NL8502771A

NL8502771A - EASILY OPENING SHRINKABLE LAMINATE.

Info

Publication number: NL8502771A
Application number: NL8502771A
Authority: NL
Original assignee: Grace W R & Co
Priority date: 1985-02-21
Filing date: 1985-10-10
Publication date: 1986-09-16
Also published as: AU582599B2; NZ213313A; DE3605400A1; BR8504816A; CA1244785A; JPH0528180B2; AU4984285A; ZA856798B; JPS61193848A

Description

Gemakkelijk te openei/ krimpbaar laminaatEasy to open / shrinkable laminate

De uitvinding heeft algemeen betrekking op verpakken en in het bijzonder op verpakkingslaminaten voor voedingsmiddelen.The invention generally relates to packaging and in particular to packaging laminates for foodstuffs.

Het is algemeen gebruikelijk om artikelen 5 zoals voedingsmiddelen te verpakken in thermoplastische foelies of laminaten om het produkt dat moet worden verpakt te beschermen tegen misbruik of verkeerd gebruik en tegen verontreiniging van buitenaf en om een gemakkelijk en duurzaam pakje te maken dat geschikt is voor transport en verkoop rechtstreeks aan de 10 uiteindelijke gebruiker.It is common practice to package articles 5 such as foodstuffs in thermoplastic films or laminates to protect the product to be packaged from abuse or misuse and from contamination from the outside and to make an easy and durable package suitable for transportation and sell directly to the 10 final user.

Typische thermoplastische yerpakkingsfoelies en laminaten die de gewenste bescherming geven tegen misbruik of verkeerd gebruik en die andere gewenste eigenschappen of bijzonderheden aan het uiteindelijke pakje geven, zijn gewoonlijk zo ont-15 worpen dat ze bij sluiten van de verpakking onder warmte en druk een sterke verbindingsnaad vormen als de foelie of het laminaat om het produkt wordt gevouwen en door uitoefenen van warmte en druk aaneen wordt gehecht. Deze materialen zijn na het sluiten door uitoefenen van warmte en druk en het onder vacuum brengen 20 dikwijls moeilijk te openen door de consument of uiteindelijke gebruiker. Er bestaat dan ook behoefte aan een verpakkingsmateriaal dat een goede bescherming biedt van het produkt tegen verontreiniging vanuit de omgeving en tegen vocht en lucht en voldoende sterke sluitingsnaden geeft zodat de samenhang van het 25 pak door alle distributiekanalen heen en ook bij opslag behouden blijft terwijl tegelijkertijd een sluitingsnaad wordt gevormd door uitoefenen van warmte en druk die gemakkelijk kan worden geopend, dat wil zeggen die gemakkelijk door de consument of uiteindelijke gebruiker losgescheurd kan worden. Een dergeiijke 30 eigenschap van het pakket dat het gemakkelijkst kan worden geopend ^ ·« * i .4 Λ v ƒ ƒ -5 i * - 2 - vermijdt de noodzaak om het pak open te scheuren of te snijden met een mes of met andere gereedschappen als men het produkt wenst te gebruiken.Typical thermoplastic packaging films and laminates which provide the desired protection against abuse or misuse and which impart other desirable properties or particulars to the final package are usually designed to form a strong seal when the package is closed under heat and pressure when the film or laminate is folded around the product and bonded together by application of heat and pressure. These materials are often difficult to open by the consumer or ultimate user after closing by application of heat and pressure and vacuuming. There is therefore a need for a packaging material that provides good protection of the product against environmental contamination and against moisture and air and provides sufficiently strong sealing seams so that the cohesion of the pack is maintained throughout all distribution channels and also during storage, while at the same time a closure seam is formed by applying heat and pressure that can be easily opened, that is, easily torn off by the consumer or ultimate user. One such feature of the package that is easiest to open ^ · «* i .4 Λ v ƒ ƒ -5 i * - 2 - avoids the need to tear open or cut the package with a knife or other tools if one wishes to use the product.

Het is ook gewenst te voorzien in een verpakkings-5 materiaal met de bovengenoemde gunstige eigenschappen datbovendien een zelflassend vermogen bezit, zodat na verpakken van een produkt, bijvoorbeeld een voedingsmiddel, bijvoorbeeld tijdens een warm vervormings-procédê, een bovenste en onderste laminaat in aangrenzende gebieden rondom het produkt uit zichzelf aan elkaar 10 lassen en zo een voldoende sterke hechting tot stand brengen tussen de laminaten, zodat de samenhang van het pak gehandhaafd blijft en het verpakte produkt in alle distributieketens beschermd blijft.It is also desirable to provide a packaging material with the above-mentioned favorable properties which, in addition, has a self-welding ability, so that after packaging a product, for example a foodstuff, for example during a hot-forming process, an upper and lower laminate in adjacent areas. Weld together around the product by itself to achieve a sufficiently strong bond between the laminates, so that the cohesion of the pack is maintained and the packaged product is protected in all distribution chains.

Van belang als stand van de techniek is het 15 Amerikaanse octrooischrift 3 655 503 dat een verpakking beschrijft uit een samengestelde, door verwarmen onder druk aaneen te lassen thermoplastische foelie met een buitenste en een binnenste laag met een betrekkelijk geringe sterkte van de bindingen tussen de lagen. Deze foelie ,wordt gebruikt om om een te verpakken voorwerp 20 te wikkelen; daarna wordt de foelie door verwarmen onder druk vastgelast aan zichzelf op een plaats waar de uiteinden elkaar overlappen. Ionomeren zijn geschikte harsen voor de buitenste laag en de binnenste laag. Het ionomeer wordt, als het wordt toegepast als binnenste laag, gebruikt tezamen met polypropeen.Of interest as the prior art is U.S. Patent 3,655,503 which discloses a package of a composite heat-sealable thermoplastic film having an outer and an inner layer with relatively low bond strength between the layers . This film is used to wrap around an object 20 to be packaged; then the film is welded to itself by heating under pressure in a place where the ends overlap. Ionomers are suitable resins for the outer layer and the inner layer. The ionomer, when used as the innermost layer, is used together with polypropylene.

25 Volgens de uitvinding worden in tegenstelling hiermee, nu twee verschillende foelies gebruikt voor het verpakken van een voorwerp door warm vervormen (van de foelies) of andere geschikte middelen. Het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift beschrijft een gemakkelijk te openen door verwarmen onder 30 druk gevormde las waarbij de laszone die aan elkaar verbonden buitenste lagen van de overlappende foelie omvat eerst bij het openen wordt losgescheurd en daarna delaminatie begint langs het grensvlak tussen een buitenste en een binnenste laag. Aan het einde van de laszone wordt de buitenste laag opnieuw losgescheurd 35 om het pak volledig te openen. Losscheuren en delaraineren kunnen 8532 77 1 * 1 - 3 - meer dan eenmaal optreden in de laszone tijdens het openen.In contrast, according to the invention, two different films are now used for packaging an object by hot-forming (of the films) or other suitable means. The aforementioned U.S. Patent describes an easy-to-open heat-pressurized weld in which the weld zone comprising joined outer layers of the overlapping film is first torn open upon opening and then delamination begins along the interface between an outer and an inner layer . At the end of the welding zone, the outer layer is torn off again to fully open the suit. Tearing and deleting can occur 8532 77 1 * 1 - 3 - more than once in the welding zone during opening.

Dit octrooischrift beschrijft slechts een enkele hars die wordt gebruikt in de buitenste of een binnenste laag, in tegenstelling tot de onderhavige uitvinding, die een mengsel van harsen 5 beschrijft in een eerste of vormfoelie.This patent describes only a single resin used in the outer or inner layer, in contrast to the present invention, which describes a mixture of resins in a first or molding film.

Als stand van de techniek is ook van belang het Amerikaanse octrooischrift 4 178 401, dat een zelflassende verpakkingsfoelie openbaart waarvan de binnenste of zelflassende laag bestaat uit een mengsel van etheen>vinylacetaat-10 copolymeren met verschillende smelt-vloeiindices. Mengsels van ionomeer met een lage smelt-vloei met etheenvinylacetaatcopolymeren met een hoge smelt-vloei zijn eveneens beschreven, maar de laatstgenoemde mengsels geven een slecht zelf-lasvermogen te zien.Also of prior art is US Patent 4 178 401, which discloses a self-sealing packaging film whose inner or self-sealing layer consists of a mixture of ethylene-vinyl acetate-10 copolymers having different melt flow indexes. Mixtures of low melt flow ionomer with ethylene vinyl acetate copolymers of high melt flow have also been described, but the latter mixtures show poor self-sealing ability.

Een gemakkelijk los te trekken door verwarmen onder druk 15 gevormde las wordt in dit octrooischrift niet beschreven.An easily peelable weld formed by heating under pressure is not described in this patent.

