwelk op enige afstand van elkaar geplaatste kogellagersamenstellen omvat, welke voorzien 5 zijn van veren voor het absorberen van axiale schokken.
Het Amerikaanse octrooi US-4,388,973 (Winkelmann) beschrijft een lagersamenstel voor een motor voor gebruik in een boorgat, waarbij de lagers op enige afstand van elkaar worden gehouden door schouders aan een serie 10 kragen, welke een continue ondersteunende buis vormen aan de binnenzijde en buitenzijde van de lagerconstruc-tie, en waarbij de lagers gesteund worden op de roterende motorschacht. Deze lagers omvatten veren voor het absorberen van axiale belastingen, maar ze zijn niet 15 geschikt voor verandering van de onderlinge posities van de lagers voor het bepalen van de grootheid van de opwaartse of neerwaartse belastingen, zoals deze door het lagersamenstel moeten worden opgenomen.
Het is derhalve een doel van de uitvinding te voorzien 20 in een nieuw en verbeterd lagersamenstel voor het gebruik in combinatie met motoren in boorputten voor het boren in de aarde.
Een ander doel van de uitvinding is te voorzien in een nieuw en verbeterd lagersamenstel voor gebruik in com-25 binatie met motoren in boorputten, waarbij het lagersamenstel is voorzien van middelen voor het veranderen van de lagerbelasting al naar de hoeveelheid opwaartse of neerwaartse kracht, welke wordt ontmoet bij boorope-raties.
i 30 Een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een nieuw en verbeterd lagersamenstel, dat bestaat uit gestapelde lagers, welke worden ondersteund door onderling veranderbare lagerkraagdelen, teneinde de relatie 05 2 0 0 20.
-4- van de lagers, voor het opnemen van de schokbelastingen in de opwaartse en neerwaartse richting, te variëren.
Een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een lagersamenstel voor gebruik in samenhang met motoren in 5 boorputten, waarbij de lagers op onderlinge tussenafstanden worden gehouden door een veelvoud aan kraag-delen, welke de lagers in geselecteerde posities houden en waarin de lagers veranderd kunnen worden door het herrangschikken van de ondersteunende kragen en de 10 specifieke lager-sub-samenstellingen, teneinde de opwaartse en neerwaartse schokbelastingen, zoals deze worden gedragen door het lagersamenstel, te kunnen variëren.
Verdere doelen van de uitvinding zullen van tijd tot 15 tijd in de hierna gegeven beschrijving en conclusies naar voren komen.
De hierboven gegeven doelstellingen en andere doelstellingen van de uitvinding worden bereikt door een motor en lagersamenstel voor gebruik in een boorput, dat is 20 voorzien van een buisvormig huis met een inlaat- en een uitlaatopening voor de stroming van de boorvloeistof, een stator aangebracht in het huis en een rotor welke draaibaar is aangebracht in de stator. Een open buisvormige schacht is verbonden met de rotor voor een 25 draaiende beweging in het huis. Het lagersamenstel omvat lagerdelen in het huis in vaste relatie met onderlinge tussenruimten en andere lagerdelen die daarmede kunnen samenwerken. Kraagdelen welke in het huis geplaatst zijn, ondersteunen geselecteerde lagerdelen :30 in een vaste relatie met onderlinge tussenruimten.
Andere kraagdelen, welke geplaatst zijn op de schacht, ondersteunen de andere lagerdelen in een vaste relatie met onderlinge tussenruimten. De kraagdelen zijn onderling veranderbaar geplaatst in het huis en op de 35 schacht, teneinde de lagerdelen in geselecteerde 8520020 -5- onderling veranderbare relatie te plaatsen, al naar de noodzaak voor het dragen van een belasting in een voorwaartse of achterwaartse richting door lagers.
Een radiaal kraaglager kan in het huis voor de lagering 5 van de schacht zijn aangebracht in een positie voorwaarts en achterwaarts van het lagersamenstel. Het huis en het lagersamenstel zijn aan het achtereinde open om de boorvloeistof er doorheen te laten stromen.
Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een motor- en 10 lagersamenstel voor boringen in de aarde, welk aanzicht gedeeltelijk in dwarsdoorsnede is uitgevoerd, en een voorkeursuitvoeringsvorm van een lagerconstructie volgens de uitvinding weergeeft; figuren vormen tezamen een vergroot langsdoorsnede-15 2A, 2B aanzicht, waarin details van het lagersamen- en 2C stel en de relatie daarvan met de roterende schacht, welke de boorkop draagt, zijn weergegeven; figuur 3 toont een deelaanzicht in doorsnede, vergelijk-20 baar met figuur 2B, waarin de lagers zijn getoond, zodanig gemonteerd dat twee lagers een opwaartse belasting en vier lagers een I ; neerwaartse belasting dragen; figuur 4 toont een deelaanzicht in doorsnede, verge-25 lijkbaar met figuur 2B, waarin de lagers zijn getoond, zodanig gemonteerd dat vier lagers een opwaartse belasting en twee lagers een neerwaartse belasting dragen; figuur 5 toont een deelaanzicht in doorsnede, vergelijk-30 baar met figuur 2B, waarin de lagers zijn 8520020 -6- getoond, zodanig gemonteerd dat vijf lagers een opwaartse belasting dragen en één lager een neerwaartse belasting draagt? en figuur 6 toont een deelaanzicht in doorsnede, vergelijk-5 baar met figuur 2B, waarin de lagers zijn getoond, zodanig gemonteerd dat één lager een opwaartse belasting draagt en vijf lagers een neerwaartse belasting dragen.
Onder verwijzing naar de tekeningen met behulp van de 10 verwijzingscijfers, en meer in het bijzonder naar figuur 1, wordt een motorsamenstel 10 getoond voor gebruik in boorputten, welk motorsamenstel is verbonden met het ondereinde van een boorpijpketen 11, welke de boorvloeistofstroom leidt door het motorsamenstel 10, 15 en in het boorgat. Het motorsamenstel 10 heeft een huis 12, waarin een holle vaste stator 13 is aangebracht.
In de uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 1, is het motorsamenstel 10 van het positieve verplaatsings-motor type, zoals een Moineau-type vloeistofmotor, 20 welke is voorzien van een helicoïdaal doorlopende holte. Een draaibare helicoïdale rotor 14 is geplaatst in de stator 13 en draait als gevolg van de boorvloeistof stroom door de stator. Zoals aangegeven, is de weergegeven motor van een positief verplaatsings-25 vloeistofmotor type van een wel bekend algemeen verkrijgbaar type. Uiteraard kunnen ook andere typen door vloeistof aangedreven motoren worden toegepast, in het bijzonder motoren, welke door vloeistofturbines worden aangedreven en ook wel bekend zijn als "turbo-drills".
30 De rotor wordt aangedreven door de neerwaartse stroom van boorvloeistof, welke naar de boorpijp 11 wordt toegevoerd door een pomp 15. Pomp 15 is geplaatst op 8520020 -7- een conventionele boorinstallatie met een draaiende tafel 16, welke de pijp 11 ronddraait in het boorgat.
Pijp 11 wordt gedragen door de boorkabels 17 van de boorinstallatie.
