NL8502348A - Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten. - Google Patents

Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten. Download PDF

Info

Publication number
NL8502348A
NL8502348A NL8502348A NL8502348A NL8502348A NL 8502348 A NL8502348 A NL 8502348A NL 8502348 A NL8502348 A NL 8502348A NL 8502348 A NL8502348 A NL 8502348A NL 8502348 A NL8502348 A NL 8502348A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
strand
conveyor belt
strands
dough
Prior art date
Application number
NL8502348A
Other languages
English (en)
Other versions
NL186614C (nl
NL186614B (nl
Original Assignee
Pieter Van Den Berg Sr En Piet
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pieter Van Den Berg Sr En Piet filed Critical Pieter Van Den Berg Sr En Piet
Priority to NL8502348A priority Critical patent/NL186614C/nl
Publication of NL8502348A publication Critical patent/NL8502348A/nl
Publication of NL186614B publication Critical patent/NL186614B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL186614C publication Critical patent/NL186614C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C11/00Other machines for forming the dough into its final shape before cooking or baking
    • A21C11/10Other machines for forming the dough into its final shape before cooking or baking combined with cutting apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C3/00Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision
    • A21C3/08Machines for twisting strips of dough, e.g. for making pretzels

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)

Description

, ^ ' N.0. 33.122 1
Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot indivi-* duele gevormde produkten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het continu 5 verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten, zoals krakelingen, omvattende: - ten minste één van een toevoerinrichting voor het deeg voorziene extruder met elk ten minste één extrusiemond voor het produceren van een in wezen eindeloze deegbaan per extrusiemond, 10 - een snijinrichting voor het afsnijden van telkens één produkt-deeg- volume van de eindeloze deegbaan, - een rolinrichting met ten minste één transportband voor het door kneden verbeteren van de deegconsistentie en het verkrijgen van een strengel met een voor het produkt gewenste diameter, 15 - een bekleedinrichting voor het uitwendig rondom bekleden met een be- kleedmiddel, zoals suiker, van de strengel, voorzien van een bekleedmid-delsilo, een doseerinrichting en ten minste één transportband voor het rollen van de strengel over het bekleedmiddel, en waarbij alle transportbanden in hoofdzaak vlak zijn en in het hori-20 zontale vlak bewegen.
In het algemeen omvat de produkt ie van gevormde produkten, zoals krakelingen, uit gistdeeg, allereerst het proces van het vervaardigen van een homogeen gistdeeg. Daarop volgt de verwerking tot individueel gevormde produkten, waarna het bakken en verpakken volgt. Er is reeds 25 getracht om deze achtereenvolgende processen zoveel mogelijk te mechaniseren en bij voorkeur continu te laten verlopen. Dit is bij bekende inrichtingen slechts gelukt voor de fabrikage van het homogene gistdeeg en voor het bakken en verpakken. De verwerking van het gistdeeg tot de gevormde produkten vindt weliswaar plaats met behulp van machines, doch 30 het is geen continu proces, terwijl er nog steeds veel handwerk bij te pas komt. Bij bekende inrichtingen wordt uit de extrusiemond een deegbaan van circa 1 cm dikte en circa 10 of meer cm breedte langzaam uit de extrusiemond geperst. In een snijinrichting worden vervolgens ongeveer even brede stroken afgesneden, loodrecht op de produktierichting, als de 35 dikte van de deegbaan bedraagt. Deze afgehakte individuele stroken hebben een volume gelijk aan het uiteindelijk te vervaardigen gevormde produkt. Daarna wordt elke afgehakte strook in een rolinrichting gekneed voor het verkrijgen van een ronde strengel met een voor het gewenste produkt^ benodigde diameter. Wezenlijk daarbij is het feit dat het kneden 40 noodzakelijk is voor het verkrijgen van de gewenste deegconsistentie.
5302343 *' * * 2
Dit kneden kan op velerlei wijzen plaatsvinden, doch het rollen tot een strengel is een gebruikelijke werkwijze. Vervolgens wordt de strengel rondom bekleed met een bekleedmiddel, zoals suiker, en vervolgens met de hand gebogen tot de gewenste vorm, zoals bijvoorbeeld die van een krake-5 ling. Opgemerkt dient hierbij te worden dat voor andere deegsoorten dan gistdeeg, reeds inrichtingen voor een continue werkwijze bestaan, zoals bijvoorbeeld door het uitsnijden van het gevormde produkt uit deegplak-ken of het gieten van het deeg in vormen. Het is de vakman echter bekend dat voor gistdeeg deze bewerkingen niet toepasbaar zijn, omdat zij een 10 onbruikbaar en onverkoopbaar produkt zouden leveren. Gistdeeg dient principieel gekneed te worden na de extrusie en voor het bakken.
Zoals boven reeds aangeduid, is nog steeds het vormen tot het gist-deegprodukt een niet continue werkwijze, welke bovendien veel handarbeid vraagt. De uitvinding beoogt nu ook dit deel van de fabrikagelijn te me-15 chaniseren en wel zodanig, dat een waarlijk continue verwerking tot en met het gevormde produkt mogelijk is.
