NL8503328A

NL8503328A - Kleurenbeeldbuis en kleurselectie-electrode voor toepassing in zulk een kleurenbeeldbuis.

Info

Publication number: NL8503328A
Application number: NL8503328A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-12-02
Filing date: 1985-12-02
Publication date: 1987-07-01
Also published as: KR950001362B1; EP0228110A1; US4748370A; CA1271512A; KR870006618A; JPS62133646A; EP0228110B1; DE3664838D1; JPH0799672B2; ATE45245T1

Description

PHN 11.576 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Kleurenbeeldbuis en kleurselectie-electrode voor toepassing in zulk een kleurenbeeldbuis.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurenbeeldbuis, welke in een geëvacueerde omhulling middelen bevat voor het opwekken van een aantal electronenbundels en voorzien is van een althans nagenoeg vlak beeldscherm met in verschillende kleuren luminescerende 5 gebieden en een kleurselectie-electrode voorzien van openingen voor het doorlaten van de electronenbundels en het toevoegen van elke electronenbundel aan luminescerende gebieden van één kleur, welke kleurselectie-electrode aan tenminste één stel tegenover elkaar liggende zijden onder spanning op een draagraam is bevestigd.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een kleurselectie-electrode onder spanning op een draagraam bevestigd voor toepassing in een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding.

Tegenwoordig hebben vrijwel alle commerciële kleurenbeeldbuizen beeldschermen, die gewelfd zijn. Het is evenwel 15 gewenst een buis met een in het algemeen vlak beeldscherm te verschaffen. Er zijn problemen, welke moeten worden opgelost voordat een buis met een vlak beeldscherm commercieel verkrijgbaar is. Een hoofdprobleem vormt de kleurselectie-electrode. Bij bekende constructies is bij een buis met een gebogen beeldscherm de kleurselectie-electrode 20 op een soortgelijke wijze gebogen, en wel zodanig, dat de kleurselectie-electrode enigszins evenwijdig aan de contour van het beeldscherm verloopt. Uitgaande van een dergelijke bekende constructie dient bij een buis met een nagenoeg vlak beeldscherm de kleurselectie-electrode een daaraan aangepaste vlakke contour te bezitten. Een dergelijke 25 kleurselectie-electrode heeft evenwel een onvoldoende vormvastheid of stijfheid. Een manier voor het verschaffen van stijfheid aan een kleurselectie-electrode is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.069.567. Hierin wordt een methode beschreven voor het installeren van een kleurselectie-electrode in een kleurenbeeldbuis, waarbij de 30 kleurselectie-electrode in een draagraam onder spanning wordt gehouden.

Als draagraam kan een metalen draagraam fungeren, welk draagraam op een bepaalde afstand van het beeldscherm in de geëvacueerde omhulling van *B5 ΰ 3 3 2 8

_____' - ' M

ï % PHN 11.576 2 de kleurenbeeldbuis wordt geplaatst, maar ook een draagraam dat hoofdzakelijk uit glas bestaat, zoals bijvoorbeeld het beeldscherm of een geëvacueerde omhulling van glas. In een geprefereerde uitvoeringsvorm van deze methode voor het installeren van een 5 kleurselectie-electrode wordt de kleurselectie-electrode van een materiaal vervaardigd dat een thermische uitzettingscoêfficiënt bezit die groter is dan die van het draagraam. De kleurselectie-electrode en het draagraam worden samen verwarmd, bijvoorbeeld in een oven, terwijl de kleurselectie-electrode gespannen wordt. Tegelijkertijd 10 wordt de kleurselectie-electrode aanvullend verwarmd. Het draagraam en de kleurselectie-electrode zetten dientengevolge uit. Door de aanvullende verwarming zet de kleurselectie-electrode echter meer uit dan het draagraam. Vervolgens wordt de kleurselectie-electrode op het draagraam bevestigd. Tenslotte worden de kleurselectie-electrode en het 15 draagraam tot kamertemperatuur afgekoeld waardoor de kleurselectie-electrode extra gespannen wordt.

