NL8503176A - Palet-houder van kunststof. - Google Patents

Description

V -. » 85. 3125/Rey/MW -1-

Korte aanduiding: Palet-houder van kunststof.

De uitvinding betreft een palet-houder voor materialen die kunnen stromen, omvattende een bij voorkeur kubische inwendige houder van kunststof, die is omgeven door een draaggestel en is bevestigd op een palet en nabij de 5 bodem in een zijwand is voorzien van een uitlaatorgaan.

Een palet-houder van het hiervoor genoemde type is bekend uit DE-PS 25 45 023. Hierbij is echter de van kunststof vervaardigde inwendige houder omsloten door een plaatmetalen mantel, met aangelaste bodem en aangelaste 10 deksel, waarbij de de inwendige houder volledig insluitende plaatmetalen mantel is bevestigd op een houten palet door middel van bevestigingsnagels.

Dergelijke palethouders hebben een aantal nadelen. Zo is bij de met een plaatmetalen mantel omgeven 15 palethouders bijvoorbeeld het controleren van de gevulde toestand onvoldoende mogelijk al hoewel in de plaatmetalen mantel kijkopeningen aanwezig zijn. Een volgend gebrek is dat de toestand van de inwendige houder van buiten niet is waar te nemen. Eventuele beschadigingen kunnen slechts 20 moeilijk en vaak slechts op later tijdstip worden gelocali-seerd, zodat de door het vulmateriaal ontstane schaden slechts moeilijk op tijd binnen grenzen kunnen worden gehouden. De inwendige houders zijn uitgerust met een onderste uitlaat en een bovenste vulopening. Vergeet de gebruiker bij 25 het legen de bovenste vulopening los te schroeven, dan wordt de inwendige houder door de buiten luchtdruk samengedrukt en wordt zodoende niet alleen ongeschikt voor het gebruik, maar er is tevens het gevaar aanwezig, dat door een vouw-vorming op de inwendige houder deze kan worden beschadigd 30 door de buitenste plaat metalen mantel. Een volgend nadeel van deze met een plaatmetalen mantel omgeven inwendige houders is de onvoldoende sterkte voor het stapelen. Uit kostenoverwegingen worden zeer geringe plaatdikten gebruikt, zodat de stevigheid voor stapelen aanzienlijk wordt verminderd.

35 Weliswaar kunnen - mits een probleemloze aard, bijvoorbeeld geen indeuking van de plaatmetalen wand - twee tot drie palet- * 4 -2- houders boven elkaar worden opgestapeld, maar bij het in de regel zeer ruwe verladingsbedrijf gebeurd het dikwijls, dat het neerzetten van de op te stapelen houder met een stoot geschiedt, waardoor de onderste houderwand verbuigt en de 5 totale stapel gevaar loopt om te vallen.

Vervolgens zijn er palet-houders van kunststof bekend, die zijn geplaatst in een stapelbare traliekooi, teneinde een kunststof houder van deze grootte in ieder geval te kunnen hanteren met een stapelvoertuig. Een dergelijke 10 houder is bijvoorbeeld bekend uit DE-GMS 19 10 944. De vervaardiging van dergelijke traliekooien is in verhouding duur en heeft bovendien het nadeel dat het aan de bovenste en onderste rondgaande tralierand vastgelaste hoekprofiel slechts een onvoldoende buig en torsiestijfheid heeft en de totale 15 stabiliteit van de traliekooi zodoende ontoereikend is. Het bij voorkeur gepuntlaste draadrooster heeft in het bijzonder bij kubische inwendige houders in de eerste plaats de taak, de zijwanden van de inwendige houder te ondersteunen tegen de druk van het vulmateriaal en een uitbuigen en daarmee 20 een verstoring van de inwendige houder te voorkomen. Het vermogen van het draadrooster, de van het vulmateriaal uitgaande krachten op te vangen, hangt echter in grote mate af van de draaddikte en van de grootte van de mazen, zodat hier een voldoende stevigheid slechts kan worden verkregen bij een 25 aanzienlijk materiaalverbruik. Een vervorming van het draadrooster en daarmee een uitbuigen van de zijwanden van de inwendige houder onder de vuldruk kan daarbij slechts in die mate worden voorkomen, als de stijfheid van het uit hoek-profielen vervaardigde kooigestel dit toelaat. Ten gevolge 30 van het hoge materiaalverbruik en de kosten bij het vervaardigen van dergelijke traliekooien kunnen deze houders om eco- worden nomische redenen niet als wegwerpcontainer/gebruikt. Dit is wel mogelijk bij de in de aanhef genoemde palet-houder met een gesloten mantel van dun plaatmetaal. Het nadeel bij de 35 volledig ommantelde palet-houders, is echter dat hier geen enkele controle van de gevulde stand in de houder, van de toestand van de inwendige houder van kunststof mogelijk is en bovendien geen mogelijkheid aanwezig is bij eventuele beschadigingen van de inwendige houder en hierdoor veroor-40 zaakte lekkages doelmatig in te grijpen, bijvoorbeeld door * . ..