Eveneens van belang als stand van de techniek is het Amerikaanse octrooischrift 4 382 513, dat een verpakking beschrijft met een lostrekbare door verwarmen onder druk gevormde las waarin niet-georienteerde foelies worden bestraald om de 20 sterkte van de binding in de gevormde las te regelen. Ionomeren van etheen en etheen-vinylacetaatcopolymeer zijn mogelijke bestanddelen van de lagen die de las teweeg brengen in thermoplastische foelies die bij dit bestralingsprocëdé worden gebruikt.Also of interest as prior art is US Patent 4,382,513, which discloses a package having a peelable heat-pressurized seal in which non-oriented films are irradiated to control the strength of the bond in the formed seal. Ionomers of ethylene and ethylene-vinyl acetate copolymer are possible components of the layers that effect the weld in thermoplastic films used in this irradiation process.

25 De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een verpakking die wordt vervaardigd uit materialen waaronder een las tot stand brengende lagen van onverenigbare materialen waardoor een gemakkelijk te openen las wordt verkregen.The object of the invention is to provide a package which is manufactured from materials, including weld-creating layers of incompatible materials, so that an easily openable seal is obtained.

Een verdere doelstelling van de uitvinding is 30 te voorzien in een verpakking voor voedingsmiddelen die een eerste foelie en een tweede foelie omvat die door zelf-lassen aan elkaar worden verbonden in de aangrenzende oppervlakken.A further object of the invention is to provide a food packaging comprising a first foil and a second foil which are self-welded together in the adjacent surfaces.

Nog een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een verpakking voor voedingsmiddelen 35 die goede zelf-lassende eigenschappen en een goede stérkte van o y ' ^771 O %/ W -a» » i * f * - 4·- de las bezit en toch gemakkelijk losgescheurd kan worden zowel door de gebieden waarin een verbinding tot stand is gebracht door zelf-lassen en in de gedeelten van de verpakking waar een las tot stand is gekomen door een smelt-proces.Yet a further object of the present invention is to provide a food packaging which has good self-welding properties and good strength of 771% w / w the weld. and yet can be easily torn off both through the areas in which a connection is made by self-sealing and in the portions of the package where a seal has been effected by a melting process.

5 De uitvinding heeft betrekking op een gemakkelijk te openen verpakking, omvattende een eerste foelie die een laag voor het vormen van een las omvat bestaande uit een mengsel van etheen-vinylacetaatcopolymeer en een ionomeer; een tweede foelie omvat - : een laag voor het vormen van een las, uit een 10 ionomeer en waarbij de eerste en tweede foelie door zelflassen aan elkaar zijn verbonden in aangrenzende oppervlak'. -gedeelten en een voedingsmiddel omsluiten.The invention relates to an easy-to-open package comprising a first film comprising a seal forming layer consisting of a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer; a second foil comprises a layer for forming a weld, from an ionomer and wherein the first and second foil are joined together by self-welding in adjacent surface. enclosing parts and a foodstuff.

Volgens een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een verpakking, omvattende een eerste en tweede 15 foelie die een voedingsmiddel omsluiten, waarbij de eerste en tweede foelie door zelf-lassen in de aan elkaar grenzende opper-vlaktegebieden met elkaar zijn verbonden en welke verpakking de eigenschap heeft dat hij gemakkelijk losgescheurd kan worden dankzij twee verschillende regelmechanismen. Het eerste mechanisme 20 in het door zelf-lassen met elkaar verbonden gebied van de verpakking omvat de niet-verenigbaarheid tussen de "las"', lagen van de eerste resp. de tweede foelie. Het tweede mechanisme, in de door smelten gevormde laszone omvat een delaminering van de binding tussen een ionomerjï "las"laag van 25 een van de foelies en een aangrenzende laag van etheen-vinyl acetaatcopolymeer in dezelfde foelie.In another aspect, the invention relates to a package comprising a first and second foil enclosing a foodstuff, the first and second foil being self-sealed in the adjacent surface areas and which package is the property that it can be easily torn off thanks to two different control mechanisms. The first mechanism 20 in the self-sealed area of the package includes the incompatibility between the "seal" layers of the first and. the second mace. The second mechanism, in the melt-formed welding zone, includes delamination of the bond between an ionomeric "seal" layer of one of the films and an adjacent layer of ethylene-vinyl acetate copolymer in the same film.

De uitvinding wordt nu nader beschreven mede aan de hand van de tekeningen waarin:The invention is now further described partly with reference to the drawings, in which:

Fig. 1 een bovenaanzicht toont van een verpakking 30 die volgens de onderhavige uitvinding kan worden vervaardigd; fig. 2 een zijaanzicht weergeeft van een verpakking die volgens de uitvinding is vervaardigd; fig. 3 een doorsnede op vergrote schaal weergeeft volgens de lijn III-III van fig, 1; 35 fig. 4 schematisch het gebied weergeeft waarin SS 0 2 77 1 < 4 - 5 - een las door smelten is gevormd in een verpakking net op het moment dat met losscheuren wordt begonnen; fig. 5 schematisch de baan aangeeft waar de scheiding in de verpakking optreedt tijdens het losscheuren en 5 fig. 6 schematisch een verpakking weergeeft nadat het losscheuren door het gebied van de verpakking waar een las door smelten werd gevormd heeft plaats gevonden.Fig. 1 shows a top view of a package 30 which can be manufactured according to the present invention; Fig. 2 shows a side view of a package manufactured according to the invention; FIG. 3 is an enlarged sectional view taken on the line III-III of FIG. 1; Fig. 4 schematically represents the area in which SS 0 2 77 1 <4 - 5 - a melt weld has been formed in a package just at the time of tearing-off; FIG. 5 schematically indicates the path where separation in the package occurs during tearing and FIG. 6 schematically shows a package after tearing through the area of the package where a weld by melting has occurred.

Met "gemakkelijk los te scheuren" en soortgelijke termen wordt in deze aanvrage aangeduidt een verpakking, in 10 het bijzonder door lassen onder uitoefenen van warmte en druk en door zelf-lassen gevormde gebieden in de verpakking die gemakkelijk losgescheurd kunnen worden zonder de verpakkingsmaterialen door te scheuren of te breken wat kan leiden tot een voortijdig kapot gaan van de verpakking en onopzettelijke 15 verontreiniging van de inhoud van de verpakking. Een gemakkelijk los te scheuren verpakking is een verpakking die kan worden losgescheurd zonder gebruik te maken van een mes of ander gereedschap om de verpakking open te trekken.In this application, "easy to tear off" and similar terms are used to denote a package, in particular by heat and pressure welding and self-welded areas in the package that can be easily torn off without the packaging materials coming through. tearing or breaking which may lead to premature package breakage and accidental contamination of the package contents. An easily tear-away package is a package that can be torn off without using a knife or other tool to pull the package open.

Met "zelf-lassen" en soortgelijke termen 20 worden aangeduid materialen die aan elkaar hechten in een "contact" las en die bij normale commerciële* distributie (in distributiekanalen) zonder uitwendige krachten met elkaar verbonden blijven. Deze zelf-hechtende of contactlas wordt in stand gehouden alleen door de sterkte van de las en is niet 25 het gevolg van een of andere uitwendige kracht die de vellen foelie of wanden van de verpakking tegen elkaar drukt.By "self-welding" and similar terms 20 are meant materials which adhere to one another in a "contact" weld and which remain joined together without external forces during normal commercial distribution (in distribution channels). This self-adhesive or contact seal is maintained only by the strength of the seal and is not the result of some external force pressing the sheets of film or walls of the package together.

Met een "smeltlas" en soortgelijke termen wordt aangeduid een las, bijvoorbeeld langs het omtreksgebied van de verpakking, die werd gevormd onder uitoefenen van warmte 30 en druk gedurende een voldoende lange tijd om de lasoppervlakken van de respectieve foelies te doen smelten.A "heat seal" and similar terms denote a seal, for example, along the peripheral region of the package, which was formed while applying heat and pressure for a sufficient time to melt the sealing surfaces of the respective films.

Met "ionomeer" worden bedoeld metaalzouten van etheen-acrylzuur of -methacrylzuurcopolymeren met aanhangende carboxylaatgroepen, geassocieerd met eenwaardige of tweewaardige 35 kationen zoals zink of natrium.By "ionomer" is meant metal salts of ethylene acrylic acid or methacrylic acid copolymers with pendant carboxylate groups associated with monovalent or divalent cations such as zinc or sodium.

s y v / / i « - 6 - • ts y v / / i «- 6 - • t

Beschouwen we nu de tekeningen; de verpakking 10 omvat een eerste foelie 12, dat wil zeggen een in een gewenste vorm gebrachte foelie, vervaardigd door warm vervormen of door toepassing van andere geschikte technieken die in de verpakkings-5 technologie wel bekend zijn. Geschikte methoden voor het warm vervormen omvatten bijvoorbeeld vormgeving onder vacuum of door een stempel ondersteunde vacuum-vormgevingswerkwijze. Bij vormgeving onder vacuum wordt de eerste foelie verwarmd, bijvoorbeeld door een contaet-verwarmingsorgaan en wordt aan de onderzijde 10 van de foelie een vacuum tot stand gebracht waardoor de foelie door de atmosferische druk omlaag wordt gedrukt in een vooraf vervaardigde matrijs-. Bij door een stempel ondersteund vacuum-vormgeven drukt, nadat de eerste of vormgevingsfoelie werd verwarmd en over een matrijsholte werd bevestigd, een stempel met een aoort-gelijke vorm als van de vormholte op de vormgevingsfoelie gedrukt en beweegt, na- aanleggen van vacuum de vormgevingsfoelie naar het oppervlak van de matrijs toe.Let us now consider the drawings; the package 10 includes a first film 12, that is, a shaped film, manufactured by hot-forming or by using other suitable techniques well known in the packaging technology. Suitable hot-forming methods include, for example, molding under vacuum or stamp-supported vacuum molding method. When forming under vacuum, the first film is heated, for example by a contact heating element, and a vacuum is created at the bottom of the film, whereby the film is pressed down by atmospheric pressure into a prefabricated mold. In die-assisted vacuum molding, after the first or molding foil has been heated and attached over a mold cavity, a die of the same shape as the mold cavity presses on the molding foil and moves, after applying vacuum the molding foil towards the surface of the mold.