Tijdens de processing en de werking van de beeldbuis treden er echter temperatuursverschillen tussen de kleurselectie-electrode en het draagraam op, die de spanning van de kleurselectie-20 electrode kunnen vergroten of verkleinen. Tijdens de afkoeltrajecten van een aantal processtappen, zoals het plakken en het pompen van de beeldbuis, zal het draagraam door het verschil in warmtecapaciteit warmer zijn dan de kleurselectie-electrode. Dit veroorzaakt een zodanig groot uitzettingsverschil tussen het draagraam en de gespannen 25 kleurselectie-electrode, dat de spanning in de kleurselectie-electrode in dit stadium groter kan worden dan de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode, waardoor deze blijvend kan worden vervormd. Na het afkoelen van de geplakte of gepompte beeldbuis hangt de vervormde kleurselectie-electrode slap in het draagraam.

30 Het is een doel van de uitvinding een kleurenbeeldbuis te verschaffen met een kleurselectie-electrode welke met een zo groot mogelijke spanning op een draagraam wordt bevestigd, waarbij thermische uitzettingsverschillen tussen de kleurselectie-electrode en het draagraam kunnen worden toegelaten zonder dat de spanning in de 35 kleurselectie-electrode groter wordt dan de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode.

Een kleurenbeeldbuis van de in de aanhef vermelde soort 6533328 PHN 11.576 3 ?ΜΙΙΜΒΒ<!ΙΡ^μ·ιιιι.ι.·.·.

........... Ι^βτ· is volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat ten minste één zijde van elk stel tegenover elkaar liggende op het draagraam bevestigde zijden van de kleurselectie-electrode door middel van een veerconstructie aan dit draagraam is bevestigd, waarbij de 5 veerconstructie uitsluitend een maximale spanning op de kleurselectie-electrode toelaat, die kleiner is dan de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode. De veerconstructie die zich tussen ten minste één zijde van elk stel tegenover elkaar liggende zijden van de kleurselectie-electrode waarmee de kleurselectie-electrode aan het 10 draagraam is bevestigd en het draagraam in bevindt, doet dienst als buffer ter vermindering van spanningsveranderingen.

Spanningsveranderingen die optreden worden niet rechtstreeks tussen de kleurselectie-electrode en het draagraam overgedragen maar via de veerconstructie. Door de veerconstructie uit te voeren zo dat de 15 maximale spanning van de kleurselectie-electrode kleiner blijft dan de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode, kan de spanning waarmee de kleurselectie-electrode op het draagraam wordt bevestigd zo dicht als mogelijk tegen deze elastische rekgrens aanliggen. De veerconstructie voorkomt dan een blijvende vervorming van de 20 kleurselectie-electrode. Bovendien verkrijgt men hierdoor een zo strak mogelijk gespannen kleurselectie-electrode.

Een uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat elke veerconstructie een veerconstante bezit die kleiner is dan de veerconstante die de kleurselectie-25 electrode bezit. De kleurselectie-electrode kan men beschouwen als een veer welke een zekere veerconstante bezit, die onder meer afhangt van de intrinsieke veerconstante van het kleurselectie-electrode materiaal en van de voorbehandeling die de kleurselectie-electrode heeft ondergaan, bijvoorbeeld het etsen van de openingen. Door trekspanningen op de 30 kleurselectie-electrode uit te oefenen wordt deze elastisch uitgerekt.

Bereiken deze trekspanningen de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode dan wordt de kleurselectie-electrode blijvend vervormd. Worden de trekspanningen tussen draagraam en kleurselectie-electrode overgedragen via een veerconstructie wiens veerconstante kleiner is dan 35 de veerconstante van de kleurselectie-electrode, dan wordt deze veerconstructie meer uitgerekt dan de kleurselectie-electrode. De effectieve trekspanning die de kleurselectie-electrode hierbij 3503323 _ . ......jg PHN 11.576 4 ondervindt wordt dus kleiner, waardoor het moment waarop de kleurselectie-electrode zijn elastische rekgrens bereikt, wordt verlegd.