-3- het onderste boven zetten van de houder, daar de lekkage-plaats van buitenaf niet kan worden vastgesteld.

De uitvinding beoogt een palet-houder van het hiervoor aangegeven type te verschaffen, die goedkoop kan 5 worden vervaardigd, zodat een toepassing als weggooihouder economisch verantwoord is, waarbij tegelijkertijd de nadelen van de eerder bekende constructies worden vermeden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het draaggestel wordt gevormd door een nauw 10 tegen de inwendige houder aanliggend traliegestel, dat een bovenste en een onderste rondgaande buisvormige lijst heeft, en dat het traliegestel via vasthoudelementen is verbonden met de palet, die aangrijpen op de onderste lijst, en dat de bodem van de inwendige houder op de palet rust en zoals op 15 zich bekend, met een afronding overgaat in de zijwanden.

Door de uit een buisprofiel vervaardigde bovenste en onderste lijst wordt een lijstvormig constructiedeel van een zo hoge stijfheid verkregen, dat de via de relatief flexibele inwendige houder op het traliegestel werkende krachten worden 20 opgevangen. Daar in het bijzonder bij een buis met symmetrische dwarsdoorsnede, bij voorkeur een cirkeldwarsdoorsnede, de vormstijfheid in alle richtingen gelijk is, worden de op de lijsten zowel door de op het traliegestel via de inwendige houder inwerkende krachten alsmede de bij het trans-25 port en het opstapelen op het draaggestel werkende krachten betrouwbaar opgevangen. Ten opzichte van een hoekprofiel met dezelfde stijfheid kan hierbij een buisprofiel met geringere dwarsdoorsnede en geringere wanddikte worden gebruikt, zodat bovendien een aanzienlijke verlaging van de materiaalkosten 30 en mede van het lege gewicht wordt verkregen bij een dergelijke palet-houder.

Door de hoge vormstijfheid van de bovenste en de onderste lijst kan in een uitvoeringsvorm van de uitvinding voor het draaggestel een nauw tegen de inwendige 35 houder aanliggend roostergestel worden toegepast in de vorm van een bij voorkeur puntgelast draadrooster met elkaar kruisende staven, waarbij het rooster vlak overeenkomstig loopt aan de neutrale hartlijn van het buisprofiel van de lijsten. Dit heeft het voordeel, dat ook draadroosters met gereduceerde 40 draaddikten, die ten opzichte van de belastingen loodrecht op het roostervlak praktisch geen stijfheid hebben, kunnen worden * « -4- toegepast als draaggestel, daar bij een belasting loodrecht op het roostervlak de doorbuiging van het roosteroppervlak door via de lijsten opgevangen trekkrachten praktisch worden vermeden. Door het toepassen van een puntgelast draad-5 rooster, dat wil zeggen een draadrooster waarbij de elkaar kruisende staven telkens in hun kruispunten door lassen met elkaar zijn verbonden, wordt de vormstevigheid van het roos-stergestel nog verhoogd, daar zelf bij plaatselijk aangrijpende, vertikaal op het roostervlak werkende belastingen, 10 zoals die bijvoorbeeld in het middengebied van de zijopper-vlakken door de druk van het vulmateriaal optreden, relatieve verschuivingen tussen de elkaar kruisende roosterstaven zijn uitgesloten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uit-15 vinding zijn bij een kubische inwendige houder in de gebieden van de vier ribben tussen het draadrooster en de inwendige houder verstijvingsplaten aangebracht, die vast zijn verbonden met de bovenste en onderste rondgaande lijst, welke verstijvingsplaten dicht tegen het draadrooster aanliggen.

20 De aldus uitgevoerde verbindingsconstructie tussen het gepunt-laste draadrooster en de de hoekgebieden omvattende verstij-vingsplaten heeft een zodanig hoge stijfheid tegen vervorming en een zodanig hoge drukstijfheid voor stapelen, dat zowel voor de verstijvingsplaten alsmede voor het draadrooster zeer 25 dunne materiaaldwarsdoorsnede kunnen worden gebruikt, waarbij bovendien het draadrooster in verhouding met grote mazen kan zijn uitgevoerd, zodat in vergelijking met de uitvoeringsvormen volgens de stand van de techniek een aanzienlijke verlaging van de materiaalkosten optreedt. Ter verhoging van de 30 stijfheid van de totale constructie zijn in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding de verstijvingsplaten voorzien van vertikaal lopende versterkingsribben.