Nadat de vormgevingsfoelie op zijn plaats is gebracht, wordt een produkt 14 erin geplaatst, bijvoorbeeld 20 wet de hand en wordt een tweede nagenoeg niet geyormde foelie J6 over het produkt heen geplaatst en door middel van een verwarmingsr* plaat verhit. Opheffen van het vacuum veroorzaakt dat deze foelie vastkleeft aan de vormgevingsfoelie zodat het produkt tussen de foelies wordt ingesloten en dat de eerste en tweede foelie 25 op de aan elkaar grenzende oppervlaktegebieden door zelf- lassen aan elkaar worden verbonden. In een laastation wordt de verpakking onder vacuum gebracht en door smelten vastgelast onder toepassing van een lasorgaan zoals een verwarmde klem of klauw.After the shaping film is put in place, a product 14 is placed therein, for example, by hand, and a second substantially unformed film J6 is placed over the product and heated by means of a heating plate. Relieving the vacuum causes this film to adhere to the molding film so that the product is sandwiched between the films and the first and second films are joined together on the adjacent surface areas by self-welding. In a welding station, the package is brought under vacuum and welded by melting using a welding member such as a heated clamp or claw.

De eerste of vormgevingsfoelie omsluit een aanzienlijk gedeelte,-30 in het algemeen meer dan de helft, van het te verpakken produkt.The first or shaping film encloses a substantial portion, generally more than half, of the product to be packaged.

De eerste en tweede foelie kunnen worden vervaardigd uit een krimpbaar materiaal, dat wil zeggen een materiaal dat is georienteerd, door strek-orientatie en dat hij verhogen van de temperatuur van de foelie of het laminaat om het produkt zal 35 krimpen. Zo kan de verpakking worden onderworpen aan een korte behandeling door blootstellen aan warmte, in de vorm van hete lucht 8502 771 * <a -Τ'- of heet water of stoom, om het gevormde laminaat rondom het produkt te krimpen en zo een nauw aansluitende verpakking zonder plooien of rimpels te verkrijgen en ook te garanderen dat de oppervlakken voor het vormen van een las, dat wil zeggen de zelflassende gebieden 5 18 in contact met elkaar stevig aan elkaar vasthechten en een uitstekende helderheid wordt bereikt en bestandheid tegen verlies van het vacuum in de verpakking in het geval dat in een verpakkingsmateriaal gaatjes ontstaan.The first and second films can be made of a shrinkable material, that is, a material that is oriented by stretch orientation, and that increasing the temperature of the film or the laminate will shrink around the product. For example, the package can be subjected to a short treatment by exposure to heat, in the form of hot air 8502 771 * <a -Τ'- or hot water or steam, to shrink the formed laminate around the product and thus ensure a tight packaging without obtaining folds or wrinkles and also ensuring that the surfaces for forming a weld, i.e. the self-welding areas 5 18, adhere tightly to each other in contact and achieve excellent clarity and resistance to vacuum loss in the packaging in the event that holes are formed in a packaging material.

Een eerste of vormgevingsfoelie vervaardigd uit 10 niet georienteerd materiaal volgens'de voorfceursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal krimpen te zien geven rondom het te verpakken product, na het warm vervormen en blootstellen aan hete lucht of heet water.A first or molding film made of unoriented material according to the preferred embodiment of the invention will show shrinkage around the product to be packaged, after hot-deformation and exposure to hot air or hot water.

Nadat de eerste en tweede foelie door zelflassen 15 aan elkaar zijn verbonden en hij voorkeur voordat de hiervoor beschreven krimpbewerking plaatsvindt, wordt de omtreksrand van de verpakking vastgelast bijvoorbeeld door middel van een verwarmde klem of klauw en,-„volgens bekende technieken. Deze omtrekslas of smeltlas 20 bevindt zich langs de of nabij de 20 echte omtreksrand van de verpakking. Yolgens een voorkeursuit-voeringsvorm is%een gedeelte van het omtreksoppervlak rondom de verpakking vergroot zodat het een uitwendige flap 22 vormt die fungeert als middel voor het-gemakkelijk openen van de verpakking,After the first and second films have been joined together by self-sealing, and preferably before the aforementioned shrinking operation takes place, the peripheral edge of the package is welded, for example, by means of a heated clamp or claw and, according to known techniques. This circumferential seal or heat seal 20 is located along the or near the true circumferential edge of the package. In a preferred embodiment, a portion of the peripheral surface around the package has been enlarged to form an outer flap 22 which acts as a means for easy opening of the package,

De aan elkaar grenzende oppervlakken van de eerste foelie .12 en t 850 2 7 7 1 - '8 - «· *· van de tweede foelie 14 worden niet volledig aan elkaar gelast in het gebied van deze uitwendige flap, waardoor het gebruikmaken van het gemakkelijk-openings-mechanisme volgens de uitvinding wordt vergemakkelijkt door een geschikt middel voor het van elkaar 5 aftrekken van de verpakkings(delen) erin op te nemen.The adjacent surfaces of the first film .12 and t 850 2 7 7 1 - '8 - «· * · of the second film 14 are not fully welded together in the region of this external flap, thus using the easy opening mechanism according to the invention is facilitated by including a suitable means for pulling the packaging (parts) apart.

Het laminaat van de eerste of vormgevingsfoelie 12 omvat een hechtmiddellaag van een mengsel van een etheen-vinyl-acetaatcopolymeer en een ionomeer. Het etheen-vinylacetaat-copolymeer bevat bij voorkeur tussen ongeveer 6 en 20 gew.% vinyl-10 acetaat. Het ionomeer is bij voorkeur een zinkionomeer, bijvoor beeld Surlyn 1705 dat verkrijgbaar is bij DuPont Company, maar kan ook een natrium-ionomeer zijn. De verhouding van etheen-vinylacetaat (EVA) tot het ionomeer kan variëren·: van ongeveer 50 % EVA/50 % ionomeer tot ongeveer 99 % EVA/1 % ionomeer.The laminate of the first or molding film 12 comprises an adhesive layer of a mixture of an ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer. The ethylene-vinyl acetate copolymer preferably contains between about 6 and 20% by weight of vinyl-10 acetate. The ionomer is preferably a zinc ionomer, for example, Surlyn 1705 available from the DuPont Company, but may also be a sodium ionomer. The ratio of ethylene-vinyl acetate (EVA) to the ionomer can vary from about 50% EVA / 50% ionomer to about 99% EVA / 1% ionomer.

15 Het laminaat dat de tweede, nagenoeg geen vorm krijgende foelie 12 vormt, heeft eveneens een verbindings-oppervlak van een ionomeer en bij voorkeur een zink-ionomeer zoals Surlyn 1702, dat eveneens verkrijgbaar is bij DuPont Company. De ionomeren van de eerste en tweede foelie kunnen desgewenst identiek 20 zijn. Deze ionomeerlaag op de tweede foelie is bij voorkeur een betrekkelijk dunne laag. Liefst heeft de laag die de verbinding moet geven een dikte tussen ongeveer 0,2 en 0,5 mil (0,0051 tot 0,0127 mm) en bij voorkeur ongeveer 0,3 mil (0,0076 mm). De tweede foelie omvat ook een laag gelegen naast de ionomeerlaag uit een 25 etheen-vinylacetaatcopolymeer. Een EVA waaraan de voorkeur wordt gegeven bevat tussen ongeveer 2,5 en ongeveer 6 gew.% vinylacetaat. De ionomeerlaag en de onmiddellijk eraan grenzende EVA laag worden bij voorkeur geco-extrudeerd.The laminate that forms the second, substantially non-shaping film 12 also has a bonding surface of an ionomer and preferably a zinc ionomer such as Surlyn 1702, which is also available from DuPont Company. The ionomers of the first and second films may optionally be identical. This ionomer layer on the second film is preferably a relatively thin layer. Most preferably, the layer to provide the compound has a thickness between about 0.2 and 0.5 mil (0.0051 to 0.0127 mm), and preferably about 0.3 mil (0.0076 mm). The second film also includes a layer adjacent to the ionomer layer of an ethylene-vinyl acetate copolymer. A preferred EVA contains between about 2.5 and about 6% by weight of vinyl acetate. The ionomer layer and the immediately adjacent EVA layer are preferably coextruded.

