NL8500212A - Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger. Download PDF

Info

Publication number
NL8500212A
NL8500212A NL8500212A NL8500212A NL8500212A NL 8500212 A NL8500212 A NL 8500212A NL 8500212 A NL8500212 A NL 8500212A NL 8500212 A NL8500212 A NL 8500212A NL 8500212 A NL8500212 A NL 8500212A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
switch
signals
measuring
input
noise
Prior art date
Application number
NL8500212A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Thomson Csf
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thomson Csf filed Critical Thomson Csf
Publication of NL8500212A publication Critical patent/NL8500212A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S7/00Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
    • G01S7/02Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
    • G01S7/28Details of pulse systems
    • G01S7/285Receivers
    • G01S7/292Extracting wanted echo-signals
    • G01S7/2921Extracting wanted echo-signals based on data belonging to one radar period
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S13/00Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
    • G01S13/02Systems using reflection of radio waves, e.g. primary radar systems; Analogous systems
    • G01S13/50Systems of measurement based on relative movement of target
    • G01S13/52Discriminating between fixed and moving objects or between objects moving at different speeds
    • G01S13/522Discriminating between fixed and moving objects or between objects moving at different speeds using transmissions of interrupted pulse modulated waves
    • G01S13/524Discriminating between fixed and moving objects or between objects moving at different speeds using transmissions of interrupted pulse modulated waves based upon the phase or frequency shift resulting from movement of objects, with reference to the transmitted signals, e.g. coherent MTi
    • G01S13/5246Discriminating between fixed and moving objects or between objects moving at different speeds using transmissions of interrupted pulse modulated waves based upon the phase or frequency shift resulting from movement of objects, with reference to the transmitted signals, e.g. coherent MTi post processors for coherent MTI discriminators, e.g. residue cancellers, CFAR after Doppler filters
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S7/00Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00
    • G01S7/02Details of systems according to groups G01S13/00, G01S15/00, G01S17/00 of systems according to group G01S13/00
    • G01S7/40Means for monitoring or calibrating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Remote Sensing (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)

Description

V
Jt 35A°2
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op Doppler radarstelsels met coherente impulsen en hij betreft meer in het bijzonder een werkwijze 5 en een inrichting voor het meten van ruissignalen van de ontvanger van een dergeiijk radarstelsel.
De grondslagen van Doppler radarstelsels die de weergave toestaan van bewegende doelen, zoals luchtvaartuigen, zijn uitvoerig uiteengezet in de betreffende technische literatuur. Voor dit onderwerp kan men echter 10 op nuttige wijze het werk raadplegen van M.H. SKOLNIK "Radar Handbook", 1970, uitgegeven door Mc Graw Hill. De Doppler radarstelsels voor het weergeven van bewegende doelen dienen op bevredigende wijze te kunnen werken in aanwezigheid van ongewenste radarsignalen, die in hoofdzaak worden gevormd door signalen die terugkeren van de grond en van gebouwen, 15 echosignalen die afkomstig zijn van landvoertuigen, terugkeersignalen van regen, echo's van "engelen" enz.... Deze ongewenste radarsignalen komen overeen met voorwerpen die met een geringe of matige snelheid worden aangedreven, d.w.z. lager dan 30ms-·1·. Voorts dienen deze radarstelsels in een vijandige omgeving operationeel te blijven, wanneer een potentiële aan-20 valler passieve tegenmaatregelen toepast, zoals "chaffs", of elektronische tegenmaatregelen (ETM) die bestaan uit het uitzenden van continue (CS) of in de tijd onderbroken (OS) elektromagnetische stoorsignalen. Anderzijds kunnen radarstelsels onderworpen zijn aan elektromagnetische interferentie, zoals die welke wordt voortgebracht door andere installa- · -25 ties die in de nabijheid werken.
In eenheden voor de behandeling van uitgangssignalen van de radarontvanger wordt de radiale radaraf stand verdeeld in afstandcellen waarvan de eenheidsbreedte in hoofdzaak overeenkomt met het afstandonderscheidende \ vermogen van de door het vliegtuig uitgezonden signalen. Het storings-30 percentage in een bepaalde richting van de antenne kan worden vastgelegd ais de verhouding van het aantal gestoorde afstandscellen ten opzichte van het aantal beschouwde afstandscellen. Dit storingspercentage neigt naar de eenheid in het geval van continue stoorsignalen van grote sterkte, d.w.z. van sterkte groter dan de gemiddelde sterkte van de thermische 35 ruis.
