NL8503375A - Opzetstrooiinrichting. - Google Patents
Opzetstrooiinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8503375A NL8503375A NL8503375A NL8503375A NL8503375A NL 8503375 A NL8503375 A NL 8503375A NL 8503375 A NL8503375 A NL 8503375A NL 8503375 A NL8503375 A NL 8503375A NL 8503375 A NL8503375 A NL 8503375A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- spreader
- spreading
- truck
- tensioning
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D90/00—Component parts, details or accessories for large containers
- B65D90/12—Supports
- B65D90/14—Legs, e.g. detachable
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/64—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable
- B60P1/6418—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar
- B60P1/6427—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar the load-transporting element being shifted horizontally in a fore and aft direction, combined or not with a vertical displacement
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01C—CONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
- E01C19/00—Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
- E01C19/12—Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving for distributing granular or liquid materials
- E01C19/20—Apparatus for distributing, e.g. spreading, granular or pulverulent materials, e.g. sand, gravel, salt, dry binders
- E01C19/201—Apparatus for distributing, e.g. spreading, granular or pulverulent materials, e.g. sand, gravel, salt, dry binders with driven loosening, discharging or spreading parts, e.g. power-driven, drive derived from road-wheels
- E01C19/202—Apparatus for distributing, e.g. spreading, granular or pulverulent materials, e.g. sand, gravel, salt, dry binders with driven loosening, discharging or spreading parts, e.g. power-driven, drive derived from road-wheels solely rotating, e.g. discharging and spreading drums
- E01C19/203—Centrifugal spreaders with substantially vertical axis
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Transportation (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Road Paving Machines (AREA)
Description
’ -1-
Opzetstrooiinrichting
De uitvinding betreft een opzetstrooiinrichting, omvattende een op de laadvloer van een vrachtwagen plaatsbare opzetstrooier voor het op een weg strooien van strooimateriaal, zoals zout, en een parkeerinrichting voor het buiten ge-5 bruik, los van de vrachtwagen, op een bepaalde hoogte boven de grond opgesteld houden van de strooier, waarbij de strooier omvat, een gestel, een op het gestel aangebracht reservoir voor strooimateriaal, een aan een achtereinde van het gestel aangebracht strooiorgaan, transportmiddelen voor het 10 uit het reservoir aan het strooiorgaan toevoeren van het strooimateriaal en een aandrijfinrichting voor het aandrijven van de transportmiddelen en het strooiorgaan.
Bij een bekende opzetstrooiinrichting van deze soort wordt de parkeerinrichting gevormd door een vast opge-15 steld portaalgestel, waarin de strooier met behulp van een hijsinrichting wordt opgehangen. Wanneer de strooier gebruikt moet worden, wordt een vrachtwagen onder de in het portaalgestel opgehangen strooier gereden, waarna de strooier op de laadbak van de vrachtwagen wordt neergelaten.
20 De vaste opstelling van de parkeerinrichting heeft nadelen. Bijvoorbeeld wanneer de opzetstrooier op een andere plaats gebruikt moet worden, moet ook het gehele portaalgestel worden verplaatst. Dit is ongunstig voor een flexibele bedrijfsvoering van de opzetstrooier.
25 De uitvinding beoogt de genoemde nadelen te verhel pen. Dit wordt met een opzetstrooiinrichting volgens de uitvinding bereikt, doordat de parkeerinrichting gevormd wordt door ten minste één telescopisch uitschuifbare achter-steun-poot aan de achterzijde van het gestel, een paar om een 30 dwarsas scharnierende, achterwaarts wegzwenkbare voorpoten, aangebracht nabij de voorzijde van het gestel en een opdruk-inrichting, omvattende ten minste één op een afstand voor de voorpoten, door geleidingsmiddelen vertikaal beweegbaar geleid en door neerdrukmiddelen ten opzichte van het gestel 35 neerdrukbaar rolelement. Hierdoor vormt de parkeerinrichting één geheel met de opzetstrooier, zodat de opzetstrooier op 3503375
* X
-2- elke gewenste plaats los van de vrachtwagen neergezet kan worden en later weer door de vrachtwagen opgenomen kan worden.