In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de bovenste en de onderste rondgaande lijst 35 telkens een in de lengterichting lopende rand , en zijn de vertikale staven van het draadrooster en de in de hoekpunten aangebrachte verstijvingsplaten aan deze rand bevestigd, en bij voorkeur gelast. Door deze rondgaande rand op de lijst wordt bovendien nog de buigstijfheid van de 40 rondgaande lijst ten opzichte van de in het roostervlak werkzame krachten verhoogd. Tegelijkertijd wordt een eenvoudige - - -v ► 4 -5- bevestigingsmogelijkheid verkregen voor het rooster en de verstij vingsplaten.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de buisvormige lijst in zijn lengte-as een langs-5 groef, die wordt gevormd door twee naar binnen toe omgezette flenzen, waarvan de flenslengten naar het inwendige van de buis zodanige afmetingen hebben, dat één flens om de laatste horizontaal lopende staaf van het in de langsgroef geschoven draadrooster grijpt, en de vrije breedte van deze langsgroef 10 overeenkomt met de dikte van de vertikale staven van het draadrooster. Hierdoor worden in de eerste plaats fabricage-technische voordelen verkregen bij het vervaardigen van het buisprofiel voor de lijst, daar een dergelijk buisprofiel op eenvoudige wijze en goedkoop uit plaatprofiel kan worden 15 gewalst en vervolgens ook fabricagetechnische voordelen bij de verbinding van het draadrooster met het buisprofiel, daar het draadrooster eenvoudig in de langsgroef wordt geschoven en vervolgens door een naar binnen toe omgezette flens als een snapverbinding door passende vormen wordt vastgehouden.

20 In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt in het bijzonder voor dit buisprofiel een vasthoudelement gebruikt, dat een aan de buisstraal aangepaste bevestigingsplaat heeft, waaraan een in het buisprofiel naar binnen tegen de buisbodem 25 steunende rand is gevormd, waarvan de breedte gelijk is aan de vrije groefbreedte van het buisprofiel en is voorzien van een boorgat voor een bevestigingsorgaan. Bij deze vorm van de vasthoudelementen wordt in het bijzonder bij een buisprofiel voor de lijst met een in de lengterichting lopende 30 groef een door passende vormen verkregen verbinding met de palet gevormd, die tegelijkertijd een verwijden van het profiel verhindert en anderzijds een bevestigen van het draaggestel door middel van schroeven of nagels op de gebruikelijk uit hout vervaardigde palet mogelijk maakt. Een 35 bijzonder voordeel van de uitvoeringsvorm van een van een langsgroef voorzien profiel is dat hier een verbinding van alle onderdelen is gevormd, waarbij niet wordt gelast en die een hoge stabiliteit heeft. Dit biedt de mogelijkheid verzinkt materiaal toe te passen, zodat een duurzame bescher-40 ming tegen corrosie wordt verkregen. Een bijzonder voordeel A. -* * · i I' -6- voor de vervaardiging wordt verkregen doordat op het vlakke draadrooster aan twee tegenover elkaar gelegen kanten in de lengterichting de gestrekte buisprofielen worden gestoken en dat het systeem in het totaal op een geschikte buiginrich-5 ting tegelijkertijd in een vorm wordt gebogen die overeenkomt met die van de inwendige houder.

Daar in de uitvoering volgens de uitvinding de horizontaal lopende staven van het rooster aan de naar de inwendige houder toegekeerde kant liggen, wordt niet alleen 10 de bevestiging met de profielflenzen van het buisprofiel in de hoekgebieden verbeterd en daarmee de stabyliteit verhoogd, maar door het dicht tegen de inwendige houder aanliggen van het draadrooster ook in de hoekgebieden en door het met sluitende krachten binnenkomen van de door de inwendige 15 houder op de zijwanden werkende vervormingskrachten in de onderste en bovenste rondgaande buisprofielen van de lijst slechts een geringe uitbuiging van het roostergestel veroorzaakt. Bijzonder voordelig is hierbij dat bij het dicht bij elkaar plaatsen van meerdere palet-houders deze niet 20 met de horizontale staven in elkaar kunnen haken.

In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het roostergestel gevormd door een bovenste en een onderste rondgaand buisvormige lijst, waartussen met vertikale balken met bij voorkeur buisvormige dwarsdoorsnede 25 zijn aangebracht, waarvan de centrale hartlijnen de lengteassen van de bovenste en onderste lijst kruisen. Het aantal van de over de omtrek verdeelde balken wordt in de eerste plaats bepaald door de weerstand tegen het uitbuigen van de zijwand van de inwendige houder. Een dergelijk uitgevoerd 30 roostergestel is in staat, hoge drukbelastingen, buigbelastin-gen en dwarskrachten op te nemen, waarbij de toepassing van buisvormige dwarsdoorsnede ten gevolge van hun hoge vorm-stijfheid leidt tot een aanzienlijke gewichtsbesparing. Doelmatig worden in een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding 35 de balken van het roostergestel ingebed in holten van de zijwanden van de inwendige houder, zodat enerzijds een beter gebruik van het volume en anderzijds een hogere verbindings-stijfheid tussen de houder en het roostergestel wordt verkregen .