ïn een radarstelsel is de detectieinrichting van de bewegende _ echo's stroomafwaarts van de ontvanger geplaatst, waardoor het noodzakelijk is om met nauwkeurigheid de gemiddelde waarde te kennen van de sterkte van de thermische ruissignalen die door de ontvanger worden opgewekt, 850 0 2 12 85Α02 - 2 - i t* 4 daar de grootte van deze parameter de grens vaststelt van de gevoeligheid van de detectieinrichting van echo's van doelen- De nauwkeurige kennis van de gemiddelde waarde van de sterkte van de thermische ruissignalen staat eveneens toe om het percentage vals alarm (PVA) van het stelsel 5 te controleren, en wanneer zich het vraagstuk voordoet van de meting van deze van oorsprong thermische ruissignalen in aanwezigheid van storingen die door ongewenste radarsignalen enerzijds, en eventuele stoorsignalen anderzijds worden veroorzaakt.
Het doel van de uitvinding is het, in afwezigheid van stoorsignalen, 10 leveren van een nauwkeurige meting van de sterkte van de thermische ruissignalen van een radarontvanger, en in aanwezigheid van stoorsignalen, beoordelen van de kenmerken van deze stoorsignalen teneinde de ontmoete storingstoestand aan te geven.
Voor het bereiken van het hierbovengenoemde doel stelt de onder-15 havige uitvinding een werkwijze voor, voor het meten van de ruissignalen van een radarontvanger met coherente impulsen waarin een Doppler filter-bank is opgenomen, waarvan een middenelement volgorden levert van M monsters van onafhankelijke ruis Am, waarbij de rij m van een ruismonster ligt tussen de grenzen nul' en (M-l) overeenkomende met M afstandscellen; 2o deze werkwijze bestaat uit het tijdens elk van deze volgorden van M ruismonsters uitvoeren van de volgende bewerkingen: a - het achtereenvolgens invoeren van de M ruismonsters Am die beschikbaar zijn aan de uitgang van een middenelement van de Doppler filterbank.
25 b - het vergelijken van de grootheden Affl met een drempelwaarde VA- ^, die evenredig is met het uitgangsgegeven^ dat representatief is voor de gemiddelde waarde van de grootheden A^ van de voorgaande volgorde (n-1).
c- het behouden van de grootheid wanneer zijn waarde kleiner is 30 dan de drempelwaarde •A-i- d - het substitueren voor de grootheid Am van de waardenet/ ^ en het doortellen van een teller met een eenheid wanneer de grootheid Affl de drempelwaarde •A- ^ overschrijdt.
e - het optellen van de grootheid A^ bij de reeds verkregen som van qc de m monsters A .
f - het invoeren van het volgende monster Affl+1 wanneer de rij m kleiner is dan M-l. ,.
1 (M-l) .
g- wanneer m = M-l het berekenen van de waarde^ = ^ Am m=d 8500212 ♦V ‘ * t 35A02 - 3 - en het vergelijken van de waarde L van het aantal overschrijdingen met een voorafbepaalde referentiegrootheid Lo, die afhankelijk is van het percenta- ! ge coeiaatbare ruis. i h - wanneer de waarde L kleiner is dan de referentiegrootheid Lo, 5 het ’uitnemer van het gegeven,#, n=^· i - wanneer de waarde L van het aantal overschrijdingen kleiner is dan de referentiegrootheid Lo, het substitueren voor de waardje van een vooraf bepaalde waarde^ o, het uitnemen van het gegeven JL· n =JAjz en een bijkomend gegeven dat aangeeft dat de waarde L kleiner is dan de drempel-10 waarde Lo en als gevolg daarvan dat een groot aantal monsters het gevolg is van een stoorsignaal.
De uitvinding stelt eveneens een inrichting voor voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger met coherente impulsen die de bovenbeschreven werkwijze toepast. De meetinrichting volgens de uitvinding om-15 vat een eerste en een tweede meetkanaal die onderling zijn gekoppeld en een gemeenschappelijke ingang hebben die is verbonden met een Doppler filter dat gecentreerd is op een frequentie die in hoofdzaak gelijk is aan de helft van de recurrentiefrequentie van het radarstelsels; waarbij het eerste mèetkanaal in hoofdzaak rekenmiddelen van· de gemiddelde waarde van ' 20 de sterkte van de ruissignalen omvat, en het tweede meetkanaal middelen omvat voor het meten van het storingspercentage. Deze meetinrichting werkt volgens de tevoren beschreven raeetwerkwijze.