5 De boorvloeistof stroomt door de inrichting in neerwaartse richting via een verbindingsstaaf-behuizings-sectie 18. De verbindingsstaaf-behuizingssectie 18 omsluit het verbindingsstaaf-samenstel 19, hetwelk is verbonden door een eerste universele koppeling 20 met 10 het ondereinde van rotor 14, en door een tweede universele koppeling 21 met het boveneinde van een aandrijf-schacht 22.
De aandrijfschacht 22 strekt zich in neerwaartse richting uit door een lagersamenstel 23, en wordt hier-15 door roteerbaar ondersteund. De aandrijfschacht 22 is hol uitgevoerd, zoals hierna wordt beschreven, en heeft een boorkop 24 aan het ondereinde, welke kan zijn voorzien van conventionele draaiende snijdelen 25 voor het boren door een aardformatie, teneinde een boorgat 26 te 20 vormen. Boorkop 25, zoals weergegeven, is voorzien van draaiende snijdelen van het gefreesde tandtype (milled tooth type), doch draaiende snijdelen, voorzien van hard metalen delen (compacts), of inzetstukken kunnen eveneens worden toegepast. Tevens kunnen voor vele 25 toepassingen draaiende boorkoppen van het diamant- inzettype worden gebruikt, welke rondgedraaid kunnen worden met relatief hoge snelheden, zonder excessieve beschadiging of slijtage.
De boorschacht 22 is buisvormig en heeft een inlaat-30 opening 27 aan het boveneinde. De boorvloeistof stroomt van de verbindingsstaaf-behuizing 18 via de inlaat- 8520020 -8- poorten 27 in de langwerpige centrale boring van de aandrijfschacht. De vloeistof, welke door de aandrijf-schacht stroomt, treedt naar buiten door de boorkop 24, teneinde de boorproducten weg te spoelen uit het 5 boorgat 26, en tevens de boorkop te koelen.
Bij het in werking zijn van de vloeistofmotor 10, heeft het ondereinde van de rotor 14 een excentrische beweging, welke doorgegeven wordt aan de aandrijfschacht 22 via het universele verbindingsstaaf-samenstel 19. De 10 aandrijfschacht 22 draait derhalve om een vaste hart lijn binnen het buitenhuis 28 van het lagersamenstel 23. De aandrijfschacht 22 wordt in het huis ondersteund door lagermiddelen, zoals nader beschreven zal worden, en in de figuren 2A, 2B en 2C is getoond. Deze 15 lagering is een nieuw, essentieel element van de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.
In figuur 2A is getoond dat het lagerhuis 23 voorzien is van schroefdraad, zoals aangegeven bij 31, voor ! verbinding met het ondereinde van het motorhuis of het 20 verbindingsstaaf-behuizing 18. Het ondereinde van het lagerhuis 23 is van inwendige schroefdraad voorzien, zoals aangegeven bij 32 (zie figuur 2B), voor verbinding met het, van schroefdraad voorziene, boveneinde 33 van het lagerpakkethuis 34. Het lagerhuis 23 en 25 lagerpakkethuis 34 zijn middels schroefdraad met elkaar verbonden, teneinde een dicht continu buisvormig huis te vormen, dat losneembaar is bij de schroefdraad-verbinding, gevormd door schroefdraad 32 en schroefdraad 33.
.30 Het lagerhuis 23 heeft een integrale cylindrische boring 35, welke zich uitstrekt vanaf het bovenste of 8520020 t -9- achterste eindgedeelte tot aan het onderste of voorste gedeelte hiervan, en mondt uit in een vergrote boring 36. De boringen 35 en 36 vormen een naar beneden gerichte schouder 37 in het huis 23. Het lagerpakket-5 huis 34 heeft een inwendige boring 38, welke zich van het ene naar het andere einde ervan uitstrekt. Zoals weergegeven in de figuren 2A tot en met 2C, loopt de aandrijfschacht 22 door het holle inwendige van het lagerhuis 23 en het lagerhuis 34.
10 De aandrijfschacht 22 omvat een aandrijfkop 39, welke is voorzien van inwendige schroefdraad, zoals aangegeven bij 40, en daarmede bevestigd aan het boveneinde 41 van het buisvormige schachtelement 42, welk einde 41 is voorzien van schroefdraad. Het buisvormig schacht-15 element 42 heeft een verkleind boveneinde 43 en een vergroot ondereinde 44, welke verbonden zijn door een afgerond schoudergedeelte 45. Een vergroot einde van de aandrijfschacht 22 bestaat uit een vergroot ondergedeelte 46, hetwelk een open eindgedeelte 47 bezit, 20 dat is voorzien van inwendige schroefdraad, en daarmede is verbonden met het, van schroefdraad voorziene,' verbindingsdeel van de boorkop 24 (niet getoond).
Een cylindrische doorgang of boring 48 strekt zich uit over de gehele lengte van de boorschacht 22, en heeft 25 een opening in het ondereinde hiervan door het boorkop-verbindingsgedeelte 46 naar de boorkop 24, voor afgifte van de boorvloeistof door de boorkop, teneinde de boorproducten uit het boorgat te spoelen en de snijdende oppervlakken van de boorkop te koelen. De normale 30: werking van de motor in het boorgat vereist de stroming van de vloeistof via de motor, waardoor de aandrijf-schacht wordt gedraaid via de centrale boring 48 van de 8520020 -10- aandrijfschacht, en rond het uitwendige van de aandrijf schacht door de kraaglagers en het lagersamenstel. De aandrijfschacht 22 wordt ondersteund op een samenstel van lagerdelen, welke hierna verder worden 5 beschreven. Een borgring 49 is geplaatst tegen het, van schroefdraad voorziene, boveneinde 31 van het lagerhuis 23. Een aandrijfschacht-borgring 50 is aangebracht tussen de aandrijfschachtkop 39 en het boveneinde 51 van het kraagdeel 52, hetgeen een slijtagekraag 10 vormt, welke bevestigd is op het aandrijfschachtelement 42.
Het ondereinde van de slijtagekraag 52 draagt een deel van het lagersamenstel, zoals hierna wordt beschreven. Een onderste slijtagekraag 53 omringt het onderste !15 vergrote gedeelte 42 van de aandrijfschacht 22, en ligt aan tegen de bovenste schouder 54 op het boorkop-verbindingsgedeelte 46 van de aandrijfschacht. Een onderste radiaal kraaglager 30 omringt de onderste lagerslijtagekraag 53, en wordt op zijn plaats gehouden ;20 door een snapring 55 aan het ondereinde van het huis 34. Een bovenste radiaal kraaglager 56 omringt de bovenste slijtagekraag 52, en strekt zich uit vanaf de borgring 49 tot aan de, de axiale belasting opnemende, schouderring 56.
25 Aan het boveneinde van het lagersamenstel (figuur 2B) is een recht opstaande afstandsring 57 geplaatst op het schachtelement 42, teneinde daarmede te roteren. De afstandsring 57 is met enige tussenruimte aan de binnenzijde van de schouderring 56 geplaatst, met 30 voldoende speling voor de stroming van de boorvloeistof door de lagers. Direct onder de schouderring 56 is een Belleville-veer 58 geplaatst, welke aanligt tegen de 8520020 -11- bovenste oppervlakken van het stationaire lager-loopvlakdeel 59.