De in de aanhef omschreven inrichting wordt volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat achtereenvolgens in produktierichting geplaatst zijn: 20 - één of meer extrusiemonden op onderlinge afstanden naast elkaar, waar bij elke extrusiemond ervoor ingericht is om een continue ronde deeg-strengel te produceren van in hoofdzaak de gewenste diameter van het te vormen produkt, - een eerste transportband waarmee elke strengel met de produktielijn-25 snelheid transporteerbaar is naar - de rolinrichting, welke uit een boven een tweede( deel van de) transportband gelegen aandrukband bestaat, welke beide met lijnsnelheid aangedreven worden en waar de strengels met geringe aanlegdruk tussen meegenomen worden, en waarbij met omschakelbare aandrijfinrichtingen over 30 dwarsgeleidingen gelijktijdig de ene transportband naar links en de andere synchroon en evenveel naar rechts verplaatst wordt en omgekeerd ten opzichte van de produktierichting, waarbij elke band nauwkeurig in zijn vlak blijft, een en ander zodanig, dat elke van alle naast elkaar gelegen strengels 35 nauwkeurig evenveel linksom-rechtsom-linksom-enz. gerold wordt gedurende zijn absolute rechtlijnige verplaatsing met lijnsnelheid, - de bekleedinrichting, gevormd als rolinrichting, welke uit een boven een derde (deel van de) transportband gelegen aandrukband bestaat, welke beide met lokale lijnsnelheid aangedreven worden en waar de strengels 40 met geringe aanlegdruk tussen meegenomen worden en waarbij met <5 0 V 1 0 « 8 3 omschakelbare aandrijfinrichtingen over dwarsgeleidingen gelijktijdig de ene transportband naar links en de andere synchroon en evenveel naar rechts verplaatst wordt en omgekeerd ten opzichte van de produktierich-tingj waarbij elke band nauwkeurig in zijn vlak blijft, 5 een en ander zodanig dat elke van alle naast elkaar gelegen strengels nauwkeurig evenveel linksom-rechtsom-linksom-enz. gerold wordt over het bekleedmiddel gedurende zijn absolute rechtlijnige verplaatsing met de lokale lijnsnelheid, en waarbij boven het begin van de (het) derde transportband(deel) de doseerinrichting voor het bekleedmiddel en aan 10 het einde een opvangtrog voor het overtollige bekleedmiddel is aangebracht , - een vorminrichting, omvattende een enkelvoudige vierde (deel van de) transportband als aanvoertransportband welke met lokale lijnsnelheid de beklede eindeloze strengel(s) evenwijdig aan elkaar verder transpor— 15 teert, waarbij aan het einde van deze (dit) vierde band(deel) de strengels de omleidrol van deze transportband omlaag volgen en daarna onder eigen gewicht verder loshangend omlaag bewegen, los van de teruglopende onderpart van de band, en waaronder een positioneerbrug is aangebracht met een inloopinrichting voor elke strengel en waarbij de positioneer- 20 brug over geleidingen evenwijdig aan (X) en loodrecht op (Y) de produk-tierichting op bestuurde wijze verplaatsbaar is, en waarbij onder de positioneerbrug een vijfde (produkt-)transportband aangebracht is van welke de transportsnelheid in de produktierichting synchroon bestuurbaar is als functie van de bewegingen van de positioneerbrug in de X- en 25 Y-richting, - een aandrukinrichting boven de vijfde transportband, zoals met vlakke aandrukrollen, om dikkere gedeelten van de gevormde produkten tot een standaarddikte te pletten, welke in hoofdzaak gelijk is aan de strengel-dikte, 30 - een snijinrichting boven de vijfde transportband om elk afzonderlijk produkt los te snijden van de gevormde, maar nog steeds continue, deeg-strengels, met ten minste evenzoveel snijmiddelen als er evenwijdige strengels zijn, waarbij de snijinrichting ook voor de aandrukinrichting geplaatst kan worden, 35 - een afzetinrichting voor de gevormde deegprodukten, eventueel voorzien van een afvoerinrichting voor de afgesneden strengelresten; - middelen voor het onderling besturen van de aandrijfmotoren van de extruder en de verschillende transportbanden, zodanig, dat geen der strengels breekt door overmatige trekkracht of stuwdruk.
3502 34 8
» V
4
Hoewel in de navolgende figuurbeschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting de werking en de gedetailleerde constructie nader zal zal worden toegelicht, kan hier reeds erop gewezen worden, dat volgens de uitvinding ten minste één en bij voorkeur meerdere individue-5 le continue strengels op afstand van elkaar geëxtrudeerd worden uit de extrusiemonden. Mits de extrusiesnelheid van elke strengel uit elke ex-trusiemond nauwkeurig gelijk is, kunnen meerdere extrusiemonden door één extruder worden gevoed. Aangezien de extruders en de voorafgaande deeg-bereidingsmachines bekend zijn, wordt hier niet nader op ingegaan. De 10 continu gevormde strengels blijven volgens de uitvinding continu en ononderbroken tot en met de vormgeving tot het gewenste produkt. Pas daarna worden de gevormde produkten van elkaar en derhalve van de continue strengel gescheiden en vervolgens afgevoerd voor het bakken. Kenmerkend voor de uitvinding is ook dat de strengel een in hoofdzaak rechtlijnige 15 baan aflegt gedurende het rollen en kneden, gedurende het daaropvolgende bekleden tot aan de eigenlijke vorming van het produkt. Daarmee is het grote risico van breuk van een strengel, zoals veelvuldig bij bekende inrichtingen optreedt, volledig vermeden. Niettemin vindt een hoogwaardige kneedbewerking plaats, welke borgstaat voor een goede kwaliteit van 20 de deegconsistentie van het produkt.
Het zal duidelijk zijn dat de verschillende transportbanden en de bijbehorende rol-, bekleed- en vorminrichtingen tot en met de afvoer-transportband alle individueel aangedreven worden door bestuurbare motoren, in het bijzonder elektromotoren. Het is, afhankelijk van de omstan-25 digheden, mogelijk de inrichting te vereenvoudigen. Zo kunnen bijvoorbeeld de tweede en derde transportband uit een enkele doorgaande band bestaan. Met de moderne elektronika is het geen probleem om de snelheid van de verschillende opeenvolgende inrichtingen zodanig te regelen, dat de continue strengels niet breken door overmatige erop uitgeoefende 30 trekkracht, noch uitknikken en/of breken door stuwdruk ten gevolge van een te lage transportsnelheid van één of meer van de navolgende inrichtingen. Deze besturing valt buiten het kader van de uitvinding, doch is voor een regeltechnische vakman eenvoudig uit te voeren.
Zoals eveneens uit de figuurbeschrijving zal blijken, zijn de beno-35 digde onderdelen voor opbouw van de produktielijn alle op zich bekend en in de handel in diverse uitvoeringsvormen verkrijgbaar. De uitvinding heeft derhalve in het bijzonder betrekking op de opeenvolging van de inrichtingen, hun werking ten gevolge van de gekozen constructie en bijzondere voorkeursuitvoeringsvormen voor het vevaardigen van bijzondere 40 gevormde produkten, zoals bijvoorbeeld krakelingen. Het zal duidelijk 3502348 « . 1 ' 5 zijn, dat de inrichting ook geschikt is voor het vervaardigen van anders gevormde produkten dan krakelingen, omdat de vorminrichting te zamen met de bijbehorende vierde transportband op velerlei wijzen in de X- en Y-richting en de band versneld en vertragend in de produktierichting 5 bestuurbaar is.
Het komt de duidelijkheid van de uitvinding ten goede wanneer de verdere bijzonderheden en voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding onderstaand nader toegelicht worden in de volgconclusies en de figuur-beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting. Aldaar 10 zal ook de werking nader worden toegelicht.
De fig. 1 en 2 tonen een zijaanzicht van een complete inrichting volgens de uitvinding, waarbij aan de rechter zijde de aandrukinrichting en de snijinrichting zijn weggelaten; fig. 3 en 4 tonen dezelfde inrichting als fig. 1 en 2, echter ruim-15 telijk weergegeven, waarbij in fig. 3 de deegtoevoerinrichting en extruder weggelaten zijn, doch in fig. 4 ter rechterzijde de aandrukinrichting en snijinrichting daarentegen wel zijn weergegeven; fig. 5 en 6 tonen zeer schematisch een vereenvoudigde uitvoering, waarbij de tweede en derde transportband tot een enkele verenigd zijn en 20 de aandrijvingen van de rol- en de bekleedinrichting sterk vereenvoudigd zijn.