Voor het opladen van de opzetstrooier rijdt de 5 vrachtwagen met zijn laadvloer tot onder het rolelement van de opdrukinrichting. Vervolgens worden de neerdrukmiddelen in werking gesteld, waardoor het rolelement in kontakt met de laadvloer wordt bewogen en vervolgens de gehele opzetstrooier wordt opgedrukt. Hierdoor komen de voorpoten los van de grond 10 en worden deze bij het achterwaarts onder de strooier rijden van de vrachtwagen naar achteren gezwenkt en komen op de laadvloer te liggen. Wanneer de vrachtwagen geheel naar achteren is gereden, wordt zowel het rolelement weer omhoog bewogen als worden de achterpoten ingetrokken, waardoor de 15 opzetstrooier met zijn gestel op de laadvloer van de vrachtwagen komt te staan. Het lossen van de opzetstrooier gaat in omgekeerde volgorde.
Een gunstige uitvoeringsvorm, die het voordeel heeft dat de strooier zeer stabiel wordt ondersteund tijdens 20 het laden en lossen daarvan, wordt bereikt, wanneer de gelei-dingsmiddelen een zich over een aanzienlijk deel van de breedte van de strooier uitstrekkend, om een met het gestel verbonden dwarsas scharnierend stijf scharnierframe omvatten, waarbij., aan de voorzijde daarvan een aantal geleidingsrollen 25 is aangebracht. Door de stijve ondersteuning over een grote breedte, wordt een potentieel gevaar van kantelen of wankelen vermeden.
Wanneer verder de neerdrukmiddelen één enkele in het midden van het scharnierframe aangrijpende hydraulische 30 zuiger/cilindereenheid omvatten, wordt de bedieningsinrichting voor de neerdrukmiddelen op gunstige wijze vereenvoudigd.
Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt verkregen, wanneer de voorpoten om dezelfde dwars-35 as als het scharnierframe scharnieren. Het geheel van voorpoten en scharnierframe kan nu als een eenheid worden uitgevoerd, zodat ook een uitrusting achteraf van bestaande opzet-strooiers met de parkeerinrichting volgens de uitvinding mogelijk is.
ο λ Λ " X 7 5 0 ij <2 -J ^ -3-
Gezien het grote gewicht van een opzetstrooier in geladen toestand, moet de parkeerinrichting zeer stabiel zijn uitgevoerd. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, door een op een tussenliggend punt scharnierend met elke voorpoot ver-5 bonden en door een losneembare penverbinding met het gestel verbonden schoor. De schoor kan eenvoudig met de penverbinding worden vastgezet of losgenomen in de toestand dat de op— zetstrooier met de opdrukinrichting op de laadvloer ligt, en de voorpoten loshangen. In de opgeladen toestand blijft de 10 schoor op of naast de voorpoot op de laadvloer liggen.
Voor het op de vrachtwagen vastzetten van de opzetstrooier wordt een gemakkelijk hanteerbare mogelijkheid verkregen, door volgens een ander aspect van de uitvinding aan weerszijden van de strooier nabij het achtereinde daarvan 15 aangebrachte, van een een spanband dragende haspel voorziene spaninrichtingen. De einden van de spanbanden worden bijvoorbeeld verbonden met met het achtereinde van de vrachtwagen verbonden beugels. Bij voorkeur is de spaninrichting een handlier, zodat de spanbanden na het opladen van de strooier 20 en het vastmaken van deze spanbanden, goed aangetrokken kunnen worden.
Een belangrijk verhoogde veiligheid wordt bereikt, wanneer volgens de uitvinding de spanband een zodanige lengte heeft, dat deze in de geheel afgewikkelde toestand tot een 25 tussen het rolelement en het voorpootscharnier liggende plaats reikt. Bij het lossen van de strooier, kan de vrachtwagen nu slechts zover onder de strooier uit rijden, als de spanbanden toelaten. De strooier blijft in elk geval met het rolelement op de laadvloer rusten, zodat zelfs bij een bedie-30 ningsfout van de chauffeur van de vrachtwagen de strooier niet met zijn vooreinde van de laadvloer op de grond kan vallen. In de geheel afgewikkelde toestand van de spanbanden zijn al wel de voorpoten vrij van de laadvloer, zodat deze eenvoudig kunnen worden geborgd.
35 De uitvinding zal hierna verder uiteen worden gezet aan de hand van de in de bijgevoegde tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding.
3533375 Ï -¾ -4-
Figuur 1 is een perspektivisch aanzicht# gedeeltelijk in fantoom weergave, van een inrichting volgens de uitvinding .