Het lagerloopvlakdeel 59 is een enkelzijdig loopvlak-deel, voorzien van een kogels opnemend loopvlak 60 in 5 het onderste gedeelte, waarin een veelvoud aan kogellagers 61 worden opgenomen. Het lagerloopvlakdeel 59 is geplaatst aan de binnenzijde van het huis 23 als een stationair loopvlak. Het lagerloopvlakdeel 59 heeft een bovenste omtreksschouder 62 en 10 een onderste omtrek 63 voor het opnemen van de ondersteunende kragen, waar het loopvlak ook gepositioneerd mag zijn in het lagersamenstel.
De onderste omtreksschouder 63 op het lagerloopvlakdeel 59 ligt aan tegen een lang kraagdeel 64, hetwelk zich 15 uitstrekt tot aan de bovenste schouder 65 van een tweezijdig loopvlakdeel 66. Het lagerloopvlakdeel 66 heeft een bovenste lager opnemend loopvlak 67 en een onderste lager opnemend loopvlak 68, waarin de lagers 61 worden opgenomen. Het dubbel-lagerloopvlak 66 heeft 20 een omtreksschoudergedeelte 69 aan zijn ondereinde, dat past in een lang kraagdeel 70, hetwelk is geplaatst als een stationaire afstand houdende kraag in het huis 23.
Het ondereinde van de kraag 70 ligt aan tegen een 25 enkelzijdig lagerloopvlakdeel 71 in een bovenste omtreksschouder 72 daarop. Het lagerloopvlakdeel 71 heeft een enkel lagerloopvlak 73, waarop het kogel-lagerdeel 61 ligt. Het lagerloopvlakdeel 71 heeft een onderste schouder 74, hetwelk het boveneinde van :30 een korte afstand houdende kraag 75 opneemt, welke is geplaatst op een stationaire plaats binnen het lagerhuis 23.
8520020 -12-
Het ondereinde van het kraagdeel 75 ligt aan tegen een dubbelzijdig loopvlakdeel 76 bij een schouder-deel 77 aan het boveneinde hiervan. Een korte afstand houdende kraag 78 ligt aan tegen een schouder-: 5 deel 79 aan het dubbelzijdige loopvlak 76, en ligt aan tegen het boveneinde 80 van het lagerhuis 34. De stationaire lagerloopvlakdelen 59, 66, 71 en 76 worden in een vaste positie gehouden tussen het boveneinde 80 van het lagerhuis 34 en de afstand houdende ring 56 aan 10 het boveneinde van het lagerpakket.
De verschillende lagerloopvlakdelen, welke stationair zijn in het huis 23, hebben een radiale afmeting naar binnen tot vlak vóór de ondersteunende kragen aan de aandrijfschacht. De Belleville-veer 58 drukt de ver-:15 schillende kogellagerloopvlakdelen naar elkaar toe, waarbij de afstand houdende kragen 64, 70, 75 en 78 de lagerloopvlakken in geselecteerde posities vasthouden.
: i
De roterende lagers, dat wil zeggen de lagerloopvlakdelen welke roteren met het roterende schacht-20 element 42, worden ondersteund door een systeem van afstand houdende kragen, overeenkomend met de verdeling van de kragen, welke de vaste of stationaire lagerloopvlakdelen ondersteunen. Een korte stationaire lager-kraag 81 is geplaatst tussen de afstand houdende ring 25 57 en de ondersteunende drukring 82. De afstand hou dende kraag 81 is zodanig gedimensioneerd dat er een kleine speling ontstaat tot het binnenste oppervlak van het bovenste lagerloopvlakdeel 59. Er is genoeg speling, zodat er geen contact is met het lagerloopvlakdeel 59, 30 of Belleville-veer 58, of deze beide belemmert.
$5 2 0 0 2Q
i : -13-
Het enkelzijdige lagerloopvlakdeel 85 wordt gesteund aan het einde 83 van de afstand houdende kraag 81 om met het lageraandrijfschachtelement 42 te roteren. Het lagerloopvlakdeel 85 heeft een lagerloopvlak 87 in 5 het bovenste oppervlak daarvan. Een Belleville-veer 86 wordt ondersteund door een afstand houdende ring 82, en dringt het roterende lagerloopvlakdeel 85 tegen de kogellagers 61. De lagers 61 in het bovenste lager-deel worden derhalve ondersteund tussen het loop-10 vlak 87 in het bovenste oppervlak van het draaiende lagerloopvlakdeel 85 en het lagerloopvlak 60 van het stationaire lagerloopvlakdeel 59.
Een lange afstand houdende kraag 88 is geplaatst op het schachtelement 42, teneinde daarmede te roteren, en I 15 strekt zich uit vanaf de afstand houdende ring 82 tot aan de eerste daaronder volgende afstand houdende ring 89. De kraag 88 is zodanig gedimensioneerd dat een speling wordt verkregen ten opzichte van het binnenste oppervlak van het dubbelzijdige lagerloopvlakdeel 20 66. Een bovenste roterend lagerloopvlakdeel 93, voor- ! zien van een lagerloopvlakdeel 94, is geplaatst aan het einde 90 van de afstand houdende kraag 88, en wordt voor de lagering door de Belleville-veer 95 tegen de kogellagers 61 gedrongen. Een onderste enkelzijdig 25 lagerloopvlakdeel 96, voorzien van een lagerloopvlak 97, wordt tegen de onderste lagers 61 gedrongen door een Belleville-veer 98, welke wordt ondersteund door een afstand houdende ring 89.
Een korte afstand houdende ring 99 strekt zich uit 30 vanaf de afstand houdende ring 89 tot aan de afstand houdende ring 100 op het schachtelement 42, en is daarmede roteerbaar. De afstand houdende kraag 99 is 8520020 -14- zodanig gedimensioneerd, dat een speling ontstaat ten opzichte van het binnenste oppervlak van het enkel-zijdige stationaire lagerloopvlakdeel 71. Een enkel-zijdig lagerloopvlakdeel 103, voorzien van een lager-5 loopvlak 104, wordt door een Belleville-veer 105 tegen de kogellagers 61 gedrongen, welke veer aanrust tegen de onderzijde van de afstand houdende ring 89. Het ondereinde van de afstand houdende kraag 99 ligt aan tegen de afstand houdende ring 100.
10 Een lange afstand houdende kraag 106 strekt zich uit vanaf de afstand houdende ring 100 tot aan de onderste afstand houdende ring 107. De afstand houdende kraag 106 is zodanig gedimensioneerd, dat er speling ten opzichte van het binnenste oppervlak van het sta-15 tionaire dubbelzijdige lagerloopvlakdeel 76 aanwezig is. Een bovenste Belleville-veer 111 is geplaatst tegen de onderzijde van de afstand houdende ring 100, en ligt aan tegen het lagerloopvlakdeel 112, hetwelk is geplaatst aan het einde 108 van de afstand houdende 20 kraag 106. Het lagerloopvlakdeel 112 is een enkelzijdig deel met een lagerloopvlak 113, dat door een Belleville-veer 111 tegen de kogellagerdelen 61 wordt gedrongen. Een onderste Belleville-veer 114 is geplaatst op de afstand houdende ring 107, en ligt aan 25 tegen de onderzijde van het roterende lagerloopvlakdeel 115. Lagerloopvlakdeel 115 is aangebracht aan het einde 109 van de afstand houdende kraag 106, en heeft een lagerloopvlak 116 in het bovenste oppervlak, dat de kogellagerdelen 61 ondersteunt.
