NL8501083A

NL8501083A - Werkwijze voor het vervaardigen van een brandbaar produkt uit slib en/of mest, en het verkregen brandbare produkt.

Info

Publication number: NL8501083A
Application number: NL8501083A
Authority: NL
Original assignee: Dusseldorp Beheer B V
Priority date: 1985-04-12
Filing date: 1985-04-12
Publication date: 1986-11-03

Description

-1- .

P HP/AB/Dus,1

Werkwijze voor het vervaardigen van een brandbaar produkt uit slib en/of mest, en het verkregen brandbare produkt.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie afkomstig slib en/of van mest tot een brandbaar produkt, waarbij het slib of de mest wordt ontwaterd.

5 Een dergelijke werkwijze is bekend. Hierbij wordt bij voorbeeld slib met een vochtgehalte van circa 80% gedroogd tot een vochtgehalte van circa 20%. De bij deze droging benodigde hoeveelheid energie is zodanig, dat het verkregen brandbare produkt te duur is.

10 De uitvinding beoogt slib en/of mest zodanig te ver werken tot een brandbaar produkt dat het economisch waarde-vol is. Verrassenderwijze is namelijk gebleken, dat indien slib en/of mest wordt gemengd met een cellulosefraktie, het vochtgehalte van 80% daalt tot circa 50%, hetgeen een brand-15 baar produkt oplevert. De kosten met betrekking tot een verdere droging tot circa 20% zijn echter gelijk of lager aan de waardeverhoging van het drogere, brandbare produkt.

De cellulosefraktie kan bestaan uit hout, veeelal gemalen afvalhout, zoals houtchips en houtspanen, eventueel 20 aangevuld met tabakafval, katoenafval en/of kurkafval, welke laatste produkten aanwezig zijn in een hoeveelheid van 0-1% gebaseerd op het gewicht van het gemengde produkt.

Ten einde het slib of de mest meer toegankelijk te maken en aanwezig water te absorberen, kan het gunstig zijn 25 een neutraal verbrandend toeslagmateriaal, bijvoorbeeld po-lyvinylalcohol, polyvinylacetaat, melasse, toe te voegen.

Ten einde een ongewenste groei van micro-organismen in het brandbare produkt te vermijden, verdient het voorkeur dat aan het slib en/of de mest een desinfecterend middel 30 wordt toegevoegd. Het is gunstig het desinfecterend middel, bijvoorbeeld paraformaldehyde aan mest of slib toe te voegen, voorafgaande aan het bijmengen van de cellulosefraktie, 85S1083 • ί - 2 - aangezien dan kan worden volstaan met een kleinere dosering aan desinfecterend middel.

In geval van briketteren kan het gunstig zijn om een onbrandbaar bindmiddel toe te voegen, bijvoorbeeld een hars, 5 zoals CFA. Het bindmiddel voorkomt, dat met het tijdens de verbranding oplopen van de temperatuur in het brandbare produkt dit produkt uiteenvalt.

Een bijzonder gunstige werkwijze wordt verkregen, indien vervaardigd brandbaar produkt wordt gebruikt voor het 10 opwekken van de calorische warmte benodigd voor het additionele drogen van het gemengde produkt.

De uitvinding heeft verder betrekking op het vervaardigde brandbare produkt dat in hoofdzaak bestaat uit slib en/of mest enerzijds en anderzijds een cellulosefraktie.

15 De enkelvoudige figuur toont door middel van een stroomschema een installatie, waarin de werkwijze overeenkomstig de uitvinding kan worden uitgevoerd.

Vanuit houders 1-4 wordt slib en/of mest, met behulp van zeefbandfilterpersen elders ontwaterd tot een droge stof 20 percentage van circa 20%, toegevoerd aan een menger 5, waaraan eveneens vanuit een houder 6 desinfecterend middel, bijvoorbeeld poedervormig paraformaldehyde, en eventueel toeslagmateriaal, wordt toegevoegd. Het mengsel dat uit de menger 5 treedt, wordt toegevoerd aan een menger 7 waaraan 25 uit verschillende bronnen afkomstig cellulosemateriaal wordt toegevoerdï te weten katoenafval uit houder 8, tabakafval uit houder 9 en zaagsel uit houder 10. Verder worden houtchips toegevoerd vanuit de inrichting 11.

Met behulp van de inrichting 11 wordt afvalhout ver-30 werkt tot houtchips. Het afvalhout wordt grof gehakseld in de hakselaar 12 en vervolgens fijngehakseld in de hakselaar 13. Benedenstrooms van elke hakselaar 12 en 13 is een magneet 14 resp. 15 aangebracht voor het verwijderen van magnetisch materiaal dat wordt opgenomen in de houder 16. De ge-35 hakselde houtchips worden opgeslagen in silo's 17-19. Vanuit de silo's 17-19 worden de houtchips toegevoerd aan de menger 7. Door het mengen in de menger 7 neemt het vochtgehalte van 8501085 - 3 - het daaruit verkregen produkt af tot circa 50%. Dit produkt is brandbaar.