Een verdere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat beide zijden van elk stel 5 tegenover elkaar liggende zijden van de kleurselectie- electrode welke op het draagraam bevestigd zijn, door middel van een veerconstructie aan dit draagraam bevestigd zijn. Heeft men van elk stel tegenover elkaar liggende zijden welke aan het draagraam bevestigd zijn slechts één zijde door middel van een veerconstructie aan het frame 10 bevestigd, dan kan bij een grootteverandering van de kleurselectie-electrode een eventuele mislanding optreden die ten opzichte van het midden van de kleurselectie-electrode asymmetrisch is, daar de kleurselectie-electrode slechts éénzijdig door de veerconstructie wordt opgevangen. Door aan beide zijden van elk stel tegenover elkaar 15 liggende zijden van de kleurselectie-electrode een veerconstructie aan te brengen, die bevestigd is aan het draagraam, is de eventueel optredende mislanding symmetrisch geworden.

Het is een verder aspect van de uitvinding een kleurenbeeldbuis te verschaffen met een gepannen kleurselectie-electrode, 20 waarbij geen mislanding optreedt.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding heeft derhalve het kenmerk, dat de veerconstructies uitsluitend bewegingen van de openingen in de kleurselectie-electrode langs de electronenbanen toelaten. Is de 25 eventueel optredende mislanding symmetrisch geworden, dan kan men deze met goed gevolg opheffen, door alle bewegingen van de openingen in de kleurselectie-electrode, bijvoorbeeld ten gevolge van thermische belastingen, trillingen, slag of stoot, via de veerconstructies om te zetten in uitsluitend bewegingen langs de electronenbanen, 30 Nog een verdere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis met een kleurselectie-electrode volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat elke bladveer een nagenoeg plat oppervlak omvat waaraan een hoofdvlak van de kleurselectie-electrode is bevestigd. Doordat een hoofdvlak, het boven- of benedenvlak, van de kleurselectie-electrode met 35 een plat vlak van elke bladveer waaruit de veerconstructie is samengesteld, bevestigd is, blijft de kleurselectie-electrode ook tijdens bewegingen vlak. Er treden dus geen buigspanningen op die de 3503328 PHN 11.576 5 vorm van de kleurselectie-electrode ongewenst kunnen veranderen.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis met een kleurselectie-electrode volgens de uitvinding, heeft het kenmerk, dat elke bladveer een Z-vorm omvat. Deze Z-vorm is een 5 eenvoudig te produceren vorm die elke bladveer kan bezitten. Zowel het omzetten van de bewegingen van de kleurselectie-electrode in bewegingen langs de electronenbanen, als het bevestigen van de kleurselectie-electrode aan elke bladveer, kan met een bladveer die een Z-vorm bezit gemakkelijk worden bereikt.

10 Nog een verdere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis met een kleurselectie-electrode volgens de uitvinding, heeft het kenmerk, dat elke veerconstructie een thermische uitzettings-coêfficiênt bezit die nagenoeg gelijk is aan de thermische uitzettingscoêfficiënt die de kleurselectie-electrode bezit. De 15 veerconstructies zijn aan de kleurselectie-electrode bevestigd door middel van lassen of anderszins. Tijdens de processing en werking van de beeldbuis treden er temperatuursveranderingen op. Verschilt de thermische uitzetting van de veerconstructie van de thermische uitzetting van de kleurselectie-electrode dan kunnen vervormingen langs 20 de lasnaad optreden, zowel in de kleurselectie-electrode als in de veerconstructies. Een mogelijkheid om deze vervormingen in voldoend geringe mate te laten optreden is de thermische uitzettingscoêfficiënt van elke veerconstructie aan te passen aan die van de kleurselectie-electrode.