;30 In de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, zoals getoond in de figuren 2A tot en met 2C, draait het schachtelement 42 in de huizen 34 en 23, waarbij het 8520020 -15- bovenste kraaglager 56 en het onderste kraaglager 30 de schacht ondersteunen bij radiale schachtbelastingen.
Het systeem met kogellagers, zoals getoond in figuur 2B, voorziet in een ondersteuning van de schacht tegen 5 verticale belastingen in ofwel opwaartse danwel neerwaartse richting.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2B zijn de lager-loopvlakdelen 59, 66, 71 en 76 vast in een stationaire positie geplaatst binnen in het huis 23, en op onder-10 linge afstand van elkaar gehouden in een bepaalde gekozen positie door kraagdelen 64, 70, 75 en 78.
De roterende lagerloopvlakdelen 85, 93, 96, 103, 112 en 115 roteren met het schachtelement 42 en ondersteunende kogellagers 61 mee ten opzichte van de respectievelijke 15 stationaire kogellagerloopvlakdelen.
De kogellagerloopvlakdelen, welke roteren met schacht 42, zijn geplaatst op onderlinge afstand in een van tevoren vastgestelde gewenste positie door de kraagdelen 81, 88, 99 en 106. In het uitvoerings-20 voorbeeld, zoals weergegeven in figuur 2B, ondersteunt het lager, bestaande uit het stationaire loopvlakdeel 59, het roteerbare loopvlak 85 en de kogellagers 61, welke hiertussen zijn geplaatst, de schacht 42 tegen opwaartse belastingen. Het lager, dat wordt gevormd 25 door het roterende loopvlakdeel 96 en het onderste lagerloopvlak 68 van het loopvlakdeel 66, en de lager-delen 61, welke hiertussen zijn aangebracht, ondersteunt op gelijke wijze het schachtelement tegen verticale opwaartse belastingen. Het lager, dat wordt 30 gevormd door het roterende lagerloopvlakdeel 115 en de kogellagers 61, welke gelagerd zijn tegen het onderste lagerloopvlak 117 van het stationaire lagerloopvlakdeel 8520020 -16- 76, ondersteunt eveneens het schachtelement 42 bij opwaartse belastingen.
Het lager, dat wordt gevormd door het bovenste lager-loopvlak 67 van het stationaire lagerloopvlakdeel 66, 5 de kogellagers 61 en het roterende lagerloopvlakdeel 93, ondersteunt het schachtelement 42 bij neerwaartse belastingen, zoals wanneer het motorsamenstel van de bodem wordt opgetild. Het roterende lagerloopvlakdeel 103, de kogellagers 61 en het stationaire lagerloop-10 vlakdeel 71 vormen een lager, dat het schachtelement 42 ondersteunt bij neerwaartse belastingen. Het roterende lagerloopvlakdeel 112 en kogellagers 61, welke rusten op het bovenste lagerloopvlak 118 op het stationaire lagerloopvlakdeel 76, ondersteunen op overeenkomstige 15 wijze het schachtelement 42 bij neerwaartse belastingen, zoals deze optreden, wanneer de motor van de bodem wordt opgetild. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2B is weergegeven dat de verdeling van de afstand houdende middelen voor zowel de vaste lager-20 loopvlakken als de roterende lagerloopvlakken, en de verdeling van de vaste en roterende lagerloopvlakken en kogellagers drie lagers tot gevolg hebben, welke de opwaartse belasting opnemen, en drie lagers, welke de neerwaartse belasting opnemen.
25 De uitvoering van de kogellagers, welke ondersteuning bieden bij opwaartse en neerwaartse belastingen, kan worden gewijzigd, afhankelijk van de onderlinge tussenafstand van de afstand houdende kragen en de plaatsing van de stationaire en roterende lagerdelen, zodanig dat 30 het aantal lagers, dat opwaartse en neerwaartse belastingen opneemt, kan worden gevarieerd. Hoewel de uitvoering in dit geval is weergegeven met zes groepen kogellagers, kan elk gewenst aantal lagers worden toegepast. Het is 8520020 -17- eveneens mogelijk om rollagers toe te passen, indien dit gewenst is.
De uitvoering van de lagering kan worden gevarieerd, zodanig dat alle lagers een opwaartse belasting kunnen 5 opnemen, of alle een neerwaartse belasting kunnen opnemen. Zij kan echter ook zodanig worden uitgevoerd, dat vijf lagers een opwaartse belasting opnemen, en één lager een neerwaartse belasting, ofwel dat vijf lagers een neerwaartse belasting opnemen, en één lager 10 een opwaartse belasting. Op overeenkomstige wijze kan de uitvoering van de lagering zodanig worden gekozen, dat twee lagers een opwaartse belasting, en vier lagers een neerwaartse belasting opnemen, ofwel dat vier lagers een opwaartse belasting, en twee lagers een 15 neerwaartse belasting opnemen.
Voorbeelden van deze variaties in de lagering worden weergegeven in de figuren 3 tot en met 6. De variatie in het aantal lagers, dat de opwaartse of neerwaartse belasting opneemt, is bijzonder nuttig, wanneer for-:20 maties van verschillende hardheid worden ontmoet, of wanneer variërende neerwaartse belastingen optreden bij het optillen van de boormotor van de bodem.
In figuur 3 zijn de verschillende lagers zodanig gerangschikt dat twee van de lagers opwaartse belas-25 tingen opnemen, en vier lagers neerwaartse belastingen i opnemen. In deze verdeling nemen de bovenste loopvlakken van de stationaire lagerdelen 59, 76, 71 en 66 neerwaartse belastingen op. De onderste loopvlakken van de lagerloopvlakdelen 112 en 66 nemen opwaartse i 30; belastingen op.
8520020 -18-
In figuur 4 zijn de lagers verder herverdeeld, zodanig dat vier van de lagers opwaartse belastingen opnemen, en twee lagers neerwaartse belastingen opnemen. In deze verdeling van de lagers en afstand houdende kragen, die 5 de lagers van elkaar scheiden, nemen de onderste loopvlakken op de lagerloopvlakdelen 76, 71, 66 en deel 59 opwaartse belastingen op. De bovenste loopvlakken op de stationaire lagerloopvlakdelen 66 en 76 nemen neerwaartse belastingen op.
10 In figuur 5 wordt een configuratie van lagers getoond, waarin vijf van de lagers opwaartse belastingen opnemen, en slechts ëén lager een neerwaartse belasting opneemt.
In deze verdeling van belastingen nemen de onderste loopvlakken van de lagerloopvlakdelen 59, 71, 76, 103 15 en 203 (een lagerloopvlakdeel, dat dezelfde constructie heeft als lagerloopvlakdeel 103) opwaartse belastingen op. Het bovenste loopvlak van lagerloopvlakdeel 76 neemt een neerwaartse belasting op.
Figuur 6 illustreert een andere uitvoering van een 20 lagerdeel en de afstand houdende kraag, welke deze delen van elkaar scheidt en deze in positie houdt, waarin vijf van de lagers neerwaartse belastingen opnemen, terwijl éên lager een opwaartse belasting opneemt. In figuur 6 neemt het onderste loopvlak van 25 het dubbel-loopvlakdeel 76 een opwaartse belasting op, terwijl de bovenste loopvlakken van de lagerloopvlakdelen 71, 59, 76, 103 en 159 een neerwaartse belasting opnemen. Een andere rangschikking van de lagers, waarbij alle lagers een opwaartse belasting 30 opnemen, of alle lagers een neerwaartse belasting opnemen, kan gemakkelijk worden gecreëerd.