Andere bijkomende kenmerken zullen naar voren treden uit de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding aan de hand van de bijgaande 25 tekening, waarin: - fig.1 een afbeelding is van de vlakke bedekking van een radar-stelsel met coherente impulsen.
- fig.2 de matrix voorstelt van de afstandscellen van dit radar-stelsel.
30 - fig.3 de matrix voorstelt van de Doppler snelheid afstandcellen beschouwd aan de uitgang van de Doppler filterbank.
- fig.4 een functioneel blokdiagram is van een radarontvanger voorzien van een Doppler filterbank.
- fig.5 een typische amplitude-frequentie responsiekromme is van 35 het middenelement van de Doppler filterbank.
- fig.5 in de vorm van een functioneel blokdiagram een uitvoeringsvorm toont van de meetinrichting van ruissignalen volgens de uitvinding.
- fig.7 een tijddiagram is van de sequentiële signalen van de meetinrichting van de ruissignalen.
8500212 \ w · > 85A02 - 4 - - fig.8 de werking toont van de meetinrichting van de ruissignalen.
- fig.9 een uitvoeringsvariant is van de meetinrichting van ruis-signalen.
- fig.10 een bijkomende uitvoeringsvariant is van de meetinrichting.
- fig.11 een ordinogram is dat de verschillende bewerkingen voor-5 stelt die worden toegepast in de meetinrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont de vlakke bedekking van een radarstelsel waarvan de maximale detectieafstand is vastgelegd op een waarde R , zodanig dat
Tr c max R gelijk of kleiner is aan , waarbij T de recurrentieperiode is ΠΗΧ cL l van de impulssignalen die door de antenne worden uitgestraald en c_ de 10 voortplantingssnelheid is van elektromagnetische golven. Deze afstand R__„ is onderverdeeld in M afstandscellen van de elementaire duur R gelijk IÏ13.X jp» aan -Qr— waarin 5 de duur is die overeenkomt met het afstandonderschei-dend vermogen van de uitgezonden signalen. In een coherent radarstelsel omvat het coherente behandelingsinterval (CBI), of CIP volgens de angel-15 Saksische aanduiding (Coherent Interval Processing), een aantal van P impulsen die achtereenvolgens worden uitgezonden met dezelfde herhalings-periode en dezelfde golflengte. Het aantal n van CBI in de vlakke bedekking wordt gegeven door de volgende betrekking:
Mcbi =·^ M P* 20 waarin: Fr = 1/Tr
Ta de draaiingsperiode van de antenne is en M het aantal afstandscellen is gelijk aan Rmay//iR De hoekverplaatsing Θ van een antenne gedurende een CBI wordt gegeven door de volgende betrekking: 25 q - 2 «p " Fr.Ta en deze hoekverplaatsing θ is over het algemeen kleiner dan de nominale breedte van de antennebundel. Volgens het beschouwde radarstelsel kan dit op continue wijze impulsen uitzenden of in salvo’s van een aantal _P impulsen, waarbij de recurrentiefrequentie van deze impulsen 30 varieert van het ene salvo tot het volgende, door het vasthouden van de recurrentiefrequentie, en door het variëren van de frequentie Fo van de draaggolf, van het ene salvo tot het volgende, teneinde, tenminste gedeeltelijk de blinde snelheden te elimineren.
Fig.2 toont de matrix van de afstandscellen voor een CBI van P 35 impulsen. Volgens de as ^die met de radartijd overeenkomt beschikt men over M kolommen van afstandscellen die worden aangeduid van 0 tot (M-l) en, 8500212 ...-. ··< A 1 35A02 - 5 - volgens de tijdas _t, beschikt men over ? rijen afstandscellen die worden aangeduid van θ tot (P-l). Een elementaire afstandscel wordt aangeduid met de term , waarin a een complexe grootheid is die gevormd wordt door zijn signaaicomponenten I en Q. Wanneer het radarstelsel met geco-5 deerde salvo’s werkt, d.w.z. wanneer het produkt van de recurrentiefre-quentie en de golflengte van de draaggolf van het ene salvo tot het volgende verschilt, bestaat er een bepaalde tijdsafstand tussen twee opeenvolgende salvo’s n en (n+1).