In het algemeen kan wat de figuren betreft gesteld worden dat deze schematisch zijn, ten einde de wezenlijke bestanddelen van de produktie-lijn weer te geven. Overeenkomstige inrichtingen met gelijksoortige 25 functies hebben dezelfde referentiecijfers wat betreft tientallen en eenheden, terwijl de honderdtallen de opeenvolgende bewerkingsinrichtingen aangeven. Ter vereenvoudiging van de tekeningen zijn vele algemeen bekende componenten of geheel weggelaten of slechts schematisch weergegeven, zoals lageringen met bijvoorbeeld rollende lagers, bevestigings-30 elementen zoals bouten, enzovoort. Evenzo zijn bekende inrichtingen behorende bij transportbanden in de voedingsmiddelenindustrie weggelaten, zoals bijvoorbeeld reinigingsinrichtingen en dergelijke.
Ten slotte is het linker deel met de silo 330 van de bekleedinrichting 300, eveneens ter verduidelijking, in fig. 2 verder naar links af-35 geheeld dan in werkelijkheid, zoals aangegeven door de stipstreeplijnen.
In werkelijkheid is het begin van de aandrukband 352 vlak achter de uit-stroomspleet van de bekleedmiddelsilo geplaatst. Hetzelfde geldt voor fig. 3.
In de figuren is met 1 de gehele inrichting aangeduid voor het 40 produceren van een aantal op onderlinge afstanden naast elkaar in het 8502 3^ 8
* V
6 horizontale vlak gelegen continue ronde deegstrengels 7. Deze inrichting 1 staat op een schematisch weergegeven frame 2, 3 dat vast opgesteld is op een niet weergegeven vlakke horizontale bedrijfsvloer. Op dit frame zijn één of meer extruders 5 aangebracht met extrusiemonden 6. Zij krij-5 gen het gistdeeg toegevoerd via bekende middelen zoals een toevoertrech-ter 8 en een toevoerdos eer inrichting 9. In elke extruder 5 bevindt zich een niet weergegeven extrusieschroef, waarvan de aandrijfas 10 aangedreven wordt door een schematisch weergegeven ketting vanaf een niet-weer-gegeven aandrijfmotor. In de figuren is met een pijl P de produktierich-10 ting aangegeven, terwijl de produktiesnelheid in wezen constant blijft, doch via sensoren en de besturingseenheid aan de momentane _ condities aangepast kan worden, opdat de strengels niet breken door overmatige trekkracht of stuwdruk erin. Daardoor blijven de afzonderlijke strengels 7, 7', 7", enzovoort, vanzelf nauwkeurig evenwijdig aan elkaar.
15 De produktieinrichting 1 voor de continue ronde deegstrengels 7 de poneert de strengels op een eerste transportbandinrichting 100. Bij deze eenvoudige inrichting wordt het frame en de aandrijving en de constructie van de transportband gedetailleerd beschreven, omdat in wezen overeenkomstige construcies in de daarnavolgende inrichtingen 200, 300, 400 20 en 500 en in de vereenvoudigde inrichting 600 worden toegepast. De werkzame part van de transportband is aangeduid met 101, de retourpart met 102. Zoals gebruikelijk in de voedingsmiddelenindustrie kan deze band van bijvoorbeeld roestvast staal vervaardigd zijn, doch ook van een kunststof. Hij loopt aan de einden om de rollen 103 en 103', waarbij de 25 rol 103 via zijn lagers spanbaar is met spanschroeven 105. Aan de onderzijde van de band drukt een verende aandrukrol 106 tegen de retourpart 102, welke bovendien naar behoefte voorzien kan zijn van niet-weergege-ven bekende af strijk- en reinigingsmiddelen voor de band. Op het verlengde van de as van de aandrijvende rol 103' is een kettingwiel 107 be- 30 vestigd, dat aangedreven wordt door een ketting 108 vanaf het kettingwiel 109 op de aandrijfmotor 110. De laatste is bevestigd aan het fame 103. Gezien het feit dat de niet nader aangeduide besturingsinrichting van de gehele produktielijn elektronisch is uitgevoerd, is het zinvol om deze en ook de andere aandrijfmotoren als regelbare elektromotoren uit 35 te voeren.
Er van uitgaande dat, zoals afgebeeld, de zware, grote en veel vermogen vragende extruders en deegvoorbereidingsinrichtingen op een star en stevig frame 2, 3 zijn opgesteld, is het van voordeel wanneer de daaropvolgende inrichtingen in produktierichting gezien in hoogte in-40 stelbaar zijn. Enerzijds kan daarmee de verticale stand tussen de extru- 8502348 7 * * siemondstukken 6 en de eerste transportband 101 aangepast worden aan de produktiesnelheid en/of de deegconsistentie, doch ook kan het afvoer-einde van de eerste transportband 101 bij zijn rol 103 nauwkeurig aangepast worden aan de hoogte van de daaropvolgende rolinrichting 200. Daar-5 toe zijn in de poten van het frame van de inrichting 100 met de hand of op afstand bedienbare verticale stelinrichtingen 104 aangebracht. Ter illustratie zijn in de fig. 3 en 4 twee evenwijdige deegstrengels 7’ en V' aangegeven, doch naar behoefte kan de gehele produktielijn uitgebreid worden in de breedte tot circa 10 evenwijdige strengels.
10 Op de eerste transportbandinrichting 100 volgt de rolinrichting 200. Deze rust wederom op een frame 202, 203 op de bedrijfsvloer via verticale instelschroeven 204. Op het grondframe 202, 203 is het trans-portbandframe 211 aangebracht via bekende langsgeleidingen 212, zoals bijvoorbeeld kogelbussen. Daarmee is het transportbandframe 211 volledig 15 opgesloten ten opzichte van het grondframe 202, 203, doch in dwarsrich-ting (in het horizontale vlak loodrecht op de transportrichting P) kan dit frame 211 naar links en naar rechts heen en weer bewogen worden. Dit vindt plaats met behulp van een transportschroef met steile spoed 213, welke vast gelagerd is bij 214 ten opzichte van het grondframe 203. De 20 met de transportschroef 213 samenwerkende moer 219 is bevestigd aan het bandframe 211. Het geheel wordt aangedreven via een kettingwiel 215, een ketting 216, een motorrondsel 217 en een aandrijfmotor 218. Op- bekende wijze kan de heen en weer gaande dwarsbeweging verkregen worden door hetzij een van draairichting telkens omkeerbare motor 218 toe te passen, 25 hetzij door de transportschroef 213 van een links- en rechts-gangige spoed te voorzien, terwijl de moer 219 van een omschakelinrichting is voorzien om aan de beide einden van de gewenste dwarsslag de bewegingsrichting om te keren. Onafhankelijk van de keuze voor het aandrijfsysteem voor de heen en weer beweging, zoals boven beschreven, is de 30 motor 218 bovendien bestuurbaar door de eerder genoemde, niet nader beschreven besturingseenheid. Op het bandframe 211 is de tweede transportband 201 aangebracht en voorzien van overeenkomstige span-, veeg-, enzovoort -middelen als beschreven voor de eerste transportband 100. De aandrijving vindt op overeenkomstige wijze plaats met behulp van de 35 motor 210, welke tegen de onderzijde van het bandframe 211 is bevestigd.