8520020 -19-
Het lagerpakket, zoals hierboven beschreven, is zeer veelzijdig in bedrijf, en kan in het veld worden herverdeeld, indien hiertoe de noodzaak bestaat, en wel zodanig dat het aantal lagers, dat een opwaartse 5 belasting of een neerwaartse belasting opneemt, kan worden aangepast, afhankelijk van de eisen van de specifieke veldcondities.
Een functie en voordeel van de lagerconstructie volgens de onderhavige uitvinding heeft betrekking op de 10 werking in het geval van kogelschade. Bij de kogel- lagerconstructies, zoals tot nu toe bekend, waarbij de loopvlakken beide gefixeerd zijn ten opzichte van hun ondersteunende constructies, zal kogelschade resulteren in het vastlopen van het lager. De lagers volgens de 15 onderhavige uitvinding echter lopen niet vast bij kogelschade. Indien de kogels van een bepaald lager-samenstel (dat wil zeggen: binnenste loopvlak, buitenste loopvlak en kogels) schade ondervinden, klemt het binnenste loopvlak (dat normaliter draait met de 20 schacht) zich vast aan het stationaire buitenste loopvlak, middels de beschadigde kogels. Daar het binnenste loopvlak echter niet fysiek is vastgezet aan de schacht, zal het nu vastgezette binnenste loopvlak relatief ten opzichte van de schacht bewegen onder ;25 invloed van een axiale kracht, veroorzaakt door de naastliggende Belleville-veer, en het binnenste loopvlak zal in principe een wrijvingslager vormen.
Hoewel deze uitvinding volledig en compleet is beschreven met nadruk op de diverse verschillende voor-30| keursuitvoeringsvormen, kan men inzien dat binnen de draagwijdte van de bijgevoegde conclusies, de uitvinding kan worden uitgevoerd op andere wijzen dan specifiek hierin neergelegd.
8520020

Claims (30)

1. Een motor en lagersamenstel voor gebruik in een boorput, met het kenmerk, dat het samenstel omvat een buisvormig huis met een inlaat- en een uit-laatopening voor stroming van een vloeistof daar-5 door, een stator welke in een vaste positie is aangebracht in het genoemde huis, een rotor welke draaibaar is aangebracht in de genoemde stator, een schacht welke werkzaam is verbonden met de genoemde rotor en draaibaar ondersteund wordt in het 10 genoemde huis, een lagersamenstel, omvattende een eerste veelvoud aan lagerdelen, welke in het huis zijn aangebracht met een vaste positie met onderlinge tussenruimten, een tweede veelvoud aan lagerdelen die elk kunnen samenwerken met steeds 15 één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerde len en werkzaam ondersteund zijn op de genoemde schacht in een vaste positie met onderlinge tussenruimten, teneinde daarmede te kunnen draaien, een eerste veelvoud aan kraagdelen die in het 20 genoemde huis op tussenafstanden van elkaar zijn aangebracht en die het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen in de genoemde vaste positie met onderlinge tussenruimten werkzaam ondersteunen, een tweede veelvoud aan kraagdelen die op de ge-25 noemde schacht op tussenafstanden van elkaar aangebracht, en die het genoemde tweede veelvoud aan lagerdelen in de genoemde vaste positie met onderlinge tussenruimten werkzaam ondersteunen, en waarbij de genoemde kraagdelen onderling ver-30 anderbaar zijn geplaatst in het genoemde huis en op de genoemde schacht, zodanig dat de genoemde 8 5 2 0 0 2 6' -21- lagerdelen naar keuze in onderling veranderbare posities kunnen worden geplaatst, al naar de noodzaak om een belasting in een eerste of een tweede tegenovergestelde axiale richting door 5 lagers op te nemen.
2. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige constructie heeft, zodat de vloeistof hier doorheen kan 10 stromen.
3. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het samenstel verder omvat een kraaglager, dat in het genoemde huis is aangebracht voor de lagering 15 van de genoemde schacht in een positie voorwaarts van het genoemde lagersamenstel.
4. Een motor- en lagersamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige constructie heeft, zodat de vloeistof 20 hier doorheen kan stromen en het samenstel verder omvat een kraaglager, dat in het genoemde huis is aangebracht voor de lagering van de genoemde schacht in een positie voorwaarts van het genoemde lagersamenstel. j
5. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde lagersamenstel omvat een eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, dat in het genoemde huis is aangebracht met vaste onderlinge tussenpo ruimten, een tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, elk uitgelijnd ten opzichte van één van het 8520020 -22- genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen, en werkzaam ondersteund op de genoemde schacht met vaste onderlinge tussenruimten, om daarmede te roteren, en rollende lagerdelen, die als lagering 5 met de genoemde uitgelijnde lagerloopvlakken sa menwerken.
6. Motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde lagerdelen kogellagers zijn.
7. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde lagerdelen rollagers zijn.
8. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 15 het genoemde eerste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit, en geplaatst is in het genoemde huis in geselecteerde vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan 20 lagerloopvlakken, om een geselecteerde vaste posi tie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan, waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit, en geplaatst is op de genoemde schacht in geselec-25 teerde vaste posities, aanliggend tegen geselec teerde exemplaren van het genoemde tweede veelvoud i ’ aan lagerloopvlakken, om een geselecteerde vaste ! positie van onderlinge tussenruimten te doen ontstaan, en middelen voor het onderling verander-30 baar ondersteunen van de genoemde kraagdelen in het genoemde huis en op de genoemde schacht, teneinde de genoemde lagerloopvlakken en de genoemde ........85 2 Ö 0 2 ö -23- rollende lagerdelen te positioneren in geselecteerde onderling veranderbare relaties, al naar gelang de noodzaak voor het opnemen van een belasting in voorwaartse of achterwaartse richting : 5 door lagers.
9. Een motor- en lagersamenstel volgens conclusie 5, waarin het genoemde eerste veelvoud aan lager-loopvlakken een geselecteerd aantal enkelzijdige loopvlakken en een geselecteerd aantal dubbelzij-10 dige loopvlakken omvat, waarbij het genoemde eer ste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit, en geplaatst is in het genoemde huis in geselecteerde vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het 15 genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, om een geselecteerde vaste positie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan, en waarin het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken enkelzijdige loopvlakken zijn en uitgelijnd ge-20 plaatst zijn ten opzichte van de genoemde eerste lagerloopvlakken, waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit en geplaatst is op de genoemde schacht in geselecteerde vaste posities, geselec-25 teerde exemplaren ondersteunend van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken om een geselecteerde vaste positie van onderlinge tussenruimten te doen ontstaan en waarin ondersteunende delen zijn omvat, die worden gedragen door het 30 genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen, mede omvattende veermiddelen welke de genoemde tweede lagerloopvlakken verend ondersteunen en middelen j voor het onderling veranderbaar ondersteunen van de genoemde kraagdelen in het genoemde huis en op 8520020 -24- de genoemde schacht teneinde de genoemde lager-loopvlakken en de genoemde rollende lagerdelen in geselecteerde onderling veranderbare relaties te plaatsen, al naar gelang de noodzaak om een 5 belasting op te nemen in een voorwaartse of achterwaartse richting door lagers.
10. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige 10 constructie heeft, waardoor vloeistof kan stromen, en voorts een kraaglager omvat, hetwelk in het genoemde huis is aangebracht als lagering voor de schacht in een positie voorwaarts van het genoemde lagersamenstel, waarbij het genoemde lagerhuis en 15 het lagersamenstel aan het achtereinde open zijn, zodat de vloeistof door het genoemde lagersamenstel en het genoemde kraaglager kan stromen.
11. Een lagersamenstel voor montage op een motor voor het gebruik in een boorput, met het kenmerk, dat 20 deze motor omvat een buisvormig huis met een inlaat- en een uitlaatopening, zodanig dat de vloeistof daardoor kan stromen, een stator, welke in een vaste positie is aangebracht in het genoemde huis, een rotor welke draaibaar is ondersteund 25 in de genoemde stator, en, dat het genoemde samen stel bestaat uit een lagerhuis dat geconstrueerd is voor verwijderbare bevestiging aan het genoemde motorhuis, een schacht voor het ondersteunen van een boorkop en geconstrueerd voor verbinding aan 30’ de genoemde rotor en draaibaar ondersteund in het genoemde lagerhuis, een lagersamenstel bestaande uit een eerste veelvoud aan lagerdelen aangebracht in het genoemde lagerhuis in een vaste relatie met 8520020 -25- onderlinge tussenruimte/ een tweede veelvoud aan lagerdelen elk samenwerkend met steeds één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen en werkzaam ondersteund op de genoemde schacht in een 5 vaste relatie met onderlinge tussenruimten ten einde daarmede te kunnen draaien, een eerste veelvoud aan kraagdelen welke in het genoemde lagerhuis zijn aangebracht in een relatie met onderlinge tussenruimten en werkzaam het genoemde !10 eerste veelvoud aan lagerdelen ondersteunend in de genoemde vaste relatie met onderlinge tussenruimten, een tweede veelvoud aan kraagdelen aangebracht op de genoemde schacht in een vaste relatie met onderlinge tussenruimten en werkzaam het genoem-15 de tweede veelvoud aan lagerdelen ondersteunend in de genoemde vaste relatie met onderlinge tussenruimten, waarbij de genoemde kraagdelen onderling veranderbaar gepositioneerd zijn in het genoemde lagerhuis en op de genoemde schacht, zodanig dat 20 de genoemde lagerdelen in een onderling verander bare gepreselecteerde positie kunnen worden geplaatst, al naar de noodzaak om een belasting in voorwaartse of achterwaartse richting door lagers op te nemen.
12. Een lagersamenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige constructie heeft, waardoor de vloeistof kan stromen.
13. Een lagersamenstel volgens conclusie 11, met het 30 kenmerk, dat het samenstel voorts omvat een kraaglager, dat in het genoemde huis is aangebracht als lagering voor de schacht in een positie 8520020 -26- voorwaarts van het genoemde lagersamenstel.
14. Een lagersamenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige constructie heeft, waardoor de vloeistof kan 5 stromen en het samenstel voorts omvat een kraag- lager, dat in het genoemde huis is aangebracht als lagering voor de schacht in een positie voorwaarts van het genoemde lagersamenstel.
15. Een lagersamenstel volgens conclusie 11, met het 10 kenmerk, dat het genoemde lagersamenstel omvat een eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, die in het genoemde huis zijn aangebracht op een vaste onderlinge afstand, een tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, welke elk zijn uitgelijnd ten 15 opzichte van steeds één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen, en werkzaam zijn ondersteund op de genoemde schacht op een vaste onderlinge tussenruimte voor rotatie daarmede, en rollende lagerdelen, die als een lagering met de ge-20 noemde uitgelijnde lagerloopvlakken samenwerken.
16. Een lagersamenstel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de lagerdelen kogellagers zijn.
17. Lagersamenstel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de lagerdelen rollagers zijn.
18. Een lagersamenstel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het eerste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten heeft, en is geplaatst in het genoemde huis in gepreselecteerde vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde 30 exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan 8520020 -27- lager loopvlakken, teneinde een geselecteerde vaste afstand houdende relatie daarmede te doen ontstaan, waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten 5 heeft, en is geplaatst op de genoemde schacht in geselecteerde vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde een geselecteerde vaste afstand houdende relatie daarmede 10 te doen ontstaan, alsmede middelen voor het onderling veranderbaar ondersteunen van de genoemde kraagdelen in het genoemde huis en op de genoemde schacht, teneinde de genoemde lagerloopvlakken en de genoemde rollende lagerdelen te i15 positioneren in geselecteerde onderling veran derbare relaties, al naar de noodzaak om een belasting in een voorwaartse of achterwaartse richting door lagers op te nemen.
19. Een lagersamenstel volgens conclusie 15, met het 20 kenmerk, dat het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken omvat een geselecteerd aantal enkelzijdige loopvlakken en een geselecteerd aantal dubbelzijdige loopvlakken, waarbij het eerste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschil-25 lende lengten heeft en is geplaatst in het genoem de huis in gepreselecteerde vaste posities aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde een geselecteerde vaste afstand houdende 30: relatie daarmede te doen ontstaan, en het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken enkelzijdige loopvlakken zijn, die uitgelijnd zijn geplaatst ten opzichte van de genoemde eerste lagerloopvlakken, waarbij het genoemde tweede veelvoud aan 8520020 -28- kraagdelen ten minste twee verschillende lengten heeft en is geplaatst op de genoemde schacht in geselecteerde vaste posities, geselecteerde exemplaren ondersteunend van het genoemde tweede 5 veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde een geselecteerde vaste afstand houdende relatie daarmede te doen ontstaan, alsmede middelen voor het onderling veranderbaar ondersteunen van de genoemde kraagdelen in het genoemde huis en op de 10 genoemde schacht, teneinde de genoemde lager- loopvlakken en de genoemde rollende lagerdelen te positioneren in geselecteerde onderling veranderbare relaties, al naar de noodzaak om een belasting in een voorwaartse of achterwaartse 15 richting door lagers op te nemen.
20. Een lagersamenstel volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de genoemde schacht een open buisvormige constructie heeft, waardoor de vloeistof kan stromen, en voorts is voorzien van een kraaglager, 20 aangebracht in het genoemde huis als lagering voor de genoemde schacht in een positie voorwaarts van het genoemde lagersamenstel en het genoemde lagerhuis, terwijl het lagersamenstel aan het achtereinde open is, zodat vloeistof door het 25 genoemde lagersamenstel en het genoemde kraaglager kan stromen. i i | i 8520020 -29- 60.77.820 Teleco-Magna Inc, Houston TX 77091, U.S.A. GEWIJZIGDE CONCLUSIES (Ontvangen door het Internationale Bureau op 30 april 1985.)
21. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput, met het kenmerk, dat het samenstel omvat een buisvormig huis, een in dit huis draaibare schacht, een lagersamenstel, bestaande uit een 5 eerste veelvoud aan lagerdelen, welke in het huis zijn aangebracht met een eerste vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten, een tweede veelvoud aan lagerdelen, die elk samen kunnen werken met steeds één van het genoemde eerste 10 veelvoud aan lagerdelen, en op de genoemde schacht in een tweede vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten zijn aangebracht, waarbij deze tweede lagerdelen met de genoemde schacht mee kunnen draaien, een eerste veelvoud aan kraag-15 delen, die langs het genoemde huis op tussenaf standen van elkaar zijn aangebracht, en die het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen in de genoemde eerste vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten ondersteunen, een tweede 20 veelvoud aan kraagdelen, die langs de genoemde schacht met onderlinge tussenruimten zijn aangebracht, en die het genoemde tweede veelvoud aan lagerdelen in de genoemde tweede vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten ondersteunen, 25 en waarbij de genoemde kraagdelen onderling veran derbaar positioneerbaar zijn langs het genoemde huis en langs de genoemde schacht, zodanig dat de genoemde lagerdelen naar keuze in onderling veranderbare posities kunnen worden geplaatst, al 8520026 -30- naar de noodzaak om een belasting in een eerste of een tweede tegenovergestelde axiale richting door lagers op te nemen.
22. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een 5 boorput volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het genoemde lagersamenstel een eerste veelvoud aan lagerloopvlakken omvat, dat langs het genoemde huis is aangebracht met een eerste vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimten; een tweede 10 veelvoud aan lagerloopvlakken, elk uitgelijnd ten opzichte van één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen en ondersteund langs de genoemde schacht in een tweede vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimten, waarbij de genoemde 15 tweede loopvlakken draaibaar zijn ten opzichte van de genoemde schacht en rollende lagerdelen, die in belasting dragende relatie zijn geplaatst met de genoemde uitgelijnde lagerloopvlakken.
23. Motor- en lagersamenstel voor gebruik in een 20 boorput volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de genoemde lagerdelen kogellagers zijn.
24. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het genoemde eerste veelvoud aan kraagdelen ten 25 minste twee verschillende lengten bezit en ge plaatst is in het genoemde huis in geselecteerde vaste axiale posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken teneinde een eerste 30 vaste relatie met onderlinge tussenruimten van de genoemde eerste loopvlakken te doen ontstaan; waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit ! : 8520020 -31- en geplaatst is langs de genoemde schacht in geselecteerde axiaal vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de 5 genoemde tweede vaste axiale positie met on derlinge tussenruimten te doen ontstaan van de genoemde tweede loopvlakken; en middelen voor het ondersteunen van de genoemde kraagdelen langs het genoemde huis en langs de genoemde schacht.
25. Een motor- en lagersamenstel voor gebruik in een boorput, volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het genoemde eerste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten bezit en geplaatst is in het genoemde huis in geselecteerde 15 vaste axiale posities, aanliggend tegen gese lecteerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de genoemde eerste geselecteerde vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan; ;20 waarbij het genoemde tweede veelvoud aan lager- loopvlakken enkelzijdige loopvlakken zijn en uitgelijnd zijn geplaatst ten opzichte van de genoemde eerste lagerloopvlakken; waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste 25 twee verschillende lengten bezit en geplaatst is langs de genoemde schacht in geselecteerde vaste posities, geselecteerde exemplaren ondersteunend van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloop-vlakken, teneinde de genoemde tweede geselecteerde 30 vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan; en voorts omvattende ondersteu-i ningsmiddelen gedragen door het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen, voor het verend onder- i 1 steunen van het genoemde tweede lagerloopvlak. 8520020 -32-
26. Een lagersamenstel voor een roterende schacht van een motor in een boorgat, met het kenmerk, dat het samenstel omvat een lagerhuis, een lagersamenstel, voorzien van een eerste veelvoud aan lagerdelen, 5 aangebracht in het genoemde lagerhuis in een eerste vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten, een tweede veelvoud aan lagerdelen, elk samenwerkend met steeds één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen, en op de schacht 10 aangebracht op een vaste afstand van elkaar, waarbij de genoemde tweede lagerdelen draaibaar zijn met de genoemde schacht, een eerste veelvoud aan kraagdelen, die in het genoemde lagerhuis zijn aangebracht met axiale tussenruimten, en het 15 genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen in de genoemde eerste vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten ondersteunen, een tweede veelvoud aan kraagdelen, die op de genoemde schacht op afstand van elkaar zijn aangebracht, en 20 het genoemde tweede veelvoud aan lagerdelen onder steunen in de genoemde tweede vaste axiale positie met onderlinge tussenruimten, waarbij de genoemde kraagdelen onderling veranderbaar gepositioneerd zijn aangebracht in het genoemde lagerhuis en 25 langs de genoemde schacht, zodanig dat de genoemde lagerdelen in een onderlinge veranderbare gepre-selecteerde positie kunnen worden geplaatst, al naar de noodzaak om een belasting in een eerste en een tweede tegenovergestelde axiale richting door 30 lagers op te nemen.
27. Een lagersamenstel volgens één der conclusies 10 tot en met 12, met het kenmerk, dat het genoemde lagersamenstel omvat een eerste veelvoud aan lagerloopvlakken die in het genoemde huis zijn 35 aangebracht op vaste onderlinge afstand, een 8520020 -33- tweed e veelvoud aan lagerloopvlakken welke elk zijn uitgelijnd ten opzichte van steeds één van het genoemde eerste veelvoud aan lagerdelen en zijn ondersteund langs de genoemde schacht in een 5 tweede vaste axiale relatie met onderlinge tussen ruimten, waarbij de genoemde tweede loopvlakken draaibaar zijn met de genoemde schacht; en rollende lagerdelen welke in een belasting dragende relatie zijn geplaatst met de genoemde uitgelijnde 10 lagerloopvlakken.