Fig.3 toont de matrix van de 3nelheidcellen voor een salvo van de .jO rij n. Si deze figuur zijn slechts de snelheidcellen weergegeven die op het midden zijn gecentreerd van de waarde van de recurrentiefrequentie Fr.
Met deze snelheidcellen komen overeen het midden Doppler filter FDc, waarin de waarde van £ gelijk is aan of grenst aan N/2, wanneer de Doppler filterbank N elementen omvat. De bandbreedte van het Doppler filter <5 wordt begrensd door het aantal P impulsen dat in een CPI in rekening wordt genomen. Door een geschikte keuze van de parameters van het radarstelsel; in het bijzonder van de recurrentiefrequentie Fr, de draaggolffrequentie Fo van de uitgezonden impulsen en het aantal P impülsen van een CPI, kan de uitgang van het FDc filter vrij zijn van elk ongewenst radarsignaal, 2q en slechts de echosignalen van bewegende doelen die een Doppler verschui-vingsfrsquentie Fr/2 en zijn oneven meervouden hebben kunnen dit filter passeren, zodanig dat wanneer men dit Doppler filter over M afstandcellen beschouwt de bijdrage van deze echosignalen van de bewegende doelen aan de sterkte van de ruis van de ontvanger verwaarloosbaar is en voorts zal 25 hij worden verzwakt door de meetwerkwijze, zoals in het onderstaande zal worden toegelicht.
Fig.4 is een functioneel blokdiagram, dat met een voorbeeld de middelen toelicht die toestaan om een reeks van M ruismonsters op te wekken die gecentreerd zijn op de middenwaarde van de recurrentiefrequentie -Q van het radarstelsel. Het uigangssignaal s(t) van de versterker FI van de radaror.tvanger wordt aangelegd aan de ingang van een coherente detector 1. De uitgang van deze coherente detector is verbonden met een analoog-numeriek (A/N) codeerder 2 die de componenten levert van het signaal I en Q van elk van de signalen am,p die aanwezig zijn in een overeenkomstige 25 af standee!. Tijdens opeenvolgende impulssalvo's worden de door de A/N codeerder geleverde, gecodeerde signalen afwisselend opgeslagen in twee geheugens 3a en 3b die met inschrijving en met uitlezing adresseerbaar zijn, door middel van een elektronische schakelaar SW^. De geheugens 3a en 3b die kunnen worden gevormd door RAM inrichtingen (snelgeheugen met 8500212- 85A02 - 6 - 5 * willekeurige toegang) hebben elk een capaciteit van 2-MP woorden van K bits, waarin K het aantal cijfers is dat door de A/N codeerder wordt geleverd.
De uitgangen van deze geheugens 3a en 3b zijn verbonden met de ingangen van een elektronische schakelaar SW2 die in tegenovergestelde fase werkt 5 van de ingangschakelaar SW1. De uitgang van de elektronische schakelaar SW2 is verbonden met de ingangen van een aangrenzende Doppler filterbank 4 voorzien van N elementen, waarvan slechts een middenelement in fig.4 is weergegeven. Deze filters zijn complexe filters, en hun uitgangen zijn verbonden met een operator 5 die toetstaat om de modulus Am van de ruis-10 component te berekenen die het Doppler filter is gepasseerd.
Fig.5 is de typische, genormaliseerde amplitude/frequentie responsie kromme van een Doppler filter dat gecentreerd is op de middenwaarde van de recurrentiefrequentie Fr van het radarstelsel, in het geval waarin het aantal impulsen P van een salvo beperkt is tot 8 of 10 impulsen. Men 15 zal kunnen opmerken, dat de echosignalen van langzame doelen, waarvan de Doppler verschuivingsfrequentie kleiner is dan 0,35 Fr, op volkomen wijze worden afgestoten. In het hier weergegeven voorbeeld, voor een waarde van P in de orde van 10 impulsen/CBIK worden de echosignalen afkomstig van voorwerpen met een radiale snelheid gegeven door de volgende betrekking: 20 VrC0,35|^| niet doorgegeven aan de meetinrichting van de ruissignalen die stroomafwaarts van het midden Doppler filter ligt.