Ook deze motor is qua toerental regelbaar door de besturingseenheid.
Boven het zojuist beschreven deel van de rolinrichting 200 is het frame 206, 257 aangebracht en opnieuw in hoogte instelbaar door middel van de verticale schroeven 205. Op overeenkomstige wijze als beschreven voor de 40 tweede transportband 201 is de aandrukband 252 bevestigd. Onder het 35 0 2 3 4 8 8 aandrukb and frame 257 is via kogelbusrechtgeleidingen 262 het frame 261 opgehangen om in dwarsrichting verplaatsbaar te zijn ten opzichte van de produktierichting P. Aan dit frame 261 is op bekende eerder beschreven wijze de aandrukband 252 bevestigd in hoofdzaak evenwijdig aan 5 de tweede transportband 201. De aandrijving vindt plaats via de regelbare motor 251, terwijl de aandrukband 252 met zijn aandrijfraotor in dwarsrichting heen en weer verplaatsbaar is met behulp van de schroef-spindel 263 aangedreven door de motor 268. Daarbij staat de motor 268 vast gemonteerd op het vloerframe 257.
10 De werking van de rolinrichting 200 is in het kort als volgt: de tweede transportband 201 en de erboven gelegen aandrukband 252 lopen met de produktiesnelheid P in de produktierichting. Onderwijl wordt de tweede transportband 201 door zijn dwarsverplaatsingsinrichting over een zekere afstand en met een zekere snelheid naar links verplaatst en de 15 aandrukband 252 op dezelfde wijze naar rechts. Op hetzelfde ogenblik keren beide dwarsbewegingen om. Het gevolg hiervan is dat de tussen de beide banden licht ingeklemde deegstrengels hun beweging in de produktierichting P nauwkeurig rechtlijnig vervolgen, doch ondertussen linksom, rechtsom, linksom, enzovoort, gerold worden, waardoor de voor een 20 gistdeeg noodzakelijke kneding van het deeg optreedt. Door aanpassing van de verticale positie van de beide transportbanden 201 en 252 ten opzichte van elkaar, kan een zodanige drukkracht op de strengel worden uitgeoefend, dat deze goed doorkneed wordt, doch weinig in diameter en niet van lengte verandert. Ten einde het inlopen van de strengel tussen 25 de beide banden te vergemakkelijken, is het mogelijk om de kneep tussen de beide transportbanden van links naar rechts in de produktierichting een weinig te laten afnemen. Er zij nog op gewezen, dat de aandrukband 252' een nagenoeg even lange effectieve baanlengte heeft als de tweede transportband 201. Daardoor wordt voorkomen dat de strengels bij het 30 inlopen en uitlopen van de rolinrichting mee heen en weer genomen zouden kunnen worden, hetgeen tot breuk van de strengels zou kunnen leiden. Het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat de verschillende componenten zoals de transportschroeven 213 en 263 met de bijbehorende moeren 219 en 269 evenals de rechtgeleidingen 212 en 262 in velerlei vorm verkrijgbare 35 handelsartikelen zijn, welke derhalve geen andere omschrijving behoeven. Verder zal het duidelijk zijn dat de synchronisatie van de aandrijving van de tweede transportband 201 en de aandrukband 252 en hun dwars-heen en weer-bewegingen nauwkeurig gesynchroniseerd dienen te zijn en te blijven. Het bekende sensoren is dit via de elektronische besturingseen-40 heid met elektromotoren gemakkelijk uitvoerbaar.
85 0 2 3 4 8 9
Vervolgens komt in de produktielijn de bekleedinrichting 300, welke in wezen gelijk opgebouwd is als de rolinrichting 200. Voor de overeenkomstige delen is derhalve een afzonderlijke beschrijving overbodig. De bekleedinrichting is echter ten opzichte van de rolinrichting aangevuld 5 met een op het vaste vloerframe 303 aangebrachte bekleedmiddelsilo 330. Als bekleedmateriaal kan bijvoorbeeld suiker dienen. Vlak boven de uit-loopmonding van de silo is een doseerklep 332 aangebracht. De uitstroonr-monding van de silo strekt zich over de gehele breedte van de derde transportband 301 uit en is vlak boven de linker omleidrol van de derde 10 transportband 301 gelegen. Er zij op gewezen dat, zoals aangegeven met de onderbrekings-stip-streep-lijnen in fig. 2, voor de duidelijkheid het silodeel van de bekleedinrichting 300 op afstand van het overige deel is weergegeven. Hetzelfde geldt voor fig. 3, alwaar echter voor de duidelijkheid de onderbreking niet is ingetekend. De linker omleidrol echter 15 van de aandrukband 352 bevindt zich in werkelijkheid vlak achter de uit-stroomopening van de silo, zodat de strengels slechts over een zeer korte afstand op uitsluitend de derde transportband 301 liggen alvorens gegrepen te worden tussen de beide wederom synchroon en tegengesteld heen en weer bewegende banden 301 en 352. Aldus worden de strengels opnieuw 20 gedurende hun rechtlijnige voortbeweging in de produktierichting P heen en weer gerold, doch ditmaal over het bekleedmiddel. Ten einde het be-kleedmiddel zo gelijkmatig mogelijk over de derde transportband 301 te verdelen, kunnen bij voorkeur één of meer vibratoren 340, 341 onder de band en over diens breedte verdeeld aangebracht zijn. Ter vereenvoudi-25 ging is in fig. 2 niet weergegeven dat er aan het einde van de bekleedinrichting 300 een schematisch met 342 aangeduide opvanginrichting voor overtollig bekleedmiddel kan zijn aangebracht.
In fig. 5 is een sterk vereenvoudigde alternatieve uitvoering van een ten dele gecombineerde rol- en bekleedinrichting afgeheeld.