Figuur 2 is een gedeeltelijk perspektivisch aan-5 zicht van de voorzijde van de inrichting van figuur 1.
Figuren 3-5 tonen schematisch het op een vrachtwagen plaatsen van de inrichting van figuur 1.
Figuur 6 is een doorsnede van een achterpoot van de inrichting van figuur 1.
10 De opzetstrooiinrichting 1 van figuur 1 omvat een gestel 2, waarop een reservoir 3 in de vorm van een voorraad-trechter is aangebracht. Op het reservoir 3 bevindt zich een afdekking die in zijn geheel met 4 is aangegeven. De opzetstrooiinrichting 1 is bestemd voor gladheidsbestrijding.
15 Hiertoe wordt deze op de laadvloer van een vrachtwagen geplaatst en wordt het reservoir 3 gevuld met een strooimateri-aal, zoals zout. Onder het reservoir 3 is een niet nader aangegeven transportband aangebracht. Aan het vooreinde van de inrichting 1 loopt deze transportband om een van een spanin-20 richting voorziene geleidingsrol 5, terwijl deze aan het achtereinde van de inrichting 1 over een door een hydromotor 6 aangedreven rol loopt. In bedrijf wordt het strooimateriaal uit het reservoir 3 door de transportband naar het strooior-gaan 9 geleid, dat het strooimateriaal over de weg ver-25 spreidt. Het strooiorgaan 9 heeft de vorm van een schotel die in rotatie wordt aangedreven door een hydromotor 7. Het benodigde vermogen voor de aandrijfmotor 6 van de transportband, de motor 7 voor het strooiorgaan 9 en voor verdere niet nader te beschrijven regelsystemen wordt verkregen met behulp van 30 een aandrijfwiel 8, dat over de weg rijdt en een hydropomp aandrijft. De werking van de strooiinrichting 1 komt overeen met die van de strooiinrichting welke beschreven is in de Nederlandse octrooiaanvrage Nr. 8201464. Voor een nadere uiteenzetting van deze werking wordt naar genoemde octrooiaan-35 vrage verwezen.
Volgens de uitvinding omvat de opzetstrooiinrichting 1 een geïntegreerde parkeerinrichting. Bij de getoonde uitvoeringsvorm wordt deze gevormd door twee telescopisch uitschuifbare achtersteunpoten 15,16 aan de achterzijde van 35 0 3 3 7 5 -5- '; ........................
* het gestel 2. De aclitersteunpoten 15,16 zijn voorzien van voetplaten 17,18, voor een goede gelijkmatige ondersteuning op de grond.
De parkeerinrichting omvat verder een paar om een 5 dwarsas scharnierende, achterwaarts wegzwenkbare voorpoten 19,20 nabij de voorzijde van het gestel 2. De voorpoten 19,20 zijn beide aan hun boveneinde voorzien van lagerbussen 21, waarmee deze poten 19,20 gelagerd zijn op een as, die in een buis 22 opgenomen is, welke in het chassis 2 is vastgelast.
10 Verder omvat de parkeerinrichting een nog nader te beschrijven opdrukinrichting 30.
De scharnierende voorpoten 19,20 kunnen met behulp van een schoor 23 worden vastgezet. De schoor 23 scharniert bij 24 op een tussenliggende plaats aan de betreffende poot.
15 Aan het andere einde kan de schoor 23 met behulp van een pen 25 losneembaar met het gestel 2 worden verbonden.
De opdrukinrichting 30 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een stijf scharnierframe 33 dat eveneens gelagerd is om de in de buis 22 opgenomen dwarsas. Dit schamier-20 frame 33 is aan zijn vooreinde voorzien van twee rollen 31, die op nog nader te beschrijven wijze over de laadvloer van een vrachtwagen bij het laden en lossen van de strooier kunnen rollen. In het midden van het scharnierframe 33 grijpt één enkele zuiger/cilindereenheid 32 aan, die aan zijn boven-25 einde met het reservoir 3 is verbonden. Door het bedienen van de zuiger/cilindereenheid 32 kan het scharnierframe 33 dus neerwaarts worden gedrukt, waardoor als reaktie de strooier zelf omhoog wordt gedrukt, wanneer de rollen 31 op de laadvloer van een vrachtwagen liggen.
30 Voor het vastzetten van de opzetstrooiinrichting 1 op de laadvloer van de vrachtwagen, zijn aan het achtereinde van het gestel 2 twee spaninrichtingen 35,36 aangebracht.