40 In een bijzonder doelmatige uitvoering van * fc -7- de uitvinding wordt het roostergestel gevormd door een dicht tegen de inwendige houder aanliggend draadrooster en verti-kale balken, en zijn het draadrooster en de balken vast verbonden met de bovenste en de onderste lijst. Daar bij deze 5 uitvoering de drukbelasting in het bijzonder de stapelbelas-ting wordt opgenomen via de balken en ook de buigbelasting van het draaggestel ten gevolge van de via de zijwanden van het vulmateriaal afkomende krachten in hoofdzaak wordt opgenomen, geeft deze verbindingsconstructie de mogelijkheid, 10 een uit dunne staven gepuntlast draadrooster te gebruiken met brede mazen, dat niet alleen het uitbuigen van de zijwand van de inwendige houder doelmatig tegengaat, maar ook nog de verbindingsstabiliteit van de totale constructie verhoogt zonder tot een verhoging van het lege gewicht van de 15 constructie te leiden. Doelmatig zijn de bovenste en onderste buisvormige lijst in het midden van de lange en brede zijde omvat door plaatbeugels, waartussen verstijvingsplaten zijn bevestigd. Deze verstijvingsplaten vormen de de hoekgebie-den overbruggende diagonaal balken, die een hoge dwarssta-20 biliteit veroorzaken, zodat de eigen stabiliteit van een uit meerdere op elkaar geplaatste palet-houders gevormde stapel aanzienlijk wordt verbeterd. De plaatbeugels verhinderen bovendien bij een buisprofiel met langsgroef het verwijden hiervan. De uitvoering van het draaggestel volgens de 25 uitvinding geeft in vergelijking tot de volgens de stand van techniek bekende palet-houders een aanzienlijke verlaging van het gebruikte materiaal met een hogere stabiliteit. Het materiaalgebruik kan naar gelang de uitvoering tot 50¾ bedragen ten opzichte van de constructies volgens de stand van 50 techniek, zodat een aanzienlijk groter toepassingsgebied van een dergelijke verpakkingseenheid aanwezig is. In een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de bodem van de inwendige houder een in het midden van de bodem naar het uitlaat-orgaan toe bij voorkeur hellend verlopende verzamelgoot, 35 die tenminste gedeeltelijk loopt in een uitneming van de palet. Hierbij is het voldoende dat het diepste punt van de . verzamelgoot niet groter is dan de plankdikte van de bovenste laag planken van de houten palet. Daar de afzonderlijke planken van de houten palet op een afstand van elkaar zijn 40 aangebracht, steekt deze goot naar beneden toe niet uit, -8- zodat bij het invoeren van de stapelvork van het hefvoertuig geen gevaar voor een beschadiging aanwezig is. Hierdoor is het mogelijk, een dergelijke houder zonder restant en extra handelingen te legen, zodat geen ongebruikte resten vulmate-5 riaal in de houder achterblijven, hetgeen voor de gebruiker leidt tot een aanzienlijke kostendaling.

Ter verbetering van het legen heeft in een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding de bodem van de inwendige houder een vanaf twee tegenover elkaar gelegen 10 zijden naar het midden van de bodem toe gericht schuin vlak , en is de bodem voorzien van in de richting van het schuine vlak lopende, naar buiten toe uitgewelfde steun-ribben, waarvan de buitenkanten op de palet-planken rusten. Daar deze steunribben noodzakelijkerwijs dwars op de oriën-15 tatie van de bovenste laag planken van de houten palet lopen, daar de verzamelgoot evenwijdig met de planken loopt, ligt een dergelijke van een schuin vlak voorziene bodem toch vlak op de palet. Daar de inwendige houder is vervaardigd uit een elastisch vervormbare kunststof, zal de bodem in gevulde 20 toestand door de druk van het vulmateriaal eveneens vlak op de laag planken van de houten palet rusten. Bij toenemende leging wordt het bodemoppervlak echter weer in zijn oorspronkelijke vormgeving teruggevoerd, zodat zodoende de gewenste wegstroomhelling van het bodemoppervlak naar de verzamelgoot 25 toe ten slotte weer wordt ingenomen en zodoende een nagenoeg volledige leging wordt verkregen.