30 Vervolgens komt in de produktierichting gezien de vierde transport- bandinrichting 400. Er zij op gewezen dat deze vierde transportband 401 ook weggelaten kan worden. Zoals nader zal worden toegelicht, kan het aanbrengen ervan echter van voordeel zijn. De constructie behoeft niet nader beschreven te worden, omdat hij overeenkomt met die van de andere 35 transportbanden. Hij wordt wederom door een regelbare motor aangedreven en is in hoogte instelbaar. Niet alleen dient de band 401 goed aan te sluiten op de voorgaande transportband 301, doch het kan van belang zijn dat het afgaande einde bij de rol 403 in aanzienlijke mate verticaal instelbaar is, zoals schematisch weergegeven door de pijl h. Dit vindt dan 40 plaats met behulp van de reeds eerder besproken stelschroef 404 in het i,i02 34 8 10 verticale framedeel. De werking is in het kort als volgt: de beklede strengels worden op de band 401 verder getransporteerd en volgen de band omlaag over de eerste kwartsector van de rol 403 om door eigen gewicht verticaal omlaag te bewegen naar de vorminrichting 500. Zoals verderop 5 beschreven zal worden, worden de strengels aldaar door in het horizontale vlak zowel in X- als in Y-richting snel bewegende inlooprollen opgevangen. De vrij omlaag bewegende strengels moeten enerzijds de snelle bewegingen van de inlooprollen kunnen volgen en anderzijds mogen zij niet breken. Afhankelijk van de produktiesnelheid en de vorm van het ge-10 vraagde gevormde produkt en anderzijds afhankelijk van de consistentie en de eigenschappen van het deeg, zal een meer of minder lang vrij-hangend deel van de strengel noodzakelijk zijn en een te lang deel niet overschreden mogen worden, omdat anders breuk kan optreden. De verticale verplaatsingsmogelijkheid h van de omleidrol 403 is met het oog hierop 15 zinvol toepasbaar.
Vervolgens komt in de produktielijn de vorminrichting 500. Deze heeft een in een lager horizontaal vlak gelegen transportband 501, welke op bekende wijze gelagerd is en regelbaar wordt aangedreven door de motor 510. Op het vloerframe 503 bevinden zich wederom langsgeleidingen 20 512, doch ditmaal zijn deze evenwijdig aan de transportrichting P aange bracht. Daarop bevindt zich in langsrichting heen en weer beweegbaar het frame 511 dat op bekende wijze via een schroefspil 513 wordt aangedreven door een regelbare motor 518. Dit frame 511 kan derhalve in produktie-richting voor- en achterwaarts bewegen boven de transportband 501. Op 25 het frame 511 zijn op hun beurt langsgeleidingen 562 aangebracht, doch nu op bekende wijze dwars ten opzichte van de produktierichting P. Daarover kan derhalve in dwarsrichting het positioneerframe 557 heen en weer bewogen worden door middel van de aandrijfmotor 568 en de schroefspindel 563 met bijbehorende moer 569. Op het bovenframe 557 van de positioneer-30 inrichting 500 zijn evenwijdig aan elkaar in het horizontale vlak en loodrecht ten opzichte van de transportrichting P twee draagassen 572 en 573 aangebracht, waaromheen de inlooprolstellen 570 en 571 per strengel vrij kunnen roteren. Deze rollen hebben in hun omtrek een groef met een doorsnede ongeveer gelijk aan de halve doorsnede van de strengel en ze 35 zijn zodanig op hun assen gelagerd, dat zij nagenoeg tegen elkaar aankomen, zodat zij de strengel er onder eigen gewicht gemakkelijk en goed geleid tussendoor omlaag kunnen laten bewegen. De inlooprollen 570 en 571 kunnen vrij op hun assen roteren, doch hun positie in dwarsrichting ten opzichte van de produktierichting P is op de assen vastgelegd. Aldus 40 zullen zij bij heen en weer beweging van het bovenframe 557 van de
850234S
11 positioneerbrug mee heen en weer bewegen in dwarsrichting en evenzo in produktierichting heen en weer meebewegen met de beweging van het onder-positoneerframe 511. Door geprogrammeerde besturing van de beide hiervoor benodigde aandrijfmotoren kan in X- en Y-richting elk willekeurig 5 programma beschreven worden, zodat bijvoorbeeld krakelingen ermee gevormd kunnen worden. Aldus wordt de vrij omlaag bewegende strengel door de heen en weer en in langrichting voor- en achterwaarts bewegende in-looprollen 570 en 571 in de vorm van het gewenste produkt op de vijfde transportband 501 neergelegd.
10 Omdat echter de transportband 501 in produktierichting P beweegt, zal de positioneerbrug in die richting grote versnellingen en vertragingen moeten kunnen uitvoeren, ten einde de gewenste gevormde produkten te kunnen maken. Deze versnellingen kunnen hoger zijn dan de deegstrengel kan weerstaan, zodat breuk zou kunnen optreden. Om dit te voorkomen, kan 15 het van voordeel zijn om de positioneerbrug zodanig te programmeren, dat zijn bewegingen in de produktierichting met geringere versnellingen en mogelijk ook kleinere amplituden verloopt. Daartoe is het van voordeel om de aandrijfmotor 510 van de vijfde transportband 501 mede in genoemd programma op te nemen en de bandsnelheid derhalve niet in wezen continu 20 constant te laten zijn zoals bij alle voorgaande banden, doch met de produktiecyclus mee te laten vertragen en versnellen.
Ten einde de met versnellingen in alle mogelijke richtingen afgelegde strengels op de vijfde transportband 501 niet te laten slippen, waardoor ongewenste vormen van het produkt zouden kunnen ontstaan, is 25 het van voordeel om de vijfde transportband 501 een opgeruwd oppervlak te geven, bijvoorbeeld door dit met fijn gaas te bekleden. Een andere mogelijkheid bestaat daaruit, de vijfde transportband poreus uit te voeren en onder deze band op bekende wijze een vacuumkast aan te brengen, waardoor het afgelegde produkt stevig op de band gedrukt wordt. Het be-30 langrijkst is daarbij de lokatie waar de strengel op de band afgelegd wordt. Indien echter gekozen wordt voor een vijfde transportband 501 met niet constante snelheid, dan zal de gehele band voortdurend versneld en vertraagd worden gedurende zijn beweging in produktierichting P. De gemiddelde snelheid van deze band is uiteraard veel lager dan die van de 35 transportsnelheid van de overige banden, omdat de lineair aangevoerde strengels lusvormig of anderszins afgelegd worden.
In fig. 4 is te zien hoe een produkt als bijvoorbeeld krakelingen met de inrichting volgens de uitvinding geproduceerd kan worden. De door de positioneerinrichting gevormde produkten worden allereerst onder een 40 aandrukinrichting 580 in de vorm van een wals doorgeleid, ten einde dik- T- --¾ -¾ "T .♦ Λ 12 kere gedeelten tot standaard dikte te pletten, welke in hoofdzaak gelijk is aan de strengeldikte. Immers op de kruisingen van het produkt is de aflegdikte dubbel. Nadrukkelijk zij erop gewezen, dat alle in fig. 4 af-gebeelde krakelingen afkomstig zijn van één en dezelfde strengel 7' en 5 dat andere evenwijdige strengels 7" enzovoort elk voor een soortgelijke dubbele produktrij zorgen. Zoals blijkt uit fig. 2 zijn echter na het passeren van de aandrukrol 580 de gevormde krakelingen bij de plaatsen 73 nog met elkaar verbonden. Derhalve volgt een snij inrichting met snij-wielen 590, welke om een as 591 vrij kunnen draaien, doch in dwarsrich-10 ting opgesloten zijn. De voor de aandrukwals 580 en de snij inrichting 590 benodigde lagering en ondersteuning zijn schematisch met 581 en 592 aangeduid. Na het verlaten van de snijwielen zijn de krakelingen individuele produkten 71 en 72 geworden, gelegen in twee rijen en onderling versprongen in langsrichting. Na de positioneerinrichting 500 met de 15 aandrukinrichting en de snijinrichting volgt een bekende en derhalve niet nader weergegeven afzetinrichting en mogelijkerwijs een afvoer-inrichting naar de bakovens.
Aangezien het mogelijk is dat de gevormde produkten niet altijd zo correct uitgelijnd op de vijfde transportband 501 terecht komen als af-20 gebeeld in fig. 4, kan het gewenst zijn om voor de snij inrichting 590 geleidingsplaten boven de transportband aan te brengen om de gevormde produkten zonodig te richten, opdat de snijinrichting de produkten zelf niet zou doorsnijden en daarmee vernielen. In fig. 4 is met 7111 schematisch weergegeven hoe de strengel 7' van de vierde transportband 401 25 door eigen gewicht omlaag valt om opgenomen te worden tussen de inloop-rollen 570 en 571.
Het kan gewenst zijn de aandrukinrichting en de snij inrichting van plaats te verwisselen.
Hoewel dit niet is afgebeeld, kan het zinvol zijn om het strengel-30 deel 71^ met behulp van een gladde koker te geleiden naar de inloop-rollen 570 en 571. Daartoe kan deze koker sferisch opgesloten zijn vlak boven de intredegleuf tussen de rollen 570 en 571 en aan zijn bovenzijde sferisch scharnierend bevestigd zijn vlak onder de rol 403 ter plaatse waar de strengel 7' de rol verlaat. Aldus slingert om zijn bovenste op-35 hangpunt genoemde geleidingskoker mee heen en weer in X- en Y-richting met de beweging van de positioneerbrug. De kans van breuk van de strengel wordt daarmee verkleind.
Ook kan de slingerende koker vervangen worden door een evenmin weergegeven inlooptrechter, welke vast boven elk stel inlooprollen is 40 opgesteld.
330 2 34 8 13
Ten slotte zal het duidelijk zijn, dat een aantal van de - zware -aandrijfmotoren op de verschillende dwars heen en weer bewegende frames, welke met het oog op de overzichtelijkheid gemonteerd op het bijbehorende frame zijn weergegeven, ter vermindering van de te versnellen massa's 5 ook op het starre stilstaande (onder-)frame gemonteerd kunnen worden. Met bekende middelen, zoals kogel-langsgroef-overbrengingen, kan de beweging dan overgebracht worden tussen de vast opgestelde motor en de heen en weer bewegende frames met hun transport- respectievelijk aan-drukbanden.
10 Een bijzonder aantrekkelijke vereenvoudiging is schematisch in fig.
5 en 6 weergegeven.
Fig. 5 toont een zijaanzicht overeenkomstig dat weergegeven in de fig. 1 en 2, terwijl fig. 6 een langsaanzicht geeft, namelijk fig. 6A volgens de lijn VIA-VIA en fig. 6B volgens lijn VIB-VIB in fig. 5.
15 Omdat in veel gevallen het te verwerken gistdeeg de uitzonderlijke eigenschap heeft dat de strengel gedurende het rollen wel (enigszins) dunner maar in het geheel niet langer wordt, is het mogelijk om de rol-en bekleedinrichting 200, 300 te verenigen tot één enkele inrichting 600, welke uiteraard de beide inrichtingen 200, 300 vervangt. Aldus kan 20 volstaan worden met één enkele transportband 601, met het bekende toebehoren, en met een enkelvoudige aandrijving 610.
De grondframes zijn verenigd tot één langer frame 602, 603, 604. Daarop zijn rechtstreeks de beide bandframes in dwarsrichting heen en weer verschuifbaar aangebracht.
25 De transportband 601 wordt gedragen door het transportbandframe 606, 606', dat tevens de aandrijving 610 draagt. Het is over bekende langsgeleidingen, bijvoorbeeld met kogelomloopbussen 612, gelagerd op het grondframe. Het is over een relatief kleine slag van circa 5-10 cm naar links en rechts ten opzichte van de produktierichting heen en weer 30 verschuifbaar met behulp van een reeds eerder beschreven dwarsaandrij-ving 614-619 met bijvoorbeeld een schroefspindel 613. Over het trans-portframe is het aandrukbandframe 660, 666, 661 geplaatst, dat eveneens in dwarsrichting verschuifbaar via geleidingen 662 op het grondframe is gelagerd. Het draagt, in produktierichting P gezien, eerst een aandruk-35 band 252 voor de rol-kneedbewerking en vervolgens een bekleedband 352. Schematisch is de bekleedmiddelsilo 330 aangegeven, welke stroomopwaarts ten opzichte van de bekleedband 352, het bekleedmiddel op de transportband 601 kan doseren. De beide banden 552 en 352 bewegen even snel en bovendien synchroon met de transportband 601. De aandrukband 252 wordt 40 aangedreven met de ketting 651" vanaf de bekleedband 352. Deze wordt met
330234S
14 een ketting 651 aangedreven vanaf een aandrijfinrichting 651 welke op het aandrukbandframe 660, 666, 661 is geplaatst.
De dwarsverplaatsing dient, zoals bij de inrichting volgens fig. 1-4, tegengesteld gericht, nauwkeurig gelijk en synchroon met die van de 5 transportband 601 plaats te vinden. Bij deze uitvoering is dit eenvoudig opgelost door de dwarsbeweging spelingvrij af te leiden van die van het andere bandframe.