25 Een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt thans toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een kleurenbeeldbuis met nagenoeg vlak beeldscherm in perspectief toont, figuur 2 schematisch een kleurselectie-electrode 30 weergeeft welke via een veerconstructie aan een draagraam is bevestigd, figuur 3 in perspectief een kleurselectie-electrode weergeeft volgens de uitvinding bevestigd aan een draagraam, figuren 4a en 4b in doorsnede twee veerconstructie-vormen volgens de uitvinding weergeven welke aan een draagraam zijn bevestigd, 35 figuren 5a en 5b in perspectief twee uitvoeringsvormen van de veerconstructie volgens de uitvinding weergeven, figuur 6 in doorsnede een bevestiging van de 8505323 ___Λ PHN 11.576 6 veerconstructie aan een draagraam toont, en figuur 7 in bovenaanzicht een kleurselectie-electrode bevestigd in een draagraam bestaand uit een aantal afzonderlijke balken toont.

5 De in figuur 1 schematisch weergegeven kleurenbeeldbuis bevat in een glazen omhulling 1, welke is samengesteld uit een nagenoeg plat beeldvenster 2, een konus 3, en een hals 4, drie electronenkanonnen 5, 6 en 7 voor het opwekken van drie electronenbundels 8, 9 en 10. Het beeldvenster 2 is aan de binnenzijde van een groot aantal trio's van 10 fosforlijnen voorzien. Elk trio bevat een lijn 11 bestaande uit een blauw oplichtende fosfor, een lijn 12 bestaande uit een groen oplichtende fosfor en een lijn 13 bestaande uit een rood oplichtende fosfor. Alle trio's vormen samen het beeldscherm 14. Voor het beeldscherm 14 is een kleurselectie-electrode 15 gepositioneerd, waarin 15 een zeer groot aantal openingen 16 is aangebracht, waardoor de electronenbundels 8, 9 en 10 treden, die ieder slechts fosforlijnen van één kleur treffen.De kleurselectie-electrode 15 welke vlak is, is onder spanning op een draagraam 17 aangebracht. Deze spanning is nodig om aan de vlakke kleurselectie-electrode 15 20 voldoende vormvastheid en stijfheid te geven. Tijdens de werking van de kleurenbeeldbuis treft een groot gedeelte van de electronenstroom op de weg naar het beeldscherm 14 de kleurselectie-electrode 15 waardoor er een verwarming van de kleurselectie-electrode 15 optreedt. Hierdoor zet de kleurselectie-electrode 15 uit waardoor een vermindering van de 25 spanning op de kleurselectie-electrode 15 en dientengevolge mislanding kan optreden. Aan de andere kant kan tijdens het afkoelen de afkoeltrajecten van een aantal processtappen van de kleurenbeeldbuis en door trillingen, stoten en dergelijke, de spanning op de kleurselectie-electrode 15 worden vergroot. Bereikt de spanning een waarde boven de 30 elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode 15 dan wordt deze blijvend vervormd. Om deze blijvende vervorming te voorkomen wordt zoals in figuur 2 schematisch is weerge-geven volgens de uitvinding een veerconstructie 18 tussen de gespannen kleurselectie-electrode 15 en het draagraam 17 geplaatst. Deze veerconstructie 18 laat 35 uitzettingsverschillen en bewegingen tussen het draagraam 17 en de kleurselectie-electrode 15 toe. De veerconstructie 18 zal een veerconstante moeten bezitten welke kleiner is dan de veerconstante van 0 ö o 2 3 PHN 11.576 7 de kleurselectie-electrode 15. De veerconstante van de kleurselectie-electrode 15 hangt af van het materiaal waaruit de kleurselectie-electrode 15 is vervaardigd, maar ook bijvoorbeeld van het patroon van de openingen 16 in de kleurselectie-electrode 15. Heeft men dus een 5 bepaalde kleurselectie-electrode 15 dan dient de veerconstructie 18 zodanig uitgevoerd te worden, door materiaal- en vormkeuze, dat de veerconstante van de veerconstructie 18 kleiner is dan de veerconstante van de kleurselectie-electrode 15. Hierdoor bezit de veerconstructie 18 een langere veerweg dan de kleurselectie-electrode 15 waardoor de 10 toename van de spanning veroorzaakt door het uitzettingsverschil tussen het draagraam 17 en de kleurselectie-electrode 15 acceptabel blijft.