Teneinde het legen nog meer te verbeteren, is volgens de uitvinding het uitstroomorgaan aangebracht in een inham in een zijwand en is de maat van de inham in de 30 houderwand duidelijk kleiner dan de hoekstraal aan weerszijde van de inham. Zodoende wordt eveneens een natuurlijke helling verkregen in de richting naar de uitlaat.

Daar de voor de uitvoering van de uitvinding noodzakelijke inwendige houder bij voorkeur wordt vervaardigd 35 uit hoog moleculair lage drukpolyethyleen met hoge dichtheid door middel van blaasvormen, zijn om fabricage-technische redenen voor het verkrijgen van een gelijkmatige verdeling van de wanddikte overeenkomstige stralen aangebracht. Daarbij zijn de wanddikten in de hoeken natuurlijk het dunst en in 40 de wandoppervlakken het dikst. Teneinde nu in dit kritische -9- gebied een omhoog komen van de inwendige houder door de druk van het vulmateriaal te vermijden, is het bekend, langs de onderste randen van de inwendige houder tussen het draag-gestel en de inwendige houder een extra, vlak tegen de onder-5 ste zijde aanliggend steunlichaam aan te brengen, dat hier vervormingen van de inwendige houder moet vermijden. Dit heeft het nadeel van een extra constructiedeel en ten gevolge van de noodzakelijke grootte van de hoekstralen het nadeel van een verslechterde benutting van de ruimte, indien men de 10 door het draaggestel bepaalde inwendige ruimte als basis neemt voor de maximaal benutbare ruimte. In de uitvoering volgens de uitvinding verkleinen de onderste afrondingen van de inwendige houder zich aan alle vier kanten vanaf een grote hoekstraal in de hoeken van de houder naar de betreffende 15 middelpunten van de zijden toe voortdurend tot een kleine middenstraal. De hierdoor verkregen verkleining van de wanddikte is slechts onbelangrijk, omdat juist in het gebied van de verkleinde middenstraal vanwege de fabricage weer grotere wanddikten aanwezig zijn. Daar de inwendige houder an-20 derzijds met zijn zijwanden tegen het buitenste draadrooster-gestel rust, is ook geen vermindering van de stevigheid aanwezig. Daarentegen wordt een betere benutting van de ruimte verkregen.

Stoffen die kunnen stromen in de zin van de 25 onderhavige uitvinding bestaan niet alleen uit vloeibare vulmaterialen, maar ook uit pastavormige en strooibare, dat wil zeggen poedervormige en korrelige materialen.

De uitvinding wordt aan de hand van de schematische tekening van meerdere uitvoeringsvoorbeelden nader 30 toegelicht. In de tekening tonen: fig.1 een palet-houder met een roostergestel uit elkaar kruisende staven; fig.2 de vorm van de onderste en bovenste rondgaande lijst bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.1; 35 fig.3 de bevestiging van het roostergestel op de palet; fig.4 een diagonaal verstijving van de bovenste lijst; fig.5 een vertikale doorsnede door de inwen-40 dige houder in het vlak van de onderste verzamelgoot; -10- fig.6 in perspektivische weergave en gedeeltelijk in doorsnede het bodemgedeelte met de constructie van de steunribben; fig.7 het bodemgedeelte in een ander perspek-5 tivisch aanzicht; fig.8 een andere uitvoeringsvorm van een palet-houder met een roostergestel van elkaar kruisende staven en verstijvingsplaten in het hoekgedeelte; fig.9 een detaildoorsnede van het hoekgedeel-10 te voor een uitvoeringsvorm volgens fig.8; fig.10 een uitvoeringsvorm met een uit ver-tikale balken gevormd roostergestel; fig.11 op vergrote schaal de verbinding tussen balken en lijst bij de uitvoeringsvorm volgens fig.10; 15 fig.12 een uitvoeringsvorm met een rooster gestel van vertikale balken met extra, puntgelast draadroos-ter met brede mazen; fig.13 de bevestiging van vertikale balken en draadrooster aan de lijst bij de uitvoeringsvorm volgens 20 fig.12; fig.14 op vergrote schaal in horizontale doorsnede de uitvoering van de wand van de inwendige houder bij een uitvoeringsvorm volgens fig.10.

Fig.1 toont in een perspektivisch aanzicht 25 een palet-houder waarbij een uit kunststof vervaardigde inwendige houder 1 is omgeven door een dicht aansluitend uit elkaar kruisende staven gevormd roostergestel 2. Het roostergestel 2 is aan de boven en aan de onderkant begrensd door een rondgaande, uit een buisprofiel vervaardigde lijst 4, 30 die vast is verbonden met het roostergestel 2. De onderste rondgaande lijst 4 is door middel van vasthoudelementen bevestigd aan een genormaliseerd houten palet, zodat de palet-houder in zijn geheel kan worden gehanteerd door een vorkheftruck of door andere hefwerktuigen. De bovenste rondgaan-35 de lijst is in het middelste gedeelte voorzien van een uit metaalplaat vervaardigde beugel 12, waaraan diagonaal over de betreffende hoekgebieden lopende verstijvingsplaten 13 zijn bevestigd, die een verwijden van de bovenste lijst in het middengedeelte voorkomen.