Deze spaninrichtingen 35,36 hebben de vorm van handlieren die een haspel 39,40 hebben, waarop een spanband 38 is gewik-35 keld. De haspel kan worden geroteerd door middel van een handkruk 37 via een overbrenging 41.
Wanneer de vrachtwagen onder de opzetstrooier is gereden, worden de einden van de spanbanden 38 vastgehaakt : i V 3 3 7 5 * 'w -6- aan voor dat doel aan de vrachtwagen aangebrachte beugels, en worden de spanbanden 38 met behulp van de handlieren 35,36 gespannen.
Volgens een aspekt van de uitvinding zijn de span-5 banden 38 zo lang, dat deze in de geheel afgewikkelde toestand met hun einde tot een tussen de rollen 31 en het voor-pootscharnier 21 liggende plaats reiken. Wanneer nu de opzet-strooiinrichting 1 van de vrachtwagen gelost moet worden, wordt een in de overbrenging 41 van de handlieren 35,36 opge-10 nomen koppeling vrijgezet, zodat de spanbanden 38 vrij af kunnen rollen, en rijdt de vrachtwagen na het stellen van de achterpoten 15,16 naar voren. De vrachtwagen kan slechts zover doorrijden, tot de spanbanden 38 geheel zijn afgerold. In die situatie zijn in ieder geval de rollen 31 nog in kontakt 15 met de laadvloer van de vrachtwagen. Hierdoor wordt voorkomen, dat de vrachtwagen te ver doorrijdt, waardoor de inrichting 1 met zijn vooreinde op de grond zou vallen en daardoor beschadigd zou raken.
Aan het scharnierframe 33 zijn nog opzij uitsteken-20 de zijsteunwielen 45 aangebracht, welke een schacht hebben die verschuifbaar opgenomen is in een vierkante bus 46 van het frame 33. De schacht van het steunwiel 45 kan met behulp van een pen 47 in een bepaalde stand worden gefixeerd, overeenkomend met de breedte van de laadruimte van de vracht-25 wagen. De zijsteunwielen 45 zorgen ervoor, dat de opzet-strooier goed centraal op de laadvloer wordt geplaatst.
Figuren 3-5 tonen schematisch het op de laadvloer 11 van een vrachtwagen 10 plaatsen van de inrichting 1.
Uitgaande van de in figuur 3 getoonde, geparkeerde 30 situatie, waarbij de inrichting 1 opgesteld is op zijn voorste en achterste poten, wordt de vrachtwagen 10 met zijn laadvloer 11 tot onder de rollen 31 gereden. Vervolgens wordt, zoals figuur 4 toont, de zuiger/cilindereenheid 32 in werking gesteld, waardoor de inrichting 1 ten opzichte van de 35 laadvloer 11 omhoog wordt getild. Hierdoor komt de voorpoot 19 los van de bodem. In deze toestand kan de pen 25 gemakkelijk worden losgenomen en kan de schoor 23 vrijhangend neergeklapt worden.
'‘J J w W 1 '· -*r -7-
Vervolgens rijdt de vrachtwagen 10 verder naar achteren, waarbij de achterrand 12 van de laadvloer 11 tegen de voorpoot 19 aan komt, en deze naar achteren zwenkt, zoals figuur 5 toont. Wanneer de vrachtwagen 10 geheel naar ach-5 teren is gereden, wordt de zuiger/cilinder 32 ontlast, waardoor de voorzijde van de inrichting 1 op de laadvloer 11 komt te rusten, en worden de achterpoten 15,16 ontlast, waardoor eveneens de achterzijde van de inrichting 1 op de laadvloer 11 komt te rusten. Na het vasthaken van de spanbanden 38 en 10 het met behulp van de handlieren 35,36 spannen van de spanbanden 38, is de inrichting 1 gereed voor gebruik.