Door de kleurselectie-electrode 15 aan beide zijden van elk stel tegenover elkaar liggende zijden van de kleurselectie-electrode 15 welke op het draagraam 17 bevestigd zijn, van een veerconstructie 18 te 15 voorzien en door de veerconstructies 18 te vormen zodat de bewegingen die de kleurselectie-electrode 15 uitvoert en die dientengevolge de openingen 16 in de kleurselectie-electrode 15 ook uitvoeren, alleen langs de electronenbanen, bijvoorbeeld electronenbaan 8, plaatsvinden, zoals in figuur 3 is weergegeven, voorkomt men tevens mislanding.

20 In figuren 4a en 4b zijn twee vormen van de veerconstructie 18 weergegeven, waarbij bewegingen van de openingen 16 in de kleurselectie-electrode 15 uitsluitend langs de electronenbanen plaatsvinden. In de figuren 4 zijn twee standen van de veerconstructie 18 en de kleurselectie-electrode 15 weergegeven. De ene stand wordt 25 weergegeven door een onderbroken getekende veerconstructie 18 en de andere stand door een ononderbroken getekende veerconstructie 18.

Hoewel de in de figuren 4 getoonde vorm van de veerconstructie 18 een Z-vorm omvat, is de uitvinding niet beperkt tot dergelijke vormen. De veerconstructie 18 dient wel een nagenoeg plat oppervlak te omvatten 30 waaraan een hoofdvlak, het boven- of benedenvlak, van de kleurselectie-electrode 15 bevestigd kan worden. Bewegingen van de kleurselectie-electrode 15 vinden nu zodanig plaats dat er nagenoeg geen ongewenste buigspanningen op de kleurselectie-electrode 15 ontstaan. Om dergelijke buigspanningen volledig te vermijden kan men het materiaal waaruit de 35 veerconstructie 18 bestaat plaatselijk verzwakken. Bijvoorbeeld voor de in figuur 4b weergegeven veerconstructie 18 dient deze verzwakking zich bij de buiglijn 23 van de veerconstructie 18 te bevinden. De

Λ Λ Q

u ς v ^ o _._ ·· '* PHN 11.576 8 veerconstructie 18 kan opgebouwd zijn uit een aantal bladveren 19 die zich over de lengte van een zijde van de kleur-selectie-electrode 15 uitstrekken, zoals in figuur 5a is weergegeven of uit één lange bladveer 20 welke over de lengte van een zijde is aangebracht, zoals in 5 figuur 5b is weergegeven. De afzonderlijke bladveren 19 in figuur 5a hoeven niet van gelijke vorm te zijn. Voor het aanbrengen van correcties naar de hoekpunten van de kleurselectie-electrode 15 toe, is het zelfs nuttig om een verloop in de vorm van de bladveren 19 aan te brengen. De kleurselectie-electrode 15 wordt met behulp van lassen of andere bekende 10 methoden bevestigd aan de veerconstructie 18. Tijdens de werking van de kleurenbeeldbuis treden er temperatuursveranderingen op. Verschilt de thermische uitzetting van de veerconstructie 18 van de thermische uitzetting van de kleurselectie-electrode 15 dan kunnen door de uitzettingsverschillen vervormingen optreden in zowel de veerconstructie 15 18 als de kleurselectie-electrode 15. Door voor de veerconstructie 18 een materiaal te kiezen met nagenoeg dezelfde thermische uitzettings-coëfficiënt als de kleurselectie-electrode 15 voorkomt men het eventueel optreden van deze vervormingen.