40 In fig.2 is op grotere schaal de verbinding -11- weergegeven tussen het draadrooster 2 en het buisprofiel van de lijst. Het draadrooster bestaat hierbij uit elkaar kruisende staven 7 en 21, waarbij de horizontaal lopende staven 7 aan de naar de inu/endige houder toegekeerde zijde liggen.

5 De horizontaal lopende staven 7 zijn met de vertikaal lopende staven 21, bijvoorbeeld door puntlassen vast met elkaar verbonden.

Zoals de gedeeltelijke doorsnede in fig.2 duidelijk maakt, heeft het buisprofiel een langsgroef 5 met 10 naar binnen toe omgezette flensplaten 6. Wordt het draadrooster 2 nu zodanig gesneden, dat de buitenste rand wordt begrensd door een horizontaal lopende staaf 7 dan kan het draadrooster zo in de langsgroef worden geschoven dat de onderste horizontaal· lopende staaf 7 door passende vormen 15 wordt vastgehouden door de bijbehorende flensplaat 6 van het buisprofiel. De breedte van de groef 5 komt hierbij overeen met de dikte van de vertikale staven 21. Het draadrooster 2 kan hierbij onder verende vervorming in de langsgroef 5 worden geschoven. Doelmatig wordt het vervaardigingsproces ech-20 ter zodanig uitgevoerd, dat op een overeenkomstig bemeten draadroosterdeel op de bovenste en onderste rand een overeenkomstig buisprofiel van de in fig.2 weergegeven vorm wordt geschoven en het draadroosterdeel tezamen met de beide hierop geschoven buisprofielen in een geschikte inrichting wordt 25 gebogen in de aangegeven vorm.

In fig.3 is als een explosieweergave een be-vestigingselement 8 weergegeven. Het bevestigingselement heeft een aan de buisvorm aangepaste bovenste bevestigings-plaat 9, die aan zijn onderkant een uitsteeksel heeft dat 30 in de langsgroef 5 van het buisprofiel kan worden gestoken en een zodanige lengte heeft dat dit rust op de binnenwand van het buisprofiel. Door de bevestigingsplaat 9 en het uitsteeksel 10 is een boorgat aangebracht, waardoor na het in het buisprofiel steken van het bevestigingselement 8 een 35 spijker kan worden ingeslagen of een schroef kan worden gedraaid, die- het roostergestel aan het overeenkomstige deel van het palet 3 vastzet.

In fig.4 wordt nog eenmaal op vergrote schaal de diagonale hoekversteviging van de bovenste lijst 4 ge-40 toond.

-12-

Zoals de vertikale doorsnede door de inwendige houder 1 toont in fig.5, heeft deze in het bodemdeel een zich dwars over de bodem uitstrekkende, naar een uitlaat toe schuin lopende verzamelgoot 14. De uitlaat is voorzien 5 van een hier niet nader weergegeven uitstroomorgaan, bijvoorbeeld een uitlaatklep, een schroefverbinding voor het aanslaan of dergelijke en is aangebracht in een inham 15, waarvan de inhamdiepte A kleiner is dan de hoekstraal R. Tenminste aan de beide evenwijdig aan de verzamelgoot 14 lopende 10 wanden zijn de onderste houderranden zodanig uitgevoerd, dat zij uitgaande van een grote hoekstraal 19 zich naar het midden van de randen toe verkleineren tot een kleiner wordende mid-denstraal 20.

Zoals de afbeelding in de fig.6 en 7 toont, 15 loopt de bodem vanaf twee tegenover elkaar gelegen zijden schuin naar de verzamelgoot 14 toe en is voorzien van steun-ribben 18, die met hun buitenkant op de planken 17 van het palet rusten. De verzamelgoot ligt hierbij in de tussenruimte tussen twee naast elkaar gelegen planken 17 van het palet, 20 terwijl de steunribben 18 dwars hierop staan.

Bij de van een roostergestel 2 voorziene uitvoeringsvorm volgens fig.8 zijn bovendien in de hoekgebieden versterkingsplaten 22 aangebracht. De bevestiging en de uitvoering van de versterkingsplaat 22 zijn in fig.9 op vergrote 25 schaal weergegeven. Hierbij is het buisprofiel van de onderste en ook van de bovenste lijst voorzien van een in de lengterichting lopende hierop geplaatste rand 24, waaraan het roostergestel van de buitenkant af en de versterkingsplaten 22 in het hoekdeel van de binnenkant af, bijvoorbeeld door lassen 30 zijn bevestigd. Fig.9 laat ook de in de hoekgebieden aangebrachte versterkingsribben 23 zien.