28. Een lagersamenstel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de lagerdelen kogellagers zijn.
29. Een lagersamenstel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het eerste veelvoud aan kraagdelen 15 ten minste twee verschillende lengten heeft en is geplaatst in het genoemde huis in gepreselecteerde axiale vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de genoemde eerste 20 vaste relatie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan van de genoemde eerste loopvlakken; waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten heeft en is geplaatst langs de genoemde schacht in geselec-;25 teerde axiale vaste posities, aanliggend tegen geselecteerde exemplaren van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de ge- ! noemde tweede vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimten te doen ontstaan van de genoemde 30 tweede loopvlakken; en middelen voor het onder steunen van de genoemde kraagdelen langs het genoemde huis en langs de genoemde schacht. 8520020 -34-
30. Een lagersamenstel volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het eerste veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschillende lengten heeft en is geplaatst langs het genoemde huis in geselecteerde 5 vaste axiale posities, aanliggend tegen geselec teerde exemplaren van het genoemde eerste veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de genoemde eerste geselecteerde vaste axiale relatie met onderlinge tussenruimte daarmede te doen ontstaan; waarbij 10 het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken bestaat uit enkelzijdige loopvlakken en uitgelijnd geplaatst is ten opzichte van de genoemde eerste lagerloopvlakken; waarbij het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen ten minste twee verschil-|15 lende lengten heeft en is geplaatst langs de genoemde schacht in geselecteerde vaste posities, geselecteerde exemplaren ondersteunend van het genoemde tweede veelvoud aan lagerloopvlakken, teneinde de genoemde tweede geselecteerde vaste 20 axiale relatie met onderlinge tussenruimte daar mede te doen ontstaan; alsmede ondersteunings-middelen, welke worden gedragen door het genoemde tweede veelvoud aan kraagdelen, teneinde het genoemde tweede lagerloopvlak verend te onder-25 steunen. j 8520020
NL8520020A 1984-01-23 1985-01-22 Motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten. NL8520020A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US57285684A 1984-01-23 1984-01-23
US57285684 1984-01-23
PCT/US1985/000103 WO1985003326A1 (en) 1984-01-23 1985-01-22 Downhole motor and bearing assembly
US8500103 1985-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8520020A true NL8520020A (nl) 1985-12-02

Family

ID=24289642

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8520020A NL8520020A (nl) 1984-01-23 1985-01-22 Motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4729675A (nl)
EP (1) EP0170681B1 (nl)
JP (1) JPS61501039A (nl)
AU (1) AU573784B2 (nl)
BR (1) BR8504784A (nl)
CA (1) CA1230326A (nl)
DE (1) DE3590025T1 (nl)
GB (1) GB2165596B (nl)
NL (1) NL8520020A (nl)
SE (1) SE459435B (nl)
WO (1) WO1985003326A1 (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4982801A (en) * 1989-01-04 1991-01-08 Teleco Oilfield Services Inc. Flexible coupling for downhole motor
CA2026630C (en) * 1990-10-01 1994-05-17 William Ray Wenzel Method of increasing the off bottom load capacity of a bearing assembly
US5086851A (en) * 1990-10-26 1992-02-11 Dailey Petroleum Service Corp. Combination thrust and radial bearing for use in down-hole drilling tools
US5074681A (en) * 1991-01-15 1991-12-24 Teleco Oilfield Services Inc. Downhole motor and bearing assembly
US5253939A (en) * 1991-11-22 1993-10-19 Anadrill, Inc. High performance bearing pad for thrust bearing
US5679894A (en) * 1993-05-12 1997-10-21 Baker Hughes Incorporated Apparatus and method for drilling boreholes
US5325714A (en) * 1993-05-12 1994-07-05 Baker Hughes Incorporated Steerable motor system with integrated formation evaluation logging capacity
US5690434A (en) * 1994-08-02 1997-11-25 Bafco International Incorporated Downhole tool bearing assembly
US5795075A (en) * 1996-09-04 1998-08-18 Camco International Inc. Spring cartridge rotor bearing
US6543132B1 (en) 1997-12-18 2003-04-08 Baker Hughes Incorporated Methods of making mud motors
US6289998B1 (en) 1998-01-08 2001-09-18 Baker Hughes Incorporated Downhole tool including pressure intensifier for drilling wellbores
US6388351B1 (en) 1999-12-30 2002-05-14 General Electric Company Bearing load washer
US9051781B2 (en) 2009-08-13 2015-06-09 Smart Drilling And Completion, Inc. Mud motor assembly
US9745799B2 (en) 2001-08-19 2017-08-29 Smart Drilling And Completion, Inc. Mud motor assembly
US7278211B2 (en) * 2002-12-12 2007-10-09 Shell Oil Company Bore hole tool assembly and method of designing same
US7314100B2 (en) * 2002-12-12 2008-01-01 Shell Oil Company System for use in a bore hole for axially coupling a tubular end and a mandrel
CN100366862C (zh) * 2002-12-12 2008-02-06 国际壳牌研究有限公司 钻孔工具总成的设计方法
CN102482925A (zh) * 2009-07-08 2012-05-30 霍利贝顿能源服务公司 岩心筒及相关的钻井设备和方法
NO2921638T3 (nl) 2010-01-28 2018-08-18
US8770318B2 (en) 2010-04-01 2014-07-08 National Oilwell Varco, L.P. Drilling motor with a locking collet sleeve stabilizer
US9580965B2 (en) 2011-02-08 2017-02-28 Halliburton Energy Services, Inc. Multiple motor/pump array
NO335294B1 (no) * 2011-05-12 2014-11-03 2TD Drilling AS Innretning for retningsboring
US9869127B2 (en) * 2013-06-05 2018-01-16 Supreme Source Energy Services, Inc. Down hole motor apparatus and method
US9453530B2 (en) * 2014-06-12 2016-09-27 Thinkom Solutions, Inc. Compact integrated perimeter thrust bearing
US9115540B1 (en) 2015-02-11 2015-08-25 Danny T. Williams Downhole adjustable mud motor

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1535451A (fr) * 1966-07-01 1968-08-09 Inst Francais Du Petrole Butée à billes pour turbine de forage
FR2043893A5 (nl) * 1969-05-05 1971-02-19 Alsthom
US3594106A (en) * 1969-05-09 1971-07-20 Empire Oil Tool Co Variable speed motor drill
US3652140A (en) * 1969-10-30 1972-03-28 Maris Bruno Thrust bearings
US3879094A (en) * 1973-08-15 1975-04-22 Smith International Radial Bearings
DE2636048C3 (de) * 1976-08-11 1979-08-16 Voith Getriebe Kg, 7920 Heidenheim Lagerstuhl für Bohrturbinen zum Bohren Un Erdreich
US4260202A (en) * 1979-08-20 1981-04-07 Smith International, Inc. Bearing assembly
DE3012779C2 (de) * 1980-04-02 1982-11-25 Zahnradfabrik Friedrichshafen Ag, 7990 Friedrichshafen Bohrmeißel-Direktantriebe

Also Published As

Publication number Publication date
AU573784B2 (en) 1988-06-23
SE8504363D0 (sv) 1985-09-20
DE3590025T1 (de) 1986-08-07
SE8504363L (sv) 1985-09-20
SE459435B (sv) 1989-07-03
EP0170681A1 (en) 1986-02-12
GB2165596B (en) 1987-08-19
JPS61501039A (ja) 1986-05-22
CA1230326A (en) 1987-12-15
EP0170681B1 (en) 1988-06-08
EP0170681A4 (en) 1986-05-16
US4729675A (en) 1988-03-08
AU3932185A (en) 1985-08-09
GB8525001D0 (en) 1985-11-13
WO1985003326A1 (en) 1985-08-01
BR8504784A (pt) 1985-12-24
GB2165596A (en) 1986-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8520020A (nl) Motor- en lagersamenstel voor gebruik in boorputten.
US8147142B1 (en) Bearing assembly, and bearing apparatus and motor assembly using same
US4029368A (en) Radial bearings
US9145735B2 (en) Methods of operating bearing apparatuses
US7552782B1 (en) Thrust-bearing assembly
US9290997B2 (en) Downhole tools including bearings and methods of forming same
US5992542A (en) Cantilevered hole opener
US5111892A (en) Imbalance compensated drill bit with hydrostatic bearing
EP0460202B1 (en) Progressive cavity drilling apparatus with flow restrictor
US5099934A (en) Rotary drill bits
CA1223863A (en) Downhole motor fluid flow restrictor
US4889195A (en) Drill bit direct drive for deep well drilling tools
US4501454A (en) Method of distributing load among stacked bearings
CN104870739A (zh) 具有悬挂轴承的双轴钻探装置
US4220380A (en) Bearing assembly
WO2019211588A1 (en) Wellbore reamer
US4629013A (en) Drive device for a drill bit
WO1997045620A1 (en) Stabiliser for borehole drilling apparatus
O'Hanlon Cutter assembly
NO163027B (no) Lageranordning for bruk nede i broennhull.
Nagel Well drilling tool with diamond thrust bearings
Bradley et al. Surface drilling apparatus