Bestaat de veerconstructie 18 uit een aantal 20 afzonderlijke veren, zoals bijvoorbeeld in figuur 5a is weergegeven dan kan men door de breedte der afzonderlijke veren 19 klein genoeg te maken ook voorkomen dat deze vervormingen optreden, ongeacht het feit of de veerconstructie nagenoeg dezelfde thermische uitzettingscoëfficiënt heeft als de kleurselectie-electrode 15. In 25 de praktijk blijkt een breedte van ongeveer 1 cm hieraan te voldoen.

Deze vervormingen kunnen ook voorkomen worden door het aanbrengen van inkepingen in de rand van de kleurselectie-electrode welke aan de veerconstructie is bevestigd. Deze inkepingen kunnen bijvoorbeeld tijdens het etsen van de openingen in de kleurselectie-electrode 30 meegeëtst worden. Gebruikt men een bepaalde kleurselectie-electrode 15 dan dient elke veerconstructie 18 naast een kleinere veerconstante ook bijvoorbeeld een nagenoeg gelijke thermische uitzettings-coëfficiënt in vergelijking met de kleurselectie-electrode 15 te bezitten. Gebruikt men bij wijze van voorbeeld voor de kleurselectie-35 electrode staal met een laag koolstofgehalte (C v< 0,004 % en 0,02 - 0,06 % Al), dan voldoet een veerconstructie 18 bestaande uit een corrosievast chroom-nikkel staal met 16.0 - 18.0 % Chroom, 6.50 - 7.75 % 8503323 PHN 11.576 9 nikkel en 0.75 - 1.50 % Aluminium aan de gewenste eisen. De veerconstructie 18 is ook bevestigd aan het draagraam 17. Gebeurt dit bevestigen door middel van vastlassen of met andere manieren waarbij de veerconstructie 18 vast aan het draagraam 17 zit, dan kunnen ook hier 5 weer door het verschil in uitzetting tussen het draagraam 17 en de veerconstructie 18 vervormingen ontstaan. Door de veerconstructie 18 zodanig aan het draagraam 17 te bevestigen dat de veerconstructie 18 en het draagraam 17 ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, voorkomt men deze vervormingen. In figuur 6 is een voorbeeld weergegeven waarop de 10 veerconstructie 18 verschuifbaar in het draagraam 17 is bevestigd. De randen van het draagraam 17 worden omgebogen waardoor er gleuven ontstaan waarin de veerconstructie 18 kan worden geschoven. De spanning van de kleurselectie-electrode 15 trekt de randen van de veerconstructie 18 goed in de gleuven van het draagraam 17. Het is 15 zinvol het draagraam uit afzonderlijke balken 21 op te bouwen zoals bijvoorbeeld in figuur 6 in bovenaanzicht is weergegeven. Aan twee tegenover elkaar liggende zijden van de kleurselectie-electrode 15 is de veerconstructie 18 bevestigd. Over elke veerconstructie 18 wordt een balk 21 geschoven. Het voordeel van een uit afzonderlijke balken 21 20 opgebouwd draagraam is dat de spanning op de kleurselectie-electrode 15 kan worden aangebracht door de twee tegenover elkaar liggende balken 21 waarin de veerconstructies 18 aangebracht zijn, uit elkaar te trekken.

Deze trekkracht dient kleiner te zijn dan de elastische rekgrens van de kleurselectie-electrode 15 in de trekrichting, om blijvende vervorming 25 van de kleurselectie-electrode 15 te voorkomen. De afzonderlijke balken 21 worden dan met behulp van plaatjes 22 aan hun hoekpunten aan elkaar bevestigd, zoals in figuur 7 voor twee hoekpunten is weergegeven. De afzonderlijke balken 21 vormen nu samen het draagraam 17. Als draagraam kan een metalen draagraam fungeren, welk draagraam op 30 een bepaalde afstand van het beeldscherm in de geëvacueerde omhulling van de kleurenbeeldbuis wordt geplaatst, maar ook een draagraam dat hoofdzakelijk uit glas bestaat zoals bijvoorbeeld het beeldvenster of een glazen omhulling van de kleurenbeeldbuis. Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk een nagenoeg plat beeldvenster dat voorzien is van opstaande 35 randen als draagraam te gebruiken. Aan de tegenover elkaar liggende randen van het beeldvenster kunnen dan de veerconstructies welke zich aan de kleurselectie-electrode bevinden bevestigd worden.