Fig.6 is een functioneel blokdiagram dat een uitvoeringsvorm toont van de meetinrichting van ruis van de ontvanger. Deze meetinrichting omvat 25 een eerste raeetkanaal 10 en een tweede meetkanaal 11. Deze twee meetkanalen hebben een gemeenschappelijke ingang, die verbonden is met de uitgang van het element van de Doppler filterbank 4,5, zoals bij fig.4 werd beschreven. Dit element levert reeksen van M ruismonsters die numeriek zijn gecodeerd over K sterkten. Het eerste meetkanaal 10 staat toe om de gemiddelde 30 waarde c te berekenen van M monsters, terwijl het tweede kanaal 11 toestaat om de momentane grootheden Am te vergelijken met een drempelwaarde ΚΊ zoals in het onderstaande zal worden beschreven.
Het eerste meetkanaal 10 omvat, in serie verbonden, de volgende elementen: 35 - een eerste schakelaar 12, welke een eerste ingang (1) heeft die verbonden is met de ingangssignalen Am, een tweede ingang (2) en een stuur-ingang (c).
i (Μ—1) - een operator 13 die de operatie Uc = ^ — Am uitvoert, welke m=o 8 5 ü Ö 2 12 4» ' 35A02 - 7 - operator kan worden gevormd door een numerieke integrator die gewogen wordt door de factor M en hij is voorzien van een klokingang (c.p) en van een nul-terugstelingang (RZ).
- een geheugenregister 14 met een laadingang (LD) van het resultaat μ c 5 van de operator 13, en - een tweede schakelaar 22 met een eerste ingang (1) die verbonden is met de uitgang van het geheugenregister 14, een tweede ingang (2) die een spanningssignaal van voorafbepaalde waarde μ o ontvangt, en een stuur-ingang (C); de uitgang van deze schakelaar levert het uitgangsgegeven μ^ 10 dat volgt op het voorafgaande uitgangsgegeven (n-1) die het gevolg is van het voorafgaande salvo (n-1) van M ruismonsters, waarbij de waarde van -μ gelijk is aan μ c of μ o naar gelang het resultaat dat door het tweede meetkanaal wordt geleverd.
Het tweede meetkanaal 11 omvat in hoofdzaak een sterktevergelijker 15 15, waarvan de referentieingang een drempelwaardesignaal .μη_^ ontvangt.
Deze sterktevergelijker levert aan zijn uitgang een stuursignaal, wanneer de grootheid Am van de ingangsmonsters de waarde van het drempelwaarde-signaal overschrijdt; dit stuursignaal wordt enerzijds aangelegd aan de stuuringang van de eerste schakelaar 12 die in het eerste signaalkanaal 20 is opgenomen, en anderzijds aan een telschakeling die in serie geschakeld de volgende elementen omvat: - een teller 16 met een telcapaciteit van omstreeks M bits of minder.
- een decodeerder 17 van de inhoud van de teller 16, die toestaat 25 om te detecteren wanneer de inhoud L van de teller een bepaalde referen- tiegrootheid Lo heeft overschreden, tijdens een reeks van M ruismonsters.
- een geheugenwip 18, waarvan de functie bestaat uit het onthouden van het door de decodeerder 17 geleverde resultaat aan het einde van een reeks van M monsters; deze geheugenwip levert aan zijn uitgang (Q) een 30 uitgangsgegeven E, in twee toestanden, welk uitgangsgeheugen eveneens wordt geleverd aan de stuuringang (c) van de tweede schakelaar 15 die in het eerste meetkanaal is opgenomen. De toestand van het uitgangsgegeven E staat toe om de aanwezigheid aan te geven van stoorsignalen, wanneer het aantal overschrijdingen L van de M ingangsmonsters groter is dan de 35 referentiegrootheid Lo.
De sequentiële werking van de meetinrichting wordt verzekerd door de uitgangssignalen van een generator 20 van kloksignalen, waarvan de werking synchroon is met de kloksignaalgenerator van de zender van het radarstelsel.
8500212 + ψ 85Α02 - 8 -
Fig.7 is een tijddiagram van de kloksignalen.die door de kloksig-naal-generator 20 worden geleverd. De sequentie van de rij n van M monsters Ao tot A^ is weergegeven ten opzichte van de kloksignalen CKL, CK2 en CK3. Het kloksignaal CK1 staat aan de operator 13 toe om achtereen-5 volgens de grootheid Am van een beschouwd monster op te tellen bij de gecumuleerde som van m voorafgaande monsters. Het kloksignaal CK2 staat toe om het resultaat van de operator 13 in het geheugenregister 14 te laden en de geheugenwip 18 te plaatsen. Het kloksignaal CK3 staat het op nul terugstellen toe van de operator 13 en van de teller 16 voorafgaan-10 de aan de aankomst van de M ruismonsters van de volgende reeks (n+1).