Het in de parkeersituatie brengen van de inrichting 1 geschiedt in de richting van de figuren 5-3. Eerst worden de achterpoten 15,16 en wordt de cilinder 32 uitgeschoven, 15 waarna de vrachtwagen 10 vooruit rijdt, zover als de spanbanden 38 toelaten, op de reeds eerder beschreven wijze. Vervolgens wordt de schoor 23 weer gesteld door deze door middel van de pen 25 met het chassis te verbinden, en kan de cilinder 32 ingeschoven worden, waarbij de inrichting 1 op zijn 20 voorpoten zakt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, wordt elke achterpoot 15,16 gevormd door twee telescopisch in elkaar schuivende profieldelen en een in deze pro-fieldelen aangebrachte, en met zijn einde met de respectieve 25 delen verbonden hydraulische zuiger/cilindereenheid. Figuur 6 toont een achterpoot 15 in langsdoorsnede. De binnenbuis 52 is telescopisch verschuifbaar in de buitenbuis 51. De zuiger/cilindereenheid 53 is met zijn boveneinde 54 verbonden met de buitenbuis 51 en met zijn ondereinde 55 met de binnen-30 buis 52. De verbinding aan het ondereinde 55 geschiedt door middel van een pen 59,die zich tegelijkertijd door gaten in de bevestigingsplaten 60 van de voetplaat 17, gaten in de wand van de binnenbuis 52 en een eindoog aan de zuigerstang van de zuiger/cilinder 53 uitstrekt. Zoals met hoek 56 is 35 aangegeven, strekken de beide achterpoten 15,16 zich schuin naar beneden uit. Hierdoor wordt een goede stabiele ondersteuning bereikt. Aan het boveneinde is poot 15 door middel van een op zichzelf bekende schematisch met 58 aangegeven 8503375 ·£' ^ -8- boutverbinding met een console 57 verbonden. Hierdoor kan de poot 15 voor onderhoudswerkzaamheden van het chassis 2 worden losgenomen. De lengte van de buitenbuis 51 en binnenbuis 52 is zodanig gekozen, dat in de geheel uitgeschoven positie 5 van de zuiger/cilindereenheid 53, de binnenbuis 52 nog over een aanzienlijke afstand in de buitenbuis 51 uitsteekt. De buigbelastingen worden door de buizen 51,52 opgenomen, zodat de zuiger/cilindereenheid 53 relatief licht kan worden uitgevoerd. Hierdoor wordt een slanke bouwwijze verkregen die 10 gunstig is, omdat hierdoor het zicht op de achterlichten van de vrachtwagen 10 niet wordt belemmerd.
Hoewel in de figuren een opzetstrooier met wielaan-drijving is getoond, zal het duidelijk zijn, dat de inrichting volgens de uitvinding even goed toepasbaar is op een op-15 zetstrooier met een een verbrandingsmotor omvattend aandrijf-aggregaat. Ook kan de uitvinding toegepast worden op een nat-zoutstrooimachine, waaraan ten opzichte van de in de figuren getoonde inrichting 1, vloeistoftanks zijn toegevoegd. Geble-'ken is, dat de weergegeven konstruktie voldoende sterk is om 20 het hierdoor optredende hogere maximale gewicht op veilige wijze te kunnen dragen.
,¾ λ P · ·> - j W ïj V - v
Claims (9)
1. Opzetstrooiinrichting, omvattende een op de laadvloer van een vrachtwagen plaatsbare opzetstrooier voor het op een weg strooien van strooimateriaal, zoals zout, en een parkeerinrichting voor het buiten gebruik, los van de 5 vrachtwagen, op een bepaalde hoogte boven de grond opgesteld houden van de strooier, waarbij de strooier omvat, een gestel, een op het gestel aangebracht reservoir voor strooi-materiaal, een aan een achtereinde van het gestel aangebracht strooiorgaan, transportmiddelen voor het uit het reservoir 10 aan het strooiorgaan toevoeren van het strooimateriaal en een aandrijfinrichting voor het aandrijven van de transportmiddelen en het strooiorgaan, met het kenmerk, dat de parkeerinrichting gevormd wordt door ten minste één telescopisch uit-schuifbare achter-steunpoot aan de achterzijde van het ge-15 stel, een paar om een dwarsas scharnierende, achterwaarts wegzwenkbare voorpoten, aangebracht nabij de voorzijde van het gestel en een opdrukinrichting, omvattende ten minste één op een afstand voor de voorpoten, door geleidingsmiddelen vertikaal beweegbaar geleid en door neerdrukmiddelen ten op-20 zichte van het gestel neerdrukbaar rolelement.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen een zich over een aanzienlijk deel van de breedte van de strooier uitstrekkend, om een met het 25 gestel verbonden dwarsas scharnierend stijf scharnierframe omvatten, waarbij aan de voorzijde daarvan een aantal gelei-dingsrollen is aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de neerdrukmiddelen één enkele in het midden van het 30 scharnierframe aangrijpende hydraulische zuiger/cilindereen-heid omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de voorpoten om dezelfde dwarsas als het scharnierframe scharnieren.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclu sies, gekenmerkt door een op een tussenliggend punt scharnierend met elke voorpoot verbonden en door een losneembare penverbinding met het gestel verbonden schoor. gs 0 3 3 7 s V V ¥ V V ' W -10-