Het gemakkelijk-openingsmechanisme volgens de 30 onderhavige uitvinding werkt als volgt. De eerste en tweede foelie worden tijdens het warm vervormen of een dergelijke werkwijze door zelf-lassen in de aan elkaar grenzende oppervlakken met elkaar verbonden en omsluiten het produkt, bijvoorbeeld een ringvormige worst of ander voedingsmiddel. Dit zelf-lasssen 35 treedt op onder betrekkelijk lage temperatuursomstandigheden.The easy opening mechanism of the present invention operates as follows. The first and second films are joined together by self-welding in the adjoining surfaces during hot-forming or the like process and enclose the product, for example, an annular sausage or other foodstuff. This self-welding 35 occurs under relatively low temperature conditions.

8502 77 ? - 9 -8502 77? - 9 -

Vervolgens wordt een smeltlas gevormd aan of nabij de omtrek van de verpakking, bij een betrekkelijk hoge temperatuur, dat wil zeggen bij temperaturen die hoger zijn dan worden toegepast in de zelf-lastrap.Then, a heat seal is formed at or near the periphery of the package, at a relatively high temperature, that is, at temperatures higher than those used in the self-welding stage.

5 Twee mechanismen regelen het gemakkelijk los- scheurvermogen van de verkregen verpakking (zie de figuren 4-6).Two mechanisms control the easy tearing ability of the resulting package (see Figures 4-6).

Het eerste betreft de adhesie tussen de laslaag 24 van de eerste foelie 12 en de laslaag 26 van de tweede foelie 16. Bij de betrekkelijk lage temperaturen die optreden bij het zelf-lassen 10 worden de eerste en tweede foelie stevig aan elkaar gehecht in de aan elkaar grenzende oppervlakken. Bij uitoefenen van een betrekkelijk hoge temperatuur in het omtreksgebied van de verpakking smelten de laslagen 24 en 26 van de eerste en tweede foelie aan elkaar. Dat wil zeggen het EVA/ionomeermengsel van de eerste of 15 vormgevingsfoelie wordt vastgesmolten aan het ionomeer van de tweede foelie in de smeltlasgebieden. Het tweede mechanisme dat van belang is, is de binding tussen de laslaag 26 van het tweede of niet-vormgevingsmengsel en de onmiddellijk aangrenzende EVA laag 28. Als de laslaag 26 betrekkelijk dun wordt gehouden, 20 bij voorkeur tussen 0,2 en 0,5 mil (0,0051 en 0,0127 mm) en , bij voorkeur ongeveer 0,0076 mm, is de binding tussen de laslaag 26 en de aangrenzende EVA laag 28 voldoende sterk om de samenhang en • eenheid in de verpakking te handhaven en delamineren te vermijden tijdens het distributieproces en toch een lostrekbare laag te 25 verkrijgen als het gewenst is om de verpakking te openen. Dit i .The first concerns the adhesion between the seal layer 24 of the first film 12 and the seal layer 26 of the second film 16. At the relatively low temperatures that occur during self-sealing 10, the first and second films are firmly bonded together in the adjacent surfaces. When a relatively high temperature is exerted in the peripheral region of the package, the sealing layers 24 and 26 of the first and second films melt together. That is, the EVA / ionomer mixture of the first or shaping film is fused to the ionomer of the second film in the heat seal areas. The second mechanism of interest is the bond between the seal layer 26 of the second or non-molding mixture and the immediately adjacent EVA layer 28. If the seal layer 26 is kept relatively thin, preferably between 0.2 and 0.5 mil (0.0051 and 0.0127 mm) and, preferably about 0.0076 mm, the bond between the seal layer 26 and the adjacent EVA layer 28 is sufficiently strong to maintain and delaminate cohesion and unity in the package. during the distribution process and yet obtain a peelable layer if it is desired to open the package. This i.

wordt mogelijk gemaakt omdat debmding tussen de laslaag 26 en de aangrenzende EVA laag 28 zwakker is in het smeltlasgebied van de verpakking dan de adhesie tussen de laslaag 26 en de laslaag 28 van de eersteof vormgevingsfoelie. Als het gewenst is de 30 verpakking te openen leidt het lostrekken of losscheuren van de verpakking dat begint bij de naarbuiten uitstekende flap 20, tot het van elkaar aftrekken van de eerste en tweede foelie op het grensvlak tussen de laslagen 24 en 26 tot aan het punt waar de smeltlas wordt ontmoet. Beginnend op dat punt waar de eerste en 35 tweede foelie met elkaar zijn versmolten, delamineert de laslaag 35 0 2 7 7 1 - ΓΟ- 26 als het losscheuren of lostrekken voortgaat van de onmiddellijk aangrenzende EVA laag 28 alleen in het gebied waar een las is gevormd door uitoefenen van warmte en druk. Bij verder lostrekken of losscheuren leidt deze delaminatie tot "afscheuren" (tear-out) 5 zoals wordt geïllustreerd in de figuren 5 en 6. Nadat de verpakking delaminatie heeft ondergaan in de smeltlasgebieden zal bij verdergaand losscheuren van de verpakking de las weer opengaan op de eerst beschreven wijze, dat wil zeggen tussen de laslagen 24 en 26 van de eerste en tweede foelie zodat bijvoorbeeld in het zelf-las-10 gebied 18 tussen het produkt en de smeltlas (zie fig. 1) het lostrekken van de eerste en tweede foelie van elkaar weer zal worden beheerst door de onverenigbare "lasmiddeloppervlakken 24 en 26 van de eerste resp. de tweede foelie.is enabled because the binding between the seal layer 26 and the adjacent EVA layer 28 is weaker in the heat seal area of the package than the adhesion between the seal layer 26 and the seal layer 28 of the first or molding film. If it is desired to open the package, the pulling or tearing of the package starting from the outwardly projecting flap 20 leads to the first and second films being pulled apart at the interface between the sealing layers 24 and 26 to the point where the heat seal is met. Beginning at that point where the first and 35 second films are fused together, the seal layer 35 0 2 7 7 1 - 26- 26 delaminates as tearing or peeling continues from the immediately adjacent EVA layer 28 only in the area where there is a seal formed by applying heat and pressure. With further peel-off or tear-off, this delamination leads to "tear-out" 5 as illustrated in Figures 5 and 6. After the package has been delaminated in the heat seal areas, the seal will reopen on the further tearing of the package. first described manner, ie between the welding layers 24 and 26 of the first and second films so that, for example, in the self-welding region 18 between the product and the heat-sealing (see fig. 1), the first and second films are peeled off one another will be governed by the incompatible "sealant surfaces 24 and 26 of the first and second films, respectively.

Een belangrijk kenmerk van de vormgevingsfoelie 15 volgens de onderhavige uitvinding is dat de sterkte van de interlaminaire binding tussen de lagen die de vormgevingsfoelie vormen groter moet zijn dan de hechtsterkte tussen de laslagen van de eerste en tweede foelie. Dit is noodzakelijk om de mogelijke mechanismen voor het losscheuren van de verpakking te 20 beperken tot de hiervoor beschreven mechanismen, dat wil zeggen het van elkaar scheiden van onverenigbare lagen van lasvormings-materiaal of delamineren op het grensvlak ionomeer/etheen-vinylacetaat van de foelie waarin geen vormgeving plaats vindt.An important feature of the shaping film 15 of the present invention is that the strength of the interlaminar bond between the layers forming the shaping film must be greater than the bonding strength between the sealing layers of the first and second films. This is necessary to limit the possible mechanisms for tearing off the package to the mechanisms described above, ie separating incompatible layers of seal material from each other or delaminating at the ionomer / ethylene-vinyl acetate interface of the film in which no design takes place.

Gemakshalve kan de tweede foelie worden aangeduid 25 als een "niet-vormgevings"foelie, hoewel in feite kan worden gezegd dat er enige vervorming van de foelie plaats vindt bij een warm vervormingsprocédé of soortgelijk procédé.For convenience, the second film may be referred to as a "non-shaping" film, although in fact it may be said that some film deformation takes place in a hot-forming process or the like.

Er wordt zo voorzien in een verpakking die betrouwbare gemakkelijke openingseigenschappen bezit in een 30 krimpbare laminaatverpakking, door combineren van twee methodologiën; de eerste welke wordt bepaald door de onverenigbaarheid tussen de lasmiddellagen van de vormgevings en de niet-vormgevingsfoelies en. tweede dat wordt bewerkstelligd door een beheerste delaminering van de laslaag en de onmiddellijk eraan 35 grenzende EVA laag in de niet-vormgevingsfoelie.Thus, a package is provided that has reliable easy opening properties in a shrinkable laminate package, by combining two methodologies; the first which is determined by the incompatibility between the sealant layers of the molding and the non-molding films and. second, which is accomplished by controlled delamination of the seal layer and the immediately adjacent EVA layer in the non-molding film.