Een mechanische droging wordt uitgevoerd in een roterende droogtrommel 20 die is voorzien van een gesloten ver-5 warmingscircuit. De temperatuur bedraagt circa 80°C-120°C en de verblijftijd in de droogtrommel 20 is zodanig, dat het produkt een vochtgehalte verkrijgt van circa 18-10%. De calorische warmte die voor het drogen in de droogtrommel 20 nodig is, wordt geleverd vanuit een verbrandingsoven 21 die 10 wordt gestookt met brandbaar produkt verkregen overeenkomstig de uitvinding. Het gedroogde produkt kan los gestort worden opgenomen in containers 22-24 en van daaruit afgevoerd naar verbrandingsinstallaties.

Indien gewenst kan het gedroogde produkt worden gebri-15 ketteerd. Eventueel kan in een menger 25 vanuit een houder 26 onbrandbaar bindmiddel worden bijgevoegd, bijvoorbeeld een hars, zoals CFA. Aansluitend worden in een briketteerinrichting 27 briketten gevormd en verpakt in de verpakkingseenheid 28, van waaruit het eindprodukt wordt 20 afgevoerd.

Op basis van het uitgangsprodukt is de samenstelling in gewichtsprocentenï slib 59,8% 25 houtchips 37,5% tabakafval 0,6% katoenafval 0,6% bindmiddel 0,9% desinfectant 0,6% 30

Op basis van het eindprodukt is de samenstelling in gewichtsprocenten: slib 51,4% 35 houtchips 45,5% tabakafval 0,7% 8501033 5 - 4 - katoenafval 0,7% bindmiddel 1,0% desinfectant 0,7%

Uit de beide samenstellingen blijkt, dat het brandbare produkt voor ten minste 50% bestaat uit slib dat op soortgelijke wijze kan worden vervangen door mest.

De tabel toont een vergelijking tussen diverse uit 10 afval afkomstige brandstoffen met het produkt overeenkomstig de uitvinding genoemd Sewerage Power Fuel (SPF).

Tabel

Soort

RDF hout ICO ECO Kolen VAM SPF

.... afval POWER BRIQ.

ristieken cal.waarde ( MJ/kg) 14-17 ca.16 ca.16 26-32 10-15 16,3 asrest (%) 1-4 ca. 10 10-20 3-20 10-20 4,35 vocht {%) 5-20 5-12 8-12 i 1-20 20-25 18 i ____I____,__ zwavel (?ó) - 0.1 0.2-0.45 j 0.5-4.3 » chloor («) - 0.2 0.4-1.0 j 0.0-0.5 ί ----— ui» μ i » i. . .. . . n i * i l———— ——— i - stortgewicht 2n0. 250; ( kg/m3 ) 250 600 600 verschijningsvorm spaanders pellets pellets poeder / briket/ los / 0 8-25 mm 0 20 mm brokken gebaald geperst vluchtige bestanddelen (?ί) - 60-70 45-65 3,5-4.5 35 Noot: RDF Refused Derived Fuel, ECO BRIQ. en VAM produkten uit huishoudelijk afval, ICO POWER produkt uit geselecteerd bedrijfsafval.

8501083 » ' - 5 -

Duidelijk blijkt-uit de tabel, dat SPP een hoge calorische waarde, te weten 16,3 Mj/kg combineert met een relatief geringe asrest, te weten 4,35%. Bovendien vindt bij het verbranden van SPF geen emissie van zwavel of chloor plaats.

5 Eén ton SPP komt voor wat betreft de verbrandingswarm- te overeen met 540 m3 aardgas.

Het brandbare produkt, waarin slib en/of mest is/zijn verwerkt heeft slechts een relatief lage asrest en geen emissie aan zwavel of chloor, in combinatie met een hoge ca-10 lorische waarde, en draagt zodoende in belangrijke mate bij tot het oplossen van milieuproblemen met betrekking tot het dumpen van mest en/of slib afkomstig uit rioolzuiveringsin-stallaties.

Opgemerkt wordt, dat het verkregen brandbare produkt 15 in hoofdzaak reukloos is.

8501083 ___

Claims

1. Werkwijze voor het verwerken van uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie afkomstig slib en/of van mest tot een brandbaar produkt, waarbij het slib of de mest wordt ontwaterd, met het kenmerk dat het slib en/of de mest ten 5 dele worden ontwaterd en vervolgens gemengd met een cellulo-sefraktie.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het mengsel verder wordt gedroogd bij een temperatuur van 80 - 120°C, en eventueel wordt gebriketteerd. 10

3# Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de cellulosefraktie hout omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de cellulosefraktie omvat: hout (bijvoorbeeld 50-30%), ta-bakafval (bijvoorbeeld 0-1%), katoenafval (bijvoorbeeld 15 0-1%) en/of kurkafval (bijvoorbeeld 0-1%), gebaseerd op het gewicht van het gemengde produkt.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaaande conclusies, met het kenmerk dat een neutraal verbrandend toeslag-materiaal, bijvoorbeeld polyvinylalcohol, polyvinylacetaat, 20 melasse, wordt toegevoegd.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaaande conclusies, met het kenmerk dat aan het slib en/of de mest een desinfecterend middel wordt toegevoegd.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat 25 het desinfecterend middel paraformaldehyde is.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaaande conclusies, met het kenmerk dat een onbrandbaar bindmiddel wordt toegevoegd.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat 30 het bindmiddel een hars, bijvoorbeeld CFA, is.

10. Werkwijze volgens conclusie 2-9, met het kenmerk dat de calorische warmte voor het drogen wordt verkregen uit bereid, brandbaar produkt.

11. Brandbaar produkt verkregen volgens de werkwijze 35 volgens één van de conclusies 1-10. 8501033