8503323 __:_ PHN 11.576 10

Afhankelijk van de vorm van de kleurselectie-electrode, bijvoorbeeld een draadrooster, een schaduwmasker met een lijnvormig patroon van openingen of een schaduwmasker met een hexagonaal patroon van openingen, kan aan twee of aan alle zijden van de kleurselectie-5 electrode een veerconstructie worden aangebracht. De kleurselectie-electrode hoeft dan niet slechts in één richting op spanning te worden gebracht zoals in figuur 7 door pijlen wordt aangegeven, maar kan ook in een tweede orthogonale richting worden gespannen, waarbij men wel moet zorgen dat deze trekspanning ook beneden de elastische rekgrens van 10 de kleurselectie-electrode in die richting blijft.

8503328

Claims

1. Kleurenbeeldbuis, welke in een geëvacueerde omhulling middelen bevat voor het opwekken van een aantal electronenbundels en voorzien is van een althans nagenoeg vlak beeldscherm met in verschillende kleuren luminescerende gebieden en een kleurselectie-5 electrode voorzien van openingen voor het doorlaten van de electronenbundels en het toevoegen van elke electronenbundel aan luminescerende gebieden van één kleur, welke kleurselectie-electrode aan ten minste één stel tegenover elkaar liggende zijden onder spanning op een draagraam is bevestigd, met het kenmerk, dat ten 10 minste één zijde van elk stel tegenover elkaar liggende op het draagraam bevestigde zijden van de kleurselectie-electrode, door middel van een veerconstructie aan dit draagraam is bevestigd, waarbij de veerconstructie uitsluitend een maximale spanning op de kleurselectie-electrode toelaat, die kleiner is dan de elastische rekgrens van de 15 kleurselectie-electrode.

2. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke veerconstructie een veerconstante bezit die kleiner is dan de veerconstante die de kleurselectie-electrode bezit.

3. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat beide zijden van elk stel tegenover elkaar liggende zijden van de kleurselectie-electrode welke op het draagraam bevestigd zijn door middel van een veerconstructie aan dit draagraam bevestigd zijn.·

4. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de veerconstructies uitsluitend bewegingen van de openingen in de 25 kleurselectie-electrode langs de electronenbanen toelaten.

5. Kleurenbeeldbuis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke veerconstructie is opgebouwd uit een aantal naast elkaar liggende bladveren.

6. Kleurenbeeldbuis volgens een der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat elke veerconstructie is opgebouwd uit één bladveer welke zich uitstrekt over de lengte van de zijde.

7. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat elke bladveer een nagenoeg plat oppervlak omvat waaraan een hoofdvlak van de kleurselectie-electrode is bevestigd.

8. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat elke bladveer een Z-vorm omvat.

9. Kleurenbeeldbuis volgens een der voorgaande 3303328 ___ Λ 'v. PHN 11.576 * 12 conclusies, met het kenmerk, dat elke veerconstructie een thermische uitzettingscoëfficiënt bezit die nagenoeg gelijk is aan de thermische uitzettingscoëfficiënt die de kleurselectie-electrode bezit.

10. Kleurenbeeldbuis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagraam is samengesteld uit een aantal afzonderlijke balken.

11. Kleurselectie-electrode onder spanning op een draagraam bevestigd voor toepassing in een kleurenbeeldbuis volgens een der 10 voorgaande conclusies. 8333328