8502 77 1 4 4 - 1:1 -8502 77 1 4 4 - 1: 1 -

Volgens een uitvoeringsvorm waaraan voorkeur wordt gegeven, omvat de eerste of vormgevingsfoelie, een eerste laag van polypropeen, een tweede of verankeringslaag (tie laag), een derde laag van een mengsel van lineair polyetheen van lage 5 dichtheid en etheen-vinylacetaatcopolymeer, een vierde of verankeringslaag, een vijfde of barrierelaag van etheen-vinyl-alkoholcopolymeer, een zesde of verankeringslaag, een zevende laag van een mengsel van lineaire polyetheen van lage dichtheid en etheen-vinylacetaatcopolymeer, en een achtste of laslaag van een 10 mengsel van etheen-vinylacetaatcopolymeer en een ionomeer.According to a preferred embodiment, the first or molding film, a first layer of polypropylene, a second or anchoring layer (tie layer), a third layer of a mixture of linear low density polyethylene and ethylene-vinyl acetate copolymer, a fourth or anchor layer, a fifth or barrier layer of ethylene-vinyl alcohol copolymer, a sixth or anchor layer, a seventh layer of a mixture of low density linear polyethylene and ethylene-vinyl acetate copolymer, and an eighth or seal layer of a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and a ionomer.

De tweede of niet-vormgevingsfoelie omvat bij voorkeur een eerste laag van nylon, een tweede laag van een hecht-middel, een derde laag van etheen-vinylacetaatcopolymeer en een vierde of laslaag van een ionomeer. De tweede of niet-vormgevings-15 foelie kan ook een laag omvatten van vinylideenchloride/vinyl- chloridecopolymeer.The second or non-shaping film preferably includes a first layer of nylon, a second layer of an adhesive, a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer and a fourth or seal layer of an ionomer. The second or non-shaping film may also include a vinylidene chloride / vinyl chloride copolymer layer.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm kan de tweede of niet-vormgevingsfoelie een eerste laag omvatten van polypropeen, een tweede of verankeringslaag, een derde laag van 20 etheen-vinylacetaatcopolymeer, een vierde of verankeringslaag, een vijfde laag van etheen-vinylalkoholcopolymeer, een zesde of verankeringslaag, een zevende laagvan etheen-vinylacetaatcopolymeer en een achtste of laslaag van een ionomeer.According to another preferred embodiment, the second or non-shaping film may comprise a first layer of polypropylene, a second or anchoring layer, a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, a fourth or anchoring layer, a fifth layer of ethylene-vinyl alcohol copolymer, a sixth or anchoring layer, a seventh layer of ethylene-vinyl acetate copolymer and an eighth or seal layer of an ionomer.

De eerste of vormgevingsfoelie zoals hiervoor 25 omschreven wordt bij voorkeur vervaardigd door co-extrusie met methoden en middelen zoals in deze techniek bekend zijn.The first or molding film as described above is preferably made by co-extrusion with methods and means as are known in this art.

De tweede of niet-vormgevingsfoelie kan worden vervaardigd door lamineren zoals bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm onder toepassing van nylon en een hechtmiddel, of 30 kan ook worden vervaardigd door co-extruderen zoals bij de tweede hiervoor beschreven uitvoeringsvorm omvattende de eerste laag van polypropeen en volgende lagen.The second or non-shaping film can be made by laminating as in the above-described embodiment using nylon and an adhesive, or it can also be made by co-extruding as in the second above-described embodiment comprising the first layer of polypropylene and subsequent layers.

De voorkeursuitvoeringsvorm voor de eerste of vormgevingsfoelie bezit een polypropeenlaag van bij voorkeur 35 ongeveer 0,20 mil (0,0051 mm.)dikte, een tweede of verankeringslaagThe preferred embodiment for the first or molding film has a polypropylene layer, preferably about 0.20 mil (0.0051 mm.) Thick, a second or anchor layer

O 0 ~ .· J IO 0 ~. J I

- 12 - van ongeveer 0,40 mil (0,0102 mm), een derde laag van een mengsel van lineair polyetheen van lage dichtheid en etheen-vinylacetaat-copolymeer van ongeveer 1,00 mil (0,0254 mm), een vierde of verankeringslaag van ongeveer 0,30 mil (0,00762 mm, een barriere-5 laag van ongeveer 0,45 mil (0,01143 mm, een zesde of verankerings- laag van ongeveer 0,30 mil (0,00762 mm), een zevende laag van een mengsel van lineair polyetheen van lage dichtheid en etheen-vinylacetaatcopolymeer van ongeveer 1,00 ml (0,0254 mm)en een laslaag van een mengsel van etheen-vinylacetaatcopolymeer en een 10 ionomeer van ongeveer 0,85 mil (0,02159 mm).- 12 - about 0.40 mil (0.0102 mm), a third layer of a mixture of low density linear polyethylene and ethylene-vinyl acetate copolymer of about 1.00 mil (0.0254 mm), a fourth or anchoring layer of about 0.30 mil (0.00762 mm), a barrier layer of about 0.45 mil (0.01143 mm, a sixth or anchoring layer of about 0.30 mil (0.00762 mm), a seventh layer of a mixture of low density linear polyethylene and ethylene-vinyl acetate copolymer of about 1.00 ml (0.0254 mm) and a seal layer of a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and a ionomer of about 0.85 mil (0, 02159 mm).

De tweede of niet-vormgevingsfoelie heeft bij de eerste voorkeursuitvoeringsvorm zoals hiervoor beschreven bij voorkeur de volgende dikten: in de eerste of nylonlaag ongeveer 0,75 mil (0,01905 mm), in de tweede of hechtmiddellaag, 15 ongeveer 0,08 mil (0,00203 mm), in de derde laag van etheen- vinylacetaatcopolymeer ongeveer 1,75 mil (0,04445 mm) en in de laslaag ongeveer 0,25 mil (0,00635 mm).In the first preferred embodiment as described above, the second or non-shaping film preferably has the following thicknesses: in the first or nylon layer about 0.75 mil (0.01905 mm), in the second or adhesive layer, about 0.08 mil ( 0.00203 mm), in the third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer about 1.75 mil (0.04445 mm) and in the seal layer about 0.25 mil (0.00635 mm).

In de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de tweede of niet-vormgevingsfoelie zoals hiervoor beschreven heeft 20 de eerste laag van polypropeen een dikte van ongeveer 0,50 mil (0,0127 mm). De tweede of verankeringslaag heeft een dikte Aan ongeveer 0,20 mil (0,00508 mm),, de derde laag van EVAongeveer 0,65 mil (0,01651 mm), de vierde of verankeringslaag ongeveer 0,20 mil (0,00508 mm), de vijfde laag van etheen-vinylalkohol-25 copolymeer, ongeveer 0,35 mil (0,00889 mm),de zesde of verankeringslaag ongeveer 0,20 mil (0,00508 mm),, .de zevende laag van EVA ongeveer 0,60 mil (0,01524 mm) en de achtste of laslaag ongeveer 0,35 mil (0,00889 mm).In the second preferred embodiment of the second or non-molding film as described above, the first layer of polypropylene has a thickness of about 0.50 mil (0.0127 mm). The second or anchor layer has a thickness of about 0.20 mil (0.00508 mm), the third layer of EVA about 0.65 mil (0.01651 mm), the fourth or anchor layer about 0.20 mil (0.00508) mm), the fifth layer of ethylene-vinyl alcohol-copolymer, about 0.35 mil (0.00889 mm), the sixth or anchor layer about 0.20 mil (0.00508 mm),, the seventh layer of EVA about 0.60 mil (0.01524 mm) and the eighth or seal layer about 0.35 mil (0.00889 mm).

In de voorkeursuitvoeringsvormen bezit de 30 eerste of vormgevingsfoelie een eerste laag van polypropeen.In the preferred embodiments, the first or molding film has a first layer of polypropylene.