De uitvoeringsvorm volgens fig.10 toont een roostergestel, dat is gevormd uit vertikale balken 27, die de bovenste en de onderste, uit een buisprofiel bestaande 35 lijst 26 verbinden. De vertikale balken 27 hebben eveneens bij voorkeur een buisvormige dwarsdoorsnede en zijn aan hun einden zodanig gevormd,.dat hierdoor flensvormige bevestigings-einden 28 ontstaan, die een verbinding mogelijk maken met de in de lengterichting lopende randen 29 van de lijst door 40 middel van lassen, nieten, schroeven of dergelijke.

J

V

-13-

In de fig.12 en 13 is een ten opzichte van fig.10 gewijzigde uitvoeringsvorm weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm is een uit vertikale balken 27 gevormd rooster-gestel bovendien gecombineerd met een wijdmazig puntgelast 5 draadrooster 32, waarbij de vertikale balken 27 in hoofdzaak in het hoekdeel alsmede in het middengedeelte tussen twee zijkanten zijn aangebracht. De vertikale balken nemen in hoofdzaak de stapeldruk op en steunen in het bijzonder het tegen uitbuigen bijzonder gevoelige hoekgedeelte van de zij-10 wanden van de inwendige houder, terwijl het draadrooster 32 een ondersteuning van het gehele oppervlak van het resterende wandgedeelte van de inwendige houder veroorzaakt. Door de verbinding met de vertikale balken wordt tevens de vormstevig-heid van het totale draaggestel verhoogd.

15 Fig.13 toont weer op vergrote schaal de be vestiging van de vertikale balken 27 en van het draadrooster 32 aan een rand 29 van het buisprofiel 26 van de lijst.

In fig.14 is voor de uitvoeringsvorm volgens fig.10 nog een speciale uitvoering van de inwendige houder 20 weergegeven. Bij deze vorm van het roostergestel wordt de zijwand 30 van de inwendige houder 1 reeds bij de vervaardiging doelmatig voorzien van ribben 31, die in een dwarsdoorsnede en in hun afstand zodanig zijn bemeten, dat de vertikale balken 27 van het roostergestel hierin zijn ingebed.

25 Het deze vormgeving wordt tegelijkertijd een door passende vormen verkregen verbinding tussen de inwendige houder en het roostergestel verkregen, zodat hier weer een onderlinge ondersteuning van de met elkaar verbonden elementen en zodoende een verhoging van de vormvastheid wordt bereikt zonder gro-30 tere materiaalgewichten. Alle hiervoor beschreven uitvoeringsvormen hebben gemeenschappeling, dat de wanden van de inwendige houder van alle kanten zichtbaar zijn. Daar gebruikelijk inwendige houders worden vervaardigd van lichtdoor-latend kunststof, is van alle kanten af een controle van de 35 gevulde toestand mogelijk zowel bij het vullen als bij het later legen. Vervolgens kan op elk moment een onderzoek naar de toestand van de inwendige houder worden uitgevoerd. Ook bij het transport en bij de opslag optredende lekkages kunnen meteen worden vastgesteld en hierbij kan als eerste hulpmaat-40 regel door het omkeren van de houder met de beschadigde houder- -14- \i/and naar boven een verder naar buiten stromen van het vulmateriaal worden verhinderd.

-conclusies-

Claims (17)

1. Palet-houder voor vloeistoffen die kunnen stromen, met een bij voorkeur kubische inwendige houder van kunststof, die is omgeven door een draaggestel en is bevestigd op een palet, en die in het bodemgedeelte bij één zijwand 5 is voorzien van een uitlaatorgaan, met het kenmerk, dat het draaggestel wordt gevormd door een dicht tegen de inwendige houder (1) aanliggend roostergesteld (2; 25), dat een bovenste en een onderste rondgaande, buisvormige lijst (4; 26) heeft en dat het roostergestel (2; 10 25) via vasthoudelementen (8) is verbonden met de palet (3) , die aangrijpen op de onderste lijst (4) en dat de bodem van de inwendige houder (1) op de palet (3) rust en met een afronding (19) overloopt in de zijwanden.

2. Palet-houder volgens conclusie 1, met het ken-15 m e r k, dat het dicht tegen de inwendige houder (1) aanliggende roostergestel wordt gevormd door een bij voorkeur puntgelast draadrooster (2) met elkaar kruisende staven (7, 21) en dat de neutrale hartlijn van de buisvormige lijst (4) samenvalt met het middenvlak van het draadrooster 20 (2).