Fig.8 toont de werking van de meetinrichting beschreven in fig.6.
De M ruismonsters Ao tot A^ zijn gekwantificeerde grootheden, waarvan de gemiddelde waarde gelijk is aan μ c. Wanneer de grootheid Am van een monster de drempelwaarde KL.μ ^ overschrijdt, wordt voor deze grootheid 15 Am de waarde μ n-1 gesubstitueerd welke verkregen is bij de voorafgaande reeks (n-1). De grootheid van het signaal μ o is aanzienlijk groter dan de drempelwaarde KI μ n-1 die door de inrichting is uitgewerkt. In deze fig.8 heeft men eveneens de inhoud L weergegeven van de teller 16 in het geval waarin de waarde L kleiner is dan de drempelwaarde Lo. In het geval 20 waarin de waarde L de referentiegrootheid Lo overschrijdt wordt voor de drempelwaarde ΚΙ.μη-l de drempelwaarde Κ^.μ o gesubstitueerd, wat toestaat om wanneer de sterkte van de interferentie en de stoorsignalen vermindert, snel de gemiddelde waarde terug te vinden van de thermische ruissignalen van de ontvanger.
25 Volgens een voorkeurs-uitvoeringsvariant is een lineair-logaritmi- sche codeerder 21 aangebracht tussen de uitgang van het midden Doppler filter en de gemeenschappelijke ingang van de meetinrichting, zoals is weergegeven in fig.9. Hieruit volgt, dat de vermenigvuldigingsoperator 19 weergegeven in fig.6 moet worden gesubstitueerd door een teloperator en 30 dat de grootheid KI als gevolg daarvan moet worden aangepast.
Voorts kan het nuttig blijken om de drie storingstoestanden te onderscheiden die door het radarstelsel worden ontmoet: afwezigheid van storingsbronnen (G.S), en continue storingsbronnen(C.S) of onderbroken 35 storingsbronnen (D.S). De overeenkomstige bewerking wordt op gemakkelijke wijze uitgevoerd door de schakeling weergegeven in fig.10, of door een equivalente schakeling. De ingang van de decodeerder 17a is resp. verbonden met de overeenkomstige uitgangen van de overschrijdingsteller 16 en deze decodeerder levert een uitgangsgegeven over twee cijfers dat wordt opgeslagen in het geheugenregister l8a. De uitgangsgegevens E = (G.S) en 8500212 35A02 - 9 - * c Ξ = (C.S of D.S) kunnen dan worden gecombineerd voor het verkrijgen van de drie tevoren aangegeven storingssituaties.
In het bovenstaande is een uitvoeringsvorm beschreven van een meet-inrichting van de ruissignalen van een radarontvanger, welke inrichting 5 wordt gevormd door een gespecialiseerde processor, anderzijds zijn andere uifcvoeringsvarianten van een dergelijke processor denkbaar en in het bijzonder die welke van een programmeerbare processor gebruik maken.