Een geschikt polypropeen is verkrijgbaar bij Northern Petrochemical Co. en wordt in de handel gebracht als Norchem NPP 2085GW. De tweede laag is een hechtmiddellaag en kan bestaan uit een ter-ionomeer zoals een bij DuPont verkrijgbare merkhars op basis van 35 etheen-vinylacetaat die verkrijgbaar is onder de aanduiding van 8502 77 1 Eïï0 - 13 - CXA EI62, De derde laag is een mengsel van bij voorkeur ongeveer 40 % lineair polyetheen met lage dichtheid zoals DOWLEX 2045, verkrijgbaar bij Dow Chemical Company. Het andere gedeelte van het mengsel van de derde laag is bij voorkeur ongeveer 60 % van een 5 etheen-vinylacetaatcopolymeer, in het bijzonder een EVA met ongeveer 9 % vinylacetaatgehalte, zoals LD-318.92 EVA hars verkrijgbaar bij Exxon Chemical. De vierde of hechtmiddellaag bestaat bij voorkeur uit een hechtmiddel zoals wordt gebruikt in de tweede laag. De vijfde of barrierelaag bestaat uit etheen-10 vinylalkoholcopolymeer. Een geschikt voorbeeld is EVAL EC-FIOI, verkrijgbaar bij EVAL Company of America. De zesde of hechtmiddellaag is bij voorkeur gelijk aan wat wordt gebruikt in de tweede en vierde laag. De zevende laag is een mengsel van lineair polyetheen van lage dichtheid en etheen-vinylacetaat (copolymeer), 15 bij voorkeur soortgelijk aan het mengsel dat wordt gebruikt in de derde laag. De achtste of laslaag bestaat uit een mengsel van etheen-vinylacetaat (copolymeer) en een ionomeer. De etheen-vinylacetaatcomponent van de laslaag van deze eerste of vorm-gevingsfoelie is bij voorkeur aanwezig in een hoeveelheid van 20 ongeveer 50 tot ongeveer 99 gew,% van de (totale) laslaag. Om gekeerd is het ionomeer aanwezig in een hoeveelheid van bij voorkeur ongeveer 1 tot ongeveer 50 gew.% berekend op het totale gewicht van de laslaag.A suitable polypropylene is available from Northern Petrochemical Co. and is marketed as Norchem NPP 2085GW. The second layer is an adhesive layer and may consist of a terionomer such as a DuPont branded resin based on ethylene-vinyl acetate which is available under the designation 8502 77 1 EI0-13-CXA EI62. The third layer is a mixture preferably about 40% linear low density polyethylene such as DOWLEX 2045, available from Dow Chemical Company. The other portion of the third layer blend is preferably about 60% of an ethylene-vinyl acetate copolymer, especially an EVA with about 9% vinyl acetate content, such as LD-318.92 EVA resin available from Exxon Chemical. The fourth or adhesive layer preferably consists of an adhesive as used in the second layer. The fifth or barrier layer consists of ethylene-10 vinyl alcohol copolymer. A suitable example is EVAL EC-FIOI, available from EVAL Company of America. Preferably, the sixth or adhesive layer is the same as that used in the second and fourth layers. The seventh layer is a mixture of linear low density polyethylene and ethylene-vinyl acetate (copolymer), preferably similar to the mixture used in the third layer. The eighth or weld layer consists of a mixture of ethylene-vinyl acetate (copolymer) and an ionomer. The ethylene-vinyl acetate component of the seal layer of this first or molding film is preferably present in an amount of from about 50 to about 99% by weight of the (total) seal layer. Conversely, the ionomer is present in an amount of preferably from about 1 to about 50 weight percent based on the total weight of the seal layer.

In het bijzonder is de etheen-vinylacetaat-25 component van de laslaag van de eerste of vormgevingsfoelie bij voorkeur aanwezig in een hoeveelheid tussen ongeveer 90 en 95 gew.% berekend op het totale gewicht van de laslaag en is omgekeerd het ionomeer aanwezig in een hoeveelheid van bij voorkeur ongeveer 5 tot 10 gew.% berekend op het totale gewicht van 30 de laslaag. Verrassenderwijze bleek een vormgevingsfoelie met 95 % EVA en 5 % van een zink-ionomeer een aanzienlijk grotere sterkte van de las te geven dan monsters met 90 % EVA en 10 % ionomeer. Het ionomeer is bij voorkeur een zink-ionomeer. Een geschikt voorbeeld is Surlyn 1705, verkrijgbaar bij DuPont Company. 35 De tweede of nagenoeg niet-vormgevingsfoelie 8502 77 1 - 1« - omvat een eerste laag van nylon en bij voorkeur van nylon 6.In particular, the ethylene-vinyl acetate component of the seal layer of the first or molding film is preferably present in an amount between about 90 and 95% by weight based on the total weight of the seal layer, and conversely the ionomer is present in an amount preferably about 5 to 10% by weight based on the total weight of the seal layer. Surprisingly, a shaping film with 95% EVA and 5% of a zinc ionomer was found to give a significantly greater weld strength than samples with 90% EVA and 10% ionomer. The ionomer is preferably a zinc ionomer. A suitable example is Surlyn 1705, available from DuPont Company. The second or substantially non-shaping film 8502 77 1 - 1 «- comprises a first layer of nylon and preferably of nylon 6.

Liefst wordt een gegoten nylon met een zijde bekleed met saran, gebruikt, een geschikt voorbeeld is Capran 77K nylon verkrijgbaar bij Allied Corporation. De tweede of hechtmiddellaag 5 wordt bijvoorbeeld gerepresenteerd door Korolam Adhesive 880X301,' verkrijgbaar bij DeSoto. De derde laag is een etheen-vinylacetaat-copolymeer, bij voorkeur een EVA met een vinylacetaatgehalte van ongeveer 3,5 %. Een geschikte hars is PE204-CS95 copolymere EVA hars, verkrijgbaar bij El Paso Products Co. De vierde of 10 laslaag omvat een ionomeer en bij voorkeur een zink-ionomeer dat niet hetzelfde ionomeer is als wordt gebruikt in de laslaag van de eerste of vormgevingsfoelie. Een geschikt ionomeer is Surlyn 1702, verkrijgbaar bij DuPont Company. Volgens een uitvoeringsvorm waaraan nog meer de voorkeur wordt gegeven omvat 15 de laslaag van de tweede foelie die nagenoeg geen vormgeving ondergaat tussen ongeveer 2 en 4 % van een anti-kleefmiddel (anti-block middel) zoals Conpol 8750 dat verkrijgbaar is bij de DuPont Company.Most preferably, a cast nylon with a saran-coated side is used, a suitable example being Capran 77K nylon available from Allied Corporation. For example, the second or adhesive layer 5 is represented by Korolam Adhesive 880X301 available from DeSoto. The third layer is an ethylene-vinyl acetate copolymer, preferably an EVA with a vinyl acetate content of about 3.5%. A suitable resin is PE204-CS95 copolymeric EVA resin available from El Paso Products Co. The fourth or 10 seal layer comprises an ionomer and preferably a zinc ionomer which is not the same ionomer as used in the seal layer of the first or molding film. A suitable ionomer is Surlyn 1702 available from DuPont Company. According to an even more preferred embodiment, the seal layer of the second film which undergoes virtually no shaping comprises between about 2 and 4% of an anti-adhesive (anti-blocking agent) such as Conpol 8750 available from the DuPont Company .

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm omvat 20 de tweede foelie die nagenoeg geen vormgeving ondergaat een eerste laag van polypropeen zoals hiervoor werd beschreven voor de vormgevingsfoelie, een tweede laag of verankeringslaag zoals hiervoor werd beschreven voor de vormgevingsfoelie, een derde laag van etheen-vinylacetaatcopolymeer, bij voorkeur met een vinyl-25 acetaatgehalte van ongeveer 3,5 gew.%, zoals bijvoorbeeld de PE2Q4-CS95 copolymere EVA hars, een vierde of verankeringslaag, bij voorkeur gelijk aan de tweede laag, een vijfde laag van etheen-vinylacetaatcopolymeer zoals hiervoor werd beschreven voor de eerste of vormgevingsfoelie, een zesde of verankeringslaag, 30 bij voorkeur gelijk aan de tweede en vierde laag, een zevende laag van etheen-vinylacetaatcopolymeer, bij voorkeur soortgelijk aan het copolymeer van de derde laag en een achtste of laslaag van een ionomeer, bij voorkeur een zinkionomeer met als representatief voorbeeld Surlyn 1702.According to an alternative embodiment, the second film that is substantially unformed comprises a first layer of polypropylene as described above for the shaping film, a second layer or anchoring layer as described above for the shaping film, a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, preferably with a vinyl-acetate content of about 3.5% by weight, such as, for example, the PE2Q4-CS95 copolymer EVA resin, a fourth or anchoring layer, preferably equal to the second layer, a fifth layer of ethylene-vinyl acetate copolymer as described above for the first or molding film, a sixth or anchoring layer, preferably equal to the second and fourth layers, a seventh layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, preferably similar to the copolymer of the third layer, and an eighth or seal layer of an ionomer, preferably a zinc ionomer exemplified by Surlyn 1702.

35 De aanwezigheid van tussen ongeveer 2 en 4 % van een 05 0 2 77 1 - 15 - anti-kleefconcentraat in de ionomeerlaag van een uitvoeringsvorm van de tweede foelie die nagenoeg geen vormgeving ondergaat garandeert dat rimpelen en kleverigheid van de laslaag tijdens het extruderen en in het bijzonder tijdens het samenklappen van 5 bellen nagenoeg wordt vermeden. Een tweede voordeel van het gebruik van kleine hoeveelheid anti-kleefmiddel in de ionomeerlaag is dat de flap 22 aan de verpakking die wordt gebruikt voor losscheurbare verbindingslassen gemakkelijk kanworden geopend.The presence of between about 2 and 4% of a 05 0 2 77 1 - 15 anti-stick concentrate in the ionomer layer of an embodiment of the second film that does not undergo substantial shaping ensures that wrinkling and tackiness of the seal layer during extrusion and in particular during the collapse of 5 bubbles is virtually avoided. A second advantage of using a small amount of anti-adhesive in the ionomer layer is that the flap 22 on the package used for peelable splice seals can be easily opened.