Daartoe is op het grondframe, ongeveer op diens hartlijn, een kettingwieltrommel 625 vrij draaibaar gelagerd op een lagerstoel 625', 10 met de rotatieas evenwijdig aan de produktierichting P. De trommel 625 draagt naast elkaar twee gelijke kettingtandkransen 622, 628. Zeer geschikt is hiervoor een in de handel verkrijgbaar triplex kettingwiel te gebruiken, waarvan de beide buitenste tandkransen gebruikt worden. Op elke tandkrans loopt over een omtrekshoek van circa 180* een ketting.
15 De ene, 621, 623 is (in fig. 6) van links over de tandkrans 622 ge slagen, de andere, 627, 629 van rechts over de tandkrans 628.
Van elke ketting zijn de bovenste einden via spanners 620, 626 verbonden met het transportbandframe 606, 606' en de onderste einden via spanners 624, 630 met het aandrukbandframe 666, 660. Omdat beide tand-20 kransen 622, 628 samen met hun trommel 625 gelijk moeten roteren, dwingen de beide kettingen, nadat deze spelingvrij en op de juiste onderlinge steek gespannen zijn, de beide frames steeds gelijk en tegengesteld in dwarsrichting heen en weer te bewegen. Aldus kan, dank zij deze eenvoudige tegen-synchronisatie, met slechts één dwarsaandrijving 613, 25 614-619 volstaan worden. Ook de besturingsautomatiek kan dienovereen komstig vereenvoudigd worden.
850 2 34 8

Claims (9)

1. Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele produkten, zoals krakelingen, omvattende: 5. ten minste één van een toevoerinrichting voor het deeg voorziene extruder met elk ten minste één extrusiemond voor het produceren van een in wezen eindeloze deegbaan per extrusiemond, - een snij inrichting voor het afsnijden van telkens één produkt-deeg-volume van de eindeloze deegbaan, 10. een rolinrichting met ten minste één transportband voor het door kneden verbeteren van de deegconsistentie en het verkrijgen van een strengel met een voor het produkt gewenste diameter, - een bekleedinrichting voor het uitwendig rondom bekleden met een be-kleedmiddel, zoals suiker, van de strengel, voorzien van een bekleed- 15 middelsilo, een doseerinrichting en ten minste één transportband voor het rollen van de strengel over het bekleedmiddel, en waarbij alle transportbanden in hoofdzaak vlak zijn en in het horizontale vlak bewegen, met het kenmerk, dat achtereenvolgens in produk-tierichting (P) geplaatst zijn: 20 - één of meer extrusiemonden (6) op onderlinge afstanden naast elkaar, waarbij elke extrusiemond ervoor ingericht is om een continue ronde deegstrengel (7) te produceren van in hoofdzaak de gewenste diameter van het te vormen produkt (71, 72), - een eerste transportband (100) waarmee elke strengel met de produktie-25 lijnsnelheid transporteerbaar is naar - de rolinrichting (200), welke uit een boven een tweede (deel van de) transportband (201) gelegen aandrukband (252) bestaat, welke beide met lijnsnelheid aangedreven worden en waar de strengels met geringe aanleg-druk tussen meegenomen worden, en waarbij met omschakelbare aandrijf- 30 inrichtingen (213-219, 263-269) over dwarsgeleidingen (212, 262) gelijktijdig de ene transportband (201) naar links en de andere (252) synchroon en evenveel naar rechts verplaatst wordt en omgekeerd ten opzichte van de produktierichting, waarbij elke band nauwkeurig in zijn vlak blijft, 35 een en ander zodanig, dat elke van alle naast elkaar gelegen strengels (7', 7”) nauwkeurig evenveel linksonr-rechtsom-linksom-enz. gerold wordt gedurende zijn absolute rechtlijnige verplaatsing met lijnsnelheid, - de bekleedinrichting (300), gevormd als rolinrichting, welke uit een boven een derde (deel van de) transportband (301) gelegen aandrukband 40 (352) bestaat, welke beide met lokale lijnsnelheid aangedreven worden en 8502348 waar de strengels met geringe aanlegdruk tussen meegenomen worden en waarbij met omschakelbare aandrijfinrichtingen (313-319, 363-369) over dwarsgeleidingen (312, 362) gelijktijdig de ene transportband (301) naar links en de andere synchroon en evenveel naar rechts verplaatst wordt en 5 omgekeerd ten opzichte van de produktierichting, waarbij elke band nauwkeurig in zijn vlak blijft, een en ander zodanig dat elke van alle naast elkaar gelegen strengels (7', 7") nauwkeurig evenveel linksom-rechtsom-linksom-enz. gerold wordt over het bekleedmiddel gedurende zijn absolute rechtlijnige verplaatsing 10 met de lokale lijnsnelheid, en waarbij boven het begin van de (het) derde transportband(deel) (301) de doseerinrichting (330-332) voor het bekleedmiddel (331) en aan het einde een opvangtrog (342) voor het overtollige bekleedmiddel is aangebracht, - een vorminrichting (400, 500), omvattende een enkelvoudige vierde 15 (deel van de) transportband als aanvoertransportband (401) welke met lokale lijnsnelheid de beklede eindeloze strengel(s) evenwijdig aan elkaar verder transporteert, waarbij aan het einde van deze (dit) vierde band(deel) de strengels de omleidrol (403) van deze transportband omlaag volgen en daarna onder eigen gewicht verder loshangend O'11) omlaag be-20 wegen, los van de teruglopende onderpart van de band, en waaronder een positioneerbrug (500) is aangebracht met een inloopinrichting (570, 571) voor elke strengel en waarbij de positioneerbrug (511, 557) over geleidingen (562, 512) evenwijdig aan (X) en loodrecht op (Y) de produktierichting op bestuurde wijze verplaatsbaar is, en waarbij onder de posi-25 tioneerbrug een vijfde (produkt-)transportband (501) aangebracht is van welke de transportsnelheid in de produktierichting synchroon bestuurbaar is als functie van de bewegingen van de positioneerbrug in de X- en Y-richting, - een aandrukinrichting (580) boven de vijfde transportband, zoals met 30 vlakke aandrukrollen, om dikkere gedeelten van de gevormde produkten tot een standaarddikte te pletten, welke in hoofdzaak gelijk is aan de strengeldikte, - een snij inrichting (590) boven de vijfde transportband om elk afzonderlijk produkt los te snijden (73) van de gevormde, maar nog steeds 35 continue, deegstrengels, met ten minste evenzoveel snijmiddelen (590) als er evenwijdige strengels zijn, waarbij de snij inrichting ook voor de aandrukinrichting geplaatst kan worden, - een afzetinrichting voor de gevormde deegprodukten, eventueel voorzien van een afvoerinrichting voor de afgesneden stengelresten; 40. middelen voor het onderling besturen van de aandrijfmotoren van de 35 0 2 3·' 8 extruder en de verschillende transportbanden, zodanig, dat geen der strengels breekt door overmatige trekkracht of stuwdruk.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vorm-inrichting, bestaande uit de positioneerbrug (503, 511, 557) en de vijf- 5 de transportband (501), zodanig ten opzichte van elkaar bestuurbaar zijn, dat uit elke aangevoerde rechte strengel telkens afwisselend één rechtsom en één linksom gewikkeld produkt (71, 72) gevormd wordt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het produkt krakelingen zijn, met het kenmerk, dat de rechte zijde van elk tweetal krakelingen 10 per cyclus vervaardigd uit één strengel, naar elkaar toegericht is en een halve steek (krakelinglengte) versprongen.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inloop-inrichting telkens voor iedere strengel uit twee in om horizontale assen loodrecht op de produktierichting vrij gelagerde rollen (570, 571, 572, 15 573) bestaat, welke in hun omtrek een groef hebben met een doorsnede ge lijk aan de halve doorsnede van de strengel en welke met hun omtreksran-den nagenoeg tegen elkaar aan komen, één en ander zodanig dat de strengel (7111) er onder eigen gewicht gemakkelijk en goed geleid tussendoor omlaag kan bewegen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vijfde transportband (501) behorende bij de positioneerbrug een opgeruwd oppervlak heeft, zodat gedurende zijn versnelde en vertraagde voortbeweging, de door de positioneerbrug heen en weer bewogen strengel (7'''), zonder te slippen op de band komt te liggen en blijft liggen, zoals een met dun 25 gaas beklede transportband.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vijfde transportband ten minste in het gebied onder de positioneerbrug over een onderdrukkast beweegt en dat deze band geperforeerd is, ten einde de neergelegde strengel zonder slippen de versnelde en vertraagde voortbe- 30 weging van de band te doen volgen.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat onder tegen de derde transportband (301) behorende bij de bekleedinrichting (300) één of meer vibratoren (340, 341) zijn aangebracht om het bekleedmiddel (331) gelijkmatig over de band te verdelen gedurende het erover rollen 35 en transporteren van de strengel(s).
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat van de rol-of kneedinrichting (200) met de tweede transportband (201) de aandruk-band (252) instelbaar (204, 205) is ten einde de kneep tussen de banden in produktierichting een weinig te doen afnemen.
9. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met 83Ö2 343 het kenmerk, dat de snij inrichting voorzien is van geleidingsplaten boven de transportband ten einde de gevormde produkten zonodig te richten voor het snijden. 8502348
NL8502348A 1985-08-26 1985-08-26 Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten. NL186614C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502348A NL186614C (nl) 1985-08-26 1985-08-26 Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502348 1985-08-26
NL8502348A NL186614C (nl) 1985-08-26 1985-08-26 Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8502348A true NL8502348A (nl) 1987-03-16
NL186614B NL186614B (nl) 1990-08-16
NL186614C NL186614C (nl) 1991-01-16

Family

ID=19846472

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502348A NL186614C (nl) 1985-08-26 1985-08-26 Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL186614C (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1701850A (en) * 1926-06-04 1929-02-12 Pretzsticks Baking Company Apparatus for making pretzel-stick dough blanks
DE3030757A1 (de) * 1980-03-14 1981-09-24 Casadei, Marino, Cesena, Forli Automatische maschine zur bildung von teigringen aus lebensmittelteig
US4478569A (en) * 1982-07-30 1984-10-23 Folli Giulio & Dante, Di Folli Giulio, Folli Benzo & Preti Fosca S.N.C. Machine for forming unbroken rings of dough
US4478568A (en) * 1982-07-30 1984-10-23 Folli Giulio & Dante, Di Folli Giulio, Folli Renzo & Preti Fosca S.N.C. Machine for forming unbroken rings, or similar, of dough out of strips of moistened and kneaded flour
US4492553A (en) * 1982-10-22 1985-01-08 Folli Giulio Automatic machine for forming shaped pieces of dough
US4536147A (en) * 1984-06-29 1985-08-20 Groff Edwin T Food processing apparatus

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1701850A (en) * 1926-06-04 1929-02-12 Pretzsticks Baking Company Apparatus for making pretzel-stick dough blanks
DE3030757A1 (de) * 1980-03-14 1981-09-24 Casadei, Marino, Cesena, Forli Automatische maschine zur bildung von teigringen aus lebensmittelteig
US4478569A (en) * 1982-07-30 1984-10-23 Folli Giulio & Dante, Di Folli Giulio, Folli Benzo & Preti Fosca S.N.C. Machine for forming unbroken rings of dough
US4478568A (en) * 1982-07-30 1984-10-23 Folli Giulio & Dante, Di Folli Giulio, Folli Renzo & Preti Fosca S.N.C. Machine for forming unbroken rings, or similar, of dough out of strips of moistened and kneaded flour
US4492553A (en) * 1982-10-22 1985-01-08 Folli Giulio Automatic machine for forming shaped pieces of dough
US4536147A (en) * 1984-06-29 1985-08-20 Groff Edwin T Food processing apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
NL186614C (nl) 1991-01-16
NL186614B (nl) 1990-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6951451B2 (en) Reciprocating head press
DE69206105T2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Zuführen eines gleichmässigen Brotteigstreifens.
US7229270B2 (en) Reciprocating head press
US8734143B2 (en) Adjustable dough roller device
KR100244993B1 (ko) 빵 반죽 시트 형성장치 및 방법
US3354842A (en) Crimping and forming means for pie making machines
EP0326404B1 (en) A method for producing dough for bread or pastry
JPS6236643B2 (nl)
EP1952693A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Dekorieren oder Belegen eines Horizontalabschnitts einer flachen Backware
US4647468A (en) Apparatus for forming filled edible products without waste
EP0960814A1 (de) Vorrichtung zum Zuführen von Produkten zu einer Verpackungsmaschine
US2300396A (en) Nut rolling and shaping machine
US3368501A (en) Food distributing apparatus
GB1344103A (en) Process and apparatus for the continuous manufacture of a multilayered food product
NL8502348A (nl) Inrichting voor het continu verwerken van homogeen gistdeeg tot individuele gevormde produkten.
JPS6362168B2 (nl)
US3347183A (en) Dough metering apparatus
DE2506054A1 (de) Einrichtung zum aufbringen von streugut auf teigformlinge
US4334845A (en) Machine for producing rolls of bakery products
US5858438A (en) Dough cut-off and positioning method and apparatus
EP0101674A2 (de) Vorrichtung zur Herstellung von Teigstücken
KR20050008569A (ko) 반죽물을 일정형태로 성형시키는 반죽물 성형장치
KR200377542Y1 (ko) 반죽물을 일정형태로 성형시키는 반죽물 성형장치
US1037820A (en) Long-loaf-molding machine.
JPS5831511Y2 (ja) デポジツタ−

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20050826