Fig.11 geeft in de vorm van een ordinogram de opeenvolgende bewerkingen aan van de meetwerkwijze van de ruissignalen van een radarontvanger 10 welke toestaat om het gegeven μ c te berekenen dat representatief is voor de gemiddelde waarde van de ruissignalen van de ontvanger en het signali-satiegegeven E dat representatief is voor de storingstoestand. Aan het einde van een reeks van M monsters van een reeks (n-1) beschikt men over de voorafgaande waarde μ welke de gemiddelde waarde μ voorstelt die 15 tijdens deze reeks werd berekend, of een vaste grootheid μο die steeds groter is dan de waarde μ . Voorts zijn aan het begin van elke reeks van M monsters de resultaten van de middelingsbewerkingen van de sterkte van de ruissignalen en van de telling van de overschrijdingen van de stoorsignalen op nul teruggesteld. Tijdens de volgende reeks van de rij n_ 20 wordt een nieuwe waarde μ berekend door het optellen van de waarden van de ingangssignalen en door het hiervoor substitueren van de waarde un telkens wanneer de grootheid Am van een ruismonster groter is dan de drempelwaarde XI.Hieraan parallel wordt het aantal overschrijdingen van de drempelwaarde KL.μ ^ in rekening gebracht, teneinde naderhand de 25 storingstoestanden in te delen welke tijdens de huidige reeks zijn ontmoet. Zoals in dit organisatieschema is weergegeven kan het aantal overschrijdingen L worden ingedeeld volgens de drie ontmoete stoortoestanden:
- Geen storing L^L = G.S
- Onderbroken storings bron Lq<C L <C = D.S
30 - Continue storings bron L-^L = C.S
Men ziet thans duidelijker de voordelen die de uitvinding verschaft: de nauwkeurigheid van de meting van de gemiddelde waarde van de warmteruis die door het radarstelsel wordt opgewekt is hoog, daar tijdens elk van de opeenvolgende metingen een groot aantal ruismonsters wordt 35 beschouwd, en dat voor de ruismonsters die waarschijnlijk met een inter-ferentiesigr.aal of een stoorsignaal overeenkomen de gemiddelde waarde van de meest waarschijnlijke ruis wordt gesubstitueerd. Voorts worden de storingen weggenomen die het gevolg zijn van ongewenste radarsignalen stroomopwaarts van de inrichting door het Doppler filter en de echo:s van 8500212 85Α02 - 10 - ν'* bewegende doelen, die dit Doppler filter zijn gepasseerd, hebben een verwaarloosbaar effect op het resultaat van de meting.
De uitvinding is toepasbaar in radarstelsels die met een constante recurrentiefrequentie of met gecodeerde impulssalvo's werken, met coneren-5 te impulsen en met impulsen van korte of van lange duur die gecodeerd zijn met het oog op hun uiteindelijke samendrukking in de ontvanger.
De uitvinding wordt eveneens toegepast in radarstelsels waarin een optimale gevoeligheid voor de detectie van bewegende doelen wordt nagestreefd .
8500212

Claims (5)

  1. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bijkomende 35 bewerking die bestaat uit het in logaritmische vorm coderen van de amplitude van ruismonsters die geleverd zijn door het middenelement van de Doppler filterbank. 8500212 ^ 1 1 —— 85A02 - 12 -
  2. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een andere bijkomende bewerking die bestaat uit het indelen van de telling L van het aantal overschrijdingen ten opzichte van verschillende voorafbepaalde referentiegrootheden L^-L^.
  3. 4. Inrichting voor het meten van de ruissignalen van een radar- ontvanger met coherente impulsen, waarin een Doppler interbank is opgenomen, met het kenmerk, dat hij is voorzien van een eerste (10) en een tweede (11) meetkanaal, die onderling zijn gekoppeld, welk een gemeenschappelijke ingang hebben die met een middenelement van de Doppler filter-10 bank (4.5) is verbonden: het eerste meetkanaal omvat rekenmiddelen van de gemiddelde waarde (μ ) van deze ruissignalen, en het tweede kanaal omvat v meetmiddelen van het storingspercentage, en dat een voorafbepaald signaal (μ ) wordt gesubstitueerd voor de berekende gemiddelde waarde (μ ) wanneer het storingspercentage (L) een waarde heeft groter dan een voorafbepaalde 15 referentiegrootheid (L ).