De eerste of vormgevingsfoelie volgens de 10 onderhavige uitvinding heeft uitstekende vormgevingseigenschappen, krimpeigenschappen, optische eigenschappen en mogelijkheden voor het openen van de verpakking. Bovendien delamineert de vormgevingsfoelie niet tijdens het openen.The first or molding film of the present invention has excellent molding properties, shrinking properties, optical properties and packaging opening capabilities. In addition, the shaping film does not delaminate during opening.

De vormgevingsfoelie wordt ook gekenmerkt 15 door een insignificante rimpeling bij smelten na het warm vervormen en krimpen van de verpakking om het produkt.The molding film is also characterized by an insignificant ripple on melting after hot-forming and shrinking the package around the product.

Voorbeeld IExample I

Voorbeeld I is een voorbeeld van de geprefereerde gemakkelijk te openen laminaten volgens de onderhavige uitvinding. 20 Het als vormgevingsfoelie gebruikte laminaat omvat een eerste laag van polypropeen (NPP 8080 van Northern Petrochemical Company), een tweede hechtmiddellaag (CXA El52 van DuPont), een mengsel van 40 % lineair polyetheen van lage dichtheid (Dowlex 2045) en 60 % etheen-vinylacetaatcopolymeer (LD-318.92 EVA hars 25 met 9 % vinylacetaatgehalte), een vierdeof barrierelaag van etheen-vinylalkoholcopolymeer (EVAL EC-F101), een andere hechtmiddellaag zoals de tweede laag", een andere laag met een mengsel zoals in de derde laag en een laslaag omvattende een mengsel van 90 % etheen-vinylacetaatcopolymeer (3130SB van DuPont met een 30 vinylacetaatgehalte van 9 %) en 10 % ionomeer (Surlyn 1705).Example I is an example of the preferred easy-open laminates of the present invention. The laminate used as a molding film comprises a first layer of polypropylene (NPP 8080 from Northern Petrochemical Company), a second adhesive layer (CXA El52 from DuPont), a mixture of 40% linear low density polyethylene (Dowlex 2045) and 60% ethylene vinyl acetate copolymer (LD-318.92 EVA resin 25 with 9% vinyl acetate content), a fourth or barrier layer of ethylene-vinyl alcohol copolymer (EVAL EC-F101), another adhesive layer such as the second layer ", another layer with a mixture as in the third layer and a welding layer comprising a mixture of 90% ethylene-vinyl acetate copolymer (3130SB from DuPont with a 9% vinyl acetate content) and 10% ionomer (Surlyn 1705).

Dit laminaat werd in een machine voor het warm vervormen en vormgeven geplaatst en de vormgevingstemperatuur werd gevarieerd van 70° tot 90°'C. Het temperatuurtrajekt voor het lassen werd gevarieerd van 90 tot 110°C. Een niet-35 vormgevingsfoelie die werd gebruikt tezamen met de vormgevings foelie, Tï ö 2 7 7 1 - ie- omvatte een eerste laag van een gegoten nylon 6, aan een zijde bekleed met saran, een hechtmiddellaag van Korolam hechtmiddel 880X301, een derde laag van etheen-vinylacetaatcopolymeer met een vinylacetaatgehalte van 3,5 % (PE204-CS95) en een laslaag van 5 98 % ionomeer (Surlyn 1702) en ongeveer 2 % van een antikleefmiddel (Conpol 8750).This laminate was placed in a hot forming and shaping machine and the shaping temperature was varied from 70 ° to 90 ° C. The temperature range for the welding was varied from 90 to 110 ° C. A non-35 molding film used in conjunction with the molding film, Ti 2 7 7 1 - ie- comprised a first layer of a cast nylon 6 coated on one side with saran, an adhesive layer of Korolam adhesive 880X301, a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer with a vinyl acetate content of 3.5% (PE204-CS95) and a seal layer of 98% ionomer (Surlyn 1702) and about 2% of an anti-adhesive (Conpol 8750).

De vormgevingsfoelie had een dikte van ongeveer 4,5 mil (0,1143 mm).The molding film had a thickness of about 4.5 mil (0.1143 mm).

Gevonden werd dat na het warm vervormen (vorm-10 geven) de vormgevingsfoelie goede optische eigenschappen bezat met een uitstekende helderheid en dat rimpelen bij smelten na het vormgeven en krimpen niet langer vastgesteld kon worden.It was found that after hot-forming (shaping-10) the shaping film had good optical properties with excellent clarity and that ripple on melting after shaping and shrinking could no longer be detected.

De vormgevingsfoelie gaf een goede vormgeving in een temperatuur-trajekt van ongeveer 75 tot 90°C met een goede diepte van de 15 gevormde holte. Dit materiaal gaf ook uitstekende krimpeigen- schappen te zien en een goede gemakkelijk los te scheuren door verwarmen onder druk gevormde las in een temperatuurtrajekt van ongeveer 5°C. De vormgevingsfoelie vertoonde geen delaminatie verschijnselen.The molding film gave good molding in a temperature range of about 75 to 90 ° C with a good depth of the formed cavity. This material also exhibited excellent shrinkage properties and good easy tear-off by heat-pressurized weld in a temperature range of about 5 ° C. The shaping film showed no delamination phenomena.

20 Monsterverpakkingen vervaardigd uit de vormgevings foelie en de niet-vormgevingsfoelie zoals hiervoor omschreven vertoonden ook een goede lassterkte en binnen de ring zelf-laseigenschappen. De monsterverpakkingen bestonden uit verpakkingen met daarin een gerookte ringvormige worst. Er werd slechts 25 in geringe mate opkrullSvan de bovenste (niet-vormgevings)foelie waargenomen, dat wil zeggen de niet-vormgevingsfoelie bleef betrekkelijk vlak.Sample packages made from the shaping film and the non-shaping film as described above also showed good sealing strength and self-sealing properties within the ring. The sample packages consisted of packages containing a smoked annular sausage. Only a slight curl of the top (non-shaping) film was observed, i.e. the non-shaping film remained relatively flat.

Voorbeeld IIExample II

Een soortgelijke combinatie van materialen als 30 vermeld in voorbeeld I werd toegepast. De materialen waren identiek in alle opzichten behalve dat de laslaag van de vormgevingsfoelie een mengsel omvatte van 95 % etheen-vinylacetaatcopolymeer en 5 % ionomeer.A similar combination of materials as mentioned in Example I was used. The materials were identical in all respects except that the seal layer of the molding film comprised a mixture of 95% ethylene-vinyl acetate copolymer and 5% ionomer.

Monsterverpakkingen vertoonden een uitstekend 35 vermogen om gemakkelijk te worden geopend door losscheuren over * 02771 - 17- τ eeix temperatuurtrajekt voor het lassen van ongeveer 5°C. Verrassenderwijze werden, hoewel de vormgevingsfoelie een lager percentage ionomeer bevatte in de laslaag dan in voorbeeld I, aanzienlijk sterkere smeltlassen verkreeg dan bij het monster 5 van voorbeeld I,Sample packages showed excellent ability to be easily opened by tearing over temperature range for welding at about 5 ° C. Surprisingly, although the molding film contained a lower percentage of ionomer in the seal layer than in Example I, considerably stronger fusion welds were obtained than in Sample 5 of Example I,

Er werd bij losscheuren van de verpakking geen delaminatie van de vormgevingsfoelie waargenomen.No delamination of the molding film was observed upon tearing of the package.

Voorbeeld IIIExample III

Er werd een laminaatstruktuur beproefd die de 10 volgende samenstelling had:A laminate structure was tested which had the following composition:

Een eerste of buitenste laag omvattende polypropeen (NPP 2085 GW) verkrijgbaar bij Northern Petrochemical Company, een tweede laag van polypropeerihomopolymeer (NPP 2000GJ) eveneens verkrijgbaar bij Northern Petrochemical Company, een 15 derde of verankeringslaag net als in de voorbeelden I en II, een vierde of barrierelaag van etheen-vinylalkoholcopolymeer net als in de voorbeelden I en II, een vijfde of verankeringslaag als in de voorbeelden I en II, een zesde laag van polypropeen (NPP 2000 GJ), een zevende of verankeringslaag net als 20 in de voorbeelden I en II en een achtste of laslaag net als in de voorbeelden I en II.A first or outer layer comprising polypropylene (NPP 2085 GW) available from Northern Petrochemical Company, a second layer of polypropylene homopolymer (NPP 2000GJ) also available from Northern Petrochemical Company, a third or anchoring layer as in Examples I and II, a fourth or barrier layer of ethylene-vinyl alcohol copolymer as in Examples I and II, a fifth or anchor layer as in Examples I and II, a sixth layer of polypropylene (NPP 2000 GJ), a seventh or anchor layer as in Examples I and II and an eighth or welding layer as in Examples I and II.