3. Palet-houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij een kubische inwendige houder in de vier gebieden van de ribben tussen het draadrooster (2) en de inwendige houder (1) verstijvingsplaten (22) zijn aan- 25 gebracht, die vast zijn verbonden met de bovenste en de onderste rondgaande lijst (4) en dat deze verstijvingsplaten (22) dicht tegen het draadrooster (2) aanliggen.

4. Palet-houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verstijvingsplaten (22) vertikaal aange- 30 brachte versterkingsribben (23) hebben.

5. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de bovenste en de onderste rondgaande lijst (4) telkens een in de lengterichting lopende rand (24) heeft en de vertikale staven (21) van het 35 draadrooster (2) en de in de hoeken aangebrachte verstij-vingsplaten (22) aan deze rand (24) zijn bevestigd, bij voorkeur gelast.

6. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 4, -16- met het kenmerk, dat de buisvormige lijst (4) in zijn lengte-as een langsgroef (5) heeft, die wordt gevormd door twee naar binnen toe omgezette flenzen (6), waarvan de flenslengten naar het inwendige van de buis toe 5 zodanig zijn bemeten, dat de laatste, horizontaal lopende staaf (7) van het in deze langsgroef (5) geschoven draad-rooster (2) door één flens (6) wordt omvat, en dat de vrije breedte van deze langsgroef (5) overeenkomt met de dikte van de vertikale staven (21) van het draadrooster (2). 10

7.Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de horizontaal lopende staven (7) zijn aangebracht op de naar de inwendige houder (1) toegekeerde zijde van het draadrooster (2).

8. Palet-houder volgens conclusie 1, met het ken-15 m e r k, dat het roostergestel wordt gevormd door een bovenste en een onderste rondgaande buisvormige lijst (26), waartussen vertikale balken (27) zijn aangebracht met bij voorkeur buisvormige dwarsdoorsnede, waarvan de middelste hartlijnen de lengtehartlijnen van de bovenste en onderste 20 lijst (26) kruisen.

9. Palet-houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vertikale balken (27) aan hun bovenste en onderste einden zijn voorzien van bevestigingsflenzen (28), die vast zijn verbonden met de in de lengterichting van de 25 buis lopende randen (29) van de bovenste en onderste lijst (26).

10. Palet-houder volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de zijwanden (30) van de inwendige houder (1) ribben (31) hebben waarin de balken (27) van het 30 roostergestel zijn ingebed.

11. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat het roostergestel wordt gevormd door een dicht tegen de inwendige houder (1) aanliggend draadrooster (2) en vertikale balken (27), en dat 35 het draadrooster (2) en de balken (27) vast zijn verbonden met de bovenste en de onderste lijst (26).

12. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat de onderste rondgaande buisvormige lijst door middel van vasthoudelementen (8) 40 op de palet (3) is bevestigd, die een bovenste, aan de buis- -17- straal aangepaste bevestigingsplaat (9) hebben, waaraan een uitsteeksel (10) is gevormd dat in het buisprofiel rust op de buisbodem, waarvan de breedte gelijk is aan de vrije groefbreedte (5) van het buisprofiel (4), en die is voorzien 5 van een boorgat (11) voor een bevestigingsorgaan.

13. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de bovenste rondgaande buisvormige lijst (4) in het midden van de lengte en de breedte zijde worden omvat door plaatbeugels (12), waartus- 10 sen vier diagonaal lopende verstijvingsplaten (13) zijn bevestigd.

14. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat de bodem van de inwendige houder (1) een in het midden van de bodem naar het uitlaat- 15 orgaan toe lopende verzamelgoot (14) heeft, die tenminste gedeeltelijk in een uitneming van de palet (3) loopt.

15. Palet-houder volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de bodem van de inwendige houder (1) een vanaf twee tegenover elkaar liggende zijde naar het midden van de 20 bodem toe gericht schuin vlak (16) heeft en dat de bodem is voorzien van in de richting van het schuine vlak lopende, naar buiten toe gewelfde steunribben (18), waarvan de buitenkanten op de planken (17) van het palet rusten.

16. Palet-houder volgens één van de conclusies 1 tot 15, 25 met het kenmerk, dat de onderste afrondingen (19) van de inwendige houder (1) zich aan alle vier zijden vanaf een grotere hoekstraal van de houderhoeken naar het midden van de betreffende zijden toe voortdurende verkleinen tot een kleinere middenstraal (20).

17. Palet-houder volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het uitstroomorgaan is aangebracht in een inham (15) van een zijwand en dat de maat (A) van de inham (15) in de houderwand duidelijk kleiner is dan de hoekstraal (R) aan weerszijde van de inham. 35 -----