  4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze bovendien is voorzien van een lineair-logaritmisch codeerder (21), welke codeerder is aangebracht tussen het middenelement van de Doppler filter-bank (4.5) en de gemeenschappelijke ingang van het eerste (10) en het 20 tweede (11) meetkanaal.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerste meetkanaal (10), in serie geschakeld, de volgende elementen omvat: een eerste schakelaar (12), een gewogen integrator (13), een geheugenregis-ter (14) en een tweede schakelaar (22), en dat het tweede meetkanaal, 25 eveneens in serie geschakeld, de volgende elementen omvat: een sterktevergelijker (15), een numerieke teller (16), een decodeerder (17) en een geheugenregister (18) en in welke inrichting, de uitgangen van de sterktevergelijker (15) en van het geheugenregister (18) resp. zijn verbonden met de stuuringangen van de eerste (12) en de tweede (12)schakelaar, 30 waarbij de tweede ingang van de tweede schakelaar is verbonden met een vooraf bepaald spanningssignaal (μ ), en de uitgang van deze tweede schakelaar is verbonden met de tweede ingang van de eerste schakelaar enerzijds, en door middel van een vermenigvuldigingsoperator (19) met de referentieingang van de sterktevergelijker (15) anderzijds. 8500212
NL8500212A 1984-01-27 1985-01-25 Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger. NL8500212A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8401297A FR2589586B1 (fr) 1984-01-27 1984-01-27 Procede et dispositif de mesure des signaux de bruit d'un recepteur radar
FR8401297 1984-01-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500212A true NL8500212A (nl) 1987-04-01

Family

ID=9300541

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500212A NL8500212A (nl) 1984-01-27 1985-01-25 Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3502398C2 (nl)
FR (1) FR2589586B1 (nl)
GB (1) GB2184911B (nl)
IT (1) IT1182371B (nl)
NL (1) NL8500212A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1200902B (it) * 1985-12-18 1989-01-27 Contraves Italiana Spa Metodo per la misurazione in-linea de rumore di fondo per radar mti con soppressione dei campioni non provenienti dal rumore,e dispositi vo digitale per l'attuazione del metodo

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4067013A (en) * 1976-11-12 1978-01-03 The United States Of America As Represented By The Navy Automatic thresholding and reference circuit
DE2823419A1 (de) * 1978-05-29 1979-12-06 Siemens Ag Schaltungsanordnung zur unterdrueckung von stoersignalen in puls-doppler-radarempfaengern
DE3012036C2 (de) * 1980-03-28 1982-06-24 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Puls-Doppler-Radar mit einer CFAR-Schwelle
GB2080070A (en) * 1980-07-02 1982-01-27 Decca Ltd Pulse Doppler Radar Apparatus
FR2512210A1 (fr) * 1981-08-28 1983-03-04 Thomson Csf Dispositif d'elimination des echos mobiles de ne trace et des echos parasites dans un radar
DE3222489A1 (de) * 1982-06-15 1983-12-15 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Puls-doppler-radargeraet mit einem pulslaengen-diskriminator

Also Published As

Publication number Publication date
IT8567055A0 (it) 1985-01-23
IT1182371B (it) 1987-10-05
GB8501112D0 (en) 1987-04-01
DE3502398A1 (de) 1987-10-15
GB2184911A (en) 1987-07-01
FR2589586A1 (fr) 1987-05-07
IT8567055A1 (it) 1986-07-23
FR2589586B1 (fr) 1988-04-08
DE3502398C2 (de) 1994-03-03
GB2184911B (en) 1988-02-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN106405511B (zh) 用于自动车辆的雷达信号处理
US6538599B1 (en) Noncoherent gain enhancement technique for non-stationary targets
EP2307908B1 (en) Automotive radar with composite multi-slope fm chirp waveform
CN101107539B (zh) 雷达设备
AU2004209407B2 (en) Technique for non-coherent integration of targets with ambiguous velocities
US20150227770A1 (en) Systems and methods to determine kinematical parameters using rfid tags
US7825851B2 (en) History or image based methods for altitude determination in a radar altimeter
CN105572660A (zh) 雷达模糊性解决检测器
CA1169939A (en) Intrusion detection system
US20050035903A1 (en) Apparatus for radar
NL8500212A (nl) Werkwijze en inrichting voor het meten van ruissignalen van een radarontvanger.
KR20180057616A (ko) 타깃으로부터 반사되어 수신된 방사선의 처리
KR20000036154A (ko) 이동하는 두 물체간의 상대 속도를 결정하는 방법
GB2558643A (en) Method and apparatus for determining a pulse repetition interval parameter of a coded pulse-based radar
RU2351947C2 (ru) Способ измерения начальной скорости снаряда
US20210215820A1 (en) Method and system for intefrence management for digital radars
Vignesh et al. Phase-Modulated Stepped Frequency Waveform Design for Low Probability of Detection Radar Signals
US3611375A (en) Radar using matrix storage and filters
RU2421749C1 (ru) Устройство определения направления
JP4937782B2 (ja) レーダ装置
GB2566304A (en) Pulse radar and method of generating a range profile signal
RU2782575C1 (ru) Система селекции движущихся целей с измерением дальности, радиальной скорости и направления движения в каждом периоде зондирования
RU2757929C1 (ru) Способ измерения начальной скорости снаряда лазерной волоконно-оптической системой
Blunt et al. The enhanced FRACTA algorithm with knowledge-aided covariance estimation
US20230324537A1 (en) Unambiguous and accurate velocity estimation by frequency-modulated radars

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BV The patent application has lapsed