Dit laminaat vertoonde uitstekende waterdamp tegenhoudende eigenschappen, verbeterde krimpeigenschappen, een goede mechanische sterkte en helderheid. Het laat ook een 25 hoger temperatuurtrajekt toe voor de behandeling van het laminaat bij het warm vervormen (warm vormgeven) en in de daaropvolgende krimptrappen. Bij een lasproef werden voor een strook materiaal van 2,5 cm bij 121°C waarden voor de sterkte van de las gevonden van 3,53, 3,0 en 3,0 pounds (5,11; 4,35 en 4,35 N) 30 bij 3 proeven onder toepassing van een Scott beproevingsapparaat.This laminate exhibited excellent water vapor retention properties, improved shrinkage properties, good mechanical strength and clarity. It also allows a higher temperature range for the treatment of the laminate during hot forming (hot forming) and subsequent shrinking steps. In a weld test, for a strip of material of 2.5 cm at 121 ° C, weld strength values of 3.53, 3.0 and 3.0 pounds (5.11; 4.35 and 4.35) were found. N) 30 in 3 tests using a Scott tester.

Voorbeeld IVExample IV

Er werd een laminaat beproefd, dat omvatte een eerste of buitenste laag van polypropeenhomopolymeer (NPP 2085 GW), een tweede laag van etheen-propeencopolymeer (NPP 3303 GK) 35 verkrijgbaar bij Northern Petrochemical Company, een derde of 85Ö2 77 1 - 1& - verankeringslaag als in de voorgaande voorbeelden, een vierde of barrierelaag als in de voorgaande voorbeelden, een vijfde of verankeringslaag als in de voorgaande voorbeelden, een zesde laag van etheen-propeencopolymeer als in de tweede laag, een 5 zevende verankeringslaag en een laslaag als in de voorgaande voorbeelden voor de vomgevingsfoelie.A laminate was tested, which included a first or outer layer of polypropylene homopolymer (NPP 2085 GW), a second layer of ethylene-propylene copolymer (NPP 3303 GK) 35 available from Northern Petrochemical Company, a third or 85O2 77 1 - 1 & anchoring layer as in the previous examples, a fourth or barrier layer as in the previous examples, a fifth or anchoring layer as in the previous examples, a sixth layer of ethylene-propylene copolymer as in the second layer, a seventh anchoring layer and a welding layer as in the previous examples for the surrounding foil.

Dit laminaat vormde eveneens een verbeterde barrière voor waterdamp en had verbeterde krimpeigenschappen alsmede een verbeterde mechanische sterkte, helderheid en voor 10 verwerking kon een hoger temperatuurtrajekt worden toegepast.This laminate also formed an improved barrier to water vapor and had improved shrinkage properties as well as improved mechanical strength, clarity and a higher temperature range could be used for processing.

Hoewel in de voorkeursuitvoeringsvormen in de laslaag van de vomgevingsfoelie een mengsel van EVA en ionomeer werd toegepast, en een ionomeer werd toegepast in de laslaag van de tweede of niet-vormgevingsfoelie, kunnen deze 15 samenstellirgeüVan 'de laslaag ook worden omgekeerd. Zo kan de vomgevingsfoelie een laslaag omvatten van een ionomeer, bij voorkeur een zink-ionomeer van etheen en kan de niet-vom-gevingsfoelie een laslaag omvatten met een mengsel van EVA en een ionomeer. In dat geval zal de laslaag die alleen het ionomeer 20 bevat (en niet het mengsel) zeer dun zijn, bijvoorkeur 0,2-0,5 mil (0,00508-0,0127 mm) en een aangrenzende laag hebben die etheen-vinylacetaatcopolymeer bevat waardoor het boven beschreven "tear-out" mechanisme wordt verkregen.Although, in the preferred embodiments, a mixture of EVA and ionomer was used in the seal layer of the environmental film, and an ionomer was used in the seal layer of the second or non-molding film, these composition of the seal layer can also be reversed. For example, the environmental film may comprise a sealing layer of an ionomer, preferably a zinc ionomer of ethylene, and the non-forming film may comprise a sealing layer with a mixture of EVA and an ionomer. In that case, the weld layer containing only the ionomer (and not the mixture) will be very thin, preferably 0.2-0.5 mil (0.00508-0.0127 mm) and have an adjacent layer containing ethylene-vinyl acetate copolymer containing the "tear-out" mechanism described above.

Een verpakking vervaardigd volgens de onder-25 havige uitvinding is bijzonder geschikt voor het verpakken van voedingsmiddelen zoals ringvormige worsten en gerookte ringvormige worsten.A package manufactured according to the present invention is particularly suitable for packaging foods such as annular sausages and smoked annular sausages.

85 0 2 77 185 0 2 77 1

Claims

1. Packaging, easy to tear, marked. by a) a first film comprising a seal layer 5 with a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer, b) a second film comprising a seal layer comprising an ionomer, wherein c) the first and second films in adjacent surfaces bond together and enclose an object 10.

2. Easy-to-peel food packaging, characterized by a) a multilayer first or molding film comprising a seal layer with a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer, b) a multilayer second film comprising a seal layer of an ionomer and an adjacent layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, wherein c) the first and second films adhere to each other in the adjacent surfaces and d) the first and second films together enclose a foodstuff.

3. A heat-seal, pressure-weldable, easy-to-tear food package, characterized by a) a multilayer first or molding film comprising a welding layer of a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer which is the first film formed to adhere a foodstuff, b) a multilayer second film comprising a welding layer of an ionomer and an adjacent layer of ethylene-vinyl acetate copolymer which second film is placed on the foodstuff so that the first and second films together enclose the foodstuff, 3502 77 1 «Η - 2'θ - c) the first and second films are adhered to each other on the adjacent surfaces by self-welding and d) an easy-to-tear by heat-sealing 5 heat-formed pressure seal is provided near the periphery of the package and e) means are present for opening the package.

Packaging according to claim 1, characterized in that the first film comprises: a) a first layer of polypropylene, b) a second or anchoring layer, c) a third layer of a mixture of linear low density polyethylene and ethylene- vinyl acetate copolymer, 15 d) a fourth or anchoring layer, e) a fifth or barrier layer of ethylene-vinyl alcohol alcohol on polymer, f) a sixth or anchoring layer, g) a seventh layer of a mixture of low density linear ethylene and ethylene -vinyl acetate copolymer, and h) an eighth or weld layer of a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and a zinc ionomer.

Packaging according to any one of the preceding claims, characterized in that the second film comprises a) a first layer of nylon, b) a second layer of an adhesive, c) a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer and d) a fourth or weld-forming layer of a zinc ionomer.

Packaging according to claims 1-5, characterized in that the second foil comprises a) a first layer of polypropylene, b) a second or anchoring layer, 85 0 2 77 1 * f "- 2ί - c) a third layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, d) a fourth or anchor layer, e) a fifth layer of ethylene-vinyl alcohol, f) a sixth or anchor layer, g) a seventh layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, and h) an eighth or weld layer of a zinc ionomer.

Packaging according to any one of the preceding claims, characterized in that an easily tearable weld is obtained by using two incompatible welding materials and by using controlled delamination in the second foil in which practically no shaping takes place. 15

Easily tearable packaging according to any one of the preceding claims, characterized in that the first or shaping film comprises a) a first or outer layer of polypropylene, b) a second layer of polypropylene, c) a third or anchoring layer, d ) a fourth or barrier layer of ethylene-vinyl alcohol copolymer, e) a fifth or anchor layer, f) a sixth layer of polypropylene, 25 g) a seventh or anchor layer, h) an eighth or seal layer of a mixture of about 50 to 99 wt. % ethylene-vinyl acetate copolymer and about 5 to 1% by weight of an ionomer.

9. Easy-to-tear package 30 according to any one of the preceding claims, characterized in that the first or shaping film comprises a) a first or outer layer of polypropylene, b) a second layer of ethylene-propylene copolymer, c) - a third or anchoring layer 35 d) a fourth or barrier layer of ethylene-vinyl-85S2 77 1 - 22; Alcohol copolymer, e) a fifth or anchoring layer, f) a sixth layer of ethylene-propylene copolymer, g) a seventh or anchoring layer, 5 h) an eighth or welding layer from a mixture of about 5 to 99% ethylene-vinyl acetate copolymer, and about 5 to 1% by weight of an ionomer.

10. Process for the production of an easy-to-open package, characterized in that a first film is formed with a sealing layer from a mixture of ethylene-vinyl acetate copolymer and an ionomer, b) a second film with a sealing layer of a ionomer and an adjacent layer of ethylene-vinyl acetate copolymer, c) the first film is hot deformed to fit a food to be incorporated, d) the second film is placed over the product, e) the second film is heated, f) the package under vacuum and then self-seal between the first and second films in their adjacent surfaces and g) seal the package by heat sealing. 25 S * 02771 w y ÉL 3 ƒ f