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door aan weerszijden van de strooier nabij het achtereinde daarvan aangebrachte, van een een spanband dragende haspel voorziene spaninrichtingen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de spaninrichting een handlier is.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de spanband een zodanige lengte heeft, dat deze in de geheel afgewikkelde toestand tot een tussen het rolele- 10 ment en het voorpootscharnier liggende plaats reikt.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke achterpoot gevormd wordt door twee telescopisch in elkaar schuivende profieldelen en een in deze profieldelen aangebrachte, en met zijn einden met de 15 respectieve delen verbonden hydraulische zuiger/cilindereenheid. 3Λ· Λ 3 y ύ 0 / «
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8503375A NL8503375A (nl) | 1985-12-06 | 1985-12-06 | Opzetstrooiinrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8503375 | 1985-12-06 | ||
NL8503375A NL8503375A (nl) | 1985-12-06 | 1985-12-06 | Opzetstrooiinrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8503375A true NL8503375A (nl) | 1987-07-01 |
Family
ID=19846976
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8503375A NL8503375A (nl) | 1985-12-06 | 1985-12-06 | Opzetstrooiinrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8503375A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1990011409A1 (en) * | 1989-03-28 | 1990-10-04 | West Yorkshire Highways Engineering And Technical Services Joint Committee | Road gritter device |
CN110103647A (zh) * | 2019-05-13 | 2019-08-09 | 河海大学文天学院 | 雪地行车辅助系统及其工作方法 |
-
1985
- 1985-12-06 NL NL8503375A patent/NL8503375A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1990011409A1 (en) * | 1989-03-28 | 1990-10-04 | West Yorkshire Highways Engineering And Technical Services Joint Committee | Road gritter device |
GB2248759A (en) * | 1989-03-28 | 1992-04-22 | West Yorkshire Highways Engine | Road gritter device |
GB2248759B (en) * | 1989-03-28 | 1994-02-23 | West Yorkshire Highways Engine | Road gritter device |
CN110103647A (zh) * | 2019-05-13 | 2019-08-09 | 河海大学文天学院 | 雪地行车辅助系统及其工作方法 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1239429A (en) | Tarp handler | |
US4775282A (en) | Carrier for a conveyance for the handicapped | |
US4384817A (en) | Vehicle lift for a wrecker truck | |
US20030082034A1 (en) | Motorcycle loading & unloading apparatus | |
US4647270A (en) | Transporting unit for trucks and the like | |
CA2943066C (en) | Pick-up truck cargo lift system and method | |
US6196604B1 (en) | Expandable, removable trailer enclosure support | |
MX2011006065A (es) | Aparato y metodo para aplicar una lona a carga de transporte. | |
US6007290A (en) | Liftable dual cargo platforms for a motor home | |
US20050254925A1 (en) | Lift apparatus for an all-terrain vehicle | |
EP0581512B1 (en) | Vehicle load covers | |
US4394108A (en) | Front loader vehicle with telescoping boom | |
US5388949A (en) | Vehicle retriever/transporter | |
US2855111A (en) | Outrigger supports for mobilized log yarders and loaders, and the like | |
PL182893B1 (pl) | Urządzenie do załadunku i rozładunku kontenerów na pojazdy mechaniczne | |
US9550442B2 (en) | Loading device | |
US3180511A (en) | Apparatus for supporting and mounting machinery | |
US3534874A (en) | Hydraulic lift attachment | |
US6059527A (en) | Lifting systems for use with vehicles | |
US3387727A (en) | Boat loader and carrying mechanism for vehicles | |
NL8503375A (nl) | Opzetstrooiinrichting. | |
US20100038181A1 (en) | Portable lift | |
KR101004281B1 (ko) | 자동 물림식 덤프 트레일러 | |
US3197054A (en) | Transfer mechanism for campers and like framed units | |
GB2241205A (en) | Vehicle having height adjustable cover |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |