NL8501443A - Hoefbeslag. - Google Patents

Description

V'- * N.0. 33108 1

Hoefbeslag.

De uitvinding heeft betrekking op een hoefbeslag voor de hoef van een dier, bijvoorbeeld een paard.

Het is bekend dat hoeven van paarden worden beslagen om extreme afslijting van de hoef te voorkomen. Sedert vele jaren wordt het beken-5 de hoefijzer toegepast. Het voldeed eeuwen lang als hoefbeslag voor het paard dat bij landbouwwerkzaamheden werd ingezet, waar hoefslijtage-preventie op de voorgrond stond. Het hoefijzer heeft echter grote nadelen. Het fixeert de hoef in meer of mindere mate, waardoor het hoefme-chanisme wordt belemmerd. Het hoefmechanisme is een (visco-)elastische 10 vervorming van de hoef die een schokdempende functie heeft en de bloedsomloop in de hoef bevordert. Door de grote individuele variatie in hoefvorm en het steeds bestaande vormverschil tussen voorhoef en achterhoef, is een arbeidsintensieve bewerking van het hoefijzer nodig om dit aan de hoef aan te passen. Het op de markt zijn van geprefabri-15 ceerde hoefijzers in diverse maten voor voorhoef en achterhoef ondervangt het probleem slechts ten dele.

In dit verband is het vooral van belang, dat het paard tegenwoordig hoofdzakelijk in de sport wordt gebruikt, waarbij een groeiende behoefte aan schokdempend hoefbeslag bestaat. Dit zou kunnen worden be-20 reikt door schokdempende lagen tussen hoef en hoefijzer aan te brengen. Hieraan blijft het nadeel verbonden van een belemmerd hoefmechanisme.

De daardoor ontstaande slechtere doorbloeding van de structuren binnen de hoef bevordert mogelijk de gevreesde aandoening podotrochleose, beter bekend als "hoefkatrol". Hierbij is aangetoond dat doorbloedings-25 stoornissen een belangrijke rol spelen.

Een verbetering zou een rubberbeslag zijn. Hoewel dit beslag gemakkelijker vervormbaar is dan het hoefijzer, is hiermee het probleem van de pasvorm niet wezenlijk opgelost. Er blijven steeds voor- en achtermodellen nodig, terwijl sterk afwijkende vormen niet door de 30 standaardmodellen gedekt worden.

Voorts blijft het probleem aanwezig, dat voor de garantie van een bruikbare levensduur, slijtvaste rubbersoorten nodig zijn, die onvermijdelijk hard zijn en dus nog steeds het hoefmechanisme belemmeren.

Zachte rubbersoorten zouden om redenen van slijtage, tot een dikke laag 35 kunnen worden verwerkt, wat echter met zich meebrengt dat de stabiliteit bij het lopen nadelig wordt beïnvloed.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een hoefbeslag, waarbij de bovengenoemde nadelen en problemen worden vermeden.

w j “-i 3 4 i 2

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een hoefbeslag, dat gekenmerkt is door een aantal blokvormige segmenten, waarvan twee tegenover elkaar liggende zijden die loodrecht op het hoefaanligvlak verlopen, een kromming hebben die nagenoeg overeenkomt met die van de 5 hoefrand, terwijl de andere loodrecht op het hoefaanligvlak verlopende zijden taps toelopen.

Door dit hoefbeslag wordt aan elke hoefvorm tegemoet gekomen. Hierdoor wordt in belangrijke mate het zogenaamd vernagelen van een paard vermeden, omdat de plaats van elke nagel onafhankelijk van reeds 10 geplaatste nagels kan worden gekozen. Doordat de segmenten onafhankelijk van elkaar zijn, is een onbelemmerde hoefvervorming mogelijk. De ruimte tussen de segmenten voorziet in een diep profiel, waardoor een goede grip op een zachte bodem wordt bereikt.

Door keuze van de vorm, hardheid en hoogte van de segmenten binnen 15 een hoef kan een therapeutische correctie van beenstand en looppatroon op eenvoudige wijze worden uitgevoerd. Voorts kan een plaatselijke pijn eenvoudig worden verminderd door een of meer noppen weg te laten bij het beslaan of later te verwijderen, waardoor geen druk meer op de pijnlijke plaats wordt uitgeoefend. Het dier wordt hierdoor niet ont-20 moedigd om te blijven lopen, waarbij door een betere doorbloeding weer een snellere genezing kan intreden. Hoewel een hoefbeslag in het algemeen voor andere dieren, zoals runderen niet routinematig wordt toegepast, zou dit hoefbeslag bijzonder gunstig zijn bij een therapeutische behandeling van deze dieren.

25 Bovendien is door het voorgestelde hoefbeslag een onbelemmerde af groei van de hoorn gewaarborgd, welke afgroei normaliter zelfs bij uit één geheel bestaande kunststof hoefbeslagen zou worden belemmerd.

Voor de verkoop en opslag is het voordelig dat de segmenten door flexibele verbindingsstukken met elkaar zijn verbonden tot de gebruike-30 lijke totale hoefbeslagvorm. Door de grote flexibiliteit van de verbindingsstukken wordt geen afbreuk gedaan aan de universele pasvorm. Eventueel kunnen bij het beslaan van het dier de flexibele verbindingsstukken gemakkelijk worden weggesneden.

Volgens een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uit-35 vinding bestaat het segment uit een op de hoef te nagelen nophouder en een daarop losmaakbaar bevestigde nop.

Hierdoor is een verwisselbaar systeem ontstaan met het bijkomende voordeel dat steeds de vorm, hardheid en hoogte van de noppen gemakkelijk kan worden aangepast aan de heersende terreinomstandigheden 40 (strand, bos, asfalt, sneeuw). Zeer zachte noppen kunnen vanwege de 8501443 3 - ί schokdemping worden toegepast, waarbij de snelle slijtage daarvan geen probleem is omdat deze toch regelmatig kunnen worden vervangen. Dit systeem is ideaal voor de zogenaamde "trial and error"-methode voor het zoeken naar de optimale combinatie van noppen met betrekking tot de 5 vorm, hardheid en hoogte, teneinde een optimale beenstand en optimaal looppatroon te bereiken. Bij pijnlijke hoefaandoeningen van korte duur is de tijdelijke verwijdering van een of meer noppen nog eenvoudiger geworden.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de nophouder 10 langs de taps toelopende randen voorzien van geleidingsorganen voor het verschuifbaar opnemen van de complementair gevormde randen aan de nop-basis en van een ontgrendelbaar arreteerorgaan voor het in de gebruiks-stand vergrendelen van de nopbasis in de nophouder.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het arreteer-15 orgaan gevormd door een veerkrachtig element, waarvan een uiteinde nabij de breedste zijde van de nophouder daaraan is bevestigd of één geheel daarmee vormt en waarvan het vrije uiteinde in de richting van de nopbasis op afstand van het nophoudervlak ligt en naar de kortste zijde daarvan is georiënteerd, waarbij het vrije uiteinde van het veerkrach-20 tige element kan grijpen in een uitsparing in de nopbasis.

Voor therapeutische doeleinden zijn bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding tenminste twee segmenten door een in lengte instelbaar fixa-tie-orgaan verbonden. Hierbij is de hoef slechts lokaal gefixeerd, terwijl het resterende gedeelte van de hoef in grote mate vervormbaar 25 blijft ten gunste van een optimale doorbloeding met als gevolg een snellere genezing.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het fixatie-orgaan uit twee L-vormige stangen, waarvan het ene been grijpt in de daarbij behorende nopbasis, terwijl de andere benen van de stangen zijn 30 voorzien van een linkse respectievelijk rechtse schroefdraad, die samenwerken met corresponderende schroefdraden van een verbindingsbus.

Bij een andere uitvoeringsvorm zijn de segmenten voorzien van an-tirotatie-elementen.

Bij voorkeur worden de antirotatie-elementen gevormd door puntige 35 uitsteeksels aan het hoefaanligvlak en/of van dit vlak afgebogen lippen aan de breedste zijde van de nophouder.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen afgebeelde uitvoeringsvormen. In de tekeningen tonen: figuur 1 een uitvoeringsvorm van een hoefbeslag volgens de uitvin- 40 ding; SS 01443 4 figuur 2 een zij-aanzicht van een segment van het hoefbeslag volgens figuur 1; figuur 3 een onderaanzicht van het segment volgens figuur 2; figuur 4 een onderaanzicht van een nophouder van een segment van 5 het hoefbeslag volgens de uitvinding; figuur 5 een doorsnede volgens de lijn IV-IV van figuur 4, die het arreteerorgaan van de nophouder duidelijk illustreert; figuur 6 een andere uitvoeringsvorm van het arreteerorgaan van de nophouder; 10 figuur 7 een bovenaanzicht van de in de nophouder te schuiven nop- basis; figuur 8 een doorsnede van twee nopbases die zijn verbonden door een fixatie-orgaan volgens de uitvinding.

Uit figuur 1 blijkt de plaatsing van het hoefbeslag volgens de 15 uitvinding. Het hoefbeslag bestaat uit een aantal blokvormige, afzonderlijke segmenten 1, die individueel op de draagrand van de hoef 2 is bevestigd. Deze bevestiging kan door middel van nagels 3 worden uitgevoerd, terwijl deze segmenten even goed op de draagrand van de hoef kunnen worden gelijmd. De blokvormige segmenten 1 zijn bij voorkeur uit 20 kunststof vervaardigd, waarvan de mechanische eigenschappen in afhankelijkheid van de heersende wensen kunnen worden gekozen, echter zijn andere materialen ook mogelijk.

Omdat de segmenten 1 geen aaneen gesloten geheel vormen, is het goed functioneren van het hoefmechanisme gewaarborgd ongeacht de stijf-25 heid van de segmenten. Harde slijtvaste segmenten die de loopstabili-teit op bepaalde terreinen ten goede komen, kunnen zonder enig bezwaar worden gebruikt. Tussen de segmenten 1 is een ruimte aangehouden, die voorziet in een diep profiel, dat zelfs bij gedeeltelijk afgesleten segmenten blijft bestaan. Hierdoor wordt de kans op uitglijden op een 30 zachte bodem met alle risico's van blessures aanzienlijk gereduceerd.

Door het aanbieden van segmenten 1 in slechts enkele, bij voorkeur genormaliseerde afmetingen kan toch afhankelijk van het gewicht van het paard, elke vorm van het hoefbeslag worden bereikt, waardoor aan de meest extreme hoefvormen tegemoet kan worden gekomen.

35 Ten behoeve van de verkoop of opslag kunnen op niet getoonde wijze de segmenten 1 zijn verbonden door smalle zeer flexibele verbindingsstukken, waarbij de gebruikelijke totale hoefbeslagvorm wordt aangehouden. Hierdoor is ook de plaats van de segmenten bepaald, hetgeen voordelen biedt voor de persoon die het paard moet beslaan, omdat hij niet 40 eerst de noppen moet uitzoeken met betrekking tot de positie daarvan op 85 0 1 4 4 3 : ^ 5 de hoef van het paard. Deze verbindingsstukken zijn zodanig flexibel, dat het hoefmechanisme gewaarborgd blijft. Zou een hoef met een te grote afwijkende vorm moeten worden beslagen, kunnen eventueel de verbindingsstukken gemakkelijk worden weggesneden.

5 In de figuren 2 en 3 is een mogelijke vorm van het segment 1 ge toond. Het segment bestaat uit een nop 5 en een nopbasis 4, die aan elkaar kunnen worden bevestigd door middel van lijmen, vulkanlseren of andere geschikte methode. Bij 9 heeft de nop 5 een kromming, die bijzonder geschikt is voor een segment aan de voorzijde van het hoefbe-10 slag, door welke kromming het paard zich gemakkelijker kan afzetten.

Het is duidelijk dat de segmenten aan de zijkanten van de hoef bij 9 rechthoekig kunnen worden uitgevoerd.

Naargelang de ondergrond kan een hardere of zachtere nop 5 bij een zachte respectievelijk harde grond worden geplaatst. Het segment is 15 voorzien van een gat van rechthoekige doorsnede voor het doorvoeren van een standaard nagel. Het gat 6 is zodanig uitgevoerd, dat de kop van de nagel aanligt tegen de nopbasis 4. De nopbasis 4 is voorzien van anti-rotatie-elementen in de vorm van punten 7 en omgebogen lippen 8. Een voorbeeld van de rangschikking van de punten 7 blijkt uit het bovenaan-20 zicht van figuur 3.

De noppen 5 kunnen binnen een hoef van eigenschap variëren. Paarden landen bijvoorbeeld op de verzenen (achterkant van de hoef) en hebben hier behoefte aan sehokdempende noppen, terwijl de afzet uiteindelijk plaats vindt aan de voorkant (toon) waar derhalve behoefte bestaat 25 aan slijtvaste, hysteresis-arme noppen. Door een strategische keuze van diverse noppen als bezetting van de draagrand kan het looppatroon worden beïnvloed, waarbij correcties gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd. Standcorrecties kunnen ook worden verkregen door het variëren van de hoogte van de noppen binnen een draagrand. Geleidelijke aanpassing door 30 de hoogtevariatie geleidelijk op te voeren is door het hoefbeslag volgens de uitvinding mogelijk. Bovendien leent de uitvinding zich bij uitstek voor een "trial and error"-methode.

De uitvinding voorziet voorts in een verwisselbaar hoefnoppen-sys-teem, doordat het segment bestaat uit een op de hoef te nagelen nophou-35 der en een daarop losmaakbaar bevestigde nop. Hierdoor is het hoefbeslag nog flexibeler geworden ten aanzien van aanpassing aan de boden en therapeutische doeleinden.

Op harde bodem, bijvoorbeeld asfalt is daarom de geringe slijt-vastheid van zachte noppen die in verband met een goede schokdemping 40 worden toegepast, geen wezenlijk probleem, omdat de noppen gemakkelijk, 8501443 4 " 6 zelfs dagelijks kunnen worden vervangen. Hierdoor kunnen de noppen van betrekkelijk geringe hoogte worden gemaakt, waardoor de gewenste stabiliteit van het paard kan worden behouden. Bij extreem gladde omstandigheden, zoals ijzel en sneeuw kunnen de kunststof noppen tijdelijk wor-5 den vervangen door metalen noppen van een meer puntige vorm (spikes).

Voor wedstrijdpaarden is snelheid belangrijk. Tijdens een race kunnen harde (hysterese-arme) noppen worden geplaatst, waarvan de vorm en hoogte gemakkelijk aan de baan kunnen worden aangepast. Daarnaast kunnen tijdens de training zachtere, schokdempende noppen worden toege-10 past, waardoor het risico van blessure wordt verminderd. Door de verwisselbaarheid van de noppen zijn deze bij uitstek geschikt voor een "trial and error"-methode.

Uitvoeringsvormen van verwisselbare noppen zijn in de figuren 4 tot en met 7 getoond.

15 Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een nophouder 10, die aan de taps toelopende randen 11 is voorzien van geleidingsorganen 12. Deze geleidingsorganen begrenzen een sleuf waarin de complementair gevormde randen 13 van de nopbasis 14 kunnen worden geschoven (zie figuur 7). De nophouder 10 is voorts voorzien van een aanslagrand 15 voor de nopba-20 sis. In de nophouder 10 is een gat 6 voor de doorvoer van een standaard nagel aangebracht. Aan het naar de nopbasis toegekeerde vlak van de nophouder 10 is volgens de uitvoeringsvorm van figuur 5 een grendelor-gaan 16 in de vorm van een bladveer aan een uiteinde hiervan bevestigd, terwijl het vrije uiteinde op afstand ligt van het genoemde vlak van de 25 nophouder 10. Deze bladveer kan volgens elke geschikte methode aan de nophouder worden bevestigd, maar kan ook los worden geleverd, waarbij de bladveer door een doorgevoerde nagel op de nophouder wordt vastgehouden. De nophouder kan uit elk geschikt stijf materiaal, zoals staal of kunststof worden vervaardigd.

30 Een andere uitvoeringsvorm van het arreteer- of grendelorgaan 16 is in figuur 6 getoond. Het grendelorgaan 16 is uit het vlak van de nophouder 10 uitgesneden en aan het vrije uiteinde uit het vlak in de richting van de nopbasis omgebogen. Het is duidelijk dat de houder 10 ook uit veerkrachtig materiaal moet worden vervaardigd, opdat het gren-35 delorgaan in de vorm van de lip 16 ook veerkrachtig is om achter de wand 17 van de uitsparing 18 in de nopbasis 14 onder snap-werking te kunnen grijpen. De nopbasis 14 van figuur 7 is voorzien van een ont-grendelgat 19, waardoor een pen kan worden gestoken om de bladveer of lip 16 tegen het vlak van de nophouder aan te drukken, waardoor de ar-40 reteerfunctie van de lip wordt vrijgegeven.

8501443 Λ 7

In figuur 8 is een fixatie-orgaan voor twee nopbases 14 getoond.

Het fixatie-orgaan bestaat uit twee L-vormige stangen 20, waarvan een been grijpt in een gat 21 van de daarbij behorende nopbasis 14. De andere uiteinden van de fixatiestangen 20 zijn voorzien van een linkse 5 respectievelijk rechtse schroefdraad 22 respectievelijk 22’, waarover een van corresponderende schroefdraden voorziene bus 23 kan worden geschroefd. Door verdraaiing van de bus 23 kan de afstand tussen de nopbases 14 worden ingesteld.

Een dergelijk fixatie-orgaan kan worden toegepast voor twee noppen 10 die zich aan weerszijden van een pijnlijke plaats van de hoef bevinden, bijvoorbeeld een scheur in de hoef. Hierdoor wordt de hoef plaatselijk gefixeerd, terwijl echter het grootste gedeelte van de hoef beweegbaar blijft, waardoor de doorbloeding (hoefmechanisme) zo goed mogelijk op peil blijft. Dit heeft een gunstig effect op de snelle genezing.

15 Bij lokale hoefpijn (pododennatitis) worden plaatselijk enkele noppen verwijderd. De aan weerszijden van de zieke plek aangebrachte noppen ontlasten deze plek. Hierdoor heeft het dier minder pijn en zal dus blijven lopen, waardoor de bloedcirculatie op peil blijft en de genezing wordt bevorderd.

20 Zoals hierboven reeds is vermeld biedt de uitvinding volledige vrijheid in de keuze van het materiaal, bijvoorbeeld rubber, polyvinylchloride, aluminium, staal enz. en de keuze van de vorm. De noppen kunnen conusvormig zijn en/of van een extra profiel worden voorzien om een betere grip voort te brengen. Bijvoorbeeld bij sneeuw en ijs kan de nop 25 conusvormig worden uitgevoerd, terwijl het vrije uiteinde van de nop is voorzien van een kruis. Voorts kan de nop uit boven elkaar liggende lagen met verschillende hardheden en slijtvastheden worden opgebouwd.

De uitvinding is hierboven beschreven als toepassing bij een paard, echter kan de uitvinding ook bij andere dieren worden gebruikt.

30 Bijvoorbeeld bij het rund, waar het been door twee klauwen wordt gedragen, wordt een zieke klauw ontlast door de gezonde klauw te verhogen met een nop volgens de uitvinding. De hoefnoppen lenen zich voor deze toepassing, met als belangrijkste voordeel de flexibele pasvorm.

8501443

Claims (9)

1. Hoefbeslag voor de hoef van een dier, bijvoorbeeld een paard, gekenmerkt door een aantal blokvormige segmenten, waarvan twee tegenover elkaar liggende zijden die loodrecht op het hoefaanligvlak verlo- 5 pen, een kromming hebben die nagenoeg overeenkomt met die van de hoef-rand, terwijl de andere loodrecht op het hoefaanligvlak verlopende zijden taps toelopen.

2. Hoefbeslag volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de segmenten door flexibele verbindingsstukken met elkaar zijn verbonden tot de 10 gebruikelijke totale hoefbeslagvorm.

3. Hoefbeslag volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het segment bestaat uit een op de hoef te nagelen nophouder en een daarop losmaakbaar bevestigde nop.

4. Hoefbeslag volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de nophou-15 der langs de taps toelopende randen is voorzien van geleidingsorganen voor het verschuifbaar opnemen van de complementair gevormde randen aan de nopbasis en van een ontgrendelbaar arreteerorgaan voor het in de ge-bruiksstand vergrendelen van de nopbasis in de nophouder.

5. Hoefbeslag volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het arre-20 teerorgaan wordt gevormd door een veerkrachtig element, waarvan een uiteinde nabij de breedste zijde van de nophouder daaraan is bevestigd of één geheel daarmee vormt en waarvan het vrije uiteinde in de richting van de nopbasis op afstand van het nophoudervlak ligt en naar de kortste zijde daarvan is georiënteerd, waarbij het vrije uiteinde van 25 het veerkrachtige element kan grijpen in een uitsparing van de nopbasis .

6. Hoefbeslag volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste twee segmenten door een in lengte instelbaar fixatie-orgaan zijn verbonden.

7. Hoefbeslag volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het fixa tie-orgaan bestaat uit twee L-vormige stangen, waarvan het ene been grijpt in de daarbij behorende nopbasis, terwijl de andere benen van de stangen zijn voorzien van een linkse respectievelijk rechtse schroefdraad, die samenwerken met corresponderende schroefdraden van een ver-35 bindingsbus.

8. Hoefbeslag volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de segmenten zijn voorzien van antirotatie-elementen.

9. Hoefbeslag volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de antirotatie-elementen worden gevormd door puntige uitsteeksels aan het hoef- 40 aanligvlak en/of van dit vlak afgebogen lippen aan de breedste zijde van de nophouder. S 5 ö 1 4 4 5 ********